Friedrich Engels

Engels aan August Bebel


Geschreven: 23 juli 1892
Bron: Tegen het reformisme, Uitgeverij Progres, Moskou 1990. Een bundel teksten (extracten) rond het thema reformisme
Vertaling: Uitgeverij Progres
Deze versie: Spelling - Voetnoten zijn niet overgenomen
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive, februari 2009

Laatste bewerking: 09 februari 2009


23 juli 1892

De Vollmariade laat weer eens zien dat deze man alle contact met de partij verloren heeft. Zo te zien zal dit jaar, dan wel volgend jaar met hem gebroken moeten worden; hij wil blijkbaar de partij staatssocialistische mallepraat aansmeren. Maar aangezien hij een door de wol geverfde intrigant is en ik een zekere ervaring heb met dat soort mensen — Marx en ik hebben tegenover dat publiek tactische fouten gemaakt die we later stuk voor stuk duur moesten bekopen — neem ik de vrijheid je hier enige aanwijzingen te geven.

Die mensen zijn er vooral op uit dat wij formeel ongelijk krijgen en dat moet nou juist worden voorkomen. Anders zullen ze zich vastbijten aan zo’n secundair moment om het centrale punt te overschaduwen omdat ze zelf de zwakheid ervan aanvoelen. Daarom is voorzichtigheid geboden bij het doen van uitspraken, zowel in het openbaar als in persoonlijke gesprekken. Je ziet hoe gehaaid dat subject jouw woorden over Liebknecht gebruikte om tweedracht te zaaien tussen hem, Liebknecht, en jou — hij kent jullie relaties immers bliksemsgoed — en om jou tussen twee stoelen terecht te laten komen.

Ten tweede: aangezien het hun in de eerste plaats erom gaat de centrale kwestie te verdoezelen, moet je elke aanleiding daartoe uit de weg gaan; geef op alle door hen gestelde secundaire vragen zo kort en scherp mogelijk antwoord om ze meteen af te kappen; zelf moeten we zoveel mogelijk alle zijsporen en secundaire vragen mijden, hoe aanlokkelijk ze ook mogen zijn. Anders zal het discussieterrein steeds breder worden en het aanvankelijke geschilpunt zal steeds verder buiten het gezichtsveld raken. En dan wordt een beslissende overwinning onmogelijk, wat voor de intrigant al een voldoende succes zal zijn en voor ons op zijn minst een morele nederlaag.

Ten derde: zoals blijkt uit de eerste twee punten, is tegen zulke mensen de zuiver defensieve tactiek de allerbeste tactiek totdat ze uiteindelijk zelf het offensief inzetten; en dan: een kortstondig en vernietigend artillerievuur en een resolute aanval met de bajonet. Juist hier moet je, meer dan elders, tot op het laatste moment munitie en reserves gereed houden.

Elke keer als we in de strijd met de bakoenisten, proudhonisten, Duitse professoren en meer van dat gespuis van deze regels afweken, moesten we dat later duur bekopen en daarom wil ik je er nog eens aan herinneren.

Vertaald uit het Duits


Zoek knop