Leon Trotski

De Russische revolutie


Bron: onbekend. Wellicht is dit een vertaling vanuit het Duitse origineel, gedaan door een Vlaming. Het betreft hier een toespraak van Trotski gehouden in Kopenhagen, november 1932.
Deze versie: verkregen via Adrien Verlee, bewerkt door Maarten Vanheuverswyn na vergelijking van de Duitse uitgave en de Engelse vertaling.
HTML: Maarten Vanheuverswyn, voor het Marxists Internet Archive, juli 2004


Geachte toehoorders,

Laat mij toe van het begin af mijn eerlijke spijt uit te drukken dat ik niet de mogelijkheid heb in het Deens te spreken voor een hoorzaal in Kopenhagen.

Laat ons niet afvragen of de toehoorders er iets aan verliezen. Wat de spreker betreft, de onwetendheid van de Deense taal belet hem om het Scandinavische leven en de Scandinavische literatuur onmiddellijk en uit eerste hand te volgen in het origineel. En dat is een groot verlies!

De Duitse taal waartoe ik hier mijn toevlucht moet nemen is machtig en rijk. Maar mijn ‘Duitse taal’ is tamelijk beperkt. Overigens, in verband met ingewikkelde kwesties kan men zich alleen maar met de noodzakelijke vrijheid uitdrukken in zijn eigen taal. Bijgevolg moet ik dus van nu af een beroep doen op de toegevendheid van het publiek.

Ik was een eerste maal in Kopenhagen op het Internationaal Socialistisch Congres en ik nam de beste herinneringen van uw stad met mij mee. Maar dit dateert al van een kwarteeuw geleden. In de Ore-Sund en in de fjorden is sindsdien het water al dikwijls veranderd. Maar niet alleen het water. De oorlog heeft de ruggengraat gebroken van het oude Europese continent. De stromen en meren van Europa hebben veel mensenbloed meegevoerd, vooral het Europese gedeelte heeft zware beproevingen doorstaan, het is somberder en ruwer geworden. Al de vormen van strijd zijn wranger geworden. De wereld is een tijdperk ingegaan van grote verandering. De extreme uitdrukking daarvan is de oorlog en de revolutie.

Alvorens aan het thema van mijn voordracht te beginnen — de Russische Revolutie — wil ik de organisatoren van de vergadering bedanken, nl. de Vereniging van de Sociaaldemocratische Studenten van Kopenhagen. Ik doe dit als een politieke tegenstander. Maar het is zo dat mijn voordracht wetenschappelijk-historische taken najaagt en geen politieke. Dit onderstreep ik dan ook vanaf het begin. Maar het is onmogelijk te spreken over een revolutie, waaruit de Sovjetrepubliek ontstaan is, zonder een politieke positie in te nemen. In mijn hoedanigheid van spreker blijft mijn vaandel dezelfde als diegene waaronder ik heb deelgenomen aan de revolutionaire gebeurtenissen.

Tot aan de oorlog behoorde de bolsjewistische partij aan de sociaaldemocratische Internationale. Maar 4 augustus 1914 heeft de stemming van de Duitse sociaaldemocratie voor de oorlogskredieten voor eens en altijd een einde gemaakt aan deze band en heeft dit geleid tot het tijdperk van de onophoudelijke en onverzoenlijke strijd van het bolsjewisme tegen de sociaaldemocratie. Betekent dit dat de organisatoren van deze vergadering een vergissing begaan met mij als spreker uit te nodigen? Daarover zullen de toehoorders slechts kunnen oordelen na mijn voordracht. Om mijn aanvaarding van de vriendelijke uitnodiging om een exposé te houden over de Russische revolutie te rechtvaardigen, veroorloof ik mij te herinneren dat gedurende de 35 jaar van mijn politiek leven, het thema van de Russische revolutie de praktische en theoretische spil uitmaakt van mijn bezigheden en mijn acties. Mogelijk geeft me dit een zeker recht te hopen dat ik erin zal slagen om niet alleen mijn vrienden en vriendinnen te helpen, maar ook mijn tegenstander, op zijn minst ten dele, om verscheidene trekken van de revolutie te vatten die tot vandaag toe aan de aandacht ontsnapten.

Het doel van mijn voordracht is nochtans om te helpen begrijpen. Ik stel mij hier niet voor de revolutie te verspreiden, noch om tot revolutie op te roepen. Ik wil de revolutie uitleggen.

Laat ons beginnen met enkele elementaire sociologische principes waarmee we ongetwijfeld vertrouwd zijn, maar die, terug in het geheugen gebracht, ons zullen helpen om een complex fenomeen als de revolutie te begrijpen.

De materialistische opvatting van de geschiedenis

De menselijke samenleving is een historisch bepaalde samenwerking in de strijd om het bestaan en behoud der generaties. De aard van een samenleving wordt bepaald de economie. De aard van de economie wordt bepaald door de arbeidsmiddelen.

Elk groot tijdperk in de ontwikkeling van de productiekrachten kent een overeenkomstig regime. En elk regime had zijn enorme voordelen voor de heersende klasse.

Maatschappelijke regimes zijn niet eeuwig, ze zijn historisch, en verworden tot een rem op de verdere vooruitgang. Al wat verrijst wordt vernietigd.

Geen enkele heersende klasse echter heeft al goedschiks en vredevol afstand genomen van haar voordelen. Bij vraagstukken van leven en dood zijn de argumenten van de rede altijd al vervangen door de argumenten van de macht. Zo is het, en we hebben er mee te leven.

De betekenis van revolutie

De revolutie betekent een verandering van de sociale orde. Ze draagt de macht over in de handen van een andere klasse die in opgang is. De opstand vormt het meest kritische en meest scherpe moment in de strijd om de macht van twee klassen. Het oproer kan alleen maar tot een reële overwinning van de revolutie en tot oprichting van een nieuw regime leiden wanneer dit oproer kan rekenen op een progressieve klasse die geschikt is om rondom haar de verpletterende meerderheid van het volk te groeperen.

In tegenstelling tot de ontwikkeling in de natuur wordt de revolutie bewerkstelligd door mensen, met mensen. Maar in de loop van de revolutie handelen de mensen onder invloed van sociale omstandigheden die niet vrijelijk door hen gekozen zijn, maar die geërfd zijn van het verleden en die hun dwingend de weg wijzen. Het is juist hierdoor en alleen maar hierdoor dat de revolutie haar eigen wetten heeft.

Maar het menselijk geweten weerspiegelt niet passief de objectieve omstandigheden. Ze heeft de gewoonte actief op deze te reageren. Op zekere momenten neemt deze reactie een gespannen, gepassioneerd en massaal karakter aan. De hinderpalen van het recht en van de macht worden omvergeworpen. Precies de actieve tussenkomst van de massa’s in de gebeurtenissen maakt het meest essentiële element uit van de revolutie.

Maar zelfs de meest vurige activiteit kan op het niveau van een betoog, van een opstand blijven steken, zonder zich te verheffen tot de hoogte van een revolutie. De massale opstand van de massa’s moet leiden tot een omkering van de heerschappij van een klasse en de oprichting van de heerschappij van een andere. Het is dan pas dat we een voltooide revolutie hebben. De massale opstand is geen geïsoleerde poging die men kan vaststellen naar zijn smaak. De opstand geeft een element weer dat objectief bedongen is in de ontwikkeling van de revolutie, zoals de revolutie een ontwikkeling is die objectief bedongen is in de ontwikkeling van de maatschappij. Maar indien de voorwaarden van de opstand bestaan, dan moet men niet passief met open mond staan wachten. Ook in de menselijke zaken is er zoals Shakespeare zegt eb en vloed. “There is a tide in the affairs of men which, taken at the flood, leads on to fortune.”

Om het zichzelf overlevende regime weg te vegen, moet de progressieve klasse begrijpen dat haar uur geslagen is en zich de verovering van de macht als taak stellen. Hier wordt het veld van de bewuste revolutionaire actie betreden, waar de vooruitzicht en berekening verbonden worden aan bereidwilligheid en stoutmoedigheid. Anders gezegd: hier opent zich het veld van de actie, van de partij.

De ‘coup d’état’

De revolutionaire partij verzamelt in zich het beste van de progressieve klasse. Zonder een partij die geschikt is om zich te oriënteren in de omstandigheden, om de loop en het ritme van de gebeurtenissen te waarderen en om op tijd het vertrouwen van de massa’s te veroveren, is de overwinning van de proletarische revolutie onmogelijk. Dit is het verband van de objectieve en de subjectieve factoren van de revolutie en de opstand. Zoals u het weet, in discussies — in het bijzonder de theologische -, hebben de tegenstanders de gewoonte regelmatig de wetenschappelijke waarheid te kleineren door haar tot in het absurde door te trekken. In de logica wordt dit een reductio ad absurdum genoemd. Wij gaan proberen de omgekeerde weg te volgen, het is te zeggen, wij gaan als uitgangspunt een absurditeit nemen om ons dichter bij de waarheid te voegen. In ieder geval, men mag zich niet beklagen over een gebrek aan absurditeiten. Laat ons een van de recentste, een van de meest ruwe, nemen.

De Italiaanse schrijver Malaparte, zoiets als een fascistische theoreticus — die bestaan er ook — heeft onlangs een boek uitgegeven over de techniek van een staatsgreep. Natuurlijk besteedt de auteur een groot deel van zijn ‘onderzoek’ aan de Oktoberrevolutie.

In tegenstelling met Lenins ‘strategie’, die verbonden blijft aan de sociale en politieke omstandigheden van het Rusland van 1917, “laat de tactiek van Trotski” — volgens Malaparte — “zich helemaal niet tegenhouden door de algemene omstandigheden van het land.” Dit is het voornaamste idee van het werk! Malaparte dwingt Lenin en Trotski in de pagina’s van zijn boek vele dialogen te voeren vervuld van evenveel geestelijke diepgang als de natuur Malaparte alleen ter beschikking heeft gesteld. Op de tegenwerpingen van Lenin over de sociale en politieke premissen van de opstand schrijft Malaparte zogezegd aan Trotski letterlijk het volgende antwoord toe: “Uw strategie vereist te veel gunstige voorwaarden, de opstand heeft niets nodig, ze heeft aan zichzelf genoeg” Hoort u? “De opstand heeft niets nodig!” Dit, geachte toehoorders, is precies de absurditeit die ons dichter bij de waarheid dient te brengen. De auteur herhaalt nadrukkelijk dat in Oktoberrevolutie niet de strategie van Lenin maar de tactiek van Trotski heeft getriomfeerd. Deze tactiek bedreigt nu nog, volgens zijn eigen zeggen, de rust van de Europese staten. “De strategie van Lenin”, zo citeer ik woord voor woord, “maakt geen enkel onmiddellijk gevaar uit voor de regeringen van Europa. De tactiek van Trotski maakt een actueel en zodoende een permanent gevaar voor hen uit.”

Concreter: “Zet Poincaré in de plaats van Kerenski en de bolsjewistische staatsgreep van oktober 1917 was evengoed geslaagd”. Het is moeilijk te geloven dat zo een boek in verscheidene talen vertaald en ernstig onthaald is.

Tevergeefs zouden wij proberen ontdekken waarom in het algemeen de strategie van Lenin, afhangend van historische voorwaarden, nodig is als de ‘tactiek van Trotski’ toelaat dezelfde zaak op te lossen in elke situatie. En hoe komt het dat zegevierende revoluties zo zeldzaam zijn als ze, voor hun welslagen, maar nood hebben aan een paar kleine technische recepten?

De dialoog tussen Lenin en Trotski voorgesteld door de fascistische schrijver, is in de geest en in de vorm een dwaze fantasie van het begin tot aan het einde. Zulke fantasieën circuleren maar al te vaak in de wereld. Zo is er nu in Madrid een boek gedrukt onder mijn naam, La Vita del Lenin (Het leven van Lenin) waarvoor ik even weinig verantwoordelijk ben als voor de tactische recepten van Malaparte. Het Madrileense weekblad Estampa stelde dit zogezegde boek van Trotski over Lenin voor in volledige hoofdstukken, die vreselijke beledigingen bevatten tegen de gedachtenis van een man die ik waardeerde en onvergelijkbaar meer waardeer dan wie ook van mijn tijdgenoten. Maar laat ons de valsaards overlaten aan hun lot. De oude Wilhelm Liebknecht, de vader van strijder en onsterfelijke held Karl Liebknecht, herhaalde graag: een revolutionair politicus moet voorzien zijn van een dikke huid. Dokter Stockman raadde diegene die tegen de sociale mening in wenst te gaan, nog nadrukkelijker aan geen nieuwe broek aan te doen. Wij nemen deze twee goede raadgevingen op en gaan over tot de dagorde.

De oorzaken van Oktober

Welke vragen roept de Oktoberrevolutie op bij de nadenkende mens?

(1) Waarom en hoe is de revolutie geslaagd? Concreet: Waarom heeft de proletarische revolutie getriomfeerd in een van de meest achtergestelde landen van Europa? (2) Wat heeft de Oktoberrevolutie gebracht? En ten slotte (3), heeft zij getoond wat zij kan?

Op de eerste vraag, in verband met de oorzaken, kan men al min of meer volledig antwoorden. Ik heb geprobeerd om het zo expliciet mogelijk te doen in mijn Geschiedenis van de Russische revolutie. Hier kan ik alleen maar de belangrijkste conclusies formuleren.

De wet van de ongelijke ontwikkeling

Het feit dat het proletariaat voor de eerste maal aan de macht is gekomen in een land zo achtergesteld als het oude tsaristische Rusland schijnt alleen maar mysterieus bij een eerste aanblik. In werkelijkheid is dat helemaal logisch. Men kan het voorzien en men heeft het voorzien. Meer nog, op het perspectief van dit feit bouwden de marxistische revolutionairen lange tijd hun strategie voor de beslissende gebeurtenissen.

De eerste verklaring is de meest algemene: Rusland is een achtergesteld land maar is alleen maar een deel van de wereldeconomie, een element van het kapitalistische wereldsysteem. In deze zin heeft Lenin het raadsel van de Russische revolutie opgelost door de kernachtige formule: “de ketting is gebroken in haar zwakste schakel.”

Een duidelijke illustratie: de oorlog van 1914, gegroeid uit de tegenstellingen van het wereldimperialisme, betrok in zijn maalstroom alle landen die zich op verschillende ontwikkelingsniveaus bevonden, maar stelde wel dezelfde eisen aan alle deelnemers. Het is duidelijk dat de lasten van de oorlog vooral ondraaglijk moesten zijn voor de meest achtergestelde landen. Rusland was als eerste gedwongen om het terrein af te staan. Maar om zich af te scheiden van de oorlog moest het Russische volk de heersende klassen bevechten. Zo breekt de ketting van de oorlog in zijn zwakste schakel.

Maar de oorlog is geen catastrofe die van buitenaf komt zoals een aardbeving, het is om het te zeggen met de oude Clausewitz, de voortzetting van de politiek met andere middelen. Tijdens de oorlog kwamen de voornaamste neigingen van het imperialistische systeem van de ‘tijd van de vrede’ alleen maar meer op de voorgrond. Hoe beter ontwikkeld de algemene productiekrachten zijn, hoe meer gespannen de wereldconcurrentie, hoe scherper de antagonismen, hoe teugellozer de bewapeningsstrijd, en nog erger is deze situatie voor de zwakste deelnemers. Het is juist daarom dat de achtergestelde landen de eerste plaats bezetten in de serie van de instortingen. De ketting van het wereldkapitalisme heeft altijd de neiging te breken aan de zwakste schakel.

Als gevolg van buitengewoon ongunstige voorwaarden (bijvoorbeeld een zegevierende ‘militaire’ tussenkomst van buitenaf of onherstelbare fouten van de Sovjetregering zelf) zou het Russische kapitalisme zich herstellen op het enorme Sovjetterritorium, zou dan haar onvermijdelijke historische onmacht laten zien, en zou het kapitalisme binnenkort opnieuw het slachtoffer worden van dezelfde tegenstrijdigheden die haar in 1917 tot de explosie geleid hebben. Geen enkel tactisch middel zou leven kunnen geven aan de Oktoberrevolutie als Rusland ze niet in haar lichaam had gedragen. De revolutionaire partij kan alleen maar aanspraak maken op de rol van vroedvrouw die haar toevlucht moet nemen tot een keizersnede.

Men zou mij kunnen verwijten: uw algemene beschouwingen kunnen voldoende uitleggen waarom het oude Rusland, dit land waar het achterlijke kapitalisme bij een miserabele boerenstand bekroond was door een parasitaire adel en een verrotte monarchie, schipbreuk moest leiden. Maar in het beeld van de ketting en de zwakste schakel mist men nog altijd de sleutel van het raadsel zelf. Hoe komt het dat in een achtergesteld land de socialistische revolutie kan triomferen? Maar de geschiedenis kent vele voorbeelden van het verval van landen en culturen met het simultane verval van de oude klassen waarvoor geen enkele progressieve aflosser gevonden was. Het verval van het oude Rusland had op het eerste gezicht het land in een kapitalistische kolonie moeten transformeren, veeleer dan in een socialistische staat.

Deze tegenwerping is zeer interessant. Ze brengt ons onmiddellijk tot de kern van het probleem. En nochtans is deze bedenking gebrekkig, ik zou zeggen ontdaan van interne proportie. Van de ene kant komt ze van een overdreven opvatting over de achterstand van Rusland, van de andere kant van een verkeerde theoretische opvatting over het fenomeen van historische achterstand in het algemeen.

Levende wezens, uiteraard ook mensen, maken volgens hun leeftijd stadia van gelijkaardige ontwikkeling door. Bij een normaal kind van vijf jaar vindt men een zekere overeenkomst tussen het gewicht, de omtrek van de taille en de interne organen. Maar dit is helemaal anders bij het menselijke bewustzijn. In tegenstelling met de anatomie en de fysiologie onderscheidt de psychologie, zowel deze van het individu als deze van de gemeenschap zich door de buitengewone geschiktheid tot assimilatie, door de soepelheid en elasticiteit; hierin bestaat ook het aristocratische voordeel van de mens op zijn meest nabije zoölogische verwanten, de apen. De ontvankelijke en flexibele psyche verleent als noodzakelijke voorwaarde voor historische vooruitgang aan de sociale ‘organismen’, in tegenstelling met de echte organismen, namelijk de biologische, een buitengewone veranderlijkheid van de interne structuur. In de ontwikkeling van naties en staten, de kapitalistische staten in het bijzonder, is er noch gelijkheid noch eenvormigheid. Verschillende graden van cultuur, zelfs polaire tegengestelden, komen dichter bij elkaar en combineren zich in het leven van een en hetzelfde land.

De wet van gecombineerde ontwikkeling

Laat ons niet vergeten, beste toehoorders, dat historische achtergesteldheid een relatieve notie is. Als er achtergestelde en geavanceerde landen zijn, dan is er ook een wederkerige beïnvloeding tussen die landen en is er druk van die landen die voorop liggen op diegene die achtergesteld zijn; er is de noodzakelijkheid voor landen die achterop liggen om de vooruitstrevende landen te vervoegen, om de techniek en wetenschap van hen te ontlenen. Zo ontstaat er een gecombineerd type van ontwikkeling: trekken van achtergesteldheid worden gecombineerd met de laatste ontwikkelingen in de wereldtechniek en gedachten. Ten slotte is het zo dat de landen die economisch achterop liggen, soms genoodzaakt zijn om de andere voorbij te steken om hun achterstand te boven te komen.

De soepelheid van het collectieve bewustzijn zorgt er in zekere omstandigheden voor dat in het sociale strijdperk het resultaat bereikt kan worden dat men in de individuele psychologie de compensatie noemt. In deze zin kan men zeggen dat de Oktoberrevolutie voor de Russische volkeren een heroïsch middel is geweest om hun eigen economische en culturele ondergeschiktheid te boven te komen.

Maar laat ons voorbijgaan aan deze historisch-politieke veralgemeningen, die misschien iets te abstract zijn, om dezelfde vraag te stellen in een concretere vorm, het is te zeggen met betrekking tot de levende economische feiten. De achterstand van het Rusland van het begin van de 20e eeuw komt duidelijker tot uitdrukking in het volgende feit: de industrie bekleedde een kleine plaats in het land, het proletariaat was klein in vergelijking met de boerenstand. In het geheel genomen betekende dit een lage nationale arbeidsproductiviteit. Het volstaat te zeggen dat aan de vooravond van de oorlog, toen het tsaristische Rusland het toppunt van zijn welstand bereikt had, het nationale inkomen acht tot tien maal lager was dan in de Verenigde Staten. Dit legt numeriek de ‘omvang’ uit van de achterstand, als men het woord ‘omvang’ al mag gebruiken met betrekking tot achterstand.

Tezelfdertijd uitte zich in iedere stap op economisch gebied de wet van de gecombineerde ontwikkeling, zowel in de eenvoudige fenomenen als in de complexe fenomenen. Rusland, dat zo goed als geen wegen had, zag zich genoodzaakt spoorwegen te bouwen. Zonder door het Europese ambacht en de manufactuur gegaan te zijn, ging Rusland onmiddellijk over op gemechaniseerde productie. Tussenliggende etappen overslaan is eigen aan landen die achterop liggen.

Terwijl de landbouw veelal op het niveau van de 17e eeuw bleef, bevond de Russische industrie zich - is het niet op gebied van capaciteit, dan toch als type - op het niveau van de geavanceerde landen en stak ze soms voorbij. Het volstaat te zeggen dat de reuzeondernemingen met meer dan duizend werklieden in de Verenigde Staten minder dan 18 procent van het totaal van de industriële werklieden organiseerde en Rusland daarentegen meer dan 41 procent. Dit feit laat zich moeilijk verzoenen met de banale opvatting van de economische achterstand van Rusland. Nochtans spreekt dit feit de achterstand niet tegen, het verdedigt dit op een dialectische manier.

De klassenstructuur van het land had ook hetzelfde tegenstrijdige karakter. Het financiekapitaal van Europa industrialiseerde de Russische economie aan een versneld tempo. De industriële bourgeoisie verkreeg terstond het karakter van het grootkapitaal en werd een vijand van het volk. Bovendien leefden de vreemde aandeelhouders buiten het land. De arbeiders daarentegen waren natuurlijk Russen. Tegenover een numeriek zwakke Russische bourgeoisie, die geen sociale wortels had, stond een relatief sterk proletariaat met diepe wortels in het volk.

Bovenop het revolutionaire karakter van het proletariaat komt nog dat Rusland, dat juist als achtergesteld land de tegenstanders moest vervoegen, er niet toe gekomen was een sociaal conservatisme, of een eigen politiek, uit te bouwen. Als meest conservatief land van Europa, zelfs van heel de wereld, geeft Engeland, het oudste kapitalistische land, mij gelijk. Het land van Europa dat het meest vrij is van conservatisme is naar alle waarschijnlijkheid Rusland. Het Russische proletariaat, jong, fris, vastberaden, besloeg echter nog altijd maar een kleine minderheid van de natie. De reserves van haar revolutionaire macht bevonden zich buiten het proletariaat zelf. In de boerenstand, die leefde in half-lijfeigenschap, en in de onderdrukte nationaliteiten.

De boerenstand

Het agrarische vraagstuk maakte de basis uit van de revolutie. De oude staatsmonarchistische lijfeigenschap was tweemaal zo ondraaglijk in de omstandigheden van de nieuwe kapitalistische uitbuiting. De agrarische gemeenschap bedroeg ongeveer 140 miljoen dessiatienen. Maar 30.000 grootgrondbezitters met ieder een gemiddelde van meer dan 2.000 dessiatienen kwam op een totaal van 7 miljoen dessiatienen, wat zoveel is als ongeveer 10 miljoen boerenfamilies. Deze landstatistieken vormden de grondslag voor het programma van de opstand van de boeren.

De edelman Boborkin schreef in 1917 aan de kamerheer Rodsjanko, de voorzitter van de laatste Doema van de staat: “Ik ben een grootgrondbezitter en het kan er bij mij niet in dat ik mijn land zou moeten verliezen, en dan nog voor een ongelooflijk doel, om met de socialistische leer te experimenteren.” Maar de revoluties hebben juist als taak te voltooien wat niet tot de heersende klassen doordringt.

In de herfst van 1917 was bijna het hele land in de greep van boerenopstanden. Op de 642 districten van het oude Rusland waren er 482, dat is 77 procent, gegrepen door de beweging. De weerglans van het oproer van het dorp verlichte het strijdperk van de opstand in de steden. Maar de oorlog van de boeren tegen de grondbezitters, dit gaat u me verwijten, is een van de klassieke elementen van de burgerlijke revolutie en helemaal niet van de proletarische revolutie!

Ik antwoord: helemaal juist, zo was het in het verleden. Maar de onmacht van de kapitalistische maatschappij in een historisch achtergesteld land werd precies duidelijk doordat de opstand van de boeren de klasse van de Russische bourgeoisie niet vooruitduwde, maar hen daarentegen definitief in het kamp van de reactie stootte. Indien de boerenstand niet ten gronde wou gaan, bleef haar niets anders over dan een overeenkomst met het industriële proletariaat te sluiten. Deze revolutionaire vereniging van twee onderdrukte klassen werd door Lenin op geniale manier voorzien en lang voordien voorbereid.

Als het agrarische vraagstuk op een vastberaden manier was opgelost door de bourgeoisie, zou het Russische proletariaat zeker niet in 1917 aan de macht hebben kunnen komen. Maar de Russische bourgeoisie, begerig en laf, was te laat op het toneel verschenen en was het slachtoffer van een vroege vorm van seniliteit, en raakte met geen vinger aan het feodale eigendom. Zo vertrouwde zij echter de macht toe aan het proletariaat en tezelfdertijd het recht te beschikken over het lot van de burgerlijke maatschappij.

De Sovjetstaat kon maar tot stand komen door een combinatie van twee verschillende factoren die historisch verschillend zijn: de boerenoorlog, het is te zeggen een beweging die eigen is aan de opgang van de burgerlijke ontwikkeling, en de proletarische opstand, die het verval van de bourgeoisbeweging aankondigt. Daarin ligt het gecombineerde karakter van de Russische revolutie.

Wanneer hij eenmaal op zijn achterste poten staat, wordt de boerenbeer geducht in zijn driftigheid. Nochtans is hij niet in staat aan zijn woede een bewuste uitdrukking te geven. Hij heeft nood aan een leider. Voor de eerste maal in de geschiedenis van de wereld heeft de oproerige boerenstand in de persoon van het proletariaat een loyale leider gevonden. Vier miljoen industriële en transportarbeiders leidden 100 miljoen boeren. Dat was het natuurlijke en onvermijdelijke verband tussen het proletariaat en de boerenstand in de revolutie.

Het nationale vraagstuk

De tweede revolutionaire kracht van het proletariaat was samengesteld uit onderdrukte naties, die eveneens een vooral overwegende boerenstand hadden. Het uitbreidende karakter van de ontwikkeling van de staat, die zich uitstrekt zoals een vetvlek van Moskou tot aan de omgeving, is nauw verbonden aan de historische achterstand van het land. In het Oosten maakt de achterstand de volkeren die nog meer achterstand hebben afhankelijk om beter de meer ontwikkelde volkeren van het Westen te bedwingen. Aan de 70 miljoen Groot-Russen, die de belangrijkste massa van de bevolking uitmaakten, voegden zich achtereenvolgens 90 miljoen andere buitenlanders.

Zo ontstond het rijk wiens overheersende nationaliteit maar 43 procent van de bevolking uitmaakte, terwijl de andere 57 procent nationaliteiten van verschillende cultuur en regime zijn. De nationale druk was in Rusland onvergelijkbaar brutaler dan in de naburige staten en eigenlijk niet alleen van diegenen die aan de andere kant van de west grens lagen, maar ook van de grens ten oosten. Dit verleende aan het nationaal probleem een enorme explosieve kracht.

De liberale Russische bourgeoisie wou noch in het nationale vraagstuk, noch in het agrarische boven zekere verzuchtingen gaan van het regime van verdrukking en geweld. De ‘democratische’ regeringen van Miliukov en Kerenski die de belangen van de bourgeoisie en van de Groot-Russische bureaucratie weergaven, haastten zich gedurende acht maand van hun bestaan juist om aan de ontevreden naties te laten verstaan: je verkrijgt alleen maar datgene wat je ontrukt door geweld.

Lenin had heel snel de onvermijdelijkheid in overweging genomen van de ontwikkeling van de middelpuntvliedende nationale beweging. De bolsjewistische partij vocht gedurende jaren halsstarrig voor het recht op zelfbeschikking van de naties, het is te zeggen voor het recht op de volledige scheiding van de staat. Het is maar door deze moedige positie in het nationale vraagstuk dat het Russische proletariaat stilaan het vertrouwen kon winnen van de onderdrukte volkeren. De nationale bevrijdingsbeweging keerde zich net als de boerenbeweging krachtig tegen de officiële democratie, versterkte het proletariaat, en wierp zich in het ‘bed’ van de opstand.

De permanente revolutie

Zo onthult zich stilaan voor ons het raadsel van de proletarische opstand in een land dat historisch achterop ligt. Lang voor de gebeurtenissen hebben de marxistische revolutionairen de gang van de revolutie en de historische rol van het jonge Russische proletariaat voorzien. Misschien zal men mij toelaten om hier een uittreksel te geven van mijn eigen werk over het jaar 1905:

“In een land dat economisch achterstaat, kon het proletariaat eerder aan de macht komen dan in een vooruitstrevend kapitalistisch land. (...) De Russische revolutie schept zulke voorwaarden waarin de macht gegeven kan worden (en met de overwinning van de revolutie, gegeven moet worden) aan het proletariaat zelfs voordat de politiek van het bourgeois-liberalisme de mogelijkheid gehad heeft in heel haar omvang, haar genie wat de staat betreft ten toon ten spreiden. (...) Het lot van de meest elementaire revolutionaire belangen is verbonden het lot van de revolutie, het is te zeggen aan het lot van het proletariaat. Het proletariaat dat aan de macht komt zal aan de boerenstand verschijnen als de klassenbevrijdster. (...) Het proletariaat komt de regering binnen als een revolutionaire vertegenwoordiger van de natie, als erkend leider van het volk in de strijd tegen het absolutisme en de barbaarsheid van het lijfeigenschap. (...) Het proletarische regime zal zich vanaf het begin moeten uitspreken voor de oplossing van het agrarische vraagstuk waaraan het vraagstuk verbonden is van het lot van de machtige Russische volksmassa’s”.

Ik heb de vrijheid genomen deze citaten te brengen als bewijs dat de theorie van de Oktoberrevolutie, die door mij vandaag voorgesteld wordt, geen snelle improvisatie is en niet gemaakt is onder de druk van de gebeurtenissen. Nee, deze theorie werd geuit onder de vorm van een politieke pronostiek lang voor de opstand van oktober. U zult akkoord zijn dat de theorie alleen maar in het algemeen waarde heeft in de mate waarin ze helpt de loop van de ontwikkeling te voorzien en haar te beïnvloeden in haar doelstellingen. Hierin bestaat, om in het algemeen te spreken, de onschatbare belangrijkheid van het marxisme als sociaal en historisch oriënteringswapen. Het spijt mij dat het enge kader van de uiteenzetting mij niet toelaat verder in te gaan op de voorgaande citaten, het is daarom dat ik mij tevreden stel met een korte samenvatting van het hele werk van 1905.

“Volgens haar onmiddellijke taken is de Russische revolutie een burgerlijke revolutie. Maar de Russische bourgeoisie is antirevolutionair. Bijgevolg is de overwinning van de revolutie alleen maar mogelijk als de overwinning van het proletariaat. Het zegevierende proletariaat zal echter niet stoppen bij het programma van de burgerlijke democratie, maar zal overgaan op het programma van het socialisme. De Russische revolutie zal de eerste stap worden van de socialistische wereldrevolutie.”

Zo was de theorie van de permanente revolutie die door mij geformuleerd werd in 1905 en sindsdien aan de meest scherpe kritiek blootgesteld werd onder de naam ‘trotskisme’. Of beter gezegd: het is maar een gedeelte van deze theorie. Het andere gedeelte, nu heel actueel, stelt:

“De huidige productieve krachten hebben sinds lang de nationale grenzen overschreden. De socialistische maatschappij is onrealiseerbaar binnen de nationale grenzen. Hoe belangrijk de economische successen ook kunnen zijn van een geïsoleerde arbeidersstaat, toch is het programma van het ‘socialisme in één land’, een kleinburgerlijke utopie. Alleen een Europees verbond, en dan een wereldverbond van socialistische republieken, kan de weg openen naar een harmonische socialistische maatschappij.”

Vandaag, na het bewijs van de gebeurtenissen, zie ik minder redenen dan ooit om mijn theorie te herroepen.

Het bolsjewisme

Na al wat gezegd is, is het dan nog de moeite zich de fascist Malaparte te herinneren, die mij een tactiek toeschrijft los staat van strategie en neerkomt op een reeks technische recepten voor de opstand, die altijd toepasselijk zijn en onder alle meridianen? Het is toch goed dat de naam van de ongelukkige theoreticus van de staatsgreep hem zonder moeite laat onderscheiden van de zegevierende practicus van de staatsgreep. Zo riskeert niemand Malaparte met Bonaparte te verwarren.

Zonder de gewapende opstand van 1917 van 7 november zou de Sovjetstaat niet bestaan. Maar de opstand zelf was niet uit de hemel gevallen. Voor de Oktoberrevolutie waren er een reeks historische premissen noodzakelijk.

1. De verrotting van de oude heersende klassen, van de adel, van de monarchie, van de bureaucratie.
2. De politieke zwakte van de bourgeoisie, die geen enkele wortel had in de massa’s.
3. Het revolutionaire karakter van het agrarische vraagstuk.
4. Het revolutionaire karakter van de onderdrukte nationaliteiten.
5. Het belangrijke sociale gewicht van het proletariaat.

Aan deze organische premissen moet men de zeer belangrijke conjuncturele voorwaarden toevoegen:

6. De revolutie van 1905 was de grote school of, volgens de uitdrukking van Lenin, de generale repetitie voor de revolutie van 1917. De sovjets, als onvervangbare organisatievorm van het enige proletarische front in de revolutie, werden voor de eerste maal gevormd in 1905.
7. De imperialistische oorlog verscherpte alle tegenstellingen, rukte de massa’s die achter lagen uit hun staat van onbeweeglijkheid en bereidde zo het grootse karakter van de catastrofe voor.

Maar al deze voorwaarden, voldoende opdat de revolutie zou uitbreken, waren onvoldoende om de overwinning van het proletariaat in de revolutie te verzekeren. Voor deze overwinning was nog een voorwaarde noodzakelijk.

8. De bolsjewistische partij.

Als ik deze voorwaarde als laatste in de rij opnoem is dit niet omdat dat overeenkomt met het logische gevolg en ook niet omdat ik aan de partij de minst belangrijke plaats toe ken. Nee, ik ben heel ver verwijderd van deze gedachte. De liberale bourgeoisie kan de macht veroveren en heeft ze al dikwijls genomen als resultaat van gevechten waaraan ze niet had deelgenomen. Zij beschikt daarom over grijporganen die prachtig ontwikkeld zijn. Nochtans bevinden de werkzame massa’s zich in een andere situatie; men heeft ze gewoon gemaakt om te geven en niet om te nemen. Ze werken geduldig zolang het gaat. Ze hopen, verliezen geduld, richten zich op, vechten, sterven, brengen de overwinning aan de anderen, worden bedrogen, vervallen in ontmoediging, buigen opnieuw en werken opnieuw. Dat is het verhaal van de volksmassa onder alle regimes. Om vast en zeker de macht in handen te nemen, heeft het proletariaat een partij nodig die de andere partijen ver overtreft in klaarheid van gedachten en in revolutionaire vastberadenheid.

De partij van de bolsjewieken, die men meer dan één keer terecht als de meest revolutionaire partij in de geschiedenis van de mensheid omschreven is, was de levende condensatie van de moderne geschiedenis van Rusland, van alles wat in Rusland dynamisch was. Reeds lang was de val van de monarchie de noodzakelijke voorwaarde voor de ontwikkeling van de economie en van de cultuur geworden. Maar de krachten ontbraken om op deze taak te antwoorden. De bourgeoisie schrok voor de revolutie. De intellectuelen poogden de boerenstand op de been te krijgen. Ongeschikt om zijn eigen smarten en zijn doelstellingen te veralgemenen, liet de moezjiek deze vermaning onbeantwoord. De intelligentsia bewapende zich met dynamiet. Een hele generatie kwijnde weg in dit gevecht.

Op 1 maart 1887 voerde Alexander Oeljanov de laatste van de grote terroristische aanvallen uit. De aanvalspoging tegen Alexander III mislukte. Oeljanov en de andere deelnemers werden opgehangen. De poging om de revolutionaire klasse te vervangen door een scheikundig preparaat had schipbreuk geleden. Zelfs de meest heroïsche intelligentsia zijn niets zonder de massa. Onder de onmiddellijke invloed van deze feiten en conclusies groeide en vormde zich de jongste broer van Oelanov, Vladimir, de toekomstige Lenin, de grootste figuur van de Russische geschiedenis. Vroeg in zijn jeugd plaatste hij zich op het terrein van het marxisme en richtte zijn blik naar het proletariaat. Zonder een moment het dorp uit het oog te verliezen zocht hij de weg naar de boerenstand langs de arbeiders. Van zijn revolutionaire voorgangers erfde hij de vastberadenheid, de capacitiet van zelfopoffering, de wil om tot het uiterste te gaan. In zijn jeugdjaren werd Lenin de meester van de nieuwe intellectuele generatie en van de geavanceerde arbeiders. In stakingen en straatgevechten, in gevangenissen en in deportatie verkregen de arbeiders de noodzakelijke ervaring.

Maar de schijnwerper van het marxisme was voor hen noodzakelijk om in de duisternis van de autocratie hun historische weg te belichten. In 1883 ontstond onder de emigranten de eerste marxistische groep. In 1898, op een clandestiene bijeenkomst werd de schepping van de sociaaldemocratische Russische arbeiderspartij geproclameerd (in die tijd heetten wij de sociaaldemocraten). In 1903 vond de scheuring plaats tussen de bolsjewieken en de mensjewieken en in 1912 werd de bolsjewistische fractie een onafhankelijke partij.

De partij leerde de dynamiek van de klassen van de maatschappij herkennen in de gevechten, in grote gebeurtenissen, gedurende 12 jaar (1905-1917). Wij voedden kaders op, geschikt zowel voor initiatief als tot gehoorzaamheid. De discipline van revolutionaire actie steunde op de eenheid van de leer, de tradities van de gemeenschappelijke strijd en het vertrouwen ten overstaan van een beproefde leiding.

Zo was de partij in 1917. Terwijl de officiële ‘publieke opinie’ en tonnen papier van de intellectuele pers, de partij verachtte, oriënteerde de partij zich volgens de beweging van de massa’s. Ze hield de hefboom stevig vast boven fabrieken en regimenten. De boerenmassa’s keerden zich altijd meer naar haar. Als men het beschouwt per natie, niet de geprivilegieerde toppen, maar de meerderheid van het volk, het is te zeggen de arbeiders en boeren, werd het bolsjewisme tijdens het jaar 1917 de echte nationale Russische partij.

In 1917 gaf Lenin, genoodzaakt om zich schuil te houden, het signaal: “De crisis is rijp, het uur van de opstand nadert.” Hij had gelijk. De heersende klassen waren in een impasse beland in het oog van de problemen van de oorlog en de nationale bevrijding. De bourgeoisie verloor definitief het hoofd. De democratische partijen, de mensjewistische en sociaal-revolutionairen joegen het laatste restje van hun vertrouwen bij de massa’s uiteen door de imperialistische oorlog te steunen, door de politiek van compromissen en toegevingen aan de burgerlijke en feodale eigenaars. Het wakker geworden leger wou niet meer vechten voor de haar vreemde doelstellingen van het imperialisme. Zonder aandacht te schenken aan de democratische raadgevingen joeg de boerenstand de grondbezitters van hun domeinen weg. De nationaliteiten uit de periferie, verdrukt door de regering, richtten zich tegen de bureaucratie van Petersburg. In de belangrijkste raden van arbeiders en soldaten overheersten de bolsjewieken. De arbeiders en soldaten eisten daden. Het abces was rijp. Er was een slag van het ontleedmes nodig.

De opstand was alleen mogelijk onder deze sociale en politieke omstandigheden. En ze was ook onvermijdelijk. Maar men mag niet spelen met de opstand. Wee de chirurg die slordig met het ontleedmes omgaat! De opstand is een kunst. Zij heeft haar wetten en haar regels.

De partij voerde de Oktoberopstand met een koude berekening en een vurige vastberadenheid door. Juist daardoor triomfeerde ze bijna zonder slachtoffers. In de regerende sovjets plaatsten de bolsjewieken zich aan het hoofd van het land dat een zesde van het aardoppervlak bestrijkt.

Men kan veronderstellen dat de meeste van mijn toehoorders van vandaag zich in 1917 helemaal niet bezighielden met politiek. Zoveel te beter. De jonge generatie heeft voor zich heel wat interessante zaken, maar ook dingen die niet altijd gemakkelijk zijn. Maar de vertegenwoordigers van de oude generatie in deze zaal zullen zich nog heel goed herinneren hoe de bolsjewieken onthaald werden als aan curiositeit, een misverstand, een schandaal, het meeste nog als een nachtmerrie die moest verdwijnen bij de eerste zonnestraal. De bolsjewieken hielden 24 uren stand, een week, een maand, een jaar. De tegenstanders moesten altijd maar de nachtmerrie verlengen. De heersers van de gehele wereld bewapenden zich tegen de eerste arbeidersstaat: er kwam een burgeroorlog, opeenvolgende tussenkomsten, blokkades. Zo ging het ene jaar na het andere voorbij. De geschiedenis heeft ondertussen vijftien jaren van het bestaan van de Sovjetmacht moeten registreren.

Kan Oktober gerechtvaardigd worden?

Ja, zal een of andere tegenstander zeggen: Het avontuur van Oktober heeft zich veel solider getoond dan velen onder ons dachten.

Misschien was dit helemaal niet een avontuur. Niettemin bewaart de vraag heel haar kracht. Wat heeft men bereikt voor zo een hoge prijs? Heeft men misschien de zo briljante taken gerealiseerd die aangekondigd werden door de bolsjewieken aan de vooravond van de opstand?

Alvorens op de hypothetische tegenstander te antwoorden, laat ons opmerken dat de vraag op zich niet nieuw is. Integendeel, ze komt recht uit de Oktoberrevolutie zelf, vanaf de dag van haar geboorte.

De Franse journalist Claude Anet, die in Petrograd verbleef tijdens de revolutie, schreef al op 27 oktober 1917:

“De maximalisten [zo noemden de Fransen toen de bolsjewieken] hebben de macht genomen en de grote dag is aangebroken. Enfin, zeg ik mezelf, ik ga het socialistische Eden verwezenlijkt zien worden dat men ons zoveel jaren beloofd heeft. Wonderbaarlijk avontuur! Bevoorrechtte positie!”

Enzovoort, enzovoort. Wat een oprechte haat achter deze ironische groeten. Vanaf de dag volgend op de inname van het Winterpaleis haastte de reactionaire journalist zich het aards paradijs aan te kondigen en een toegangskaart op te eisen. Vijftien jaar zijn verlopen sinds de opstand. Met een des te groter gebrek aan ceremonie manifesteren de tegenstanders hun arglistige vreugde dat het land van de sovjets vandaag nog zeer weinig lijkt op het koninkrijk van het algemeen welzijn. Waarom dan de revolutie, en waarom haar slachtoffers?

Beste luisteraars, ik meen te kunnen stellen dat de tegenstellingen, de moeilijkheden, de fouten en onvolkomenheden van het Sovjetregime mij even goed bekend zijn als om het even wie van u. Persoonlijk heb ik ze nooit verborgen, noch in woorden, noch in geschriften. Ik was — en ben nog steeds de mening toegedaan — dat de revolutionaire politiek, in tegenstelling tot de conservatieve politiek, niet gevestigd kan worden op camouflage. “De dingen zeggen zoals ze zijn” moet het hoogste principe van de arbeidersstaat zijn.

Maar zowel in de kritiek als in de creatieve activiteit moet men een perspectief hebben. Subjectivisme is een slechte leidsman, vooral in belangrijke vraagstukken. De termijnen moeten aangepast zijn aan de taken en niet aan de individuele grillen. Vijftien jaar! Wat maakt dat uit voor één mensenleven? Gedurende deze tijd werden velen van onze generatie begraven, terwijl de overlevenden grijs zijn geworden. Maar deze zelfde vijftien jaar, welk minieme tijdsperiode betekent dit in het leven van een volk? Niet meer dan een minuut op de klok van de geschiedenis.

Het kapitalisme had eeuwen nodig om zich te vestigen in de strijd tegen de Middeleeuwen, om techniek en wetenschap te verheffen, om spoorwegen te bouwen, om elektriciteit te verschaffen. En dan? Dan is de mensheid door het kapitalisme in de hel van oorlogen en crisissen geworpen! Maar aan het socialisme kennen de tegenstanders, de aanhangers van het kapitalisme, slechts een vijftiental jaren toe, om het paradijs op aarde, met alle comfort te vestigen. Neen, zulke verplichtingen hebben wij niet op ons genomen. Wij hebben zulke termijnen niet gesteld. Men moet de vooruitgang van grote veranderingen meten met een aangepaste schaal. Ik weet niet of de socialistische maatschappij zal lijken op een bijbels paradijs. Ik twijfel er sterk aan. Maar in de Sovjet-Unie is er nog geen socialisme. Er heerst een overgangsmaatschappij, vol tegenstellingen, belast met de zware erfenis van het verleden, en daarenboven nog onder de vijandelijke druk van de kapitalistische staten. De Oktoberrevolutie heeft het principe van de nieuwe maatschappij afgekondigd. De Sovjetrepubliek heeft enkel het eerste stadium van haar realisatie verwezenlijkt. De eerste lamp van Edison was zeer slecht. Onder de fouten en vergissingen van de eerste socialistische opbouw, moet men de toekomst weten te onderscheiden.

En de rampen die zich uitstorten over de levenden? Dit is een zinloze en door en door retorische vraag. Alsof de historische processen te onthullen zijn als het plan van de boekhouder. Met evenveel reden kan men zich tegenover de moeilijkheden en smarten van het menselijke bestaan afvragen: loont het echt nog de moeite op aarde te zijn? Hierover schreef Lenin: “En de gek, die wacht op een antwoord.” Melancholische meditaties hebben de mens niet belet te baren en geboren te worden. Zelfs in deze dagen van een wereldcrisis zonder voorgaande, maken de zelfmoorden slechts een procentuele verwaarloosbare groei uit. Maar de volkeren hebben niet de gewoonte hun vlucht te zoeken in zelfmoord. Zij zoeken voor de ondraaglijke lasten een uitweg in de revolutie.

Bovendien, wie is er verontwaardigd over de slachtoffers van de socialistische revolutie? Meestal zijn het degenen die de imperialistische oorlog hebben voorbereid en de slachtoffers ervan hebben verheerlijkt, of minstens een zeer gemakkelijk vergelijk troffen. Nu is het onze beurt om te vragen: was de oorlog gerechtvaardigd? Wat heeft de oorlog ons gegeven? Wat heeft de oorlog ons geleerd?

In de elf lasterlijke delen tegen de grote Franse Revolutie beschrijft de reactionaire historicus Hippolyte Taine niet zonder leedvermaak het lijden van het Franse volk onder de jaren van de jacobijnse dictatuur en de daaropvolgende. Zij waren vooral pijnlijk voor de lagere klassen in de steden, de plebejers, die, zoals de sansculotten, met de groottste toewijding voor de revolutie gestreden hadden. Zij, of hun vrouwen, stonden koude nachten in de rij, om de volgende dag met lege handen terug te keren naar de bevroren gezinshaard. In het tiende jaar van de revolutie was Parijs armer dan voor het begin ervan. Zorgvuldig uitgekozen feiten, op kunstmatige wijze samengebracht, heeft Taine gebruikt om zijn vernietigend verdict tegen de revolutie te funderen. Ziet u, de plebejers wilden dictators worden, en hebben zich in de ellende gestort.

Het is moeilijk zich een plattere moralist in te beelden. Eerst en vooral, indien de revolutie het land de ellende in wierp, kan de fout eerst en vooral worden teruggespeeld aan de heersende klassen die het volk tot de revolutie hebben gedreven. Ten tweede, de grote Franse Revolutie putte zich niet uit in de hongerige rijen voor de bakkerswinkels. Het hele moderne Frankrijk, in zeker opzicht de hele moderne beschaving, is ontstaan uit het bad van de Franse Revolutie.

Gedurende de burgeroorlog in de Verenigde Staten in de loop van 1860 zijn 50.000 mensen gesneuveld. Zijn deze slachtoffers gerechtvaardigd? Vanuit het oogpunt van de Amerikaanse slavenhouders en de heersende Britse klassen, die zij aan zij vochten — neen! Vanuit het oogpunt van de neger of de Britse arbeider — volledig! En vanuit het standpunt van de ontwikkeling van de mensheid in haar geheel kan er ook over dit onderwerp geen twijfel bestaan. Uit de burgeroorlog van 1860 zijn de huidige Verenigde Staten ontstaan, met een ongebreideld praktisch initiatief, de rationalistische techniek, het economische elan. Op deze veroveringen van het amerikanisme heeft de mensheid een nieuwe maatschappij opgebouwd.

De Oktoberrevolutie is nog dieper in het heilige der heilige van de maatschappij doorgedrongen dan alle voorafgaande revoluties: in de eigendomsverhoudingen. Er zijn veel langere termijnen nodig om de creatieve gevolgen van de revolutie te laten zien in alle domeinen van het leven. Maar de algemene oriëntatie van de omwenteling is nu al duidelijk: voor zijn kapitalistische aanklager heeft de Sovjet-Unie geen enkele reden het hoofd te buigen, en de taal van excuses te gebruiken.

Om het nieuwe regime vanuit het gezichtspunt van de menselijke ontwikkeling te bekijken, moet eerst de vraag worden beantwoord: waarin drukt de sociale vooruitgang zich uit, en hoe kan dat gemeten worden?

De balans van Oktober

Het meest objectieve, best gefundeerde en minst betwistbare criterium is de vooruitgang die gemeten kan worden aan de productiviteitsgroei van de sociale arbeid. Vanuit deze invalshoek is de waardering van de Oktoberrevolutie al gegeven door de ervaring. Voor de eerste maal in de geschiedenis heeft het socialistische organisatieprincipe zijn bekwaamheid getoond door productieresultaten voor te leggen die nog nooit in een dusdanig korte periode werden behaald.

In globale indexcijfers drukt de industriële ontwikkelingscurve van Rusland zich als volgt uit. Laat ons voor het jaar 1913, het laatste jaar voor de oorlog, het getal 100 nemen. Het jaar 1920, toppunt van de burgeroorlog en ook dieptepunt van de industrie: 25, dat wil zeggen slechts één vierde van de vooroorlogse productie; 1925, een groei tot 75, dat wil zeggen ongeveer drie vierde van de vooroorlogse productie; 1929, ongeveer 200; 1932, 300, dat wil zeggen drie keer meer dan de vooroorlogse productie.

Deze tabel wordt nog duidelijker in het licht van de internationale index. Van 1925 tot 1932 is de industriële productie van Duitsland ongeveer 1,5 maal verminderd, in Amerika ongeveer het dubbele. In de Sovjet-Unie is ze gestegen tot ongeveer het viervoudige. Deze cijfers spreken voor zichzelf.

Het is niet mijn bedoeling de sombere kanten van de Sovjeteconomie te ontkennen of te verbergen. De resultaten van de industriële indexen zijn buitengewoon beïnvloed door de ongunstige landbouweconomie, dat wil zeggen van het gebied dat de socialistische methodes nog niet heeft bereikt, maar dat tegelijkertijd, zonder voldoende voorbereiding, veeleer bureaucratisch dan technisch en economisch, op collectivistische weg werd geleid. Het is een groot vraagstuk dat echter de grenzen van mijn lezing te buiten gaat.

De hier voorgestelde indexcijfers houden nog een essentieel voorbehoud in. De onbetwistbare successen van de Sovjeteconomie, briljant op hun manier, vergen nog een laatste economisch onderzoek vanuit het gezichtspunt van de onderlinge harmonie van de verschillende economische elementen, van hun dynamisch evenwicht en, bijgevolg, van hun productieve capaciteit. Grote moeilijkheden en zelfs teruggang zijn onvermijdelijk. Het socialisme vertrekt niet in zijn afgewerkte vorm van het vijfjarenplan zoals Minerva uit het hoofd van Jupiter, of Venus uit het schuim van de zee. Men staat nog voor decennia van hardnekkig werk, van fouten, van verbetering en wederopbouw. Vergeten we daarenboven niet dat de socialistische opbouw, naar zijn inhoud, de voltooiing enkel in de internationale arena kan bereiken. Maar zelfs de meest ongunstige economische balans van de tot nu toe behaalde resultaten kan niet anders onthullen dan de onnauwkeurigheid van de gegevens, de fouten van het plan en de mislukkingen van de leiding. Het volgende empirisch vast te stellen feit kan daarentegen niet worden tegengesproken: de mogelijkheid om de productiviteit van collectieve arbeid op te heffen tot een nog nooit bereikte hoogte, met behulp van de socialistische methodes. Van deze verovering met een historisch wereldbelang kan niets of niemand ons nog beroven.

Na wat hiervoor gezegd is, moeten we ook nog even stilstaan bij de klachten volgens welke de Oktoberrevolutie in Rusland geleid heeft tot een achteruitgang van de cultuur. Dit is de stem van de regerende klassen en de bezorgde salons. De aristocratisch-burgerlijke ‘cultuur’ die door de proletarische revolutie werd omvergeworpen, was niet meer dan een namaakversiersel van de barbarij. Zolang zij ontoegankelijk bleef voor het Russische volk droeg ze weinig nieuws bij aan de schatten van de mensheid.

Maar ook hier, met betrekking tot deze cultuur, zo beweend door de blanke emigranten, moet de vraag nauwkeurig gesteld worden: in welke zin is de cultuur vernietigd? In één enkele zin: het monopolie van een kleine minderheid over de cultuurgoederen is vernietigd. Maar al wat werkelijk cultureel was in het oude Russisch cultuurpatrimonium, is intact gebleven. De Hunnen van het bolsjewisme hebben noch de verovering van het denken, noch de kunstwerken vertrappeld. Daarentegen hebben ze zeer zorgvuldig de monumenten van menselijke schepping verzameld en hebben ze voorbeeldig gerangschikt. De cultuur van de monarchie, van de adel en van de bourgeoisie is nu de cultuur van historische musea geworden. Het volk bezoekt ijverig deze musea. Maar het volk leeft niet in deze musea. Het volk leert. Het volk bouwt. Het feit alleen dat de Oktoberrevolutie het Russische volk, tientallen volkeren van het tsaristische Rusland, heeft leren lezen en schrijven, plaatst zich onvergelijkbaar hoger dan de vroegere Russische cultuur achter glas.

De Oktoberrevolutie heeft de basis gelegd voor een nieuwe cultuur, niet enkel bestemd voor uitverkorenen, maar voor iedereen. De massa’s van de gehele wereld voelen dit. Vandaar hun sympathie voor de Sovjet-Unie, die even fel is als vroeger hun haat tegen het Russische tsarisme.

Beste luisteraars, jullie weten dat de menselijke taal een onvervangbaar instrument is, niet alleen voor de beschrijving van de feiten, maar ook voor hun waardering. Wanneer de taal zich uitspreidt over het toevallige, het episodische, het artificiële, dan slorpt ze in zich de werkelijkheid op, dat ze kenmerkt en verzamelt. Bemerk met welke gevoeligheid de ontwikkelde naties een onderscheid gemaakt hebben tussen de twee tijdvakken in de ontwikkeling van Rusland. De aristocratische cultuur voegde aan de wereld van de barbarismen termen toe als tsaar, Kozak, pogrom, nagaika. Jullie kennen deze woorden en weten wat ze betekenen. Oktober voegde aan de wereldtalen woorden toe als bolsjewiek, sovjet, kolchozen, gosplan, piatilekta. Hier geeft de praktische taalkunde haar hoogste historisch oordeel!

De diepste betekenis, echter moeilijker te gebruiken als directe maatstaf, van elke revolutie bestaat erin dat zij het volkskarakter vormt en hardt. De voorstelling van het Russische volk als een traag, passief, melancholisch, mystiek volk, is wijdverspreid en niet toevallig. Deze voorstelling heeft haar wortels in het verleden. Maar tot op heden zijn de diepe veranderingen die de Russische revolutie veroorzaakt heeft op het karakter van het volk, nog niet voldoende doorgedrongen in het Westen. Kon het ook anders zijn?

Ieder mens met levenservaring kan in zijn geheugen het beeld oproepen van een adolescent die hij kende als onbelangrijk, lyrisch, in één woord sentimenteel, die later, van het ene moment op het andere, onder impuls van een sterke morele schok, sterker, harder werd, en niet meer te herkennen is. In de ontwikkeling van een gehele natie, heeft de revolutie morele veranderingen van dezelfde soort volbracht.

De Februariopstand tegen de autocratie, de strijd tegen de adel, tegen de imperialistische oorlog, voor de vrede, voor het land, voor de gelijkheid van nationaliteiten, de Oktoberopstand, de omverwerping van de burgerij en de partijen die akkoorden hadden aangegaan met de burgerij, drie jaar burgeroorlog op een frontgordel van 8.000 km, de jaren van blokkade, de ellende de honger en de epidemieën, de jaren van een gespannen economische opbouw, de nieuwe moeilijkheden en berovingen; het is een harde maar goede leerschool. Een zware hamer vernietigt het glas, maar smeedt het staal. De hamer van de revolutie smeedt het staal van het karakter van het volk.

Wie zal dat geloven? Nu reeds moet men het geloven. Korte tijd na de opstand verwonderde een van de tsaristische generaals, Zaleski, zich erover “dat een portier of een bewaker plots voorzitter van een rechtbank wordt, een verpleger directeur van het hospitaal, een kapper een hoogwaardigheidsbekleder, een vaandrig opperofficier, een journalist burgemeester, een slotenmaker ondernemingsleider''

Wie zal dat geloven? Men moest het wel geloven. Men kon trouwens niet doen alsof men het niet geloofde, wanneer de vaandrigs de generaals versloegen, wanneer de burgemeester, die vroeger journalist was, de weerstand van de oude bureaucratie versloeg, de seingever de transporten in orde bracht, de slotenmaker, als directeur, de industrie weer herstelde. Wie zal dat geloven? Probeer maar eens het niet te geloven.

Om het ongewone geduld te verklaren dat de volksmassa’s van de Sovjet-Unie ten toon spreidden in de jaren van de revolutie, doen vele vreemde waarnemers een beroep op de oude gewoonte tot passiviteit, eigen aan het Russische karakter. Zwaar anachronisme! De revolutionaire massa’s verdroegen de diefstallen geduldig, maar niet gelaten. Zij bouwden eigenhandig aan een betere toekomst die zij te allen prijze wilden creëren. Dat de klassenvijand maar eens zou proberen deze geduldige massa’s iets buiten hun wil op te leggen. Neen, het ware beter voor hem dit niet te proberen!

De revolutie en zijn plaats in de geschiedenis

Om te besluiten zullen we trachten de Oktoberrevolutie niet enkel te plaatsen in de geschiedenis van Rusland, maar eveneens in de wereldgeschiedenis. Gedurende het jaar 1917, in een tijdsperiode van acht maanden, ontmoetten twee historische curven elkaar. De revolutie van februari — deze vertraagde echo van grote strijd die zich in de voorbije eeuwen afspeelde op het grondgebied van Nederland, Engeland, Frankrijk, bijna in geheel continentaal Europa — hecht zich aan het snoer van de burgerlijke revoluties. De Oktoberrevolutie proclameert en opent de heerschappij van het proletariaat. Het was het wereldkapitalisme dat op Russisch grondgebied zijn eerste grote nederlaag leed. De keten brak bij de zwakste schakel. Maar het is de keten en niet alleen de schakel die breekt.

Het kapitalisme heeft zich als wereldsysteem overleefd. Het kapitalisme heeft opgehouden zijn belangrijkste taak te vervullen, als hefboom van het niveau van menselijke kracht en van wenselijke rijkdom. De mensheid kan niet blijven stilstaan op het bereikte trapportaal. Enkel een stevige stijging van de productiekrachten en een juiste, geplande organisatie, dat wil zeggen socialistische organisatie, van de productie en van de verdeling, kan aan de mensen — aan alle mensen — een waardig levenspeil verzekeren en tezelfdertijd het waardevolle gevoel van vrijheid toekennen tegenover hun eigen economie.

Deze vrijheid zal tweeërlei zijn: eerst en vooral zal de mens niet meer verplicht zijn het grootste deel van zijn leven aan lichamelijke arbeid te wijden. Ten tweede zal hij niet meer afhankelijk zijn van de wetten van de markt, dat wil zeggen van de blinde en duistere krachten die achter zijn rug spelen. Hij zal vrij zijn economie opbouwen, dat wil zeggen volgens een plan, het kompas in de hand. Deze keer gaat het erom de anatomie van de maatschappij door te lichten, alle geheimen ervan te ontdekken, en alle functies ervan te onderwerpen aan de rede en aan de wil van de collectieve wens. In deze zin moet het socialisme een nieuwe fase worden in de historische groei van de mensheid. Aan onze voorvader die zich voor de eerste keer wapende met een stenen bijl, verscheen de gehele natuur als een samenzwering van geheimzinnige en vijandige krachten. Sindsdien hebben de natuurwetenschappen, in nauwe samenwerking met de praktische technologie, de natuur geopenbaard tot in naar meest obscure dieptes. Door middel van elektrische energie geeft de fysicus nu zijn oordeel over de atoomkern. Het uur is niet ver meer waarop de wetenschap spelenderwijze de taak van de alchemie, mest in goud en goud in mest te veranderen, zal oplossen. Daar waar de demonen en furies van de natuur zich ontketenden, heerst nu met steeds meer moed de nijvere wil van de mens.

Maar terwijl hij steeds meer overwinningen boekt op de natuur, bouwt de mens blindelings zijn betrekkingen op met andere mensen, bijna zoals de bijen met de mieren. Met achterstand en veel besluiteloosheid snijdt hij de problemen van de menselijke samenleving aan. Hij begint met de godsdienst, om daarna over te stappen op de politiek. De reformatie vertegenwoordigt het eerste succes van het individualisme en van het burgerlijk rationalisme, op een domein waar een dode traditie heerste. Het kritische denken gaat over van de kerk naar de staat. Geboren in de strijd tegen het absolutisme en de middeleeuwse toestanden, broeit de leerstelling van de volkssoevereiniteit en de rechten van de mens en van de burger. Zo vormt zich het systeem van het parlementarisme. Het kritische denken baant zich een weg in de staatsadministratie. Het politieke rationalisme van de democratie betekende de hoogste verovering van de revolutionaire burgerij.

Maar tussen de staat en de natuur bevindt zich de economie. De techniek heeft de mens bevrijd van de dictatuur van de oude elementen: de aarde, het water, het vuur en de lucht, om op haar beurt de mens aan haar eigen tirannie te onderwerpen. De mens houdt op slaaf te zijn van de natuur, om slaaf van de machine te worden, erger nog, slaaf van vraag en aanbod.

De huidige wereldcrisis getuigt op haar eigen tragische wijze hoe de fiere en durvende heerser van de natuur, slaaf blijft van de blinde krachten van zijn eigen economie. De historische taak van onze eeuw bestaat erin het ontketende spel van de markt te vervangen door een redelijk plan, de productieve krachten te disciplineren, om ze te dwingen harmonieus te handelen, met het doel de noden van de mens volgzaam te dienen. Het is enkel op deze nieuwe sociale basis dat de mens zijn vermoeide rug zal herstellen en — niet enkel de verkozenen — maar elke man en elke vrouw, een burger zal worden, met volle macht op het gebied van zijn denken.

De toekomst van de mens

Maar dit is niet het eindpunt van de weg. Neen, het is maar het begin. De mens beschouwt zichzelf als de kroon op de schepping. Er zijn zekere rechten voor deze uitspraak. Maar wie bevestigt dat de huidige mens de laatste hoogst ontwikkelde vertegenwoordiger van het specimen homo sapiens is? Neen, zowel lichamelijk als geestelijk is hij ver verwijderd van de perfectie, deze biologische misgeboorte waarvan het denken verziekt is en die er nog niet in is geslaagd enig nieuw organisch evenwicht te scheppen.

Het is waar dat de mensheid meer dan eens giganten in het denken en in de actie hebben voortgebracht, die hun tijdgenoten overstijgen als de toppen op de bergketens. Het menselijke ras heeft het recht fier te zijn op haar Aristoteles, Shakespeare, Darwin, Beethoven, Goethe, Marx, Edison, Lenin. Maar waarom zijn dit uitzonderingen? Eerst en vooral omdat zij bijna zonder uitzondering voortkwamen uit de hoogste en middenklassen. Behalve schaarse uitzonderingen, zijn de vonken van het genie onderdrukt in de verdrukte diepten van het volk, alvorens zij zich zelfs kunnen laten uitbarsten. Maar eveneens omdat de vooruitgang van een generatie, de ontwikkeling en de opvoeding van de mens in zijn essentie afhankelijk van het toeval blijft en bleef, niet verlicht door de theorie en de praktijk, niet onderworpen aan het bewustzijn en aan de wil.

De antropologie, de biologie, de fysiologie, de psychologie hebben bergen materiaal verzameld om voor de mens de volle draagwijdte van zijn taken op te richten voor zijn eigen lichamelijke en geestelijke perfectie en zijn uiteindelijke ontwikkeling. Door de geniale hand van Sigmund Freud, hief de psychoanalyse het deksel op van de diepte, poëtisch ‘ziel’ genoemd, van de mens. En wat is gebleken? Ons bewust denken maakt slechts een klein deeltje uit van het werk van de obscure psychische krachten. Wetenschappers dalen af tot de bodem van de oceaan en fotograferen er mysterieuze vissen. Opdat de menselijke wil afdaalt tot de bodem van zijn eigen psychische diepte, moet ze de motorische geheimzinnige krachten van de ziel ophelderen en ze onderwerpen aan de rede en aan zijn wil.

Wanneer hij zal afgerekend hebben met de anarchistische krachten van zijn eigen maatschappij, zal de mens zich integreren in de stamper, in de distilleerkolven van de chemicus. Voor de eerste keer zal de mensheid zichzelf beschouwen als primaire materie en, in het beste geval, als een halve psychische en fysische fabricatie. Het socialisme zal een sprong betekenen van de heerschappij van de noodzakelijkheid naar de heerschappij van de vrijheid, ook in de zin dat de mens van vandaag, vol tegenstellingen en zonder harmonie, de weg zal banen naar een nieuw, gelukkiger ras.