Daniel Bensaïd

De angst haalt het van de hoop


Bron: SAP-website
Vertaling: D.D.
Deze versie: spelling
HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive

Laatste bewerking: 30 januari 2010


Verwant:
De inheemse kwestie
Latijns-Amerika: imperialisme en nationale bourgeoisie
Antiautoritaire stroming en de strijd in de Derde Wereld

Bijna een jaar geleden kwam PT-presidentskandidaat Lula aan de macht in Brazilië. Hoewel de verpletterende meerderheid van de Brazilianen deze regering nog steeds als ‘hun regering’ beschouwen, beschouwt diezelfde meerderheid in toenemende mate het beleid van deze regering niet langer als ‘hun beleid’.

Aan het begin van de campagne in 2002 maakte Lula in zijn “Brief aan alle Brazilianen” duidelijk dat hij zich wilde inspannen om de financiële markten, het Internationaal Muntfonds en de Verenigde Staten gerust te stellen. Die voornemens zagen we sinds de vorming van de regering Lula bevestigd, onder meer door de aanstelling van de vroegere directeur van de Boston Bank tot hoofd van de Nationale Bank van Brazilië. Ook vertrouwde hij de verantwoordelijkheid over de ministeries van Economie en Financiën aan een ploeg toe die zich veleer liberaal dan wel sociaal opstelt. De officiële uitleg is duidelijk: eerst moet de inflatie een halt worden toegeroepen en de financiële markten worden gerustgesteld. Vervolgens zou dan, volgens een ongewild grappige uitspraak van Lula “het spektakel van de groei gaan beginnen”.

In weerwil van dit aangekondigd spektakel sputtert de Braziliaanse economie vandaag. De ‘overgang’ waarvan sprake wordt voor onbepaalde tijd uitgesteld. De socioloog Chico de Oliveira draaide de kernwoorden van Lula’s verkiezingsslogan om en stelt dat “de angst het wint van de hoop”. Om verder buitenlandse investeringen aan te trekken doet de regering nu grootse beloftes over de aflossing van de schulden. Hij heeft astronomisch hoge intrestvoeten vastgesteld (tot hoger dan 26 procent). Hij heeft het onredelijke objectief behouden om een budgettair overschot na te streven van 4,5 procent, ten nadele van de diensten, van de publieke investeringen en zelfs van de privé-investeringen. Bijgevolg zijn de uitgaven aan investeringen gedaald met 12 procent ten opzichte van de eerste semester. De werkloosheid stijgt en de werkgelegenheid in de regio van São Paulo staat op haar laagste pijl sinds 1995.

De pensioenhervorming die in augustus door het parlement werd goedgekeurd, onder het voorwendsel van een strijd tegen privileges, sluit naadloos aan bij de eisen van de Wereldbank en de hervormingen die in de rest van de wereld aan de gang zijn. Die verlengt voor de overheidsambtenaren de duur waarbinnen je bijdragen moet betalen met zeven jaar, hetgeen een verlaging van de pensioenen betekent voor de meerderheid van de weddetrekkenden en in het bijzonder voor de vrouwen. De hervorming maakt het ook mogelijk dat het beheer van publieke pensioenfondsen zal toevertrouwd worden aan privébanken.

“Goodbye mister da Silva, Lula komt terug”

De eerste zichtbare gevolgen van deze desastreuze politieke koers zijn tweeledig. Enerzijds zijn de aangekondigde hervormingen “spectaculair” in panne gevallen. De campagne ‘Honger nul” had moeten kaderen in een geheel van sociale maatregelen, waaronder een fiscale hervorming, een werkgelegenheidsbeleid, de uitbreiding van de openbare diensten etc. Maar bij gebrek aan middelen beperkt ze zich nu tot een soort van ‘overheidscharity’-campagne, met nauwelijks resultaten. Ook stellen de budgetten die vrijgemaakt werden voor een landhervorming geen bal voor (zie kadertje).

Langs de andere kant nemen de tekenen van desillusie en ontevredenheid toe in de sociale bewegingen. In de eerste plaats bij de ambtenaren die getroffen worden door de pensioenhervorming, die in juli en augustus massaal op straat kwamen. Eén van hun betogingen drong binnen in het parlement tijdens het debat over de hervorming. Het gaat hier weldegelijk om een belangrijk component van het PT-electoraat dat zich, indien de regering niet van koers verandert, wel eens zou kunnen afkeren van de PT tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 2004.

Op 1 mei richtte een reeks personaliteiten, onder wie de vroegere bisschop van São Paulo, figuren uit de bevrijdingstheologie en ook de populaire zanger Chico Buarque, een open brief aan de regering, om haar te interpelleren over de Amerikaanse vrijhandelszone ALCA, een project dat tot doel heeft om één Latijns-Amerikaanse markt te creëren die afhangt van de Verenigde Staten. Op 30 mei hebben dertig van de negentig PT-parlementairen een tekst getekend waarin ze het monetaire beleid van de Nationale bank onder vuur nemen. Op 10 juni verscheen er een ‘alarmmanifest’ dat getekend werd door een hele hoop intellectuelen, de meesten leden of sympathisanten van de PT. Op 12 juni was het de beurt aan enkele honderden economisten om een kritiek te formuleren op de economische en financiële politiek van de regering. Begin juni vond er een congres plaats van de linkse vakbond CUT. De 2700 vertegenwoordigers, waarvan 80 procent lid was van de PT of een andere regeringspartij, gaven blijk van een echte malaise. De leiding van de CUT stelde de regering vervolgens drie amendementen voor op het voorstel tot pensioenhervorming. Ze werden niet geïntegreerd. Het congres van de nationale studentenunie stelde ook een groei van de kritische linkse stromingen vast. Het aantal landbezettingen verdrievoudigde en de confrontaties tussen de landloze boeren en de milities van de grootgrondbezitters nemen hand over hand toe.

De kritiek op deze regering zwelt aan, maar in de peilingen blijft Lula zijn populariteit behouden, flirtend met 80 procent instemming. Een groot gedeelte van de werkende bevolking beschouwt deze regering nog steeds als ‘haar regering’, maar herkennen zich minder en minder in de gevolgde politiek. Een aantal pancarten in de ambtenarenbetogingen vatten die houding als volgt samen: “Goodbye mister Da Silva, Lula kom terug!”. De economische en sociale politiek van de regering is echter het resultaat van een fundamentele keuze. Er zal dus geen significatieve heroriëntering komen zonder crisissen en breuken in de PT en zelfs in de regering.

De groep van oppositionele parlementairen toonde zich verdeeld tijdens de stemming over de pensioenen. 24 stemden voor het project ‘omwille van de partijdiscipline’, maar bekritiseerden de hervorming openlijk. Zeven onthielden zich, omdat ze ‘niet tegen hun partij maar evenmin tegen hun geweten wilden stemmen’. Vier stemden tegen, onderwie onze kameraad Walter Pinheiro, vertegenwoordiger van Bahia. Drie van hen zitten in een procedure van uitsluiting en zoeken nu eerder aansluiting bij de PSTU met het perspectief op de oprichting van een nieuwe partij. Onze kameraad, senatrice Heloïsa Helena, heeft ook een uitsluitingsprocedure tegen zich lopen.

Een blairistische PT in Bossa Nova-versie

De zin van dit disciplinair offensief, dat het pluralisme binnen de partij – dé rijkdom van de PT – aantast, is duidelijk: de partij zal moeten kiezen tussen de rol van politiek woordvoerder van de sociale bewegingen enerzijds en die van verdediger van de regeringsbeslissingen naar de bevolking toe anderzijds. Er staat heel wat op het spel: nl. een echte ‘klassepartij’, die de uitdrukking was van de massale radicalisering van de sociale strijd sinds de jaren 70. Haar omvorming tot de ‘nieuwe PT’ van het derde-weg-type, tot een soort blairistische partij in Bossa Nova-versie, zal tijdens de komende maanden ongetwijfeld sterk verzet van de historische PT teweegbrengen. Deze regeringspolitiek is immers volledig in strijd met de congresresoluties van het jongste PT-congres in december 2001.

De Braziliaanse kwestie zal dus een centrale plaats innemen in het debat van de linkerzijde. Op de eerste plaats in de Latijns-Amerikaanse linkerzijde. Als immers in het machtigste Zuid-Amerikaanse land een linkse regering niet verder raakt dan zich neer te leggen bij en te buigen voor de eisen van het IMF en de Wereldbank, welke conclusies moeten dan de volksbewegingen van Ecuador, Bolivië of Uruguay trekken? Het is vandaag immers mogelijk om zich te verzetten tegen de internationale schuldeisers en front te vormen met Venezuela en Argentinië.

Maar ook in de internationale linkerzijde zal er een debat volgen: De sociaaldemocratie die in heel wat landen in een crisis verkeert, tracht zich het “lulistische” project toe te eigenen en haar vlag te planten in Brazilië. De sociaaldemocratie ziet een tegenstelling tussen dit ‘brede Braziliaanse experiment’ enerzijds en de ‘vlucht voorwaarts’ van de Chileense Volkse Eenheid, “die de machtsgreep van Pinochet zoniet uitlokte dan toch vergemakkelijkte”, anderzijds. Er moet snel een radicale koerswijziging komen van de PT in Brazilië anders wenkt een brutale teleurstelling.

Hoe zit het met de landhervorming?
In een land waarin 10 procent van de eigenaars 80 procent van de gronden bezit, is landhervorming vanzelfsprekend één van de belangrijkste en meest dringende issues. Die problematiek draait trouwens niet louter rond een verdeling van de gronden. Tussen 1995 en 2002 hebben 500.000 families een eigen stukje land verworven. Maar 90 procent heeft geen toegang tot water, 80 procent heeft geen elektriciteit of toegang tot wegen, 57 procent heeft problemen om een dak boven het hoofd te krijgen en méér dan de helft heeft geen mogelijkheden tot technische bijstand.
Sinds zijn aantrede heeft de nieuwe minister voor landbouw en landhervorming, Miguel Rossetto (DS), de budgetten voor de kleinschalige landbouw verdubbeld. Hij heronderhandelde heel wat uitstaande schulden van vele landbouwers. Bovendien stelde hij een verzekering in voor kleine boeren tegen natuurrampen. Specifieke kredieten werden vrijgemaakt voor jongeren, vrouwen en ecologische boeren. Tot slot werd er een federaal aankoopprogramma op poten gezet dat de boeren een minimumprijs moet verzekeren.
Om naar een tweede fase over te gaan, waarin de herverdeling van de gronden centraal staat, moeten er budgettaire keuzes gemaakt worden. Naar schatting vier miljoen families hopen op een eigen stukje grond (om zo niet langer afhankelijk te zijn van de grootbezitters). Met het budget dat nu voor handen is kunnen slechts enkele tienduizenden families geholpen worden. Het uur van de waarheid komt er dus aan, met de goedkeuring van de begroting 2004. Inmiddels nemen de botsingen tussen landloze boeren en de milities van die grootbezitters hand over hand toe. In heel wat staten van Brazilië heeft de rechterlijke macht groepen grondbezetters van de beweging van landloze boeren achter de tralies geplaatst. De rechterzijde blijft ondertussen met scherp schieten op minister Miguel Rossetto, die de minister van de criminelen wordt genoemd.

D.B.


Zoek knop