Tan Malaka

Toespraak van Tan Malaka
12 november 1922 voor het Komintern


Geschreven: 12 november 1922
Bron: Tan Malaka, levensloop van 1897 tot 1945. door H. A. Poeze, Nijhoff Den Haag 1976 - Met toestemming van de auteur
Vertaling: uit het Duits door R. Denkers
HTML: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive, februari 2007


Zie ook:
De Krimoorlog en de Porte
Elf stellingen over de heropleving van het islamitisch fundamentalisme
Oprichting van de Communistische Internationale

Kameraden! Aansluitend op de rede van Zinovjev en Radek en andere Europese kameraden meen ik, met inachtneming van het belang van het vraagstuk van het eenheidsfront, ook voor ons in het oosten, dat ik voor de vele miljoenen van de onderdrukte volkeren in het oosten moet spreken in naam van de communistische partij van Java.

Ik moet enige vragen aan Zinovjev en Radek stellen. Wellicht heeft Zinovjev niet aan het eenheidsfront op Java gedacht, wellicht is ons eenheidsfront een andere. Maar het besluit van het 2e congres van de communistische internationale betekent praktisch dat we ook met het revolutionaire nationalisme een eenheidsfront vormen moeten. Wij moeten onderkennen dat het eenheidsfront ook in onze landen noodzakelijk is. Is ons eenheidsfront dus geen eenheidsfront? Met de sociaaldemocraten maar zonder de revolutionair nationalisten. Maar wij gebruiken zeer vaak de verschillende vormen van tactiek van de nationalisten tegen het imperialisme, zoals een boycot en de bevrijdingsoorlog van de moslims, het panislamisme. Ik heb in het bijzonder deze twee vormen voor ogen, en daarom stel ik de volgende vraag. Eerst: moeten wij de nationale boycotbeweging ondersteunen of niet? Ten tweede: moeten wij het panislamisme ondersteunen – ja of nee? Wanneer het ja is, hoe ver moeten wij dan gaan?

Ik moet toegeven dat de boycot met zekerheid geen communistische methode is, het is een methode die bij de militair-politieke onderdrukking in het oosten het gevaarlijkste wapen is, en wij kunnen in de laatste twee jaar ook zien dat de boycot van het Egyptische volk in 1919 tegen het Britse imperialisme die, net zoals de grote Chinese boycot van eind 1919 begin 1920, met succes bekroont werd. Onlangs hebben we een boycot in Brits-Indië gehad. Wij kunnen aannemen dat in deze of volgend jaar een andere vorm van boycot in het oosten gebruikt gaat worden. We weten immers dat de boycot onze methode niet is, het mag de methode van de kleinburgerlijke en de nationalistische bourgeoisie zijn. We kunnen nog meer zeggen, we kunnen zeggen dat de boycot de ondersteuning betekent van het inheemse kapitalisme, maar we hebben ook gezien dat als gevolg van de boycot in Brits-Indië er 18.000 aanstichters in de gevangenissen gesmeten werden en dat door de boycot er zeer revolutionaire sentimenten opgeroepen werden onder de bevolking, waardoor de Engelse regering zelfs gedwongen werd om Japan om militaire bijstand te vragen, voor het geval dat deze boycotbeweging zou omslaan in een gewapende opstand.

We weten ook dat van de mohammedaanse leiders in Indië, van Dr. Kirchlef, Hasret Mahoni en de broeders All, dat zij in werkelijkheid nationalisten zijn; wij hoefden geen opstand te verwachten toen Gandhi gearresteerd werd. Maar in Indië weet men, zelfs de eenvoudigste revolutionair, dat een lokale opstand altijd met een nederlaag eindigt, omdat we daar niet over wapens en ander krijgsmateriaal beschikken. Het probleem van de boycotbeweging geldt dus ook voor ons communisten, nu en in de toekomst. Wij weten dat in Indië en in Java vele communisten geneigd zijn om de boycotbeweging op Java te proclameren, wellicht omdat de communistische sentimenten uit Rusland al lang vergeten zijn, en wellicht ook omdat de communistische sentimenten in Indië afgezwakt zijn, die met de ganse beweging kon concurreren. In ieder geval staan we voor de vraag: moeten we deze tactiek ondersteunen, ja of nee? En hoever kunnen we gaan?

Panislamisme kent een lange geschiedenis. Eerst wil ik spreken over onze ervaringen in Indië, waar we samenwerken met de islamieten. Wij hebben op Java een zeer grote vereniging met zeer veel arme boeren genaamd de “Sarekat-Islam” (De Islam-bond). Deze vereniging had tussen 1912 en 1916 ongeveer 1 miljoen leden, maar het kunnen er ook 4 miljoen geweest zijn. Het was een grote volksvereniging die spontaan ontstond en zeer revolutionair was. Tot 1921 hebben wij met hun samengewerkt. Onze partij bestaande uit 13.000 leden, ging in deze volksbeweging en maakte daar propaganda. In 1921 bereikten we dat de “Sarekat Islam” onze propaganda overnam. De Islambond propageert, ook in de dorpen, voor de controle over de fabrieken en met het parool “Alle macht aan de arme boeren, alle macht aan de proletariërs!”. Zo maakte de “Sarekat Islam” dezelfde propaganda als onze communistische partij, alleen de naam verschilde. Maar in 1921 kwam het tot een splitsing naar aanleiding van de ongezouten kritiek op de leiding van de “Sarekat Islam” De regering had door middel van haar infiltranten de splitsing ten volle benut en heeft ook het besluit van het tweede congres van de communistische internationale: “Strijdt tegen het panislamisme” tegen ons gebruikt. Wat hebben zij tegen deze arme boeren gezegd? Zij zeiden: “Zie, de communisten willen niet alleen splitsingen, maar de communisten willen ook jullie religie vernietigen”. Dat was voor de mohammedaanse boer teveel; de boer had zich gedacht: “Ik heb alles op deze wereld verloren, moet nu ook mijn hemel afgepakt worden? Dat niet!”. Zo hebben eenvoudige moslims gedacht. En de propagandisten, de regeringsagenten hebben dat zeer goed benut. We hebben dus daarom een splitsing. (voorzitter: “Uw spreektijd is afgelopen”)

Ik kom uit Indië, heb 40 dagen gevaren. (bijval) De sarekat-islamisten geloven in onze propaganda en blijven met hun buiken, als ik mijzelf zo populair uitdrukken mag, bij ons, maar met hun harten blijven ze bij de “Sarekat Islam”, bij hun hemel. De hemel kunnen wij hun niet geven. Daarom boycotte zij onze vergaderingen en daarom konden wij geen propaganda meer voeren.

We hebben sinds het begin van vorig jaar daar aan gewerkt, de verbinding met de “Sarekat Islam” weer te herstellen. Wij hebben op ons congres in december vorig jaar gezegd dat de moslims in de Kaukasus en andere landen die met de sovjets samenwerken en tegen het internationale kapitalisme vechten, hun religie veel beter begrijpen, en wij hebben gezegd dat wanneer zij voor hun religie propaganda maken willen, zij dat vrijelijk kunnen, maar niet in de vergaderingen, maar in de kerken. (Hij bedoeld hier de moskeeën, red)

Men heeft ons op de openbare vergaderingen gevraagd: “Zijn jullie moslims – ja of nee?”, “Geloven jullie in God, – ja of nee?”. En wat hebben wij geantwoord? Ja, heb ik gezegd, waneer ik voor God sta, dan ben ik een moslim, maar wanneer ik voor de mensen sta dan ben ik geen moslim (luide bijval), omdat God gezegd heeft dat onder de mensen er zeer vele duivels zijn! (luide bijval). En op die manier hebben we met de koran in de hand hun leiders een nederlaag toegebracht, en hebben we de leiding van “Sarekat Islam” door hun eigen leden op ons congres vorig jaar gedwongen met ons samen te werken. Er brak in maart vorig jaar een staking uit en de moslimarbeiders moesten met ons samenwerken omdat de spoorwegarbeiders onder onze leiding staan. De “Sarekat Islam” leiding heeft gezegd: “Jullie willen met ons samenwerken, dan moeten jullie ons ook helpen”. En wij hebben natuurlijk tegen hun gezegd: “Ja, jullie God is machtig maar jullie God heeft gezegd, dat in deze zaak de spoorwegarbeiders machtiger zijn!” (Luide bijval) De spoorwegarbeiders zijn het uitvoerend comité van God op deze aarde. Daarmee is dit vraagstuk nog niet opgelost, waneer we weer een splitsing hebben, kunnen we er zeker van zijn dat de regeringsagenten met hun panislamisme aankomen. Daarom is deze vraag zeer actueel.

Nu moeten we eerst goed begrijpen wat het woord panislamisme eigenlijk betekent. Het heeft nu eenmaal een historische betekenis, en dat is dat de islam over de hele wereld met het zwaard in de hand verspreid word, en dat door middel van de heilige oorlog onder leiding van de kaliefen zal geschieden, en die kalief moet van een Arabische stam zijn. Ongeveer 40 jaar na de dood van Mohammed hebben de mohammedanen zich in drie grote rijken opgesplitst en daarmee heeft de heilige oorlog zijn betekenis voor de ganse mohammedaanse wereld verloren. Daarmee verloor het de bedoeling om in naam van God voor de kaliefen en de mohammedaanse religie de ganse wereld te veroveren, omdat de westelijke kalief van Spanje zegt: “Ik ben de rechtmatige leider, ik moet de vaandel dragen”, en de kalief van Egypte zegt hetzelfde, terwijl de kalief van Bagdad zegt: “Ik ben de rechtmatige leider omdat ik van een Arabische stam ben”. Zo heeft het panislamisme niet meer zijn oorspronkelijke betekenis, het heeft nu een gans andere betekenis. Panislamisme betekent de nationalistische vrijheidsstrijd, terwijl de islam voor de moslims alles is: Niet alleen de religie, maar ook de staat en de economie, het eten en alles – en zo betekent het panislamisme de verbroedering van alle mohammedaanse volken, de vrijheidsstrijd, niet alleen voor de Arabieren maar ook voor de Hindoestaanse, Javaanse en alle onderdrukte mohammedaanse volken. Deze verbroedering heet op dit moment vrijheidsstrijd, niet alleen tegen het Hollandse, maar ook tegen het Engelse, Franse en Italiaanse kapitalisme, dus tegen al het kapitalisme van de gehele wereld. Dat betekent in deze tijd panislamisme in Indië onder de onderdrukte koloniale volken, zo hebben wij het in het geheim gepropageerd, dat wil zeggen de strijd tegen alle imperialistische machten van deze wereld. Dat is voor ons een nieuwe opgave. Net zoals wij de nationale strijd ondersteunen moeten, moeten we ook de vrijheidstrijd van de zeer offensieve, de zéér actieve 250 miljoen mohammedanen tegen de imperialistische machten ondersteunen. Daarom vraag ik nog een keer: “Moeten wij het panislamisme in deze betekenis ondersteunen?” Daarmee ben ik aan het slot gekomen van mijn toespraak. (Luide bijval)