Emma Goldman
De nieuwe vrouw


I. De tragedie van de vrouwenemancipatie

Ik begin met een uitspraak: ondanks alle politieke en economische theorieën over fundamentele verschillen tussen verschillende groepen binnen het menselijke ras, ondanks de klasse- en rasverschillen, ondanks alle kunstmatige scheidslijnen tussen mannen- en vrouwenrechten ben ik toch van mening dat er een punt is waar die verschillen tot een perfect geheel samenkomen.

Wat ik hier zeg is niet bedoeld als een vredesvoorstel. De sociale tegenstellingen op alle mogelijke gebieden die op het ogenblik heel het openbare leven beheersen als gevolg van de botsingen tussen tegenstrijdige belangen vallen weg als er een reorganisatie komt van ons maatschappelijk leven op basis van beginselen van economische rechtvaardigheid.

Vrede of harmonie tussen geslachten en individuen hoeft niet te berusten op een oppervlakkige gelijkschakeling van de mensen; ook niet op wegwerking van individuele kenmerken en eigenaardigheden. Het probleem waar wij op het ogenblik voor staan en in de nabije toekomst moeten oplossen, is hoe jezelf te zijn en toch een te zijn met anderen, hoe met alle mensen diep mee te voelen en toch je eigen karaktertrekken te behouden. Volgens mij is dat de basis waarop massa en individu, echte democraat en echte individualiteit, man en vrouw elkaar kunnen ontmoeten zonder elkaar in de haren te zitten en te bestrijden. Het motto moet niet zijn ‘Vergeef elkaar’ maar ‘Begrijp elkaar’. Het veel gehoorde gezegde van madame de Stael ‘Alles begrijpen is alles vergeven’ heeft me nooit erg aangesproken: het ruikt mij te veel naar de biechtstoel; een ander vergeven wekt de farizeïsche indruk van te denken dat je beter bent dan die ander. Het is genoeg iemand te begrijpen. Mijn stelling is het uitgangspunt van mijn ideeën over vrouwenemancipatie en over de invloed daarvan op het vrouw zijn als geheel.

De emancipatie moet de vrouwen in staat stellen om mens te zijn in de volste betekenis van het woord. Heel haar verlangen naar zelfverwerkelijking en activiteit moet volledig aan zijn trekken kunnen komen; alle kunstmatige barrières moeten worden opgeruimd en de weg naar grotere vrijheid moet worden vrijgemaakt van alle sporen van eeuwenlange onderwerping en slavernij.

Dit was het oorspronkelijke doel van de vrouwenemancipatie. Maar de tot nu toe bereikte resultaten hebben de vrouwen geïsoleerd en beroofd van de bronnen van het geluk dat zo belangrijk voor haar is. Louter uiterlijke emancipatie heeft de moderne vrouw tot een kunstmatig wezen gemaakt dat je doet denken aan de Franse tuinen met hun sierlijk in de vorm van piramiden, wielen en kransen geknipte bomen en struiken; fraai, maar geen uiting van de eigen innerlijke kwaliteiten. Er zijn veel zulke kunstmatig gevormde vrouwelijke planten, vooral in de zogenaamde intellectuele beroepen.

Vrijheid en gelijkheid voor de vrouw! Wat een verwachtingen en verlangens hebben die woorden gewekt toen zij voor bet eerst werden uitgesproken door enkele persoonlijkheden die tot de edelste en dapperste van hun tijd moeten worden gerekend. De zon zou in al haar licht en glorie opgaan over een nieuwe wereld; in deze wereld zou de vrouw vrij zijn om zelf haar lot te bepalen — een doel dat alleszins het enthousiasme, de moed, de volharding en de onophoudelijke inspanning waardig was van de talrijke mannelijke en vrouwelijke pioniers die alles op het spel zetten in hun strijd tegen vooroordelen en onwetendheid.

Dat duel is ook wat ik zo graag verwezenlijkt zie maar ik ben van mening dat de vrouwenemancipatie zoals die op het ogenblik wordt geïnterpreteerd en in de praktijk gebracht, dat grote doel niet heeft bereikt. De vrouwen moeten zich nu van de emancipatie bevrijden als zij werkelijk vrij willen zijn. Dat klinkt misschien paradoxaal maar is toch echt de enige waarheid.

Wat heeft de vrouw met haar emancipatie bereikt? Gelijk stemrecht in een paar staten. Heeft dat ons politieke leven gezuiverd, zoals veel goedbedoelende voorstanders voorspelden? Bepaald niet. Het is tussen haakjes echt tijd dat mensen met een helder, gezond oordeelsvermogen het niet meer alsmaar over de corruptie in de politiek hebben op de manier van een kostschoolmeisje. Corruptie in de politiek heeft niets te maken met de zedelijkheid of onzedelijkheid van de politici maar heeft een heel gewone materiële oorzaak. De politiek is een afspiegeling van het zaken- en bedrijfsleven, waar de spelregel is: ‘Beter te krijgen dan te geven’, ‘koop goedkoop en verkoop duur’, ‘als twee vuile handen elkaar wassen worden ze allebei schoon’. Je hoeft er niet in het minst op te rekenen dat de vrouwen de politiek zullen kunnen zuiveren als zij stemrecht krijgen.

De emancipatie heeft de vrouw economisch op gelijke voet gebracht met de man, dat wil zeggen ze kan zelf een beroep kiezen; maar doordat er aan de vrouwen altijd veel minder hoge eisen zijn gesteld zijn ze nu niet sterk genoeg om met de mannen te concurreren, waardoor ze vaak al hun energie moeten aanspreken, al haar levenskracht moeten opgebruiken en zich tot het uiterste moeten inspannen om het niveau van de markt te bereiken. Er zijn er maar heel weinig die daarin slagen, want het is een feit dat vrouwelijke leerkrachten, artsen, advocaten, architecten en ingenieurs minder vertrouwen genieten dan haar mannelijke collega’s en ook niet gelijk betaald worden. En degenen die die verleidelijke gelijkheid wel bereiken, doen dat meestal ten koste van haar lichamelijke en psychische gezondheid. Wat de grote massa van de werkende meisjes en vrouwen betreft, hoeveel onafhankelijkheid winnen die als zij de bekrompenheid en onvrijheid van het huis willen ruilen voor de bekrompenheid en onvrijheid van fabriek, werkhuis, winkel of kantoor? Bovendien zitten veel vrouwen er nog mee dat ze naast hun zware dagtaak ook nog voor een ‘heerlijk eigen’ — koud, ongezellig, onopgeruimd, weinig uitnodigend — huis te zorgen hebben. Mooie onafhankelijkheid! Geen wonder dat honderden meisjes al gauw genoeg krijgen van hun ‘onafhankelijkheid’ achter de toonbank of aan naai- of schrijfmachine en bereid zijn het eerste het beste huwelijksaanbod aan te nemen. Zij zijn even bereid om te trouwen als meisjes uit de middenklasse die van het juk van de ouderlijke heerschappij aŁ willen. Een zogenaamde onafhankelijkheid die iemand maar net genoeg laat verdienen om van te leven is niet zo aanlokkelijk en ideaal dat je kunt verwachten dat een vrouw daar alles voor opoffert. Onze hooggeprezen onafhankelijkheid is wel beschouwd niet meer dan een langzaam voortschrijdend proces van afstomping en verstikking van de persoonlijkheid en het liefdes- en moederinstinct van de vrouw.

Niettemin is de positie van het werkende meisje veel natuurlijker en menselijker dan die van haar schijnbaar gelukkiger zuster in de meer culturele beroepen: leraressen, artsen, advocaten, ingenieurs, enz., die verplicht zijn zich waardig en stijlvol te gedragen terwijl hun innerlijke leven steeds leger en doodser wordt.

De beperktheid van de tegenwoordige opvattingen over onafhankelijkheid en emancipatie van de vrouw, de vrees verliefd te raken op een man die maatschappelijk haar gelijke niet is, de vrees dat de liefde ten koste zal gaan van vrijheid en onafhankelijkheid, de angst dat de liefde of de vreugde van het moederschap alleen maar een hindernis zal zijn voor de beroepsuitoefening, al deze dingen tezamen dwingen de moderne geëmancipeerde vrouw ertoe om alleen te blijven, waardoor het leven met zijn verhelderende verdriet en zijn diepe, in verrukking brengende vreugden voorbijgaat zonder haar persoonlijk te beroeren of aan te grijpen.

De emancipatie zoals de meeste aanhangers en vertegenwoordigers ervan die opvatten, is veel te beperkt om ruimte te bieden voor de grenzeloze liefde en verrukking die het deel kunnen zijn van een in vrijheid levende echte vrouw, minnares of moeder.

De tragedie van de zelf haar kost verdienende of economisch vrije vrouw ligt niet in een te veel maar in een te weinig aan ervaringen. Ze weet meer van de wereld en van de menselijke natuur dan haar zusters van voorgaande generaties maar juist daardoor voelt ze zo sterk dat ze het wezenlijke van het leven mist dat het enige is waardoor de menselijke ziel zich rijk kan voelen, en doordat zij dit missen zijn de meeste vrouwen loutere automaten geworden die een beroep uitoefenen.

Dit was al voorzien door mensen die inzagen dat er op het gebied van de ethiek nog veel oude ruïnes overeind werden gehouden uit de tijd van de onbetwiste superioriteit van de man, die ook veel geëmancipeerde vrouwen nog onmisbaar vinden. Iedere beweging voor vernietiging van bestaande levensvormen en vervanging daarvan door iets nieuwers en beters heeft volgelingen die in theorie de meest radicale ideeën aanhangen maar zich in de dagelijkse praktijk gedragen als doorsnee burgers die naar buiten toe aan de gebruikelijke fatsoensnormen willen blijven voldoen en eraan hechten om bij hun tegenstanders goed aangeschreven te staan. Er zijn bijvoorbeeld socialisten en zelfs anarchisten die het idee ‘eigendom is diefstal’ aanhangen maar die dood vallen als iemand voor de waarde van een half dozijn spelden bij hen in het krijt staat.

Dit soort mensen vind je ook in de vrouwenemancipatie-eigendom. Sensatiejournalisten en tweederangsschrijvers hebben portretten van geëmancipeerde vrouwen geschilderd die de brave burgerij de stuipen op het lijf joegen. De leden van de beweging voor vrouwenrechten werden allemaal voorgesteld als George Sands die zich van geen god of gebod iets aantrokken en voor wie niets heilig was. De ideale verhouding tussen man en vrouw zei hun niets. Emancipatie stond gewoon gelijk met een leven van lust en zonde, dat maatschappij, godsdienst en moraal aan zijn laars lapte. De humorloze vertegenwoordigers waren hoogst verontwaardigd over deze onjuiste voorstelling van zaken en zetten alles op haren en snaren om te bewijzen dat ze zo helemaal niet waren en juist het tegenovergestelde. Zolang de vrouw de slavin was van de man kon ze natuurlijk niet behoorlijk en fatsoenlijk zijn maar nu ze vrij en onafhankelijk was, zou ze laten zien hoe fatsoenlijk ze kon zijn en dat zij een zuiverende invloed zou hebben op alle vormen van maatschappelijk leven. De beweging voor vrouwenrechten heeft veel oude ketenen verbroken maar heeft ook nieuwe gesmeed. De grote beweging voor ECHTE emancipatie is niet bepaald overstroomd door vrouwen die tegen de vrijheid opgewassen waren. Hun benauwde, puriteinse opvattingen verbanden de mannen als storende en twijfelachtige elementen uit hun gevoelsleven. Voor geen geld wilden ze iets met mannen te maken hebben, tenzij misschien als vader van een kind omdat je zonder vader nu eenmaal moeilijk een kind kon krijgen. Gelukkig zijn ook de stijfste puriteinen nooit sterk genoeg om het ingeboren verlangen naar het moederschap te doden. Maar de vrijheid van de vrouw is nauw verbonden met de vrijheid van de man en veel van mijn zogenaamde geëmancipeerde zusters schijnen over het hoofd te zien dat een in vrijheid geboren kind de liefde en de genegenheid nodig heeft van alle mensen om hem heen, mannen zowel als vrouwen. Helaas is deze bekrompen opvatting over menselijke relaties de oorzaak geweest van veel ellende in het leven van moderne mannen en vrouwen.

Vijftien jaar geleden ongeveer verscheen er een boek van de briljante Noorse schrijfster Laura Marholm, De vrouw, een karakterstudie. Laura Marholm was een van de eersten die wees op de leegheid en beperktheid van de heersende opvattingen over vrouwenemancipatie en op de tragische invloed daarvan op het innerlijke leven van de vrouwen. In dit boek beschrijft zij het lot van verschillende internationaal bekende begaafde vrouwen: het genie Eleonora Duse, de grote wiskundige en schrijfster Sonja Kovalefskaja, de jong gestorven kunstenares en dichterlijke natuur Marie Basjkirtzef. Door de levensbeschrijving van elk van deze buitengewoon denkende vrouwen loopt een duidelijk spoor van onbevredigd verlangen naar een gevuld, afgerond, volledig, mooi leven en van onrust en eenzaamheid wegens het ontbreken daarvan. Deze meesterlijke psychologische schetsen laten overduidelijk zien dat hoe hoger de geestelijke ontwikkeling van een vrouw hoe moeilijker het voor haar is om een gelijkgeaarde metgezel te ontmoeten die in haar niet alleen het seksuele ziet maar ook een menselijk wezen, een vriendin, een kameraad en een sterke persoonlijkheid die niets van haar karakter kan en hoeft prijs te geven.

De doorsnee man met zijn zelfgenoegzaamheid, zijn belachelijke superioriteitswaan en zijn neerbuigendheid tegenover vrouwen is een onmogelijkheid voor het soort vrouwen dat Laura Marholm in haar Karakterstudie beschrijft. Evenzeer echter de mannen die alleen haar mentaliteit en genie zien en geen vrouwelijke gevoelens in haar wakker maken.

Een rijke geest en een gevoelig hart worden meestal als noodzakelijke eigenschappen voor een diepvoelende, edele persoonlijkheid beschouwd. Bij een moderne vrouw vormen deze eigenschappen echter een belemmering om helemaal tot haar recht te komen. Meer dan honderd jaar lang is het oude, op de bijbel met zijn ‘tot de dood u zal scheiden’ gebaseerde huwelijk aangeklaagd als een samenlevingsvorm waarin de man de baas is over de vrouw en de vrouw zich volledig aan zijn grillen en bevelen te onderwerpen heeft, zijn naam draagt en voor haar levensonderhoud helemaal van hem afhankelijk is. Steeds opnieuw is afdoende aangetoond dat de oude huwelijksrelatie de rol van de vrouw beperkte tot die van dienstbode van haar man en moeder van zijn kinderen. Toch zijn er nog veel geëmancipeerde vrouwen die de voorkeur geven aan het huwelijk met al zijn gebreken boven de beperktheid van een ongewild bestaan, beperkt en ondraaglijk door de ketens van morele en sociale vooroordelen die haar geest gevangen houden en ketenen.

De verklaring voor dit gebrek aan logica bij veel moderne vrouwen ligt in het feit dat zij nooit helemaal hebben leren inzien wat emancipatie inhoudt. Zij dachten dat zij zich alleen maar van tirannen buiten zich hoefden te bevrijden; de tirannen binnen in hen — de morele en sociale conventies — die veel schadelijker zijn voor leven en ontwikkeling, mochten hun gang gaan; wat zij dan ook deden. Zij lijken het in de hoofden en de harten van zelfs de actiefste vertegenwoordigers van de vrouwenemancipatie even goed te doen als in de hoofden en harten van onze grootmoeders, die inwendige tirannen, of het nu de publieke opinie is of wat zullen moeder, broer, vader, tante, familie, Mrs. Grundy, Mr. Comstock, de baas, het ministerie van onderwijs wel zeggen, al die bemoeials, zielengluurders, cipiers van de menselijke geest, wat zullen zij wel zeggen? Zolang een vrouw niet geleerd heeft zich daar niets van aan te trekken, geen duimbreed van haar eigen standpunt te wijken, vast te houden aan haar onbeperkte vrijheid, naar de stem van haar natuur te luisteren, of deze nu roept om de grootste schat van het leven — de liefde voor een man — of om haar prachtigste voorrecht — het leven te schenken aan een kind — zo lang kan zij zich niet geëmancipeerd noemen. Hoeveel geëmancipeerde vrouwen hebben de moed om te erkennen dat de stem van de liefde roept en wild tegen haar borsten slaat eisend om gehoord en bevredigd te worden?

In een van zijn romans Nieuwe schoonheid doet de Franse schrijver Jean Reibach een poging het beeld te schilderen van de ideale, mooie, geëmancipeerde vrouw. Dit ideaal krijgt gestalte in de persoon van een jong meisje, een arts. Zij kan met zeer veel inzicht en wijsheid over het voeden van kinderen praten, zij is vriendelijk en verstrekt gratis medicijnen aan arme moeders. Zij praat met een jonge man uit haar kennissenkring over de hygiënische toestanden in de toekomst en hoe allerlei bacillen en ziektekiemen zullen worden uitgeroeid door het gebruik van stenen muren en vloeren en de afschaffing van kleedjes en wandtapijten. Zij draagt natuurlijk zeer eenvoudige, praktische kleding, meestal zwart. De jonge man, die bij hun eerste ontmoeting diep onder de indruk was gekomen van de wijsheid van zijn geëmancipeerde vriendin, begint haar langzamerhand te begrijpen en ontdekt op een goede dag dat hij van haar houdt. Zij zijn jong en zij is vriendelijk en mooi, en ofschoon ze altijd onberispelijk gekleed is, geven een vlekkeloos wit kraagje en manchetten haar verschijning iets zachts. Je zou verwachten dat hij haar van zijn liefde zou vertellen maar hij is geen man om romantische dwaasheden te begaan. De poëzie en de opwinding van de liefde verbergen hun blozende gezichten voor de zuivere schoonheid van de dame. Hij brengt de stem van zijn natuur tot zwijgen en blijft correct. Zij is ook altijd precies op tijd, altijd verstandig en gedraagt zicht altijd zoals het behoort. Ik ben bang dat als zij waren gaan samenwonen de jongeman de kans had gelopen dood te vriezen. Ik moet bekennen dat ik niets moois zie in deze nieuwe schoonheid die zo koud is als de stenen muren en vloeren waar zij van droomt. Ik houd meer van de liefdesliedjes uit de oude romantische tijden, van Don Juan en vrouwe Venus, van een schaking met ladder en touw op een maanverlichte nacht met de bijbehorende vervloeking van de vader, zuchten van de moeder en morele commentaren van de buren dan van pijnlijk nauwkeurig afgemeten correctheid en netheid. Als liefde niet mateloos kan geven en nemen is het geen liefde maar een transactie waar iedere cent telt.

Het grootste gebrek van de tegenwoordige emancipatie zijn de kunstmatige stijfheid en het bekrompen fatsoen ervan die in de vrouwenziel een leegte veroorzaken die haar belet van de levensbron te drinken. Ik heb wel eens gezegd dat ik meer overeenkomst zag tussen de ouderwetse moeder en gastvrouw, altijd bedacht op het geluk van haar kinderen en het welzijn van haar vrienden, en de werkelijk nieuwe vrouw dan tussen deze laatste en haar doorsnee geëmancipeerde zuster. De aanhangsters van de pure emancipatie noemden mij een heidin die op de brandstapel thuishoorde. In hun blinde ijver zagen zij niet dat mijn vergelijking tussen de oude en de nieuwe vrouw alleen maar bedoeld was om te illustreren dat veel van onze grootmoeders meer bloed in hun aderen hadden, veel geestiger waren en meer gevoel voor humor hadden en zeker natuurlijker, hartelijker en eenvoudiger waren dan de meeste geëmancipeerde vrouwelijke beoefenaars van een intellectueel beroep die de universiteiten, onderwijsinstellingen en allerlei kantoren bevolken. Dat betekent niet dat ik terug wil naar het verleden of de vrouwen in hun oude wereld van keuken en kinderkamer wil laten blijven.

Onze redding ligt in een energieke mars voorwaarts naar een lichtere en helderdere toekomst. Wij moeten ons bevrijden van alle kluisters die ons aan oude tradities en gebruiken geketend houden. De vrouwenemancipatiebeweging heeft alleen nog maar de eerste stap in die richting gezet. Het is te hopen dat zij de kracht zal vinden om opnieuw een stap te doen. Stemrecht en gelijke burgerrechten zijn misschien rechtvaardige eisen maar echte emancipatie begint niet bij de stembus of in de rechtszaal. Die begint in de ziel van de vrouw. De geschiedenis leert ons dat een onderdrukte klasse zich alleen maar door eigen inspanning werkelijk van zijn meesters bevrijdt. De vrouwen moeten die les ter harte nemen, zij moeten beseffen dat hun vrijheid even ver reikt als hun vermogen om zich vrij te maken. Het is daarom veel belangrijker om te beginnen met een innerlijke wedergeboorte en om de last van vooroordelen, tradities en gewoonten van zich of te schudden. Vrouwen eisen met recht en reden gelijke rechten op alle gebieden van het leven maar het belangrijkste recht is toch het recht om liefde te geven en te ontvangen. Als we willen dat de gedeeltelijke emancipatie van de vrouw een volledige en echte emancipatie wordt, dan moet er een einde komen aan de dwaze opvatting dat te worden liefgehad, geliefde en moeder te zijn, gelijkstaat met slavernij en onderdanigheid. Dan moet er ook een einde komen aan de dwaze gedachte dat man en vrouw twee verschillende of tegengestelde werelden zijn.

Kleinheid scheidt — grootheid verenigt. Laten we het breed en groot zien. Laten we de belangrijkste dingen niet verwaarlozen wegens de massa’s kleinigheden waar we mee geconfronteerd worden. Een juiste opvatting over de verhouding tussen de geslachten kent geen veroveraar en veroverde maar slechts één groot ding: zich onbeperkt geven om zich rijker, dieper en beter terug te vinden. Dat is het enige wat de leegte kan vullen en de tragedie van de vrouwenemancipatie kan omzetten in vreugde, mateloze vreugde.