Leon Trotski

De discussie met Hennaut [1]


Geschreven: 16 november 1933
Bron: het Engelstalige Trotski-archief
Vertaling: J. Piet Andries 24/01/08
HTML: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive, januari 2008


Waarde kameraden,

Het is met grote interesse dat ik zopas no. 10 van jullie intern bulletin, waarin de verslagen van de onderhandelingen met de Ligue des Communistes Internationalistes[2] gerapporteerd zijn, heb gelezen. Ik verheug mij over de nauwkeurigheid waarmee onze kameraden de kwestie gesteld hebben. Bovendien hebben de woorden van kameraad Hennaut[3] een heel pijnlijke indruk gelaten. Hij vormt op zijn minst gezegd een compleet model van politieke en theoretische verwarring. Er is geen enkel punt, om het even hetwelke, waaraan hij niets anders dan twijfels, aarzelingen en vrees bijdraagt. Dat is fataal voor iemand die een revolutionair wil zijn!

De eerste vier congressen van de Komintern! Maar daar moet iets met mis geweest zijn, want de gevolgen ervan waren vreselijk. Wat werkte er juist niet? Hennaut weet het niet. In feite ligt de fout volledig bij hemzelf. Hij denkt dat het lot van de Komintern bepaald werd, niet door de strijd van de levende sociale krachten, maar door een of andere na te sporen oorspronkelijke “vergissing” — zoals in de wiskunde. Waarom niet verder gaan dan, en zeggen: drie Internationales zijn ontstaan op basis van de leer van Marx en alle zijn mislukt — dus we moeten Marx’ fundamentele fout gaan zoeken. Men kan nog verder gaan en zeggen dat ondanks de wetenschap mensen nog altijd lijden en onheil ondergaan - Dus is het duidelijk dat er een “fundamentele fout” in de wetenschap zit. De kwestie wordt gesteld, niet op een historische en dialectische wijze, maar op een dogmatische manier, in de geest van de katholieke kerk die alle onheil van de mensheid verklaart door de erfzonde. De theorie van Souvarine[4] over de CI is ook een theorie van die oorspronkelijke zonde. En Hennaut is helaas een discipel van Souvarine en zijn steriele scholastiek geworden.

Volgens dezelfde Hennaut — het is te zeggen overeenkomstig met Souvarine — was onze politiek in Duitsland verkeerd van begin tot einde. Je moet wel heel onbeschaamd zijn om dit te stellen. Maar waar ligt onze fout dan? Niet in onze analyse, niet in onze verwachtingen of in onze instructies, maar wel toen we de communistische arbeiders opriepen om druk uit te oefenen op hun partij

Om die op de juiste politieke weg te zetten. In de plaats daarvan hadden we blijkbaar moeten zeggen: “verlies jullie energie niet, het is niet belangrijk, de Komintern is verloren”. Tegelijkertijd denkt Hennaut dat de tijd niet rijp is voor de stichting van een nieuwe internationale. Welk praktisch voorstel hadden wij de Duitse arbeiders moeten voorleggen? De oude internationale verwerpen zonder een nieuwe op te bouwen? Juist. We kunnen gaan slapen. Deze schoolmeesters, afgesneden van de realiteit, zien onze vergissing zo, dat we de werkers niet ontmoedigd hebben, maar hen naar best vermogen een uitweg hebben aangeboden. Elke stakingsleider zou hetzelfde gedaan hebben. Zoniet is er geen leider maar een capitulator, het vertrouwen onwaardig. Hennaut zegt dat de te volgen weg om onszelf te herenigen is, het opstarten van een “discussie” met Souvarine, de bordighisten[5], urbahns en andere hopeloze groepen. Alsof die discussie nog niet heeft plaatsgehad; alsof ze nog niet de test van de gebeurtenissen heeft ondergaan en alsof een rondetafelgesprek in een “conferentie”, al uitgeklaard in een lange theoretische discussie, nog iets heeft toe te voegen aan een politieke ervaring die nu klaar als een klontje is.

We moeten inzien, zegt Hennaut, dat er “iets” correct is aan Souvarine en andere “communistische” groepen en groupuscules. Hijzelf kan niet beslissen om te zeggen wat het precies is dat hij er vindt. Maar ons werk bestaat erin om precieze antwoorden te vinden op elk vraagstuk. We hebben onze methodes, we hebben onze antwoorden, we hebben onze kritieken op andere standpunten. Hennaut erkent dit enorme collectieve werk niet. Hij veegt alles wat we gedaan hebben van tafel en stelt voor zichzelf te wijden aan “onderzoek” en “discussie” alsof wij pasgeborenen waren. Een steriele stellingname, volledig doortrokken van de geest van het Souvarinisme!

Het is bijzonder naïef om onze deelname aan de Parijse conferentie waar wij aan dezelfde tafel als de “pupisten”[6] en anderen zaten, voor te stellen als een “opportunistische vergissing”. Voor Hennaut is wat verenigd: niet marxistische principes maar ... een tafel! Hij zegt niets over de inhoud van onze verklaring en onze resolutie met vier handtekeningen. Hij vergeet, of misschien verstaat hij niet, dat wij volledige vrijheid van actie en wederzijdse kritiek tegenover onze medestanders behouden. Feit is dat de OSP en de SAP zonder enige restrictie voor de resolutie van de zeven stemden[7] en op volledig foutieve manier zonder enige twijfel aantoonden dat het onze medeverwanten aan de noodzakelijke helderheid van marxisten ontbrak. Maar waren wij niet de eersten om hen op hun fout te wijzen in onze pers? Samenwerkend en door kritiek kunnen wij onze medestanders helpen om de noodzakelijke klaarheid te bereiken.

De argumenten van Hennaut tegen de strijd voor de IVe Internationale zijn niet minder vals en even geïsoleerd van de realiteit als zijn andere argumenten. “Voor de oprichting van de IIIe internationale”, zegt hij, “was er een oorlog en de Russische revolutie nodig”. Veelvuldig zijn zij die deze formule herhalen zonder enige reflectie en nadere duiding. De oorlog maakte het revolutionair werk niet gemakkelijker, maar integendeel enorm moeilijker, vooral op internationaal vlak. Daarom is het dat sceptici zoals Hennaut de slogan voor de IIIe internationale tijdens de oorlog “ongelegen” en zelfs “absurd” vonden. Nu, in zekere mate, effent het fascisme de weg die de oorlog van 1914-1918 speelde, namelijk in de voorbereiding van een nieuwe oorlog. Maar, zegt Hennaut ons, om de IIIe internationale uit te bouwen was er een Russische revolutie nodig! Wat een opmerkelijke ontdekking! Maar viel de Russische revolutie zomaar uit de lucht? Voor de oktoberoverwinning van het proletariaat was er een bolsjewistische partij nodig, doordrongen niet van een Stalin-Kamenev geest (maart 1917)[8], maar van de bezieling van Lenin. Met andere woorden, Lenin, moest in moeilijke en ongunstige omstandigheden bij het begin van de oorlog aan de strijd voor de IIIe internationale beginnen zonder rekening te houden met de sceptici en diegenen die alles hinderden en vertroebelden. De oprichting van de IIIe internationale gebeurde niet op het eerste congres in 1919 — dit was een eenvoudige formaliteit — maar in het voorafgaande voorbereidingsproces onder het vaandel van de IIIe internationale. De deducties voor onze directe taken vloeien onmiddellijk voort uit deze historische analogie.

Het is geenszins mijn bedoeling dat deze brief jullie onderhandelingen zou storen. Als Hennauts groep, of een deel van zijn groep, onze sectie zou vervoegen kan ik dit alleen maar toejuichen. Maar Hennauts idee dat de voorwaarde voor succes in de toekomst de hereniging van alle stukken en brokken van de IIIe Internationale zou zijn, is fundamenteel onjuist. De stukken en brokken moeten zorgvuldig gewogen en geëvalueerd worden, niet op basis van de namen en pretenties die ze zichzelf aanmeten, maar op basis van hun reële politieke en theoretische inhoud. Degenen die iets te zeggen hebben zullen niet wachten op een algemene conferentie op een welbepaalde datum, maar zullen hun standpunten in de vorm van een programma, thesen, artikels en toespraken bekend maken. Diegenen die opteren voor een toekomstige conferentie die “iets” moet vinden of “iets” moet ontdekken kunnen alleen maar aantonen dat ze helemaal geen ideeën hebben. Ik ben er zeker van dat dit zo vanzelfsprekend is voor jullie als voor mij.


[1] T 3621. International bulletin, ICL, no. 12, november 1933. Brief aan de leiders van de Belgische sectie getekend door G. Gourov. Het betreft een interventie in de onderhandelingen voor de hereniging van de Linkse Oppositionele groepen in België. In 1930 brak de federatie Charleroi, geleid door Leon Lesoil (1892-1942) -met 35 militanten — met de oppositionele meerderheid die hun politiek van “hervorming” hadden verlaten. Terwijl de vroegere secretaris-generaal van de Belgische KP War van Overstraeten (1891-1981) zich had teruggetrokken, brak de rest van de organisatie in twee groepen: die van Antwerpen onder de leiding van Leon de Lee (1900-1942), gelieerd aan de RSP van Sneevliet en de Ligue de Communistes Internationalistes geleid door Hennaut (zie nota hieronder) die onder invloed stond van Ottorino Perrone alias Vercesi (1897-1957), een actieve Italiaanse bordighist vluchteling in Brussel. De draai van de oppositie in 1933, de aanhechting van de RSP en de intrede van Sneevliet in de IS opende de mogelijkheid tot een hereniging in België en het intern bulletin van de Belgische afdeling verstond die eerste initiatieven in deze zin.
[2] De Ligue des Communistes Internationalistes bevond zich buiten de Linkse Oppositie, na haar breuk met de federatie van Charleroi die door laatstgenoemde werd gesteund.
[3] Adhemar Hennaut (1899-1977), een huisschilder en actieve vakbondsmilitant vervoegde de Belgische KP als stichtend lid en was in 1923 tijdelijk secretaris-generaal. Buitengesloten in 1928 als een “trotskist” wegens protesten, met de meerderheid van de KP, tegen de repressie tegenover Trotski en de Russische bolsjewistische leninisten, was hij eerst administratief secretaris van de Linkse Oppositie en dan secretaris-generaal van de ICL.
[4] Boris Lifschitz (alias Souverine — geb.1893), een Russische inwijkeling in Frankrijk, was in de socialistische partij een van de eerste afgevaardigden van de linkervleugel die de communistische internationale steunden en was later gedelegeerde van de KP in Moskou. Buitengesloten in 1924 wegens steun aan Trotski, was hij zijn bondgenoot tot 1929 en gedurende deze periode stond hij in het centrum van de “Democratische Communistische Kring”.
[5] De “bordighisten” waren leden van de Italiaanse linkse fractie, geïnspireerd door de stichter van de PCI, Amadeo Bordiga (1899-1970), geroyeerd in 1930, die ervan uitging dat de lijn van het Verenigd Volksfront en van het derde congres van de Comm. Internationale “opportunistisch” was. Hugo Urbahns (1890-1946) was een van de leiders van de KPD en haar “linkervleugel”. Uitgesloten in 1926 was hij een van de leiders van de Leninbond, een Duitse versie van de Verenigde Oppositie die later uiteenviel. Zij beschreven de USSR als “staatskapitalistisch”. In 1932 riep de Belgische LCI op tot een brede hereniging van de linkse oppositionelen en legde contacten met de Duitse groep van de Oostenrijkse Landau, de Franse communistische linksen en wat overbleef van de Leninbond.
[6] De “pupisten” waren leden van de Partij van Proletarisch Links (pup) voortkomend uit de KP’s rechtervleugelopposities, die op verschillende tijdstippen werden buitengesloten. Haar oriëntatie was zeer opportunistisch en neigde naar sociaaldemocratie.
[7] Niettegenstaande een bittere discussie met vertegenwoordigers van de Linkse Oppositie tijdens de Parijse conferentie, stemden de delegaties van SAP en OSP voor de algemene eindresolutie, alsook partijen als de PUP en de Noorse DNA, die de resolutie van de zeven organisaties in Brussel al hadden aangenomen.
[8] Lev B. Rosenfeld, alias Kamenev (1883-1936), een oude bolsjewist had zich zoals Zinovjev, gelieerd aan Stalin tegen de Linkse Oppositie, en later als een van de leiders van de oppositionele eenheid tegen Stalin gemanifesteerd. Geroyeerd in 1927, maakte hij een zelfkritiek, maar werd later weer uit de partij gezet en maakte een nieuwe zelfkritiek. In 1917 tussen de deportatie van Kamenev en Stalin en de terugkeer van Lenin in april, namen de leiders van de partij een verzoenende houding aan tegenover de mensjewieken en de Voorlopige Regering. Ze gingen zo ver om de “nationale verdediging” van Rusland als politieke lijn te aanvaarden. Het was deze politieke lijn die door Lenin werd vernietigd in zijn Aprilstellingen.