Herman Gorter
Het imperialisme, de wereldoorlog en de sociaaldemocratie
Hoofdstuk 5


V. Het voorbeeld van Duitsland

De redenen voor het nationalisme van het proletariaat

Weerlegging van deze redenen

Het voorbeeld van Duitsland.

Deze oorlog is de oorlog van Duitsland.

Niet in die zin dat een van de andere grote mogendheden minder “de schuld aan”, de oorzaak van deze oorlog zou zijn.

Maar in deze dat Duitsland hem het best heeft voorbereid, hem met de grootste kracht voert, door de grootste materiële en geestelijke krachten gestuwd wordt, het grootste doel voor ogen heeft, de aanvallende partij dus moet zijn, en, alleen kapitalistisch-technisch, kapitalistisch-economisch gesproken, afgezien van alle andere factoren, winnen moest.

Duitsland heeft zich na 1870 tot tweede Europese kapitalistische staat omhoog gewerkt. Maar Duitsland overtreft Engeland in organisatie van industrie, handel, verkeer en bank, innerlijk is het daarin machtiger. Met de Verenigde Staten is het het enige modern georganiseerde kapitalistische land. Zijn absolutisme, zijn jonkerdom, en daardoor zijn leger en bureaucratie, maken het, naast de gecentraliseerde bank, de geconcentreerde handel, industrie en transport, tot het model van de imperialistische staat, tot de enige volkomen imperialistische staat der wereld. Het verenigt de machtsmiddelen der bourgeoisie met die van de absolute monarchie. Zijn krachten, zijn expansiekracht, zijn door dit alles groter dan die van Engeland zonder zijn kolonies.

Maar Duitsland is afgesneden van volkomen expansie. Het kwam te laat tot de macht. De beste stukken der aarde waren al in het bezit van anderen. En de mogendheden hebben gezorgd dat het niets of bijna niets kreeg. Alle pogingen van Duitsland om iets van betekenis te krijgen zijn geheel of bijna geheel verijdeld. Marokko ging naar Frankrijk, aan België de Congo, Engeland nam het grootste deel van het overige Afrika, de Bagdad-spoorweg kon Duitsland niet alleen houden, van alle zijden kwamen zijlijnen in andere handen. In Azië verwierf het zo goed als niets. In Afrika zeer weinig. De enorme voordelen die uit monopolistisch koloniaal bezit, monopolistische sferen van invloed, kunnen voortvloeien bleven het Duitse kapitaal ontzegd.

Duitslands kapitalisme werd als een stoomketel waaruit de stoom niet ontsnappen kan, en die niet kan werken als gewenst.

Frankrijk, Engeland, Rusland houden het opzettelijk sinds jaren in zijn volkomen expansie tegen, omwille van hun eigen kapitaal.

Dat wil Duitsland niet langer verdragen. En daarom heeft het zich sinds jaren op deze oorlog voorbereid, om zich zelf de weg te banen die het wordt ontzegd.

Daarvoor diende de reusachtige openlijke en geheime bewapening. Daarvoor het reusachtige leger en vloot.

Daarvoor diende de plotselinge aanvraag van 1000 miljoen in 1913. Daarvoor de voorbereiding van de Rijksbank, beter dan die van enige andere nationale bank.

Duitsland wil een einde maken aan zijn kleinheid, het wil nu zijn banden breken.

Duitsland wil nu Marokko, en een groot deel van het overig Frans-Afrika, het wil Frans bezit in Oost-Azië, Siam, Cochin China. Het wil Klein-Azië, Mesopotamië. Het wil Belgisch Congo. Het wil stukken van het Engels bezit. Engels Zuid-Afrika misschien. Misschien stukken van Engels Indië. Het wil de Portugese bezittingen in Afrika. Het wil Nederlands-Indië. Het wil de economische en politieke beheersing van een goed stuk van China. Het wil om dit alles te bereiken, België en Nederland onderwerpen of van zich afhankelijk maken. Dit alles wil het, en door deze oorlog wil het zien wat het hiervan kan bereiken. En waarlijk, van kapitalistisch-economisch standpunt: het komt het Duitse kapitalisme toe. De sterkste verdient het meest in de kapitalistische wereld. Uit het oogpunt van zuiver kapitalistische vooruitgang alleen, en niet uit het onze: dat van de ontwikkeling van het proletariaat, en van zijn strijd tot macht en eenheid,[11] kon men wensen dat het Duitse kapitalisme won.

Hoe ontzaggelijk veel meer zou Duitsland met zijn organisatiekracht, met zijn concentratie aan banken, zijn gecentraliseerde rederijen en handel en industrie kunnen halen uit deze gebieden, dan Engeland, België, Holland, Frankrijk, Portugal. Hoe veel sneller zou de aarde kapitalistisch worden ontwikkeld!

Het Duitse kapitalisme voelt ook dat nu het uur gekomen is, dat nu gehandeld moet worden. Want als bij de verzwakking van het Turkse rijk Rusland Armenië inneemt, Frankrijk Syrië, en een deel van Klein-Azië, Engeland een ander deel daarvan, Egypte en Arabië, en Rusland en Engeland delen Perzië, dan is Duitslands kans op een groot Aziatisch gebied voorbij. En als Engeland dan nog meester wordt van de weg van Cairo naar de Kaap, en China na een tijd zelfstandig en machtig, dan is - daar Zuid-Amerika wel niet meer in Europese handen zal komen- Engeland meester van een overgroot deel van de wereld. [12] Rusland, de Verenigde Staten, later misschien China, zijn enige gelijkwaardige mededingers, en Duitslands kans op een wereldgebied geheel voorbij.

Duitsland is dus èn door de expansie, de uitzettingsmachten die het van binnenuit drijven, èn door de vormen die zijn imperialisme heeft, èn door de geweldige machten die zijn expansie aan alle kanten in de weg treden, èn door het grote doel, de grootste van alle staten, dat het zich stelt, de drijvende kracht van deze eerste imperialistische wereldoorlog.

Duitsland moet dus het voorbeeld zijn waaraan wij de imperialistische politiek en haar gevolgen, en de houding van het proletariaat tegenover haar, aantonen.

Maar aan de anderen kant, Duitsland heeft ook de sterkste arbeidersklasse. Op Duitsland vooral, zegde Marx al, houden de communisten van alle landen het oog gericht. Het heeft de kapitalistische ontwikkeling doorgemaakt onder omstandigheden, onder voorwaarden, die veel verder gevorderd waren dan die waaronder de andere kapitalistische landen van Europa ze doormaakten. Daar is tengevolge daarvan het proletariaat georganiseerd en geschoold zo als nergens, en minder dan ergens anders door burgerlijke traditie bezwaard.

Tengevolge daarvan staan daar tegenover de sterkst georganiseerde kapitalisten, de best georganiseerde arbeiders. Meer dan een miljoen leden heeft de Sociaal-Democratische Partij, vier miljoen stemmen worden op haar uitgebracht, de vakverenigingen tellen tussen de twee en drie miljoen leden. Een geweldig aantal arbeiders leest dagelijks de socialistische couranten.

En evenals in Duitsland, veel meer dan in Engeland, is het kapitaal georganiseerd in syndicaten en kartels en gecentraliseerde banken, zo zijn ook daar veel meer dan in Engeland, de arbeidersverenigingen, de politieke als de economische, niet meer versplinterd maar op reusachtige wijze gecentraliseerd.

De tegenstelling tussen de kapitalisten en de arbeidersklasse is door dit alles daar scherper dan in de andere staten van West-Europa. Het absolutisme, het jonkerdom, en de militaire lasten verscherpen die tegenstelling nog meer.

De sterkste, meest imperialistisch gezinde bourgeoisie, staat daar dus tegenover het meest socialistische proletariaat.

Hier zal men dus de tegenstelling tussen het imperialistische kapitalisme dat alle bewoners van de aarde wil onderwerpen en tot slaaf maken, en het proletarische socialisme dat hen wil bevrijden, het duidelijkst moeten zien.

En toch, de Duitse arbeidersklasse gaf juist èn zelf èn in zijn vertegenwoordigers in de Rijksdag het voorbeeld van samengaan met het imperialisme. Juist daar stemde men het eerst voor de oorlogsuitgaven. En de arbeiders trokken juist daar het eerst, niet alleen haast zonder verzet, maar vaak met geestdrift, ten strijde.

Hoe kwam dit? [13]

Welke redenen gaven zij zelf op?

Maar voordat wij deze onderzoeken, moeten wij eerst nog iets over de oorlog zeggen, dat onze weerlegging van die redenen, die de sociaaldemocraten in het algemeen en de Duitse in het bijzonder voor hun meedoen aan de oorlog geven, versterken zal, en dat wij tot nu toe slechts even aanroerden.

Als deze eerste imperialistische wereldoorlog lang duurt - en het is door de reusachtige krachten en hulpbronnen van Engeland, Duitsland en Rusland waarschijnlijk dat hij lang zal duren - dan is een inzinking van de Europese maatschappij mogelijk.

De honderden miljarden die deze oorlog dan aan Europa kosten zal voor wapens en onderhoud van de legers, moeten vermeerderd worden met de vernielde waarden van stad en land en zee, met de waarde der miljoenen arbeidskrachten die verminkt en vermoord teloor gaan, met de waarde van de producten die niet worden voortgebracht.

Na de oorlog zal voor de honderden geleende miljarden miljarden rente moeten worden betaald.

Maar de Europese landen kunnen dan door dit alles zo verarmd zijn, dat zij zeer moeilijk de benodigde grondstoffen uit andere werelddelen kunnen kopen.

Hierdoor wordt het proletariaat natuurlijk het meest getroffen. Een enorme en lange crisis - misschien na een gedeeltelijke, korte en schijnbare bloei - en werkloosheid staat voor de deur.

Maar dit is niet alles.

Dit ware misschien in op termijn te overwinnen.

Er dreigt nog erger.

Om de gevolgen van deze eerste imperialistische wereldoorlog te begrijpen moet men ook oog hebben voor de wijze waarop hij zal aflopen.

Twee wijzen zijn mogelijk. Of een van beide partijen overwint. Maar geen van beiden kan de tegenstander vernietigen.

Als Duitsland overwint, verplettert het misschien Frankrijk en België, Engelands macht kan het niet vernietigen. Evenmin kan Duitsland Rusland geheel overwinnen. [14]

Overwint dus Duitsland, dan bewapenen Rusland en Engeland zich terstond weer, oneindig sterker dan te voren. En een nieuwe strijd dreigt weer.

Overwinnen echter Rusland, Engeland en Frankrijk, Duitsland kunnen zij toch niet verpletteren.[15] Daartoe is Duitsland innerlijk veel te sterk.[16]

Overwinnen zij dus, dan begint Duitsland opnieuw met bewapening reusachtiger dan te voren, en een nieuwe strijd staat voor de deur.

Het kan ook gebeuren dat geen van allen overwinnen. Maar allen te verzwakt zijn om verder te vechten, en daarom vrede sluiten. Dan beginnen zij zodra zij maar kunnen, hun nieuwe bewapening, om zodra zij sterk genoeg zijn weer te gaan vechten.

Deze twee beëindigingen van de strijd zijn, zover wij kunnen zien de enig mogelijke. Zij zijn echter de ondergang, onder het imperialisme, van het proletariaat.

Als het proletariaat, door de langdurige oorlog en door zijn gevolgen, uitgeput en lange tijd werkloos is, dan weer belast met nieuwe, nog reusachtiger bewapening en een nieuwe oorlog, zou het dit, als georganiseerd strijdende klasse niet kunnen dragen.[17]

De grote materiële ellende, door de oorlog en de economische depressie veroorzaakt, zou het geestelijk hebben uitgeput, zijn weerstandsvermogen hebben verzwakt, - nieuw imperialisme, nieuwe bewapening, nieuwe oorlog zou zijn economische kracht vernietigen.[18]

Bij deze eerste wereldoorlog gaat het dus om het bestaan van de arbeiders. Wel te verstaan: om het bestaan der arbeiders als strijdende klasse.

Het proletariaat moest zich dus, om die mogelijkheid, tot het uiterste en met alle middelen, tegen het imperialisme en de wereldoorlog verzetten. Ook om zijn toekomst. Ook uit zelfbehoud.

En bovendien dreigt na deze oorlog een reeks van wereldoorlogen, zoals wij boven zagen, om het monopolistische bezit van grote delen van de wereld.

Ook daarom dus moest het proletariaat zich tot het uiterst te weer stellen.

Kijken wij nu naar de redenen die de Duitse sociaaldemocraten, en deze van Frankrijk, België, Engeland, etc., voor hun deelnemen aan de wereldoorlog geven.

Zij zeiden: vóór het uitbreken van de oorlog hebben wij alles gedaan om hem te verhinderen.

Dit is onwaar. Het machtigste middel tegen het imperialisme en de oorlog, de actie van de massa zelf, is niet gebruikt.

Noch in de jaren vóór de oorlog, toen zij de Duitse heersende klassen had kunnen doen beven voor de macht van het proletariaat, noch toen de oorlog kwam.

De verdere redenen ter verdediging van het vrijwillig meedoen aan de oorlog als hij eenmaal uitgebroken is, kan men in drie soorten onderscheiden.

De eerste is: de afweer-oorlog.

De tweede: het belang van het gehele proletariaat dat de ene partij wint.

De derde: dat men de vijand uit het land moet houden, om het eigen bestaan, het eigen land, de eigen nationaliteit te redden.

Wij zullen deze argumenten achter elkaar beantwoorden.

De Duitse sociaaldemocratie zegt: Rusland viel Duitsland aan en wij moesten ons dus verzetten.

Wij hebben boven gezien dat dit maar schijn is.

Het Duitse kapitalisme is, evengoed als het Russische, door zijn imperialisme de aanvaller.

Dat dus de Duitse sociaaldemocratie een afweer-oorlog voerde, is onwaar.

Maar nu de belangen van het gehele, van het wereldproletariaat.

U zegt: het is het belang van het wereldproletariaat dat Duitsland Rusland verslaat. Maar de Fransen, Belgen en Engelsen zeggen: het is goed voor het wereldproletariaat, dat Frankrijk en Engeland winnen. Want Duitsland is een absolutistische staat, waar de jonkers regeren en waar de constitutie maar een schijn is. Wie heeft gelijk?

Wij antwoorden: Geen van beide heeft gelijk. De toestand in Europa is zo geworden dat in alle landen, behalve Rusland en Turkije, de arbeidersklasse onder nagenoeg dezelfde voorwaarden van vrijheid en slavernij leeft. De nadelen in het ene land worden door die in het andere opgeheven. In Rusland zelf is de democratie op weg, en oorlog kan daar de arbeidersbeweging, die zich zelf zal vrijmaken, slechts schade doen.

En dit proces van gelijkwording van Europese arbeidersklassen is, door de industrialisatie van alle staten, in voortdurende groei.

Wat wil dit dus zeggen?

Dit: dat deze oorlog en elke volgende imperialistische wereldoorlog van Europese (en wij kunnen er bij voegen Noord-Amerikaanse en Australische) staten geen voordelen, geen grotere vrijheid kan brengen aan het proletariaat, alleen grote nadelen, hoe ook de uitslag zij, er is geen belang meer voor het wereldproletariaat.

Het is met andere woorden voor het proletariaat niet beter dat de ene of de andere partij wint.

Daar komt echter iets anders bij.

U zegt: wij moeten het Russische imperialisme afweren. En omdat te doen helpt u het Oostenrijks-Hongaarse op het been! U steunt het aan het Servische proletariaat vijandige Oostenrijkse imperialisme!

En om Rusland af te weren moet u het Franse, Engelse, Belgische, en misschien ook Nederlandse en Deense proletariaat blootstellen aan het Duitse imperialisme!

Kan dit een juiste proletarische tactiek zijn? Is dat het belang van het proletariaat?

Wij spreken hier nog niet eens van het proletariaat over zee, dat u aanvalt, het Aziatische, het Afrikaanse.

De steun aan het Oostenrijkse imperialisme, de poging tot verplettering van het Franse en Engelse proletariaat, van een groot deel van het wereldproletariaat, het feit alleen al dat u om de Russische inval af te weren deze tracht te verpletteren, dit feit toont al dat uw tactiek, de tactiek van wel meedoen aan een afweeroorlog, zelfs al was zij in dit geval waar, dat deze tactiek nu onjuist en onbruikbaar is.[19]

En wat voor u geldt, geldt voor alle andere naties.

Dat feit alleen al, dat het proletariaat van de verschillende landen met het volgen van deze tactiek elkaar proberen te verpletteren, toont de noodzakelijkheid om de gehele zaak, en de gehele strijd tegen het imperialisme, anders, van een hoger standpunt - niet meer van het ouderwetse nationale, niet meer van uit de vraag: aanval- of afweeroorlog te bezien - namelijk als een strijd van het internationaal onverdeelde proletariaat tegen het internationale imperialisme.

Maar er is nog meer:

U versterkt door het Russisch, het Frans, het Engels imperialisme te bestrijden uw eigen, uw Duits imperialisme. U versterkt uw vijanden die u nog nader zijn dan de Russen: uw eigen heersers.

Als uw regering, met uw hulp Rusland en Engeland en Frankrijk overwint, dan hebt u ook uw eigen imperialisme sterker gemaakt, uw eigen vorsten en jonkers en kapitalisten. Dan zal ook uw eigen juk zwaarder worden. U hebt dan tegelijk uw eigen broeders in Engeland, Frankrijk en Rusland, - en in alle landen van de wereld die u bestrijdt - ten onder gebracht, en u zelf.

Zij zijn dan, bij zege van Duitsland, verzwakt, en hun regeringen zullen met nieuwe bewapening, nog sterker imperialisme, hun leven ondragelijk maken. En uw regering zal daarop eveneens antwoorden met nog sterker bewapening, en zij zal u des te beter en sterker verdrukken.

U zult dan nog meer slaaf zijn.

Dit is de verandering die het imperialisme heeft gebracht: Alle krachtige naties willen gebiedsvergroting. Zij kunnen dat alleen bereiken door oorlog. Het proletariaat dat in de oorlog toestemt, bedreigt en verplettert daardoor het proletariaat van een andere nationaliteit. Het verzwakt daarmee zijn eigen broeders. Het versterkt daarmee het imperialisme in het algemeen van alle volken, en zijn eigen heersers in de eerst plaats. Het verzwakt dus zich zelf en het gehele proletariaat.

Zo is namelijk de toestand geworden: Het proletariaat kan niet meer met zijn bourgeoisie een andere natie afweren of aanvallen, of door die actie bedreigt het het andere proletariaat en zichzelf met ondergang.

Dat is de nieuwe toestand die het imperialisme brengt.

U hebt dus te kiezen: of mèt uw regering tegen het proletariaat van het andere land, van elk ander land, van alle andere landen, of met het proletariaat van alle landen tegen uw regering.

De tijd van het nationaal zijn en handelen en het internationaal spreken, van het internationale woord maar van de nationale daad, is voorbij.

De Duitse sociaaldemocratie zegt: Duitsland moge door zijn imperialisme schuld hebben, - toen wij eenmaal alles beproefd hadden om de oorlog tegen te houden, viel Rusland ons aan en wij moesten ons dus verweren. En daarbij wordt de bekende plaats van Marx aangehaald waar hij zegt dat de wandelaar, als hij op straat overvallen wordt, niet alleen de slagen afweert, maar de aanvaller neerslaat.

Het voorbeeld, in Marx’ tijd misschien juist, is niet meer juist. Het paste toen op de buitenlandse vijand, die de vijand was van de bourgeoisie en van de arbeiders. Zo ligt het niet meer. Het proletariaat, de wandelaar, wordt overvallen. En door de vreemde, vijandelijke, en door zijn eigen bourgeoisie. Het moet, zeker, zich verweren tegen zijn vijand, en hem zelfs neerwerpen. Maar die vijand is niet meer de buitenlander alleen, het is, onder het imperialisme, óók de eigen bourgeoisie.

Het Russische imperialisme valt het Duitse Imperialisme aan. Het Duitse imperialisme het Russische. Maar het Russische imperialisme en het Duitse imperialisme samen vallen het Duitse proletariaat aan. En het Russische imperialisme en het Duitse imperialisme vallen samen het Russische proletariaat aan. En zo is het met alle landen. De imperialismen van alle landen vallen samen het proletariaat van alle landen aan.

De tijden hebben zich veranderd. Het kapitalisme heeft zich zover ontwikkeld dat het zich nog slechts verder kan ontwikkelen door slachting van het proletariaat van alle landen.

Er is een wereldkapitalisme ontstaan dat zich keert tegen het wereldproletariaat.

Het is dus ook onjuist dat de belangen van het proletariaat de oorlog, toen hij eenmaal uitgebroken was, billijkten.

Maar nu het behoud van de arbeiders, de natie, de nationaliteit.

De Duitse sociaaldemocratie zegt dat het proletariaat, als de oorlog eenmaal is uitgebroken, de vijand moet afweren, om de verschrikkingen van de inval, het moorden, plunderen en brandden te ontlopen. Dat de arbeiders ter wille van hun land, hun klasse, hun natie zich verweren moeten.

En dit is hun sterkste argument.

Wij antwoorden, in het algemeen, dat het imperialisme, als geheel, oneindig erger is voor het proletariaat dan de oorlog of de inval. Want het is een duurzaam verschijnsel dat het Europese proletariaat bedreigt.

Daarom moet, zelfs ten koste van een inval, het proletariaat zich tegen het imperialisme, tegen de oorlog van het imperialisme verzetten.

Wij zullen ook dit nog in bijzonderheden bewijzen.

U zegt: het is ons instinct van zelfbehoud dat ons drijft het vaderland te verdedigen.

Wij antwoorden: U wordt door het imperialisme meer als proletariër dan als Duitser bedreigt. Een reeks van imperialistische oorlogen om het bezit der wereld, steeds sterker imperialisme, staat u, uw klasse, te wachten. Uw bestaan als proletariër is dus bedreigd. U gebruikt uw instinct van zelfbehoud - hier uw ‘vaderlandsliefde’ - dus verkeerd, blindelings, onbewust. U moet het anders, bewust, doelmatig gebruiken, en in plaats van met de Duitsers voor het Duitse imperialisme, met het wereldproletariaat tegen het wereldimperialisme strijden.

U zegt: als wij ons tegen het Duitse imperialisme verzetten, vallen er, daar de regering ons dan aanvalt, duizenden, tienduizenden van ons. Wij antwoorden: door de oorlog vallen er honderdduizenden, misschien miljoenen van u.

U zegt: door de revolutionairen strijd tegen het Duitse imperialisme worden onze organisaties vernietigd, de enige kracht die wij hebben. Wij antwoorden: het Duitse imperialisme maakt door deze oorlog uw organisaties machteloos, en zal dit blijven doen na de oorlog, door nieuwe reusachtige bewapening en nieuwe oorlog. Wij antwoorden: de organisatie is geen doel, maar middel tot de strijd.

U zegt: maar onze landen en steden zullen door de vijand worden verwoest als wij hem niet afweren.

Wij antwoorden dat het voor het internationale proletariaat, nu, onder het imperialisme van de 20ste eeuw, even erg is of een stad of streek van Duitsland, België, Frankrijk of Rusland wordt verwoest.

Wij antwoorden: dat u hebt te kiezen tussen aan de oorlog uw toestemming geven en verwoesting van uw of een ander land, of verzet met alle andere proletariërs tegen de oorlog.

Wij antwoorden, dat het imperialisme niet alleen nu, maar in een reeks van jaren, Europa, uw eigen land en de wereld met verwoesting bedreigt.

Wij antwoorden dat u hebt te kiezen tussen meegaan, voor lange tijd, met het verwoesten van landen, of te beginnen met, voor goed, aan alle verwoesting een einde te maken.

Wij antwoorden dat u met het internationale proletariaat tegen de verwoesting der wereld verenigen moet.

Wij antwoorden dat de internationaliteit, nu onder het imperialisme, van nu af aan gaat boven de nationaliteit.

Maar u zegt: De Russen zullen, als wij ons niet verdedigen, ons verwoesten, ons arbeiders, onze klasse. Dat kunnen wij toch niet gedogen.

Wij antwoorden: het is niet alleen het Russische imperialisme dat dit doet. Het is ook het Duitse. Uw Duits imperialisme vermoordt honderdduizenden van uw volk.

En het Duitse imperialisme zal, als u zich niet teweer stelt, als u als knechten de oorlog voert, voortgaan, ook na de vrede, dat te doen. Het zal met nieuwe bewapening komen en nieuwe oorlog. U bent slechts aan het begin. De ondergang van de strijdvaardigheid van uw klasse, van uw Duitse arbeiderspartij, bedreigt u door het imperialisme, doordat van de wereld èn door het Duitse.

Wij antwoorden: Het wereldimperialisme bedreigt de hele arbeidersklasse van de wereld.

Wij antwoorden dat u niet met de Duitse bourgeoisie tegen de verwoesting van de Duitse arbeidersklasse, maar met het wereldproletariaat tegen de verwoesting van de arbeidersklasse van de wereld tot het uiterste teweer moet stellen.

U zegt: Maar onze nationaliteit zal te gronde gaan als Rusland niet wordt geweerd. Want Rusland is een barbaars despotisch land, en zijn overwinning betekent een verovering, een terugdringen van ons vaderland in de barbaarsheid.

Wij antwoorden, zoals wij al zeiden: deze reden gold toen Rusland een Aziatisch land was. Zij geldt nu niet meer.

Dank zij de heldenmoed der Russische proletariërs is Rusland geen Aziatisch land meer, maar op de weg van een Westerse ontwikkeling. Het heeft een parlement. Zijn landbouw komt op, dank zij de revolutie. De binnenlandse markt onstaat zeer snel, de industrie moet gaan bloeien, en dan wordt Rusland gelijk aan Pruisen.

Bovenal: het heeft een proletariaat dat zijn gebrek aan getalsterkte in politiek opzicht meer dan goed maakt door zijn geest en wil. Het Russische proletariaat zal spoedig de Russische toestanden westers maken. U kunt, u mag niet meer dat proletariaat beoorlogen.

Wij antwoorden: Voor de grote naties als Duitsland, Rusland, Engeland, Frankrijk, bestaat geen gevaar dat de natie, het vaderland zal vergaan. Rusland, noch Frankrijk, noch Engeland zullen Duitsland annexeren, evenmin als Duitsland hen.[20]

Het was Rusland niet te doen om Konigsbergen, doch om Erzeroem. Duitsland niet om Calais of Boulogne, zo min als om Kent of Ierland, doch om Mesopotamië en Congo, Frankrijk niet om gebied in Europa, zelfs niet om de Elzas, zozeer als om Syrië en Afrikaans en ander Aziatisch bezit. Etc. etc.

Wij antwoorden: maar al was dit zo, al werd uw natie, uw nationaliteit, een deel van uw land bedreigd, honderd en duizendmaal erger is de voortdurende bedreiging van uw en van alle naties door het imperialisme met zijn reeks van oorlogen, en de mogelijke ondergang van het proletariaat.

Daardoor wordt maar eerst het geluk, de welvaart, ja misschien zelfs het bestaan van de nationaliteiten in gevaar gebracht.

Wij antwoorden: Het is uw bourgeoisie, die u dit voorspiegelt, dat deze, dat elke imperialistische oorlog een oorlog is ter bescherming van, ter verdediging van uw vaderland, uw nationaliteit.

Zij bedriegen u.

Om u als soldaten, voor hun doel, hun ware doel, dat zij u niet zeggen, mee te krijgen.

Om u over te halen dat u voor hen, hun doel, slachten laat.

Daarom zeggen zij, dat de oorlog, zo als vroeger vaak, gaat om het vaderland, om de nationaliteit.

Maar hun doel is uitbreiding van hun bezit, in de koloniën vooral. Onderdrukking van zwakkere volkeren ginds, van proletariërs daar en hier. U strijdt voor hun wereldmacht, hun winst. Wij antwoorden dat als u die voor hen groter gemaakt hebt, zij u, en al uw buitenlandse broeders, daarmee des te zwaarder zullen verdrukken.

Het imperialisme brengt hun winst, maar u ontzaglijke nadelen. Het overstelpt u met lasten, het doet alle vooruitgang ophouden, het verscheurt de eenheid van het internationale proletariaat, het vermoordt u, het dreigt u met ondergang. En het blijft dit doen.

Hoe sterker u het imperialisme maakt, des te meer zal het dit alles doen. En het zal dit nog reeksen van jaren doen.

U zegt: Maar het ene proletariaat is sterker dan het andere. En zo lang dat zo is, is gelijktijdige actie tegen de wereldoorlog onmogelijk. Want het sterkere proletariaat zal zich krachtiger tegen zijn regering verzetten dan het zwakke, het zal het leger en de actie van de eigen natie meer verzwakken dan het andere met het zijne kan doen, en dan zal de vijand overwinnen.

Wij antwoorden, in verband met het boven over de nationaliteit gezegde, dat onder het imperialisme het voor het proletariaat als geheel niet de hoofdzaak is wie wint.[21]

Wij antwoorden dat voor het proletariaat als geheel het de hoofdzaak is dat het als geheel het imperialisme bestrijdt, en als geheel sterk wordt en zijn ondergang door het imperialisme afweert.

Wij antwoorden dat, nu op dit ogenblik, nu het wereldkapitaal de aarde gaat veroveren, en daarvoor zijn eerste wereldoorlog begint, nu deze nieuwe fase van de strijd tussen kapitaal en arbeid gaat aanvangen, waarin het wereldkapitaal zich richt tegen het wereldproletariaat met onderdrukking en belasting zoals nog nimmer, met oorlog en ondergang en dood, dat nu het proletariaat zich moet verzetten, op straffe van stoffelijke en geestelijke en zedelijke ondergang als voor haar vrijheid strijdende klasse. Dat het proletariaat nu sterk moet worden, en zijn ondergang door het imperialisme afweren.

Wij antwoorden nogmaals:

Het nationale imperialisme is voor het proletariaat even gevaarlijk als dat van andere naties. En het is voor het proletariaat als geheel daarom noodzakelijk alle imperialismen, het nationale zo wel als het vreemde, gelijktijdig, d.w.z. even sterk te bestrijden.

Het Duitse imperialisme is voor het Duitse proletariaat even gevaarlijk als het Franse, Engelse, Russische, het Engelse is voor het Engelse proletariaat even gevaarlijk als het Russische, Franse, Duitse, het Franse voor het Franse proletariaat even gevaarlijk als het Engelse, Duitse, Russische, enz. enz.

Wij antwoorden: het internationale imperialisme is even gevaarlijk voor elk nationaal, dus even gevaarlijk voor het gehele internationale proletariaat.

Wij antwoorden:

Voor het imperialisme der bourgeoisie, dat het proletariaat van alle kanten, van binnen- en buitenland uit, evenzeer bedreigt, valt dus het nationalisme van het proletariaat weg.

Wij antwoorden: Het nationaal-zijn, in de zin van andere naties willen bestrijden, altijd nog, sterk of zwak, in het proletariaat levend, wordt door het imperialisme, zodra de arbeider het begrijpend erkent, geheel gedelgd.

Wij antwoorden: Het internationaal, het vaderlandloos zijn, in de zin van geen andere natie willen bestrijden, altijd nog in zwakke mate aanwezig in het proletariaat, wordt door het imperialisme een conditio sine qua non, een bestaansvoorwaarde van het revolutionaire internationale proletariaat.

De gezamenlijke internationale strijd tegen het imperialisme van alle naties, wordt de bestaansvoorwaarde van alle nationale proletariaten van het gehele wereldproletariaat.

Wij antwoorden: De oorlog dreigt u met een inval. Uw instinct zegt u de inval af te weren. Als u dat vrijwillig doet, versterkt u het imperialisme.

Maar het imperialisme dreigt u met gevaar voor voortdurende bewapening, onderdrukking, ondergang.

Uw instinct moet u, dit wetende, dus ook zeggen de inval niet af te weren maar het imperialisme.

U hebt dus te kiezen tussen nu de inval vrijwillig te helpen afweren en daarmee het imperialisme te versterken, of u met het proletariaat van alle landen tot het uiterste te verzetten, en alleen gedwongen deel te nemen aan een imperialistische oorlog. De keus staat voor u tussen uw nationale bourgeoisie te helpen in haar imperialisme, of haar te bestrijden.

De keus staat voor u tussen de internationale bourgeoisie te helpen in haar imperialisme, of haar bestrijden.

De keuze is voor het wereldproletariaat, nu het imperialisme het wereldproletariaat bedreigt voor lange lange jaren, tussen mee te helpen aan het wereldimperialisme en dus aan het ten onderbrengen van het wereldproletariaat, of het wereldimperialisme te bestrijden, dus ten onderbrengen van de wereldbourgeoisie, dus te doen zegevieren het wereldproletariaat.

Wij antwoorden: u hebt nu te kiezen tussen voor of tegen de nationale bourgeoisiën, voor of tegen het nationalisme. U hebt nu te kiezen tussen voor of tegen de imperialistische wereldbourgeoisie, voor of tegen het internationale imperialisme.

Maar de strijd tegen de imperialistische expansie van het kapitaal is een strijd tegen de hoogste levensuiting van het kapitaal, tegen zijn wezen zelf.

U hebt dus, met één woord, te kiezen tussen imperialisme en socialisme.

Het spreekt vanzelf dat het voor een klasse zeer moeilijk is, moeilijker nog dan voor het individu, het instinct van zelfbehoud, dat onbewust werkt, te veranderen in bewustheid, en het kleinere gevaar dat dichtbij is, te trotseren om een ander gevaar dat groter is, maar verder af.

Maar het was immers juist de taak van de sociaaldemocratie het onbewust instinct van de arbeiders te veranderen in verstand?

Hiermede hebben wij, naar onze mening, ook het derde argument: het gevaar van een inval, en daarmee alle argumenten weerlegt.

Het imperialisme dus, deze hoogste ontwikkeling van het kapitalisme tot nu toe, smelt de proletariaten van de wereld aanéén, voor het eerst, tot een internationale actie. Het imperialisme is de vuurgloed waarin het proletariaat aller landen tot één handelen zich aanéén smeedt.

Deze wereldoorlog, de imperialistische oorlog, is de smeltkroes waarin het wereldproletariaat voor het eerst tot eenheid komt. Het imperialisme loutert het proletariaat, terwijl het hen voor het eerst, maar voor eeuwig, brengt tot internationaliteit.

Het imperialisme is dus niet, zo als Kautsky en de radicalen, de z.g. marxisten, en de revisionisten in Duitsland en elders denken, een bijzaak, een voorbijgaand verschijnsel, het is het grote punt waarom de sociale ontwikkeling, de opkomst en de strijd der arbeidersklasse, de revolutie zelf zich wentelt. Het is het grote vraagstuk van de opvatting waarvan en de strijd waartegen, voor lange tijd, voor goed, alles voor het proletariaat van afhangt. Het is het vraagstuk waarvan de gehele ontwikkeling van de strijd der arbeiders afhangt.

De internationale sociale revolutie - zij kan niet anders dan internationaal zijn - hangt van de strijd tegen het imperialisme af.

Niet in die zin dat hij het socialisme in eens brengt. Maar in deze dat hij ons een geweldig stuk verder, langs revolutionaire weg, tot het socialisme brengen kan.

Als die strijd maar revolutionair wordt gevoerd.

De Duitse arbeidersklasse heeft die strijd zelfs niet gestreden. Zij is met het imperialisme meegegaan. Daarmee heeft zij zich zelf, haar eigen zaak en die der Internationale verraden.

Er blijft ons nog over een argument te weerleggen, dat een deel der Duitse sociaal-Democratie voor haar vrijwillig meegaan met de oorlog heeft gegeven.

Een deel van de Duitse arbeiderspartij zegt: ons doel met de strijd tegen Rusland is Polen te bevrijden, en Finland en de Russische arbeiders.

Eigenaardig: dezelfde strijd die de Engelse en Franse arbeiders wil verpletteren, wil het Russische, Poolse en Finse opheffen.

Maar u kunt de Polen, Finnen en Russen niet bevrijden, want dat hangt niet van u af. Dat hangt van uw meester, de Keizer, en de jonkers en uw kapitalisten af. Die willen de Russen, Finnen en Polen niet bevrijden. Hebt u de leiding van de oorlog of zij? Zij hebben te groot voordeel van de Russische autocratie achter hen - tegen u. Zij zullen nooit zover gaan dat zij het tsarisme verpletteren of vernederen.

Zij voeren - en u niet - de oorlog, vooral in de eerste plaats tegen Frankrijk en Engeland. Dit is een imperialistische oorlog. Zij willen Franse, Belgische en Engelse koloniën in de eerste plaats.

U voert de naam van Marx aan, en zegt dat die in zijn tijd Rusland ten onder wilde brengen om de arbeiders te bevrijden.

Dit, dat u dit zegt, toont de ellendige zwakheid van uw politiek. Marx wilde nooit een land, waar de arbeiders al zo machtig waren, bestrijden. Marx wilde nooit een oorlog die het tsarisme misschien krachtiger maakte. Marx wilde nooit Rusland bestrijden door de Franse en Engelse arbeiders zwakker te maken!

Maar dit toont ook de valsheid van uw politiek!

Want u Duitse sociaaldemocraten, een groot deel van u kende zeer goed uw eigen imperialisme.

U wist, een groot deel van u wist, dat het er op uit was, en moest zijn, om Frankrijk en Engeland (en België en Portugal) aan te vallen ter wille van koloniën. Honderdmaal stond dat in uw bladen. U wist dat de strijd niet tegen Rusland ging. De Duitse regering heeft de strijd met Rusland gebruikt om u mee te krijgen, maar een deel van u is maar al te gaarne meegegaan.

De ware reden waarom dat deel aan de oorlog heeft deelgenomen is niet de strijd tegen Rusland, maar het willen meedoen aan koloniale politiek, aan imperialisme [22] met de bourgeoisie, en bij een ander deel, gebrek aan moed om zich daartegen te verzetten.

En datzelfde was het geval ook bij andere partijen van de Internationale.

Hierop kom ik nog terug.

Wat u zegt niet te willen: Frankrijk en Engeland vernederen en verzwakken, dat doet u. En wat u zegt te willen - Rusland vernederen - dat kunt u niet.

Dit toont genoeg de jammerlijke zwakheid van uw politiek. U deed beter het bloed van deze oorlog alleen en geheel over te laten aan het kapitaal. U deed beter de Russische arbeiders niet op deze wijze te willen bevrijden! De Russische arbeiders kunnen alleen zichzelf bevrijden.

Maar de cultuur!

U wil de Duitse cultuur redden! - Voor de Russische barbaren!

Welke cultuur bedoelt u? Die van het verleden?

Maar dan valt u de Engelse en de Franse cultuur aan, die zeker toch niet minder zijn dan de uwe. In het algemeen is de Franse en Engelse burgerlijke cultuur hoger dan de uwe, want zij hadden en kenden de burgerlijke vrijheid. U niet, [23] en in hun kunst, wetenschap en filosofie plukten zij daar de heerlijke vruchten van.

Maar de arbeiders hebben aan deze cultuur geen deel. Of bedoelt u misschien de cultuur van de 19e eeuw?

In de 19e eeuw hadden de Engelsen de hoogste poëzie, de Fransen de hoogste schilderkunst en het hoogste proza, u de hoogste muziek. Dat was dus nogal eerlijk verdeeld! Maar deze zijn alle veilig, zij leven overal op de wereld. Voor deze behoeft u niet bezorgd te zijn.

Maar de arbeiders hebben aan deze cultuur geen deel.

Of bedoelt u de cultuur van nu, van het imperialistische tijdvak, van het begin der twintigste eeuw?

De grote kunst is nu dood. De grote poëzie in alle landen is nu dood. Het grote proza is dood, het impressionisme, het naturalisme, het grote burgerlijk realisme is gestorven.

De grote bouwkunst is dood. Wat van bouwkunst bestaat is zonder hart, zonder liefde. De muziek is een schaduw van wat zij was. De grote schilderkunst is dood. De filosofie is dood, de opkomst van het proletariaat zelf heeft haar gedood. De Godsdienst sterft. De kunst slingert tussen wrede en harde grootkapitalistische, en weke en slappe kleinburgerlijke gevoelens, en een laf mysticisme, heen en weer. Zij heeft geen enkele hoge algemene gedachte meer. Zij raakt in haar wanhoop en in haar uiterst individualisme dikwijls al tot krankzinnigheid.

De filosofie is tot Mach en Ostwald, die de maatschappij niet kennen, of tot de reactionaire Bergson gedaald. Als spoken gaan Kant en Hegel nog om.

De godsdienst leeft nog slechts stuiptrekkend. Bij de bourgeoisie. Niet bij het strijdende proletariaat.

Of bedoelt u misschien met cultuur de algemene zachtheid en schoonheid der zeden? Maar het imperialisme brengt door zijn bloeddorstig wrede onderdrukking van zwakke volkeren en door de stilstand van sociale wetgeving die het brengt, juist algemeen verruwing, verdierlijking en verlaging.

Een hoger stadium van geestesbeschaving, ziels- en karakter- licht en schoonheid wordt eerder door het imperialisme verlaagd.

Deze wereldoorlog is een bewijs daarvan.

Er is geen hoge cultuur meer. Nergens in de kapitalistische wereld.

Cultuur? Waarin bestaat de cultuur van het imperialistische tijdvak?

In een razende storm en jacht naar geld en macht worden individuen en staten in een maalstroom gesleept. De brute macht van geld en geweld loopt alle zwakken onder de voet. Alle volkeren der wereld. Alle individuen. Alle stammen, alle rassen, zwarte en gele en bruine, beschaafden en wilden worden onderworpen. En de grote massa van hen wordt... proletariër.

Wat wil dat zeggen? Hun zelfstandigheid verdwijnt, het geluk der mensen. Hun vrijheid, hun betrekkelijke vrijheid verdwijnt, - zij worden dingen. Geen mensen meer, maar dingen, onderworpen aan het kapitaal. Gestuwd en meegesleept door de razende overmacht van het kapitaal. Aanhangsels van machines.

In de wereld van de kapitalisten zelf neemt de teugelloze begeerte naar geld, macht en genot toe.

De overmatige weelde neemt toe en het bederf.

De krankzinnigheid neemt toe en de zenuwziekten.

De geboorten nemen af. De kunstmatige beperking wordt algemeen.

In de kringen der arbeiders:

De intensiteit van de arbeid neemt toe. Vrouwen- en kinderarbeid nemen toe. Het proletariaat neemt toe. De uitbuiting neemt toe. De felheid van de strijd neemt toe. De macht van de patroons, van regeringen, van trusts, van monopolies neemt toe. De macht van de arbeiders wordt zwakker in vergelijking met die van hen. Hun lasten worden zwaarder, hun leven moeilijker.

Steeds moeilijker wordt de vakbondsstrijd, steeds onvruchtbaarder de parlementaire strijd. De sociale wetgeving staat stil. In één dollen wervelwind vliegen kapitalisten en arbeiders, gedreven door de macht van het kapitaal, voort: De kapitalisten zoeken geld, macht, de overweldiging der mensen. Zij zijn zelf arme slaven, want -- deze oorlog bewijst het opnieuw - zij zijn zelf geen meester van hun lot. Zij moeten doen wat zij eigenlijk niet wilden, wat zij vreesden. De overmacht, het noodlot van het kapitaal drijft hen voort. Het kapitaal stort hen in blinde woede op elkaar. Als beesten die niet weten wat zij doen, trachten zij elkaar af te maken. Tegen hun wil, tegen hun hoop, tegen hun diepste levensverlangen. Maar zij moeten. Het kapitaal, in zijn laatste fase, het kapitaal in zijn laatste expansie wil het. Noemt u die toestand, die geestestoestand, cultuur?

Zij is overal in alle landen dezelfde. Er bestaat geen verschil meer tussen Russische, Duitse, Franse, Engelse cultuur. Het verschil dat er nog was wordt door het kapitaal vereffend. En het is alles en overal deze zelfde wancultuur.

De arbeiders gaan mee in deze dolle stroom. Vergeefs trachten zij er zich tegen te verzetten Vergeefs ballen zij zich samen, en trachten er uit te komen. Verwilderd drijven zij mee. Zij zijn zwak, zonder helder inzicht, zonder moed, de overgrote massa van hen.

Het kapitaal is overmachtig. Deze oorlog bewijst dat de arbeiders nog zou goed als niets vermogen of betekenen. Is dat cultuur?

Kapitalisten en arbeiders zijn beide de speelbal van stoffelijke krachten, oneindig groter dan zij zelf. Het productieproces, in deze laatste fase van het kapitalisme, is vreselijker, machtiger dan ooit, overheerst hen geheel. De stille rust, het heerlijk genieten van het leven, de vrije tijd, de klare open ziel die alles rustig ziet en betracht, en alles betrachtend schoon maakt doordat zij het geziene beheerst, die de gehele tijd, de gehele maatschappij weerspiegelt in de ziele-schoonheid, het hoogste weten, de geestelijke diepe bespiegeling, zij kunnen niet bestaan. Noch bij de heersers, noch bij de beheersten. Zij zijn vreemd aan deze tijd.

Noemt u dat cultuur?

De wilde, de barbaar, de handwerksman, de vrije boer, de burger, zij waren vrijer, zelfstandiger dan de mens onder het imperialisme. Zij hadden, als vrijheid cultuur is, meer cultuur.

Bedoelt u misschien met de cultuur, de vakvereniging en de politieke partijen van de arbeiders? Is dat uw cultuur die u redden wilt? Voor zover de vakverenigingen en de politieke partijen van de arbeiders verbeteringen willen, zijn zij verenigingen van knechten, die verbetering zoeken in hun knechtschap.

Er moge in de vereniging, in de onderlinge steun iets van een begin van hoge cultuur zijn, het feit dat dat knechten, slaven zijn die zich verenigen en elkaar steunen, het knechtschap zelf dus, drukt het gehele verschijnsel tot een laag peil.

Er is geen schoonheid in onvrijen, geen hoge cultuur. Alleen de maatschappelijke vrijheid geeft de schoonheid. Vereniging van knechten is alleen dan cultuur, als zij bestemd is, en voortdurend bewust handelt, om het knechtschap op te heffen. Hoeveel arbeiders strijden waarlijk voor hun algemene vrijmaking?

Deze oorlog bewijst het weer. Enkelen. Zeer enkelen.

Wat er is aan cultuur in de arbeiders, voor zover cultuur bestaat in de strijd voor hun vrijheid - en andere cultuur is er niet – wat er is aan die cultuur, is zeer weinig, zeer klein, zeer schaars.

Bedoelt u misschien met cultuur de wetenschap?

Het is waar, de wetenschap bloeit, en overal, internationaal. Maar alleen om déze imperialistische kapitalistische cultuur mogelijk te maken, om al deze afschuwelijke verschijnselen tot stand te brengen. Want voor zover zij dat niet doet, staat zij buiten de maatschappij en is als een buiten aarde en water levende plant.

Maar ook aan de cultuur der wetenschap hebben de arbeiders geen deel.

Maar deze wancultuur, het woeste meeslepen van alle mensen in een dolle storm en maalstroom, gedreven door wilde en woeste maatschappelijke krachten, vindt haar onmetelijk toppunt nu in deze oorlog. Als hoogste uiting van het kapitalisme, als middel waarmee het alleen zich zelf verjongen, vermeerderen, voortplanten, verder brengen kan, komt zijn cultuur nu tot de massamoord. Tot de moord van miljoenen. En wel tot de grootindustriële, machinale massamoord. Tot de volkenmoord als grootbedrijf. Als logisch gevolg, als uit de reeks van zijn daden volgend slot van zijn machinaal bestaan, dat immers bestond uit uitbuiting, uitmergeling van de massa proletariërs, uit het verminken en uitmoorden van hen in de arbeid, komt het nu tot de moord op miljoenen van de gehele wereld op het slagveld. Dat is zijn hoogste bloei, zijn uiting.

En daarmee alleen weet het kapitalisme nog geestdrift en broederschap en gemeenschapszin onder de mensen van een natie te brengen. Gemeenschapszin in het moorden.

Noemt u dit cultuur?

Een vreselijk schouwspel. De kapitalisten meegesleept in een oorlog, in een massale moord waarvan zij het einde niet zien. Huichelend dat hij er is ter wille van de cultuur, van de mensheid. En de arbeiders, hun gehoor gevend, en met hen meegaand, door hen gebruikt en belogen, door hen elkaar vermoordend, en zelf zeggend dat dit alles is terwille van de cultuur.

Een wancultuur die hen tot slaven maakt.

Een cultuur die niet bestaat!

Meesters en arbeiders, allen slaven. Knechten als van eeuwen her.

Er is slechts één cultuur. De proletarische. Die het bezit communistisch en de arbeid socialistisch wil maken, en daarmee aan alle strijd en moord een einde maakt. En alle daden die daartoe bewust bijdragen. Dat is de enige cultuur die onder het imperialisme nog bestaat.

De Duitse arbeidersklasse, de Duitse sociaaldemocratie en haar vertegenwoordiging had deze cultuur kunnen redden en uitbreiden en vergroten, door zich tot het uiterste tegen de oorlog te verzetten en zijn kredieten niet te stemmen.

En juist deze cultuur heeft zij door het zich niet tijdig en met alle kracht, en tot het uiterste verzetten tegen de oorlog, en door het aannemen der oorlogskredieten, vertrapt en gehoond.

Zij heeft de kapitalistisch-imperialistische wancultuur versterkt. Zij is medeplichtig geworden aan al haar gevolgen. Zij heeft haar eigen cultuur verlaten.

Maar ten slotte heeft de Duitse sociaaldemocratie door voor de oorlog te stemmen nog één (en dit is misschien wel het allergrootste) nadeel aan onze zaak toegebracht. De Duitse sociaaldemocratie heeft door haar stemmen voor de oorlog de kans op een revolutie na de oorlog, zover als haar dit mogelijk was, doen verdwijnen.

Hoe vaak hebben Marx, Engels, Kautsky en zo vele anderen een oorlog de meest mogelijke oorzaak van een proletarische revolutie genoemd! Hoe dikwijls is hij dit reeds geweest.

Nu komt de Duitse sociaaldemocratie en hecht aan de meest verwoestende, en meest in zijn afloop onzekere, en het economische leven misschien voor lange tijd vernietigende, en oneindige nieuwe lasten en bewapeningen en andere oorlogen in zich bergende, en slavernij aan grote gedeelten van het proletariaat brengend en dit verdelend en verzwakkend en verscheurend, ja misschien vernietigende oorlog, haar stem.

Was het niet mogelijk dat Duitsland of Frankrijk of Rusland of Engeland, meerdere van deze landen of een enkel, zo geslagen wordt dat het arbeidende volk in opstand komt? Als de legers naar huis komen zal er zulk een werkloosheid, zulk een nood en gebrek zijn misschien, dat zij met de wapens in de hand de regeringen verjagen, en een nieuwe, vrijere regeringsvorm kunnen stichten. Misschien, ja misschien zullen daar de machten zo groot zijn dat ze elkaar niet vernietigen kunnen, alle machten als leeggebloed daar liggen, en vrede moeten sluiten omdat niemand overwinnen kan. Dan zou het internationale proletariaat niet in één, maar in vele landen kunnen optreden, en hen die de schuld dragen van deze oorlog en die de miljoenen arbeiders hebben vermoord, kunnen verjagen.

Zij zouden de regering in handen kunnen nemen en een begin maken met de verwerkelijking van de socialistische eisen.

Het is waar, die kans bestaat nog. Nog niet is de hoop op een dergelijk einde van de oorlog geheel verdwenen.

Maar de Duitse sociaaldemocratie heeft door zonder verzet aan deze oorlog mee te doen, de kans verkleind, bijna doen verdwijnen. Want hoe kan zij die de gelden voor de oorlog heeft bewilligd, hen dus mee heeft bestolen en gevoerd, hem omzetten in een revolutie tegen de bourgeoisie, haar bondgenoot? Hoe kan zij de leidster zijn?

Als er een revolutie komt, dan komt zij buiten haar om, tegen haar wil, langs een anderen weg, voor een ander doel misschien, dan zij wilde.

Dit is het allerergste. Het is een vergrijp tegen de geest zelf van de sociaaldemocratie, van de Internationale. Het is een te niet doen van haar eigen wezen.[24]

Wij hebben op al deze punten, waarmede de Duitse sociaaldemocratie zich verdedigt, zo uitvoerig geantwoord omdat de zaak die wij voorstellen nieuw is. Omdat zij niet met een enkele frase als solidariteit van het proletariaat of de tegenstelling tussen kapitaal en arbeid kan worden beslist. Omdat de weerlegging, ook van elk onderdeel van hun redenering, om het belang van de zaak en het grote gewicht van de argumenten noodzakelijk is.

Maar tenslotte zeggen wij nog dit: Er zijn ogenblikken in de klassenstrijd waarin alleen de tegenstelling kapitaal en arbeid moet gelden, en waarin hij die deze niet alleen laat gelden, maar alle mogelijkheden en moeilijkheden overwegend, tot nietsdoen komt, tot niet-strijden, de zaak van het strijdende proletariaat verraadt.

Er zijn ogenblikken dat de nederlaag beter is dan het ontlopen van het gevaar. Er zijn ogenblikken dat het wijken voor het onmiddellijk gevaar het verlies in de toekomst betekent waarin men alles moet opofferen om de toekomst te waarborgen.

Er zijn ogenblikken waarop men, trots alle moeilijkheden, strijden moet. Op straffe van erger. Dit was een van die ogenblikken.

Het kapitalisme kwam voor het eerst met, zijn grootste, met zijn gehele kracht, om de wereld te veroveren, maar ook om het proletariaat voor een groot deel te doden, en het in zijn geheel, door zijn expansie over de gehele aarde, voor lange, lange jaren opnieuw zwaarder te knechten, om het misschien voor lange tijd zijn economische ondergang tegemoet te voeren.

Het deed dat voor het eerst met een wereldoorlog. Hier gold het principiis obsta.[25] Hier was het ogenblik voor het proletariaat om te tonen, dat het dit begreep. Hier was het ogenblik om de strijd aan te binden, te aanvaarden dat als men eenmaal gebogen heef t, de strijd oneindig moeilijker wordt.

Het proletariaat begreep dit niet. Het boog. Uit onverstand, uit lage zucht naar kleine niet te bereiken voordelen, uit lafheid. Het proletariaat boog als de knecht, die het is. Het deed geen poging tot strijd voor de vrijheid. Het verzwakte zich zelf daardoor, voor zeer lang.

Het zal nu ook als knecht behandeld worden, als een knecht die de vrijheid niet wil, en een veel zwaarder juk zal na de oorlog op zijn schouders gelegd worden.

Resumeren wij in het kort:

De Duitse sociaaldemocratie heeft toen het proletariaat van Europa door deze wereldoorlog met ondergang werd bedreigd niets gedaan om hem tegen te houden.[26] Integendeel, zij heeft in haar vertegenwoordigers het imperialisme geholpen om de moord op, de verzwakking van, en misschien, de ondergang van dat proletariaat voor te bereiden.

De Duitse sociaaldemocratie heeft, door zich voor de oorlog te verklaren, het internationale proletariaat verzwakt, maar het internationale imperialistische kapitaal tot een alles beheersende macht gemaakt. Ook voor de toekomst.

Het proletariaat, het Duitse vooraan, was de enige vijand van het imperialisme die het vrezen moest. Het proletariaat heeft gebogen, nu is het imperialisme absoluut meester van de wereld.

De Duitse sociaaldemocratie heeft de enige hoge cultuur die bestaat verloochend en heeft mede de verantwoordelijkheid op zich genomen van de massamoorden, van het plunderen en branden, van het vernietigen van staten, van het vernietigen van oude cultuur, waartoe als hoogste uiting, als hoogste vorm van zijn wezen, het nieuwste kapitalisme, het imperialisme komt.

De Duitse sociaaldemocratie heeft zelf de revolutie vermoord.

Maar wat wij hebben gezegd van de Duitse sociaaldemocratie geldt om dezelfde redenen evenzeer voor de Franse, de Belgische, de Engelse. En voor de sociaaldemocratie van al die landen waar de arbeiderspartijen de gelden voor de bewapening, de mobilisatie, voor deze oorlog hebben toegestaan.

De arbeiderspartijen van Duitsland, Frankrijk, Engeland, België, Zwitserland, Holland, Denemarken, Noorwegen, Zweden hebben, toen het imperialisme het proletariaat van Europa met ondergang dreigde, door deze oorlog die nieuwe imperialistische oorlogen in zich draagt, niet alleen niets gedaan, maar zij hebben het imperialisme gesteund.[27]

Het internationale proletariaat als geheel heeft door geen weerstand te bieden aan deze oorlog, als geheel zich zelf verscheurd, het internationaal kapitalisme en imperialisme tot zijn volle kracht gebracht, ook voor de toekomst, en de revolutie vermoord.

_______________
[11] Wij duiden boven reeds aan dat het enige standpunt van de revolutionaire communist is: de strijd tegen het imperialisme van alle volkeren, tegen het imperialisme van welk volk ook. Want elk imperialisme bedreigt de arbeidende klasse, en alleen door de strijd er tegen wordt zij sterk.
[12] Tot dat India, Egypte enz. zich zelfstandig maken.
[13] De ware oorzaken zullen wij in het volgende hoofdstuk bespreken.
[14] Duitsland heeft ook een sterk Rusland nodig. Het moet tegen Engeland later op Rusland kunnen steunen.
[15] Noch Rusland, noch Engeland wil ook Duitsland geheel overwinnen, want zij hebben een sterk Duitsland tegen elkaar nodig.
[16] Alleen met de hulp van de Verenigde Staten hebben zij het kunnen doen. (Noot van 1920).
[17] Over de kansen van de wereldvrede, het Statenverbond van Europa en dergelijke, spreken wij in het laatste hoofdstuk.
[18] Een revolutie, als gevolg van deze ellende, zou mogelijk zijn. Maar onder de allerslechtste omstandigheden, door een uitgeput en ongewapend proletariaat gevoerd. Op de mogelijkheid van een revolutie onder zulke omstandigheden kan het proletariaat evenmin aansturen. Toevoeging van 1920: Ook deze “voorspelling” is uitgekomen. In Polen, Oostenrijk, en andere staten is de revolutie, tot nu toe, door de uitputting en armoede van het proletariaat mislukt, in Duitsland wordt zij er zeer door bemoeilijkt.
[19] Er was een tijd, in de negentiende eeuw, toen de arbeiders samen met de bourgeoisie oorlog moesten voeren. De nationale oorlogen van de negentiende eeuw, die dienden om de nationale staten België, Italië, Duitsland te stichten of te bevestigen, waren noodzakelijk voor de kapitalistische ontwikkeling en dus voor het proletariaat. Want dit kon zijn organisatie en zijn strijd tegen de nationale bourgeoisie alleen ontwikkelen op de grondslag van die nationale staat. Het was te verklaren dat het proletariaat daarin toestemde. Toch hebben Bebel en Liebknecht hun toestemming voor de oorlog van 1870 geweigerd. Zij drukten daarmee uit de komende strijd van de proletariërs tegen de nieuwe orde in Duitsland. Zij begonnen die strijd daarmee, tegen Bismarck en het nieuwe Duitse Rijk.
Het tweede geval was wanneer er een oorlog gevoerd werd, bv. door Napoleon III, om dynastieke redenen. Zulk een oorlog moest het proletariaat ook met de wapenen bekampen.
Het derde geval was wanneer een reactionaire regering, bv. die van Rusland, door een oorlog kon worden omvergeworpen.
Dit waren de voornaamste redenen waarom het proletariaat in een oorlog toestemde.
Maar het imperialisme voert geen oorlogen tot het stichten van nationale staten. Het vernietigt ze veeleer. Nog minder voert het oorlogen voor een dynastie. Immers de vorsten zijn slechts de slaven van grote banken. En allerminst bestrijdt imperialisme het absolutisme. Het gevaar bestaat veeleer dat het absolutisme sterker wordt door het imperialisme.
Van de oorzaken die in Marx’ tijd het proletariaat tot de oorlog kon drijven bestaat er dus geen enkele meer.
Maar, zal men zeggen, de noodzakelijke ontwikkeling van het kapitaal door het imperialisme en de imperialistische wereldoorlogen? Het antwoord moet luiden:
De toestand is geheel veranderd sinds de tijd van Marx.
Wij hebben tegen het imperialisme een nieuwe tactiek nodig. Niet de oorlog voor de nationale bourgeoisie, maar de strijd tegen de internationale bourgeoisie is nu noodzakelijk voor de ontwikkeling van het proletariaat.
[20] Wat de kleine naties betreft, hun nationaliteit wordt zeker bedreigd. En wel van alle kanten. Door ‘vrienden’ en vijanden. Een zelfstandige politiek kunnen zij niet blijvend voeren. Het proletariaat van die landen heeft zich dus, behalve om de andere redenen, ook hierom te richten naar de door ons verdedigde politiek van de proletariaten der grotere landen. Voor zover nationaliteit betekent nationale cultuur, spreken wij hierover verder in dit geschrift.
[21] Het was trouwens zeer de vraag wie, bij een gemeenschappelijke strijd tegen het imperialisme en de oorlog, relatief de sterkste kracht, de grootste druk zou hebben uitgeoefend, het Russische of het Duitse proletariaat. Hoe weinig kracht deze opgegeven reden meer heeft kan ook blijken uit de overweging dat bij deze oorlog hoogstwaarschijnlijk tussen de krachten van het Duits-Oostenrijks-Hongaarse proletariaat en het Russisch-Engels-Franse niet veel verschil zou hebben bestaan, als zij zich beide tegen de oorlog hadden gewend.
[22] Er heerst bij de Europese arbeidersklasse, bij een groot deel van haar, een verborgen imperialisme en nationalisme. Bij de bespreking van het reformisme zal dit uitvoerig behandeld worden.
[23] “Wij Duitsers waren slechts éénmaal in het gezelschap der Vrijheid: op de dag waarop zij begraven werd.” Marx.
[24] De Nederlandse sociaaldemocratie. D.w.z. de officiële, de SDAP zegt niet dat zij onschuldig is. Door de gelden voor de mobilisatie toe te staan heeft zij ook voor een oorlog gestemd. Zij is dus even schuldig als de Duitse. Maar het is waar dat de Duitse sociaaldemocratie de machtigste was en - om haar verleden, en ook omdat zij als eerste te beslissen had - het voorbeeld had moeten geven.
[25] Verzet u als het kwaad begint.
[26] De demonstratie op dinsdagavond vóór de oorlog, veel te laat gehouden, was gelijk niets.
[27] De ruimte laat niet toe alle landen afzonderlijk te bespreken. De welwillende lezer zal de bijzonderheden en verschillen willen aanvullen. Er waren wel in verschillende landen groepen tegen de oorlog en tegen de kredieten. Zo een kleine groep in de Duitse Rijksdag, en in Engeland de Independent Labour Party e.a. Evenwel niet uit een juist begrip van het imperialisme. Etc. – De syndicalisten hebben veelal in de oorlog toegestemd. De anarchisten hebben hem natuurlijk van uit het abstracte begrip – het recht – opgevat, dat in België geschonden zou zijn.