Ernest Mandel

Overgangsprogramma

Enkele aanvullende voorstellen


Bron: Rood nr. 18, 29 september 1995
Deze versie: spelling
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive

Laatste bewerking: 20 maart 2010


Verwant:
Het overgangsprogramma

We kunnende volgende overgangseisen voorstellen als aanvullingen – niet als vervangingen – bij deze uit het Overgangsprogramma van 1938:

1. Verkorting van de gemiddelde werkweek tot 30 uren (of 28 uren: vier dagen of elke dag zeven uren), zonder vermindering van het weekloon, in alle geïndustrialiseerde landen en landen op weg naar industrialisering. Een algemeen verbod op overuren. Verplichte aanwervingen om te verzekeren dat deze maatregelen in die landen de werkloosheid afschaffen. Arbeiderscontrole op bedrijfsvlak om te verzekeren dat deze maatregelen volledig worden toegepast.

2. Geen verhoging van het ritme. Arbeiderscontrole, lees vetorecht, op bedrijfsvlak op het arbeidsritme en de arbeidsorganisatie.

3. Tegenover de inspanningen van multinationale ondernemingen om bedrijfs(de)lokalisaties te bepalen in functie van loonverschillen: internationale consultatie en samenwerking tussen vakbonden en syndicale militanten. Tegenover het permanent naar beneden halen van lonen in ‘hoge loonlanden’, een geleidelijke opwaardering van de lonen in ‘lage loonlanden’.

4. Tegenover de ‘exportgerichte’ economische ontwikkeling in ‘lage loonlanden’: een economische ontwikkeling gericht op uitbreiding van de binnenlandse markt, door prioriteit te geven aan de bevrediging van de basisbehoeften van de bevolking.

5. Tegenover de internationale arbeidsdeling (die neigt naar een monopolie van de imperialistische landen in de ontwikkeling van hoogtechnologische uitrusting): een systematische overdracht van dergelijke technologieën aan lage prijzen naar relatief minder ontwikkelde landen.

6. Verdediging van het sociaal loon. Geen besparingen in sociale zekerheidsuitgaven voor gezondheidszorg, onderwijs, enz.

7. Opheffing van de schuldenlast en de afbetaling van de rente op die schuldenlast voor alle minder ontwikkelde landen. Radicale verlaging van de binnenlandse schuldenlast in alle landen, behalve voor kleine aandeelhouders tot een bepaald plafond. Aanwending van de hierdoor vrijgekomen fondsen voor de bevrediging van de behoeften van de bevolking.

8. Radicale land- en stadshervorming in de Derde Wereldlanden.

9. Totaalverbod op aanmaak van atoom-, biologische en chemische wapens. Vernietiging van de bestaande stocks onder controle van het volk.

10. Onmiddellijk verbod op de bouw van kerncentrales. Geleidelijke sluiting van de bestaande kerncentrales, zonder vermindering van de totaal beschikbare energie, via gelijktijdige ontwikkeling van ecologisch ‘zuivere’ krachtbronnen.

11. Verplicht volksreferendum vóór het inzetten van de strijdkrachten buiten de nationale grenzen. ‘Laat het volk over de oorlog stemmen.'

12. Verbod op breedschalige privatiseringen in de voormalige ‘socialistische’ landen. Vetorecht van werknemers in deze ondernemingen over de precieze aard van bedrijfsbezit.

13. Herstel van alle socialistische voordelen voor het volk (gratis gezondheidszorg, onderwijs, culturele voorzieningen...) die vóór de verandering van politiek regime in de voormalige ‘socialistische’ landen bestonden.

14. Volledige politieke vrijheid voor de volkeren van alle landen, inbegrepen de voormalige ‘socialistische’ landen: vrijheid van vereniging, van vreedzaam betogen, persvrijheid, stakingsrecht en recht om piketten te vormen, verbod op het ontslaan van vakbondsafgevaardigden en -militanten.

15. Vrije verkiezingen van parlementaire instellingen via een meerpartijenstelsel. Gelijke toegang voor alle partijen vanaf een bepaalde graad van ontwikkeling tot de massamedia. In alle landen verbod op privé-financiering van politieke partijen en verkiezingscampagnes.

16. Wettelijke invoering in alle landen van referenda gebaseerd op het volksinitiatief. Verbod op referenda (plebisciet) door staten en regeringen.

17. Verdediging van het recht van vrouwen op abortus. Geen financiële of andere beperkingen op dit recht. Gratis verdeling van voorbehoedsmiddelen.

18. Gratis kinderopvang, permanent beschikbaar voor werknemers, op alle werkplaatsen.

19. Volledig betaald zwangerschapsverlof voor tenminste vier maanden.

20. Verkozen vrouwencomités in alle ondernemingen en instellingen, met vetorecht op alle beslissingen waarbij vrouwen betrokken zijn.

21. Statutair recht voor vrouwen om een halve week te werken, zonder vermindering van het wekelijks minimuminkomen, indien minstens 20 % van de betrokken vrouwen dit vragen.

22. Een Europese Grondwetgevende Vergadering, verkozen door universeel stemrecht, om de bestaande Europese instellingen radicaal opzij te schuiven.

23. Een Latijns-Amerikaanse Grondwetgevende Vergadering, verkozen door universeel stemrecht, om een Latijns-Amerikaanse Federatie op te richten.

24. Oprichting van gelijkaardige instellingen voor de Arabische landen.

25. Oprichting van gelijkaardige instellingen voor de Zuid-Aziatische landen.

26. Oprichting van gelijkaardige instellingen voor de Afrikaanse landen.

27. Verbod op privé-bezit van radio- en tv-zenders, alsook dag- en weekbladen boven een bepaalde oplage. Toegang voor alle werknemersorganisaties en alle burgers tot de openbare media. Geen regeringscensuur op massamedia.

28. Veralgemeende rechtspraak met jury. Verkiezing van rechters door universeel stemrecht. Gratis advocaten voor iedereen.

29. Afschaffing van geheime veiligheidsorganen van staten en regeringen. Opening van alle bestaande bestanden voor alle betrokken mensen.

30. Recht op volksreferenda in wijken over alle projecten die de gezondheid, de veiligheid of de kwaliteit van de leefomgeving aangaan (met recht op de stopzetting met terugwerkende kracht van die projecten).

31. Onbeperkt recht om wereldwijd te reizen voor iedereen, onafgezien van ras, nationaliteit, geloofsovertuiging. Volledige politieke rechten voor alle immigranten in alle landen na twee jaar verblijf en aanvaarding – met keuze – van aangeboden werkgelegenheid.

32. Verbod op auto’s met interne verbrandingsmotoren in stadskernen.

33. Wereldconferentie over te nemen noodmaatregelen voor het herstel van de ozonlaag, om de vervuiling van de oceanen tegen te gaan, de vernietiging van de wouden stop te zetten, om de menselijke leefomgeving te verdedigen tegen elk milieugevaar waarbij meer dan één land verantwoordelijkheid is.

34. Vervanging van het Internationaal Muntfonds en de Wereldbank door instellingen die proportioneel de volkeren (niet de regeringen) van de vijf continenten vertegenwoordigen.

35. Inzameling van een Wereldsolidariteitsfonds om de ontwikkeling van armere landen te versnellen.

36. De leeftijdsdrempel voor stemrecht en recht op verkiesbaarheid naar 16 jaar verlagen.

De oorsprong van deze voorstellen

Deze eisen spruiten niet voort uit het persoonlijk politiek-theoretisch werk van de auteur. Op een aantal uitzonderingen na, zijn ze het product van de ervaring van de leidende kaders en vele militanten van de Vierde Internationale, in tientallen landen. Of deze eisen de belangstelling kunnen wekken van werknemers en linkse intellectuelen wordt vandaag getoetst. In de komende jaren zal dat werk – aangepast, verbeterd en veranderd – grondiger moeten gebeuren.

De massa’s van haast alle landen ter wereld kunnen deze eisen vandaag nog niet opleggen. Maar het opstarten van discussie – en in sommige gevallen agitatie – rond een aantal van deze eisen is steeds meer mogelijk. Het is een noodzakelijk tegengif voor de tendens tot depolitisering – in het bijzonder in de jeugd – die begrijpelijk is, gezien de vermolmdheid van de bestaande instellingen, maar die ook gevaarlijk is voor de toekomst van de mensheid. Het gaat om opvoeding in de mogelijkheid om politiek op een andere manier dan door deze gediscrediteerde instellingen te beschouwen: door een ‘doe-het-zelf’ politieke activiteit.


Zoek knop