Leon Trotski

Open Brief aan het Centraal Uitvoerend Comité van de USSR [1]


Geschreven: 1 maart 1932
Bron: Nederlandstalige Trotski Bibliotheek 3. Revolutionair-Socialistische Publicaties, Groningen 2007. Door Karel ten Haaf. Facsimile-uitgaven van teksten van Trotski in het Nederlands
Vertaling: onbekend
Deze versie: spelling en punctuatie
Transcriptie/HTML: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive, augustus 2007


Met de onvermijdelijke vertraging verneem ik uit de Pravda uw beslissing van 20 februari 1932, welke aan mij en mijn familieleden, die met mij de uitstoting, verbanning en het werk delen, het burgerrecht ontneemt en onze aanwezigheid in de USSR verbiedt. Waarin mijn ‘contrarevolutionaire’ activiteit gelegen is, wordt niet in de beslissing medegedeeld. Afgezien van de polemische rituelen tegen het ‘trotskisme’, werden er in de Sovjetpers slechts twee gevallen genoemd van mijn veronderstelde activiteit, welke gekarakteriseerd zouden kunnen worden als contrarevolutionair... als zij inderdaad plaats gevonden hadden.

De Pravda dato 2 juli 1931 bracht met daarbij aansluitende commentaren, een fotografische reproductie van de eerste pagina van het Poolse dagblad Kurrier Pozdenny bevattende een artikel zogenaamd van mijn hand en gericht tegen de Sovjet-Unie. Het is vanzelfsprekend, dat niemand van uw ook maar een moment er aan twijfelde, dat dit artikel gefingeerd was door een riooldagblad, dat wel bekend is om zijn vervalsingen. Ditzelfde dagblad fabriceerde kort daarna documenten tegen Galicische (Oekraïense) revolutionairen. Zelfs de bourgeoispers, zoals de Manchester Guardian, karakteriseerde in die tijd de Kurrier Podzenny als een dagblad, dat zich reeds had onderscheiden door de vervalsing van een Trotski artikel. Ik eiste van de Pravda een feitelijke logenstraffing, die niet verscheen. De Pravda misleidde bewust miljoenen arbeiders, soldaten, matrozen en boeren en verleende steun onder haar eigen naam aan de schriftvervalsing van Poolse fascisten. We kunnen niet nalaten er aan te herinneren dat de schrijver van deze ‘onthullingen’ in de Pravda niemand minder was dan Yoroslavsky, in die dagen een van de opperste bewakers over de partijmoraal.

Als hij daarna enigszins in activiteit verslapt is, was dit geen gevolg van de vervalsingen, doch veeleer van de onvolledigheid van het materiaal.

Het tweede voorbeeld van mijn ‘contrarevolutionaire’ activiteit, ging slechts enige weken vooraf aan uw beslissing. De Izvestia van het Centr. Uitv. Com. bracht dato 16 jan. 1932 een bericht uit Berlijn, hierop neerkomende, dat ik opwek tot steun aan de Brüningregering, daarbij handelende in overleg met de Duitse sociaaldemocratie, in het bijzonder met Karl Kautsky en Alfred Adler(?) en dat in ruil daarvoor mij een visum tot toelating in Duitsland beloofd is. Al deze informaties, waarvan natuurlijk geen enkel woord op waarheid berust, zijn ontleend aan een Berlijns reactionair antisemitisch blad, dat iemand nauwelijks in handen wil nemen, laat staan dat men er iets uit over zou nemen. Niet één dagblad in Duitsland hechtte enige betekenis aan deze scheppende arbeid der Duitse Poerishkevitches.

Alleen de Izvestia, een dagblad, dat vroeger onder uw, het Presidiums controle stond, publiceerde deze algemeen als vals erkend zijnde informaties, daarmede bewust misleiding plegende tegenover miljoenen burgers van de Sovjet-Unie.

Gij achtte het dus niet mogelijk uw besluit te slaan, alvorens twee der meest verantwoordelijke dagbladen van de Sovjet-Unie — het centrale orgaan van de partij en het officiële regeringsorgaan — de mensen hadden misleid met behulp van valse stukken, gefabriceerd door Poolse en Duitse fascisten. Dit is een feit, dat noch uitgewist noch verdoezeld kan worden.

Doch zelfs na dergelijke voorbereidingen vond gij het noodzakelijk, of was het u aangeraden, dat gij uw beslissing zorgvuldig maskeerde. Deze buitengewone maatregel tegen mij, speciaal voorbereid door de laatste anti-trotski campagne — ik herinner me niet de hoeveelste dit is in de numerieke volgorde, — werd gij gedwongen te vervormen tot een decreet, ogenschijnlijk gericht tegen zevenendertig personen, inclusief behalve de leden van mijn familie, meer dan 30 mensen, die er bij gesleept werden uitsluitend voor politieke camouflage. Gij vermelde op deze lijst leiders van de mensjewieken, die uit de Sovjet-Unie verbannen waren met mijn directe medewerking meer dan tien jaren geleden. Klaarblijkelijk scheen het Stalin, dat dit een meesterlijke zet was. In werkelijkheid ligt de misleiding er duimendik op. Door het te doen voorkomen alsof pas in 1932 het u precies duidelijk werd, welk soort werk Dan en Abramovitch doen, plaatst gij het Presidium van het Centr. Com. in een hoogst ongemakkelijke positie. Gij kunt zelf niet nalaten zulks te beseffen, echter ook in deze kwestie zijn jullie gedwongen u te onderwerpen aan de stalinistische bureaucratie, welke voortdurend grover werkt, zich niet bezorgd makende over de waardigheid van de hoogste organen van de sovjetmacht.

Het is mij te weerzinwekkend om uit te wijden over andere karaktertrekken en kenmerken van de door Stalin gefabriekte lijst; in de opzettelijke samenkoppeling van namen met het doel meer ‘effect’ te sorteren, vertegenwoordigt dit een document van het zelfde morele peil als de twee b.g. vervalsingen, welke als voorbereiding daarvoor dienden.

Een thermidoriaanse kunstgreep

Gij kunt de Linkse Oppositie slechts met het mensjewisme verbinden in de volgorde van een politie-alfabet. Politiek gesproken staat uw centrisme tussen de Linkse Oppositie en het mensjewisme in. Geen kunstmiddelen kunnen dat veranderen. De beslissing van 20 februari vertegenwoordigt het eindproduct van een menging in thermidoriaanse stijl. Het centrisme, dat heen en weer slingert tussen marxisme en nationaal reformisme, is gedwongen — het kan ook niet anders — haar kleinburgerlijke rechtse vijanden en revolutionaire tegenstanders van de linkervleugel te combineren en dooreen te mengen, ten einde door een dergelijke menging haar eigen leegheid te verdoezelen. Ik wens u in herinnering te brengen, dat de eerste raadgevingen betreffende de verbanning van links oppositionele elementen uit het land aan Stalin op papier was gegeven door niemand minder dan Oestrialov. Uw beslissing zal in de geschiedenis aangemerkt worden met het thermidoriaanse brandmerk.

Stalin zal u vertellen dat dit geen kwestie is van ‘afzonderlijke’ feiten doch dat de beslissing gebaseerd is op de algehele contrarevolutionaire activiteit van mij en m’n familie in het algemeen, waarvoor geen bewijzen nodig zijn. Als dit zo is, waarom was het dan noodzakelijk om gebruik te maken van valse documenten en in de beslissing zelf elementen te betrekken, die haar tot een onwaardige maskerade maken? Daar kan hij zich niet uit wringen. Het feit, dat gij na negen jaren van voortdurende ophitsing — vergeet niet dat het begin van de strijd tegen het ‘trotskisme’ samenviel met de dood van Lenin — uw toevlucht moest nemen tot artikelen uit de smerige pers van het Duitse en Poolse chauvinisme teneinde deze uitzonderingswet tegen mij en mijn familie te kunnen doorvoeren, onder dekking van een amalgamatie (vermenging) — dit feit alleen ontmaskert en stelt in al haar naaktheid ten toon de onmacht van de campagnes tegen het ‘trotskisme’ en compromitteert op onherstelbare wijze uw laatste daad.

Een toonbeeld van onmacht

Bezien als een persoonlijke wraakoefening — een element dat zoals u wel bekend is een rol speelt in alle stalinistische combinaties — miste het besluit volkomen zijn doel. Deze keer heeft Stalin zichzelf te ver buiten de coulissen gewaagd en was hij zo onvoorzichtig zijn werkelijke politieke en morele gedaante te vertonen. Als hij u dwong — niet zonder schuchtere tegenstand, dat weet ik, — dit onwaardige verbanningsbesluit te publiceren, dan geschiedde dit slechts omdat de volkomen juistheid der Linkse Oppositie was gebleken t.o.v. alle kwesties zonder onderscheid, nationaal zowel als internationaal, waarvoor wij gedurende al die jaren gestreden hebben. Het schijnbaar aanvallende gebaar van Stalin is onmachtig en een armzalige poging tot zelfverdediging. De oppositie streed tegen de stalinfractie voor industrialisatie, voor planmatige productie, voor hogere tempo’s op economisch terrein, tegen het gokken op de koelak en voor de collectivisatie. Vanaf 1923 eiste de oppositie de voorbereiding van een vijfjarenplan en zij gaf daarvoor de grondlijnen aan. Alle economische successen van de Sovjet-Unie waren theoretisch en gedeeltelijk ook organisatorisch voorbereid door de Linkse Oppositie. Uw voorzitter Kalinin, die Stalin van rechts ondersteunde tegen de Linkse Oppositie, weet daar meer van dan iemand anders. Nog in april 1927 verklaarde Stalin in de strijd tegen mij, daarbij gesteund door Molotov, Kalinin, Voroshilov en anderen: “wij hebben evenmin behoefte aan de Dnjeprostroy’s als een moezjiek aan een fonograaf.” In deze formulering ligt een gehele historische filosofie opgesloten. Voor de strijd daartegen en tengevolge van de nederlaag, is Rakovski geketend aan Barnaoul, vullen duizenden onbuigzame revolutionairen de gevangenissen en verbanningsoorden, — zijn verschillende bolsjewieken-leninisten doodgeschoten.

Op internationaal terrein was de situatie weinig anders. Deze Oppositie vocht in 1923 tegen de capitulatiepolitiek van Brandler, die aan de rechtervleugel ondersteund werd door Stalin; tegen de stalinistische theorie met betrekking tot de arbeiders- en boerenpartijen; tegen de opsluiting van het Chinese communisme binnen de ijzeren kooi van de Kwomintang; tegen het blok van het Politieke Bureau met de kliek van de Britse stakingsbrekers; tegen de gehele opportunistische, ruïnerende, schandelijke, door en door verraderlijke politiek van Stalin, die gedurende een aantal jaren Tsjang Kai-sjeks stijgbeugel hield en portretten met hem uitwisselde, zelfs nog aan de vooravond van de dag, dat Tsjang Kai-sjek het bloedbad te Sjanghai aanrichtte. Gij bent zelf voldoende bekend met de feiten en weet dat er geen spoor van overdrijving in mijn woorden is. Het is niet voor niemendal, dat de geschiedenis van de Chinese revolutie een verboden boek werd in de Sovjet-Unie: elke bladzijde daarvan brandt de vingers van de stalinistische kliek.

Waaruit bestaat onze ‘contrarevolutionaire’ activiteit? Onder de honderden tegenwoordige stalinistische theoretici (gehuurd per dag of per stuk) die zich als wormen kronkelen in de wonden van het wereldproletariaat, zijn meerdere vrijwilligers bereid om wit in zwart te veranderen, of in iedere andere kleur van de regenboog. Zij kunnen echter niet de historische feiten veranderen of de grondslagen van het marxisme doen wankelen. De Linkse Oppositie heeft het recht trots te zijn op haar strijd tegen de stalinfractie in de USSR, in Duitsland, in China, in Engeland en in alle delen der wereld, die bereikt worden door de hand van het opportunistische apparaat. Haar hoofd stotende tegen de koelakken; bedrogen in haar berekeningen ten aanzien van vriend Tsjang Kai-sjek; ontvangende in plaats van dankbaarheid, een trap van de Britse vakbondsleiders, die toch door haar gered waren, maakte de stalinistische bureaucratie in 1928 een salto-mortale van 180 graden over onze hoofden, waarmede zij zich in een monsterachtig economisch en politiek avonturisme stortte en waarvan de rekening nog vereffend zal moeten worden.

En opnieuw waren het de Links Oppositionelen, die snel en beslist stelling namen tegen het bureaucratisch avonturisme, dat gewapend is met de hulpbronnen van de arbeidersregering. Wij waarschuwden tegen de onverantwoordelijke omvorming van het vijfjarenplan in een vierjarenplan. Onze waarschuwing is ten volle bevestigd geworden. De kunstmatige wedloop die noch theoretisch noch praktisch was voorbereid, maakte het niet alleen onmogelijk dit meer sportieve dan economische probleem op te lossen, doch verdiepte een serie wanverhoudingen, die nu op zuiver mechanische wijze in de fundering van het tweede vijfjarenplan gedreven worden. De Oppositie waarschuwde tegen het riskante spelen met ‘complete collectivisatie’ en met de idee van de ‘opheffing der klassen’ binnen de periode van het eerste vijfjarenplan. Nu is de ‘complete collectivisatie’ stop gezet en de ‘opheffing der klassen’ binnen het bestek van twee of drie tussenstadia is overgebracht naar het tweede vijfjarenplan. Ook in deze vorm blijft het probleem een bureaucratische utopie. Als gevolg van de gedwongen collectivisatie en de schending van als grondslag dienende economische verhoudingen, blijven helaas de buitengewoon moeilijke voedselkwestie en de algemene materiele toestand der arbeidersklasse, een realiteit.

De arbeidersklasse van Rusland heeft het recht trots te zijn op de werkelijk grootse resultaten op technisch gebied, die in de laatste paar jaren bereikt zijn. Deze resultaten werden slechts mogelijk, nadat onder de druk der realiteiten de bureaucratie eindelijk gedwongen werd het platform van de Linkse Oppositie, zij het in mismaakte en verdraaide vorm, tot basis van haar werk te maken. Het politieke bewustzijn der arbeiders is tot nieuwe hoogten gestegen. Nu kan geen historisch geweld hen dwingen tot verloochening van de grondslagen van de Oktoberrevolutie en van de planmatige economie, die in de praktijk van het werk bevestigd zijn geworden. Zij zullen iedereen verpletteren, die wil trachten hen terug te voeren naar bourgeoisdemocratie en kapitalisme.

Maar deze zelfde arbeiders beseffen steeds duidelijker, welke politieke groep de werkelijke initiatiefneemster was van de planmatige socialistische opbouw en welke groep de eerste was, die bureaucratische obstructie toepaste t.o.v. het economische werk — gevolgd door de avontuurlijken wedren met gedoofde lichten. De arbeiders wensen zelf de economische richting te bepalen en niet slechts de plannen uit te voeren, die achter hun rug om klaar gemaakt worden door de stalinistische bureaucratie in samenwerking met schadelijke elementen van rechts of links. De bezorgdheid der arbeiders, hun ontevredenheid, hun alsnog zwijgende protesten — dit alles volgt de lijnen der kritiek van de Linkse Oppositie. De versterking van de economische grondslag der dictatuur, de numerieke groei van het proletariaat en de groei van zijn zelfvertrouwen, leiden niet tot versterking maar tot verzwakking der politieke positie van de bureaucratie. Haar gelederen beginnen uiteen te vallen. Een kleine minderheid klampt zich steeds vaster aan Stalin als aan een veiligheidsanker. De anderen kijken in het rond op zoek naar een nieuwe positie-verzekering. De Bjessedovky’s, Agabekov’s, Dmitrievsky’s, bedorven carrièrezoekers, handige schurken, honderd procent zwendelaars — hoevelen zijn er in het apparaat — gluren in het rond naar de dichtst bij zijnde schutting, waarover zij de sprong kunnen wagen in het kamp van de klassevijand. De eerlijke elementen in het apparaat — zij vormen een meerderheid, gelukkig — luisteren naar de stemmen van onderop, vergelijken de stadia, die gepasseerd zijn en de afgedankte leuzen der jaren 1923-26-28-30-32 — al deze zigzags van bureaucratische blindheid — en constateren voor zichzelf het afschuwelijke feit, dat de stalinistische ‘generale lijn’ niets anders is dan een legende, een illusie, een nevelige schaduw van de weifelingen van het apparaat zelve. Aldus wordt het hoofdstuk aangevangen, waarin de rekening op gemaakt zal worden betreffende de wijziging van de grondslagen van het wetenschappelijk socialisme en de onbeschaamde overtreding der partijbeginselen.

De fouten en misdaden door de bureaucratie gedurende negen jaren gepleegd zijn niet ongestraft voorbijgegaan.

Het stalinistische systeem nadert een beslissende crisis. De episode met de ‘half-trotskist’ Yaroslavsky zou absoluut onmogelijk geschenen hebben een jaar of anderhalf jaar geleden, toen ik schreef over het ‘eerste scheuren in het apparaat.’ Nu is er niemand, die zich over dit voorval verbaast, integendeel, het wordt geaccepteerd als een onmiskenbaar symptoom van een dieper proces. Het stalinistische apparaat heeft opgehouden het stalinistische apparaat te zijn. Het is geworden tot een systeem van tegenstellingen en breuken. Naarmate de arbeiders steeds ongeduldiger worden t.o.v. de bureaucratische tirannie, zal ook het apparaat voortdurend meer wantrouwend worden tegenover de door Stalin uitgeoefende leiding; deze twee processen zijn met elkaar verbonden. Des te heftiger daarom zal de op een hoop gedreven stalinistische fractie gedwongen worden te vechten voor het behoud van haar leidende positie. Gij begint de strijd tegen het ‘trotskisme’ onder de vlag van de ‘oude bolsjewistische garde’. Tegenover het valse voorwendsel, uitgevonden door u zelve, van een éénhoofdige leiding van Trotski’s zijde stelde gij als tegenwicht “de collectieve leiding van het leninistische Centrale Comité.” Wat is er overgebleven van de collectieve leiding en van het leninistische Centrale Comité? Het apparaat, onafhankelijk van de arbeidersklasse en van de partij, bereidde de weg voor de dictatuur van Stalin onafhankelijk van het apparaat. Thans trouw aan het ‘Leninistische Centrale Comité’ te zweren zou gelijk staan met openlijk de vlag van de opstand te hijsen. De enige aanvaardbare loyaliteitsverklaring is een eed in de naam van Stalin. Spreker, propagandist, journalist, theoreticus, pedagoog, of sportman — hij moet in zijn speech, artikel of lezing de frase inlassen betreffende de onfeilbaarheid der politiek van het Centraal Comité ‘onder leiding van Stalin.’ Dit betekent de onfeilbaarheid van Stalin rijdend op de rug van het Centraal Comité. Ieder partijlid en sovjetemployee, vanaf de president van de Raad van Volkscommissarissen tot aan de eenvoudige provinciale klerk, moet in het openbaar een eed afleggen, hierop neerkomende, dat in geval van onenigheid tussen het Centraal Comité en Stalin, hij, de ondergetekende, hulp zal verlenen aan Stalin tegen het CC. Tot dit peil zijn nu praktisch de reglementen van de partij en de Sovjetgrondwet gereduceerd.

Deze dingen gaan steeds verder. Het officiële jubileumartikel betreffende het Rode Leger (23 februari) verklaart dat de ‘Communistische Partij’ met haar leninistisch Centraal Comité, geleid door kameraad Stalin, de leider is van alle gewapende troepen der Sovjet-Unie.

Dit betekent, dat als op zekere dag de partij niet langer prijs stelt op dit kostbare leiderschap, het Rode Leger steun zal moeten verlenen aan Stalin tegen de partij. Het verbinden van Stalins naam aan de eed kan geen andere betekenis hebben. Dit is een nieuw stadium in een systematische, planmatige, aanhoudende voorbereiding van het bonapartisme. Herleest de geschiedenis! Toen gij de strijd in de partij begon onder de naam van strijd tegen het ‘trotskisme’, vormde gij in het officiële Politburo een geheim Politburo, of ‘de zeven’ — tegen mij.

Gij had uw geheime vergaderingen, uw geheime discipline apart van de partij, uw geheime code voor communicaties met samenzweringsagenten in de provincies. De hetze tegen Trotski en het ‘trotskisme’ ging parallel met de verstikking der onafhankelijkheid van de partij; het een zowel als het andere was noodzakelijk, wilde de bureaucratie kunnen triomferen.

Nu wordt op een nieuw historisch toneel soortgelijk werk verricht, echter in een karikaturale bonapartistische vorm. Ongetwijfeld heeft de bekrompen stalinfractie haar eigen geheime staf, leuzen, wachtwoorden, agenten en codes; de samenzwering tegen het apparaat wordt met volle kracht voortgezet, terwijl het apparaat op zijn beurt nog steeds samenzweert tegen de partij. De ondermijning van onderop van Stalins despotisme, dwingt dit steeds concreter vorm aan te nemen. De partij dreigt tussen beiden te komen in het conflict dat begonnen is tussen Stalin en het apparaat. Zij moet tussenbeide komen, opdat voorkomen worden dat de klassevijand ingrijpt. De partij te helpen op krachtdadige wijze tussenbeide te treden, dat is het doel der Linkse Oppositie. Het is juist om deze reden, dat Stalin in dodelijke angst verkeert. Hij wil de partij volkomen wurgen, voordat hij afrekent met het apparaat. Dat is de reden waarom de zeventiende partijconferentie onthaald werd op een nieuwe campagne tegen het ‘trotskisme’. Daarom was deze conferentie slechts te beschouwen als het voorlezen der presentielijst van hen die trouw zijn aan Stalin. En daarom was het noodzakelijk de conferentie compleet te maken door uw besluit van 20 februari. De betekenis van deze politiek is, dat iedere nieuwe slag tegen de partij gericht niet te scheiden is van een aanval op het ‘trotskisme’. Hierin ligt de kracht van de oppositie. Hierin ligt tevens de ondergang van Stalin.

Gij hebt lang geleden de innerlijke partijdemocratie vervangen door ‘zelfkritiek.’ In het begin betekende dit, dat men iedereen mocht bekritiseren behalve het Centraal Comité. Later betekende dit, slechts diegenen mogen bekritiseerd worden, waartoe door het CC opdracht gegeven is, dat zij bekritiseerd moeten worden. Nu betekent dit, dat men iedereen mag bekritiseren, behalve Stalin en dat men moet hitsen tegen elk lid van het CC die niet zweert bij de naam van Stalin. Verheven boven de partij, boven het apparaat en boven de kritiek — staat Stalin. De wet van zijn onfeilbaarheid neemt het karakter aan, van terugwerkende kracht te zijn. De geschiedenis der partij is herschapen rond de stalinistische onfeilbaarheid als om een nieuwe as. Een ieder, die er niet in geslaagd is, zichzelf opnieuw te wapenen, valt onverbiddelijk onder het mes.

Het werd noodzakelijk geacht een revolutionaire partij, gebaseerd op een wetenschappelijke leerstelling en een grote traditie, om te bouwen tot een tempel waar Kaganovitch, in de rol van hogepriester wierook brandt voor de afgod van eeuwige volmaaktheid. Het enige, dat ontbreekt om dit systeem compleet te maken, is dat het dogma der onbevlekte ontvangenis toegevoegd wordt aan het dogma der onfeilbaarheid. Bestaat er iets dat kwaadaardiger, meer vernederend of schandelijker is, dan de invoering van supermonarchistische heerschappij in de partij van het proletariaat? Misschien weet gij niet waartoe dit leidt: herleest de geschiedenis! Het dogma der levenslange onfeilbaarheid is de meest onweersprekelijke, schandelijkste bevestiging van het feit dat Stalins bestuur in onverzoenlijke tegenstelling is met de economische, politieke en culturele ontwikkeling der sovjetdemocratie en — wat niet minder belangrijk is — met de problemen, waarmede de voorhoede van het wereldproletariaat te kampen heeft. Denkt er eens over na, dat slechts vijftien jaren na de Oktoberrevolutie aan het hoofd der Komintern, — Manuilsky staat. Gij kent deze persoon precies als ik. Niemand van ons heeft hem ooit serieus genomen. Op alle kritieke ogenblikken weifelde hij, was hij verward en trok zich terug: altijd en overal zocht hij een meester. In 1918 verklaarde hij in drukvorm, dat Trotski het bolsjewisme behoed heeft voor nationalistische tendensen. In 1923, nogmaals in drukvorm, noemde hij Lenin en Trotski de scheppers van de theorie en praktijk der Communistische Internationale. Gij zult zeggen, dat hij toen gedreven werd door motieven van persoonlijke aard? Ik wil dat niet tegenspreken. Maar in dit geval heeft hij mis gerekend. ‘De drie’ stelden aan Manuilsky een ultimatum: een campagne te beginnen tegen Rakovski, die algemeen gewaardeerd werd, of vernietigd te worden. Gij kent Manuilsky: hij koos het eerste. En nu — het is angstig om het te beseffen — Manuilsky is de leider van de Komintern!

De strategie van Marx en Lenin, de historische ervaringen van het bolsjewisme, de grote lessen van 1917 — alles is verwrongen, verminkt, bezoedeld. De jongste fouten van de bureaucratie worden niet onthuld of weerlegd, — zij worden vervormd tot een verplichtende traditie en dienen op iedere bocht van de weg als voetangels en klemmen.

De leiding der Komintern is verworden tot een georganiseerde sabotage van de internationale proletarische revolutie. Haar misdaden zijn ontelbaar. Thans wordt voor uw ogen de verschrikkelijkste van alle misdaden voorbereid.

De theorie van het sociaalfascisme, waarbij de domheid van Stalin gekoppeld werd aan de onverantwoordelijkheid van Manuilsky, is de strop geworden rond de nek van het Duitse proletariaat. Gedreven door de zweep der stalinistische kliek, verleent het miserabele, geschrokken partijbestuur der KPD directe hulp aan de Duitse sociaal democratie, die de Duitse arbeidersklasse verried om haar te doen slachtofferen door Hitler. Denkt gij dat het vervalste vod papier van 20 februari de ontwikkeling der bolsjewistische kritiek zal doen eindigen? Ons zal verhinderen onze plicht te vervullen? Onze aanhangers zal doen afschrikken?

Reeds zijn er in niet minder dan twintig landen, kaders van bolsjewisten die volkomen terecht zichzelf beschouwen als de instandhouders van de marxistische traditie, de school van Lenin en de grondslagen van de Oktoberrevolutie. Gij kunt hen niet tot zwijgen brengen!

Natuurlijk heeft Stalin thans nog niet zijn laatste praktische zeggenschap gehad. De in zijn arsenaal aanwezige middelen zijn bekend: Lenin woog en karakteriseerde deze. Echter deze middelen zijn nu nog slechts toereikend ten behoeve van persoonlijke wraakoefening. De slagen toegebracht aan de oude onwankelbare strijder Rakovski, het neerschieten van de ‘verrader’ Bloemkin en diens vervanging door de echte stalinist Agabekov, het schieten op bolsjewieken die in de cellulaire gevangenissen zitten opgesloten, de zeer bescheiden en onopgemerkte hulp, die aan klassevijanden wordt verleend tegenover een revolutionaire tegenstander... om deze dingen te kunnen uitvoeren, is het stalinistische arsenaal nog toereikend. Echter, meer dan dat kan het niet! Gij kent Stalin even goed als ik. Velen van uw hebben, in gesprekken met mij of met personen uit mijn omgeving, meer dan eens Stalin beoordeeld en zonder zich dienaangaande illusies te vormen. De kracht van Stalin lag nimmer bij zijn persoon, doch altijd bij het apparaat; of slechts bij hem in zoverre als hij de algehele belichaming was van het bureaucratische mechanisme. Afgescheiden van het apparaat, of met het apparaat als tegenwicht — is Stalin slechts een ledige ruimte. De man die gisteren het symbool van bureaucratische macht was, zal morgen in de ogen van allen het symbool zijn van het bureaucratische bankroet. Het is tijd om de stalinistische legende af te schaffen. Noodzakelijk is dat men zichzelf toevertrouwt aan de arbeidersklasse en haar werkelijke, (geen namaak) partij.

Leest nogmaals de resoluties van het Centraal Comité voor de jaren 1926 en 1927, leest nogmaals de verklaringen der Oppositie, gij hebt een vollediger stel documenten dan ik heb. Gij zult dan opnieuw overtuigd worden dat de gehele evolutie der partij, het apparaat en de stalinistische kliek, door ons voorspeld waren. Alle mijlpalen waren van tevoren aangegeven. De ontbinding van het stalinistische systeem geschiedt precies op de manier, zoals die door de Oppositie aangeduid was. Wenst gij dezen weg verder te volgen? Echter deze weg leidt niet verder. Stalin heeft u in een impasse gebracht. Gij kunt niet naar buiten uit komen zonder het stalinisme te liquideren. Gij moet vertrouwen stellen in de arbeidersklasse, de proletarische voorhoede de gelegenheid geven om door vrije kritiek vanaf de top tot aan de onderste lagen, het gehele Sovjetsysteem in ogenschouw te nemen en dit onmeedogenloos te zuiveren van al de verzamelde afval. Het is tijd tenslotte, om het laatste urgente advies van Lenin op te volgen nl. Stalin te verwijderen. Aan het werk voor de vernieuwing der partij en de sovjetdemocratie is de Linkse Oppositie ten allen tijden bereid een direct aandeel te nemen. Zij is het vertrouwen waardig. Zij vertegenwoordigt een corps van revolutionairen, die met geheel hun hart verknocht zijn aan de dictatuur van het proletariaat. Zij zijn het kostbaarste zuurdesem voor de onderdrukte, verscheurde partij, die van bovenaf ondermijnd wordt door bonzendom en slaafsheid.

Grote problemen worden er door de geschiedenis wederom op de dagorde geplaatst: in het Verre Oosten en speciaal in Centraal Europa met name in Duitsland. Wanneer er een grote politiek gevoerd moet worden, maakt Stalin zich daar van af met kleinzielige politiemaatregelen. De Oppositie zal over het besluit van 20 februari heenstappen, zoals een arbeider op weg naar het werk heen stapt over een modderpoel.

Bolsjewieken-leninisten, voorwaarts!

Prinkipo, 1 maart, 1932.

_______________
[1] Vertaald uit de Amerikaanse Militant van 2 en 9 april 1932.