Friedrich Engels

Engels aan August Bebel


Geschreven: 16 december 1879
Bron: Tegen het reformisme, Uitgeverij Progres, Moskou 1990. Een bundel teksten (extracten) rond het thema reformisme
Vertaling: Uitgeverij Progres
Deze versie: Spelling - Voetnoten zijn niet overgenomen
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive, februari 2009

Laatste bewerking: 09 februari 2009


16 december 1879

In nr. 10 van de krant Sozialdemokrat is het artikel ‘Een retrospectieve blik op de geschiedenis van de pers’ afgedrukt, dat zonder twijfel het geesteskind is van een van de drie lichten. Daar staat: ‘De sociaaldemocraten kunnen alleen maar trots zijn op de vergelijking met bellettristen als Gutzkow en Laube’, dus met mensen die al lang vóór 1848 de laatste resten van hun politieke waardigheid hebben begraven, zo zij deze ooit al hadden gehad.

Verder:

‘De gebeurtenissen van 1848 moesten ofwel alle zegeningen van een leven in vrede met zich meebrengen, in het geval dat de regeringen aan de eisen van de tijd zouden tegemoetkomen, ofwel bleef er, omdat zij dit niet gedaan hebben, helaas geen andere weg over dan de weg van gewelddadige revolutie.’

In een krant die het mogelijk acht om open en bloot de revolutie van 1848, die als eerste de weg voor de sociaaldemocratie heeft vrijgemaakt, te betreuren, in zo’n krant is voor ons geen plaats. Dit artikel en ook Höchbergs brief laten duidelijk zien dat het gesternte van de drie er aanspraak op maakt, dat hun in het Jahrbuch voor het eerst helder uiteengezette kleinburgerlijk-socialistische opvattingen in de krant Sozialdemokrat op gelijke voet moeten worden gesteld met de proletarische. Ik zou niet weten hoe jullie in Leipzig, nadat de wagen zo diep is vast komen te zitten, dit zouden kunnen tegenwerken zonder de zaak tot een openlijke breuk te voeren. Evenals voorheen zien jullie in deze mensen partijkameraden. Voor ons is dat ondenkbaar. Het artikel in het Jahrbuch maakt een scherpe en onherroepelijke splitsing tussen ons en hen. Wij kunnen hoe dan ook niet onderhandelen met deze mensen, zolang zij volhouden dat zij met ons tot één partij behoren. De kwesties die hier aan de orde zijn, zijn van dien aard dat er in geen enkele proletarische partij over kan worden geredetwist. Hierover binnen de partij discussiëren zou inhouden dat heel het proletarische socialisme aan de kaak wordt gesteld.

In feite kunnen wij onder zulke omstandigheden beter helemaal geen medewerking verlenen. We zouden toch alleen maar protesteren en enige weken later publiekelijk van onze uittreding kennis moeten geven, wat de zaak toch ook niet ten goede zou komen.

We vinden het heel jammer dat we jullie niet onvoorwaardelijk kunnen steunen, juist nu de partij verboden is. Zolang de partij in Duitsland haar proletarische karakter trouw bleef lieten we alle andere overwegingen links liggen. Maar thans, nu de kleinburgerlijke elementen die in de partij zijn toegelaten open kaart spelen, heeft de situatie zich gewijzigd. Zolang zij toestemming hebben stukje bij beetje hun kleinburgerlijke visies het orgaan van de Duitse partij binnen te smokkelen, is ons de toegang tot dit orgaan domweg afgesneden. De geschiedenis met de gelofte doet ons maar heel weinig. Natuurlijk zou er zoals u veronderstelt, een andere weg gevonden kunnen worden om het nare luchtje eraan wat te verminderen, maar het heeft weinig om het lijf. Zo u wilt zullen wij ons stilzwijgen bewaren.

Malons tijdschrift kan goede invloed uitoefenen, ten eerste omdat Malon geen persoon is om veel kwaad te doen en ten tweede omdat zijn Franse medewerkers er zorg voor zullen dragen dat alles naar behoren verloopt. Als Höchberg daar een bodem hoopt te vinden voor zijn kleinburgerlijke bedenksels, zal hij er snel achter komen dat hij zijn duiten in de wind heeft gesmeten.

Het resultaat van de verkiezingen in Magdeburg heeft ons erg verheugd. De onwrikbaarheid van de arbeidersmassa’s in Duitsland verdient alle lof. De correspondenties van de arbeiders in de krant Sozialdemokrat is het enige goede wat er in staat.

Höchbergs brief retourneer ik. Met die man valt niets te beginnen. Als wij niet samen willen werken met de medewerkers van de Zukunft dan ligt dat volgens hem aan onze eigen eerzucht. Maar een derde van die club was en blijft ons volslagen onbekend, zelfs hun namen, en ongeveer nog een derde bestond zichtbaar uit kleinburgerlijke socialisten. En dat noemde zich een ‘wetenschappelijk’ tijdschrift! En Höchberg meent daarbij nog eens dat het tijdschrift een ‘verlichtende invloed’ uitoefende! Als bewijs dient zijn eigen zeldzaam heldere kop, die tot op heden ondanks al mijn moeite, niet in staat is het verschil in te zien tussen kleinburgerlijk en proletarisch socialisme. Alle meningsverschillen worden teruggevoerd tot ‘misverstanden’. Precies zoals met de democratische ‘huilers’ van 1848! Of anders zijn het ‘vroegrijpe’ conclusies. Uiteraard, want elke conclusie die het geleuter van deze heren elke betekenis ontneemt, is ‘vroegrijp’. Ze willen immers niet alleen zeggen wát ze zeggen, maar zo mogelijk ook het tegenovergestelde.

Overigens volgt de wereldgeschiedenis zijn eigen weg, zonder rekening te houden met deze wijze en gematigde filisters. In Rusland moeten de zaken reeds over enkele maanden een beslissende wending gaan nemen. Een van tweeën: of de alleenheerschappij valt en dan waait er meteen, met de val van dit machtige bolwerk van de reactie, een andere wind in Europa; óf de Europese oorlog breekt uit en in de onafwendbare strijd van elk volk voor zijn bestaan als natie zal deze oorlog ook de huidige Duitse partij bedelven. Zo’n oorlog zou voor ons heel ongelukkig uitkomen, hij zou de beweging twintig jaar terug kunnen werpen. Maar de nieuwe partij, die uiteindelijk zou moeten worden opgericht als resultaat van dit alles, zou in alle Europese landen bevrijd zijn van allerlei weifelingen en kleinzerigheden, die thans alom de beweging remmen.

Met vriendelijke groet.

Vertaald uit het Duits


Zoek knop