Friedrich Engels

Engels aan Wilhelm Liebknecht


Geschreven: 24 november 1894
Bron: Tegen het reformisme, Uitgeverij Progres, Moskou 1990. Een bundel teksten (extracten) rond het thema reformisme
Vertaling: Uitgeverij Progres
Deze versie: Spelling - Voetnoten zijn niet overgenomen
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive, februari 2009

Laatste bewerking: 10 februari 2009


24 november 1894

Ik heb Bebel geschreven en hem ingelicht, dat in politieke twisten alles rustig moet werden beredeneerd en men zich nooit moet overhaasten of opwinden en dat ik me daar zelf vaak aan bezeerd heb. Maar ik moet ook jou een kleine waarschuwing geven.

Of Bebel zich op de bijeenkomst onhandig gedragen heeft, daarover over valt te twisten. Maar in wezen heeft hij dubbel en dwars gelijk. Uiteraard ben jij als redacteur van het centrale orgaan verplicht het evenwicht te bewaren, tijdens een twist zelfs de werkelijk bestaande geschillen weg te nemen, alles te sussen tot ieders tevredenheid en bij te dragen tot de eenheid in de partij tot aan de dag van de scheuring. Daarom kan Bebels gedrag jou als redacteur tegenstaan. Maar hetgeen de redacteur tegenstond moest voldoen aan de wensen van de partijleider, en wel het feit dat er mensen zijn die niet genoopt zijn om voortdurend de onafscheidelijke redacteursbril op de neus te dragen en de redacteur eraan herinneren, dat het ook hem als partijleider geen kwaad doet om af en toe de roze bril af te doen en met eigen ogen de wereld te bezien.

De Beiers richten vlak voor het Frankfurtse Partijcongres een heuse Sonderbund op in Nürnberg. Ze verschijnen in Frankfurt met een regelrecht ultimatum. Bovendien spreekt Vollmar van verschillende routes (getrennet marschieren) en verklaart Grillenberger: neem beslissingen zoals u wilt, wij geven ons niet gewonnen. Zij verkondigen aparte rechten voor Beieren en behandelen hun tegenstanders in de partij als ‘Pruisen’ en ‘Berlijners’. Ze eisen dat de partij het stemmen ten gunste van het budget sanctioneert en een boerenpolitiek goedkeurt die rechtser gaat dan de kleinburgerlijke politiek zelf. In plaats van, zoals voorheen constant gebeurde, daar energiek paal en perk aan te stellen, heeft het partijcongres het lef niet om ook maar enige beslissing te nemen. Als zelfs ook nu Bebels tijd niet is gekomen om te reppen over de toegenomen activiteiten van de kleinburgerlijke elementen in de partij, dan weet ik werkelijk niet wanneer die tijd dan wel komt.

En wat doet de Vorwärts? Die bijt zich vast in de vorm waarin Bebel zijn offensief inzette, verklaart dat het nu ook weer niet zó slecht gaat en spreekt zo sterk zijn ‘diametrale tegengesteldheid’ tegenover Bebel uit, dat alleen al de eruit voortvloeiende ‘misvattingen’ in het kamp van Bebels tegenstanders je dwingen te verklaren, dat jouw diametrale tegengesteldheid slechts de vorm van Bebels offensief betreft, maar dat hij in wezen — in de kwestie over de keuze voor het budget en het boerenvraagstuk — gelijk heeft en dat je aan zijn kant staat. Ik heb de indruk dat alleen al het feit dat je met terugwerkende kracht gedwongen was deze verklaring af te leggen, het voldoende bewijs voor jou zelf zou moeten zijn dat je heel wat verder naar rechts bent afgebogen dan Bebel naar links zou kunnen doen.

Deze hele twist draait uiteindelijk slechts om de tactiek van de Beiers, die in twee punten het duidelijkst naar voren kwam: in de opportunistische goedkeuring van het budget voor het paaien van de kleine bourgeois en in de opportunistische propaganda van Vollmar op het platteland voor het paaien van de middelgrote en grote boeren. Deze punten en de separatistische positie van de Beiers — ziedaar de enige praktische van de besproken kwesties en als Bebel deze bij de horens vat, terwijl het partijcongres de partij geen enkel antwoord heeft gegeven, dan zouden jullie daar dankbaar voor moeten zijn. Indien de door het partijcongres gecreëerde ondraaglijke toestand door hem wordt gekwalificeerd als het resultaat van de invloed van het in de partij aanwassende filisterdom, dan gaat hij in deze afzonderlijke kwestie gewoon uit van een reëel, algemeen standpunt en dat verdient eveneens erkenning. En als hij haast maakt met de discussie, dan komt hij slechts zijn zware plicht na en ijvert er slechts voor dat het volgende partijcongres met volledige kennis van zaken deze urgente kwesties oplost, waarvoor het Frankfurtse congres weifelde als een ram voor een nieuwe poort.

De scheuring dreigt niet van de kant van Bebel, die de dingen bij hun naam noemt. Dit gevaar dreigt van de kant van de Beiers, die zich een tot op heden ongehoorde manier van doen hebben gepermitteerd en enthousiasme hebben gewekt bij de vulgaire democraten uit de Frankfurter Zeitung, die Vollmar en de Beiers als hun eigen mensen erkennen; deze krant jubelt en is nog onbeschofter geworden.

Je zegt dat Vollmar geen verrader is. Het zij zo. Ik denk ook dat hij zichzelf niet voor een verrader houdt. Maar hoe noem je dan iemand die van een proletarische partij verwacht dat deze voor de boven-Beierse grote en middelgrote boeren, die 10 tot 30 hectaren bezitten, hun huidige positie vereeuwigt, die steunt op de exploitatie van werkers en dagloners? Een proletarische partij die speciaal is ingesteld met het doel de loonslavernij te vereeuwigen! Deze man kan een antisemiet zijn, een burgerlijk democraat, een Beiers particularist, wat je maar wilt, maar een sociaaldemocraat?! Overigens is de aanwas van het kleinburgerlijke element in de groeiende arbeiderspartij onvermijdelijk, en dat is niet erg, net zoals de aanwas van het aantal ‘academici’, gezakte studenten etc. Een paar jaar geleden waren ze nog gevaarlijk. Nu zijn we in staat ze te verteren. Maar dit proces moet wel in gang worden gezet. Daar is zoutzuur voor nodig: als daar te weinig van is (zoals Frankfurt laat zien), moeten we Bebel ervoor danken als hij er wat meer van geeft, juist met het doel dat wij de niet-proletarische elementen behoorlijk verteren. Daarin berust ook de herinstelling van de harmonie in de partij en zeker niet in het uitstellen en doodzwijgen van elk reëel geschilpunt binnen de partij.

Je zegt, dat het zaak is om ‘tot effectief handelen te komen’. Dat is allemaal prachtig, maar wanneer neemt dat handelen eigenlijk een aanvang? [Het slot van deze brief is op het Instituut voor Marxisme-Leninisme niet aanwezig. Red.]

Vertaald uit het Duits


Zoek knop