Gisela Mandel

De aanslag op Dutschke



Geschreven: april 1968
Oorpronkelijke titel: L’attentat contre Dutschke
Bron: La Gauche nr 16, 20 april 1968
Vertaling: Valeer Vantyghem
Opmerking: het voorwoord is van de vertaler
HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive, juni 2008


Gisela Scholtz — Mandel heeft Rudi Dutschke van heel dichtbij gekend. Zelf lid van de SDS was ze gehuwd geweest met Klaus Mischkrat, die assistent was aan het Oost Europa Instituut in West-Berlijn waar hij begin de jaren 60 Dutschke had leren kennen.
Na haar scheiding en het huwelijk met Ernest Mandel werd de politieke samenwerking enger. Dutschke beschouwde Mandel als een van zijn mentoren
.



Sinds tien jaar al heeft in Duitsland de radicalisering van de jeugd een hoge vlucht genomen. Te West-Berlijn bereikte dit een hoogtepunt op 17 — 18 februari met het ‘Vietnam Congres’ en met een betoging van 20.000 mensen als steun aan de Vietnamese revolutie.

Hoe is het na die manifestaties tot de aanslag gekomen op studentenleider Rudi Dutschke en tot jongerenacties tegen de kapitalistische kranten van Axel Springer?

Een schandelijk opruiende campagne...

De laatste tien maanden werd er een systematische opruiende en schandelijke campagne ontketend door de pers van deze magnaat, een vroegere SA’er van Hitler, tegen de actieve vleugel van de studentenbeweging, de Socialistischer Deutsche Studentenbund (SDS) die in 1961 door de Duitse sociaaldemocraten was uitgesloten.

Deze hysterie barstte los vlak na de betoging van 19 februari. Ze was zo heftig dat zelfs het gemeentebestuur van West-Berlijn en de sociaaldemocratische woordvoerders werden meegesleept. Onder de slogan ‘Voor vrijheid en democratie’ werd er een tegenbetoging georganiseerd. De deelnemers waren zo fanatiek dat ze elkeen die maar op een student leek begonnen af te ranselen. Een fotograaf met een baard werd voor Dutschke aanzien — die niet eens een baard draagt — en raakte ernstig gewond. Hij moest zich in een wagen van de politie in veiligheid brengen en werd met spoed naar het hospitaal gebracht.

Hier volgen nu enkele krantenkoppen of persuittreksel van wat Springer toen publiceerde:

Het moet gedaan zijn met terreur en oproer’ — ‘Stop onmiddellijk de terreur van de rode jeugd’ — ‘Hoelang zullen we nog dulden dat onze jongeren door rode agitatoren worden opgehitst die onze wetten in vraag stellen?’- ‘We mogen die smerige karwei niet enkel overlaten aan de politie met haar spuitwagens ...’.

De Bildzeitung, het belangrijkste dagblad van Springer dat een oplage kent van 4,5 miljoen exemplaren wettigde deze oproep tot de bevolking met volgende bedenking: ‘Zijn de rechters dan in slaap gevallen? Zijn de politici dan in slaap gevallen?’.

De rechters en de politici waren helemaal niet in slaap gevallen. De rechters hadden een politieagent vrijgesproken die op 2 juni 1968 tijdens een betoging tegen sjah van Perzië wetens en willens een student had neergeschoten. De politici hadden dezelfde ophitsende en verbolgen taal gesproken als de kranten van Springer.

De voorzitter van de christen democratische fractie in de gemeenteraad van West-Berlijn, Amrehn, schreeuwde tijdens een openbare zitting van de raad: ‘Het moet afgelopen zijn met die agitatie’. De sociaaldemocratische burgemeester van West-Berlijn riep de bevolking op, toen in februari het ‘Vietnam Congres’ doorging, om, ‘Dit crapuul eens goed te bekijken, om eens goed te letten op hun uiterlijk’. Dit crapuul (‘Die Type’), dat waren Peter Weiss, wereldwijd gekend en geëerd, een West-Duitse dokter die humanitaire bijstand gaf aan de beproefde bevolking van Zuid Vietnam, hoogleraren van de Duitse universiteiten, Ernest Mandel hoofdredacteur van La Gauche, afgevaardigden van de zwarte bevolking uit de Verenigde Staten, enz.

...schiep een klimaat dat leidde tot de aanslag

De Bildzeitung van Springer legde dan volgende woorden, heel betekenisvol, in de mond van wat als een bouwvakker werd voorgesteld: ‘Dutschke, vijand van het volk nr.1 — Weg met heel die troep’. ‘Vijand van het volk nr. 1’, met deze uitspraak werd tijdens het III Reich de Joden bedoeld evenals andere gedegenereerde elementen!

Dezelfde opvattingen, dezelfde gevoelens, dezelfde giftige bron, dat vind je natuurlijk terug bij mensen die politiek minder bewust zijn en minder geïnformeerd zijn. Ooggetuigen bij de betogingen van de SDS ( en bij de tegenbetoging ‘voor vrijheid en democratie’ (sic)’, hebben kreten gehoord als:

Dat ze op een eerlijke manier hun brood verdienen, al die smerige studenten’ . ‘Ze moesten al die studenten opsluiten’ . ‘We hebben een echte dictatuur nodig die jullie aan het werk zet in plaats van te betogen’. ‘Communisten en studenten, één pot nat’. ‘Allemaal fusilleren’. ‘Die zwijnen, ze moeste ze naar het crematorium sturen’. ‘Ze zijn vergeten jullie te vergassen’. ‘Die troep naar de verbrandingsovens’.

De schrijver van het editoriaal van het weekblad Der Stern, Sebastian Hafner, heeft nota genomen van deze boze opmerkingen. Door de SDS werden ze wereldkundig gemaakt in enkele documenten gewijd aan de huidige studentenrevolte.

M. Bachman, het hoofd op hol gebracht en een sympathisant van uiterst rechts met grote bewondering voor Hitler (van wie hij een portret had geschilderd) begaf zich op 11 april naar het lokaal van de SDS te Berlijn. Hij was gewapend met een geladen revolver en een lader. Toen Rudi Dutschke in de namiddag het lokaal verliet en op zijn fiets sprong werd hij door Bachman neergeschoten. Onze kameraad werd door vijf kogels ernstig gewond. Drie troffen hem in het hoofd. Er kwam acht uur operatietafel aan te pas om de kogel te verwijderen die zijn schedel was binnengedrongen. Zijn leven blijft in gevaar; we weten nog niet of hij gedurende de rest van zijn leven blijvend de gevolgen zal dragen van de aanslag, als hij het tenminste overleeft.

De moordenaar was een kelder binnengevlucht en de politie moest hem met pistoolschoten buiten jagen. Hij was verwonderd dat hij het slachtoffer werd van een ‘vervolging’, hij verwachtte eerder applaus. Had hij zijn inspiratie niet gevonden bij de moord op Martin Luther King, een misdadiger die de heerschappij van het blanke ras wilde ondermijnen? Had hij dan deze zending niet volbracht die ‘het volk’ zo dierbaar was (toch volgens de pers en de grote politieke partijen): ‘de vijand nr.1 van het volk uitschakelen, daar waar rechters en politici in slaap waren gevallen’?

De studenten reageren prompt, een schitterend antwoord

De reactie van de studenten is het bewijs dat er in West-Duitsland opnieuw een linkerzijde bestaat — en dat voor de eerste keer sinds vijfendertig jaar! — die over de kracht beschikt om onmiddellijk op te treden. Enkele uren na de aanslag al verzamelden zich duizenden Berlijnse jongeren rond de drukkerijen van Springer, blokkeerden de uitgangen, gooiden de ruiten aan diggelen en staken de vrachtwagens in brand. Te Frankfurt drongen duizend studenten de stadstheater binnen en protesteerden tegen de aanslag op hun linkse woordvoerder.

De dag erop nam de beweging uitbreiding en verspreidde zich over heel West-Duitsland. Te Berlijn waren er 10.000 manifestanten, 5.000 te Hamburg, meerdere duizenden in Frankfurt en Stuttgart. Overal waren de acties gericht tegen de drukkerijen van de Springer trust. Die nacht kon Bildzeitung de geesten van de mensen niet langer vergiftigen, de krant werd overal tegengehouden.

In meerdere steden werden er rond de drukkerijen barricades opgeworpen. Hoewel er spuitwagens werden ingezet, politieagenten te paard, honden, toch konden de studenten niet worden verdreven. Er vielen tientallen gewonden.

Springer riposteerde en beweerde dat de aanslag het werk was van een zwakzinnige en dat de studenten de ‘persvrijheid’ in het gedrang brachten. Voor deze vroegere handlanger van Hitler betekent pers‘vrijheid’ dat alle kranten van het hele land in handen zijn van één man beheerst en dat men zo maar mag aansporen tot moord op ieder die het aandurft om een mening te verkondigen die niet strookt met de opvattingen van deze almachtige trust. De ‘vrijheid’ van de monopolies is het ontbreken van elke vrijheid en van elk recht op meningsuiting voor hen die deze monopolies vijandig gezind zijn: deze les zal door vele Duitsers onthouden worden.

Op zaterdag 14 en zondag 15 april kwamen er nog meer betogingen, Essen, Keulen, Frankfurt, Stuttgart en München; in West-Berlijn stapte een groot aantal jonge arbeiders mee op. Op een spandoek, tijdens een van de ‘vredesoptochten’, stond: ‘Vandaag de studenten, morgen de arbeiders’. Dit is het wat het grootkapitaal schrik aanjaagt.