Michael Bakoenin
Over anarchisme, staat en dictatuur
Hoofdstuk 5


V. Sociale Revolutie en Geheime Organisatie

1.

(Uit een brief aan Albert Richard [11]. 1 april 1870)

(...) Je zegt me steeds: wij zijn het over de hoofdzaken eens. Helaas, mijn vriend, ik ben bang dat wij op deze punten geen enkele overeenstemming vertonen. Uit je laatste brieven en berichten moet ik aannemen dat je meer dan ooit voorstander bent van centralisatie, van de revolutionaire staat. Hier ben ik meer dan ooit je tegenstander: ik zie slechts heil in de over de gehele linie door een onzichtbare collectieve kracht geleide revolutionaire anarchie — de enige dictatuur die ik tolereer, omdat alleen rij met de oprechtheid en volle energie van de revolutionaire beweging te verenigen valt.

Jouw revolutieplan laat zich als volgt samenvatten: Zodra de revolutie in Parijs uitbreekt, organiseert Parijs provisorisch de revolutionaire commune. Lyon, Marseille, Rouen en andere grote steden komen tegelijkertijd in opstand en zenden terstond hun revolutionaire afgevaardigden naar Parijs om gezamenlijk een soort Nationale Conventie of Comité de Salut Public voor heel Frankrijk te vormen. Dit Comité roept bij decreet de resolutie uit, de afschaffing van de oude staat, de maatschappelijke liquidatie, het collectief eigendom: het organiseert de revolutionaire staat, die voldoende macht krijgt om de binnen- en buitenlandse reactie te onderdrukken. — Is dat niet jouw opvatting?

Onze opvatting, ons plan is volledig tegengesteld. Om te beginnen is volstrekt niet bewezen dat de revolutionaire beweging perse in Parijs moet beginnen. Het is in het geheel niet onwaarschijnlijk dat zij in de provincie begint. Maar laten we aannemen dat Parijs overeenkomstig de traditie het initiatief neemt. Naar onze opvatting behoort Parijs alleen maar een geheel negatieve, dat wil zeggen een duidelijk revolutionair initiatief te nemen: niet organiseren, maar vernietigen en liquideren. Als Parijs in opstand komt en de overwinning behaalt heeft het de plicht en het recht de volledige liquidatie van de politieke, juridische, financiële en administratieve staat te proclameren, het openbaar en particulier bankroet, de ontbinding van alle macht, alle functies en vermogens van de staat; de plicht en het recht om in een vreugdevuur alle papieren, particuliere en openbare documenten te verbranden. -Parijs zal natuurlijk trachten zich zo goed en zo kwaad als mogelijk revolutionair te organiseren, nadat de in associaties verenigde arbeiders alle werktuigen, iedere vorm van kapitaal en de gebouwen in beslag hebben genomen, ondertussen gewapend blijven, naar straten en wijken georganiseerd. Zij zullen de revolutionaire federatie van alle wijken, de federatieve commune vormen. En deze commune zal het recht hebben te verklaren dat zij zich niet het recht aanmatigt Frankrijk te regeren of te organiseren, maar dat zij een beroep doet op het volk en alle plaatsen van Frankrijk en van wat men tot dan toe buitenland noemde, om haar voorbeeld te volgen en zelf een even radicale revolutie uit te voeren die de staat, het juridisch recht en het bevoorrechte eigendom vernietigt, en zich federatief te organiseren.[12] Zij zal deze Franse en ook buitenlandse plaatsen uitnodigen zich na deze revolutie in Parijs of een andere plaats met haar te federeren; zij zal alle Franse en buitenlandse revolutionaire communes uitnodigen afgevaardigden te zenden om gezamenlijk de productie- en ruildiensten en -betrekkingen te organiseren die nodig zijn voor het opstellen van de charte der gelijkheid, de grondslag ‘oor iedere vrijheid. Deze grondwet zal volledig negatief van aard zijn en veeleer nauwkeurig bepalen wat voor altijd moet worden afgeschaft dan positieve levensvormen aan te geven die alleen door de levende praktijk van ieder gebied geschapen kunnen worden.

En als wapen der revolutie zal men tegelijkertijd een gemeenschappelijke verdediging tegen de vijanden van de revolutie organiseren, actieve propaganda voor de revolutie maken, de praktische revolutionaire solidariteit beoefenen met de vrienden van alle landen tegen de vijanden ervan.

De revolutie moet kortom overal onafhankelijk zijn en onafhankelijk blijven van haar centrum, dat er wel de uitdrukking, het product van moet zijn, maar niet de bron, leiding en oorzaak.

Het is noodzakelijk dat de anarchie [13], de opstand van alle lokale hartstochten, het ontwaken van het spontane leven. overal zeer groot is, opdat de revolutie levend, waarachtig en machtig is en blijft. De politieke revolutionairen, voorstanders van de openlijke dictatuur, suggereren na de eerste overwinning het kalmeren der hartstochten, orde, vertrouwen en onderwerping aan de revolutionair gevestigde machten. Op deze wijze herstellen zij de staat. Wij zullen daarentegen alle hartstochten moeten voeden, aanwakkeren, ontketenen. wij zullen de anarchie moeten oproepen; als onzichtbare loodsen in de storm die het volk ontketend heeft, moeten wij hen niet door een zichtbare macht leiden, maar door de collectieve dictatuur van alle leden van de Alliantie.

Een dictatuur zonder sjerpen, zonder titels, zonder officieel recht, die des te machtiger is omdat zij geen schijn van macht heeft. Dit is de enige dictatuur die ik tolereer. Zij moet er evenwel zijn om te kunnen optreden, en daarom moet men haar voorbereiden en vooraf organiseren, want zij zal niet geheel uit zichzelf ontstaan, niet door discussies, niet door uiteenzettingen en principiële debatten, evenmin door volksvergaderingen. Een Alliantie met weinig, maar goede, energieke, discrete, en trouwe leden; sterke mannen, die vooral vrij zijn van ijdelheid en persoonlijke eerzucht, die ernstig en hoogstaand genoeg zijn van hart en geest om de werkelijkheid van de macht boven haar ijdele aanblik te verkiezen. Wanneer jullie deze collectieve en onzichtbare dictatuur vormen, zullen jullie de overwinning behalen; de goed geleide revolutie zal overwinnen. Zo niet, dan mislukt het! Wanneer jullie je ermee bezig houdt Comité de Salut Public en officiële zichtbare dictatuur te spelen, zullen jullie vernietigd worden door de reactie die je zelf geschapen hebt.

Beste vriend, ik bewonder de edelmoedige instincten en de zo levendige intelligentie van de Franse arbeiders, maar ik ben zeer bevreesd voor hun neiging tot effect, tot grote dramatische, heroïsche en spectaculaire taferelen.

Veel van onze vrienden, waartoe ik je reken, bereiden er zich op voor in de komende revolutie een grote rol te spelen, die van staatslieden der revolutie. Zij nemen zich voor de Danton, de Robespierre, de Saint Just van het revolutionaire socialisme te worden en treffen reeds voorbereidingen voor de fraaiste redevoeringen en de schitterendste coups die de wereld in verbazing moeten doen verzinken. Zij zullen natuurlijk de volksmassa’s als voetbankje, als opstap voor hun democratische eerzucht, hun roem gebruiken! Tot heil van iedereen zullen zij als dictator regeren.

Belachelijke en beklagenswaardige illusie! Zij zullen slechts handelen om hun ijdelheid te bevredigen en uitsluitend de reactie dienen. Zij zullen zelf de reactie zijn.

Omhoud dit goed: volkomen in tegenstelling tot de publieke beweging van personen met geldingsdrang die naar macht streven, staat de tegenwoordige socialistische beweging, die de bevrijding van het volk beoogt, geen overwinning en dictatuur van enkelingen toe.

Wanneer de overwinning door enkelingen wordt behaald, dan is dit geen socialisme meer, maar politiek, een zaak van bourgeois — de socialistische beweging is verloren. Als zij niet te gronde gaat, dan zullen de paar ijdele eerzuchtigen, de aankomende dictators, een jammerlijk fiasco lijden.

Er bestaat nog maar een enkele macht, één enkele dictator waarvan de organisatie heilzaam en mogelijk is: dat is de collectieve en onzichtbare dictatuur van hen die in naam van ons beginsel verenigd zijn; en deze dictatuur zal des te heilzamer en machtiger zijn doordat zij met geen officiële, zichtbare macht bekleed is. Om deze echter te vormen zijn werkelijk sterke mensen nodig. die in hart en geest boven de vulgaire eerzuchtigen staan en alleen voldoende oprecht eerzuchtig zijn voor de overwinning van hun idee, niet van hun persoon; mannen die de werkelijke macht van zijn schijn ontdoen en eindelijk begrijpen dat onze eeuw die der collectieve krachten is, niet van individuele, en dat de collectiviteit een ieder die zich haar wil opdringen, zal verpletteren.

Je hebt teveel verstand om dit niet allemaal te begrijpen; zullen je hart en je karakter echter op hetzelfde niveau als je intelligentie staan?

Dat is het probleem. Wat zal in jou de overwinning behalen? De liefde voor gerechtigheid en gelijkheid of het verlangen je te zien schitteren in een historische pose? Zul je de kracht hebben de Italiaanse charlatan in je te overwinnen die je als een uitstekend middel gebruikt om de massa’s in je ban te brengen, die manie om te poseren en die dorst naar roem die je vandaag nog kwellen?

Je ziet, ik spreek met de oprechtheid van een vriend en broeder die het recht meent te hebben je alles te zeggen, omdat hij in zijn hart een geweldige genegenheid voor je koestert en weliswaar een grote dosis individualisme in je ziet, maar rekent op je intelligentie en je hart, die nog groter zijn dan je fouten — die kortom vertrouwen in je vriendschap heeft. Wanneer je na deze brief hetzelfde vertrouwen in mij hebt, zal ik mij gelukkig prijzen hem geschreven te hebben.

Nog een woord. In een van je brieven zeg je mij, dat ik de Garibaldi van de sociale beweging zou kunnen worden. Je hebt werkelijk een te hoge dunk van me, beste vriend. Wees er van overtuigd dat ik mijzelf goed ken en bij mezelf geen der kwaliteiten en der fouten vind die zijn om een held te scheppen — en ik bekommer mij , met in het minst om een historische naam te verwerven.

Weet je waartoe mijn eerzucht zich beperkt? Zij is groot, maar streeft noch naar roem, noch naar uiterlijk vertoon: zij bestaat daarin jullie te helpen de onzichtbare collectieve macht te vormen slechts deze kan de revolutie doen slagen.

2.

(Uit een brief aan Netschajef [14], 2 juni 1870)

Bovenal onderscheidt zich mijn systeem hierin, dat het noch het nut, noch zelfs maar de mogelijkheid van een andere revolutie erkent dan de spontane of sociale revolutie van het volk. Elke andere revolutie is naar mijn diepe overtuiging eerloos, schadelijk en moordend voor vrijheid en voor het volk, daar zij het volk nieuwe armoede en nieuwe slavernij in het vooruitzicht stelt; Maar waar het vooral om gaat: elke andere revolutie is voortaan onmogelijk, onbereikbaar en onuitvoerbaar geworden. De centralisatie en de civilisatie, de spoorwegen. de telegraaf, de nieuwe bewapening en de nieuwe organisatie der strijdkrachten, over het algemeen genomen de administratieve wetenschap, d.w.z. de wetenschap der systematische knechting en uitbuiting der volksmassa’s, en de wetenschap van het bedwingen van volksoproeren en alle andere woelingen, die zo nauwgezet is uitgewerkt, aan de ervaring getoetst en vervolmaakt in de loop van de laatste 75 jaar van de nieuwste geschiedenis: dat alles bijeen heeft de staat in deze tijd met zo’n enorme macht gewapend, dat alle kunstmatige, in het geheim beraamde en buiten het volk om ondernomen pogingen, onverhoedse aanvallen, verrassingsaanvallen en aanslagen gedoemd zijn daarop dood te lopen, en dat die staat slechts overwonnen, gebroken kan worden door een spontane, sociale revolutie van het volk.

Welnu dan, het enige doel van een geheim genootschap moet niet de schepping van een kunstmatige macht buiten het volk om zijn, maar het opwekken, de bundeling en de organisatie van de spontane krachten in een volk; derhalve bestaat het enig mogelijke, het enig werkelijke leger der revolutie niet buiten het volk om. maar is dat het volk zelf. Het volk kunstmatig ertoe opwekken is onmogelijk, de volksrevoluties ontstaan door de kracht der dingen zelf of door de historische stroming die ondergronds en onzichtbaar, zij het ook onafgebroken en merendeels langzaam, voortgaat in de lagen van het volk, waarbij zij die steeds meer omvat, erin doordringt, die ondergraaft, totdat zij eindelijk van onder de grond te voorschijn zal springen en met haar onstuimige stroom de hindernissen verbrekend, alles zal vernietigen wat op haar weg komt.

Een dergelijke revolutie kunstmatig in het leven roepen is onmogelijk. Het is zelfs onmogelijk haar aanzienlijk te versnellen, ofschoon ik er niet aan twijfel, dat een degelijke en verstandige organisatie het uitbreken ervan kan vergemakkelijken. In bepaalde perioden van de geschiedenis zijn revoluties eenvoudig onmogelijk; in andere zijn zij onontkoombaar. In welke van deze twee perioden bevinden wij ons nu?

Naar mijn diepe overtuiging in de periode van een alomvattende onontkoombare volksrevolutie. Ik ga niet de juistheid van een dergelijke overtuiging aantonen, daar mij dat te ver zou voeren. Daarenboven hoef ik die ook niet aan te tonen, aangezien ik mij hier wend tot een man en tot mensen, die. lijkt mij, deze overtuiging ten volle met mij delen. Ik wil zeggen: overal, in heel Europa, is de sociale revolutie van het volk onontkoombaar. Of zij spoedig zal uitbarsten en waar zij het eerst zal uitbarsten: in Rusland, of in Frankrijk, of in welk ander deel van het Westen?

Niemand kan dat voorspellen. Misschien zal zij over een jaar uitbarsten, misschien eerder, misschien pas over 10 of 20 jaar. Daar gaat het niet om, en de mensen, die voornemens zijn de zaak naar eer en geweten te dienen, dienen haar niet om wille van hun eigen plezier. Alle geheime genootschappen, die haar metterdaad van nut willen zijn, moeten bovenal elke zenuwachtigheid, elk ongeduld opgeven. Ze moeten niet zitten te slapen, maar ze moeten integendeel elk ogenblik zo goed mogelijk klaar staan, dus op hun hoede zijn, altijd in staat zijn van elke gunstige gelegenheid gebruik te maken; maar tegelijkertijd moeten zij gesticht en georganiseerd worden, niet met het vooruitzicht op een nabije opstand, maar met het doel langdurig en geduldig ondergronds werk te verrichten naar het voorbeeld van onze vrienden de paters Jezuïeten.

Dusdanig moet van nu af aan de enige inhoud van ons programma zijn. Het naaste doel ervan is de oprichting van een geheime organisatie, die tezelfdertijd een helpende macht voor het volk moet stichten en een praktische school moet worden tot zedelijke opvoeding van alle leden.

Laten wij bovenal het doel, de betekenis en de bedoeling van deze organisatie nader bepalen. In mijn systeem moet zij, zoals ik reeds enige malen hierboven heb opgemerkt, niet het revolutionaire leger vormen — wij moeten slechts één revolutionair leger hebben, en wel het volk — de organisatie moet niets zijn dan de staf van dit leger, die bemiddelt tussen het volksinstinct en de revolutionaire gedachte, de organisator niet van haar eigen, maar van de volksmacht. En de revolutionaire gedachte is slechts daarom revolutionair en van een levende, authentieke werkelijkheid, omdat zij de volksinstincten tot uitdrukking brengt, die in de geschiedenis naar voren zijn gekomen en slechts voor zover zij die vorm geeft. Zich beijveren om zijn eigen gedachte, eenvoudig of vreemd aan diens instincten als zij is, aan het volk op te dringen, betekent dat volk aan een nieuwe staat te willen onderwerpen. Derhalve moet een organisatie, die oprecht slechts de bevrijding van het volksleven wil, een programma aannemen, dat de volledigste uitdrukking geeft aan de zaken die het volk nastreeft.

De organisatie wacht een enorme taak: niet slechts het voorbereiden van de zegepraal van de volksrevolutie door middel van propaganda en bundeling der volkskrachten; niet slechts, door de kracht van deze revolutie, de volkomen vernietiging van heel de nu bestaande economische, sociale en politieke ordening; maar bovendien, wanneer zij de eigenlijke zegepraal van de revolutie heeft beleefd, de dag na de overwinning van het volk, het onmogelijk maken van de vestiging van welk staatsgezag dan ook over het volk — zelfs van het schijnbaar meest revolutionaire, zelfs van dat van u —, omdat elke vorm van gezag, met welke naam het zich ook siert, onvermijdelijk het volk zou onderwerpen aan de oude slavernij n een nieuwe vorm. Derhalve moet onze organisatie hecht en levenskrachtig genoeg zijn, om de eerste overwinning van het volk te overleven — en dat is beslist geen kleinigheid — moet zij diep doordrongen zijn van haar beginsel, dat men de hoop mag koesteren, dat zij zelfs temidden van de revolutie zelve haar gedachten, haar aard, haar koers niet in de steek zal laten. Waaruit zal die koers dan wel moeten bestaan? Wat zal het voornaamste doel en de voornaamste taak van de organisatie lijn?

Het volk te helpen over eigen lot te beslissen op grond van volledige gelijkheid, en van volledige en alzijdige menselijke vrijheid, zonder ook maar de geringste bemoeienis van welk gezag dan ook, zelfs wanneer dat tijdelijk of voorlopig is, d.w.z. zonder enige vorm van staatsbemiddeling.

Wij zijn de aartsvijand van elke vorm van officieel gezag — al is dat ook nog zo'n hyperrevolutionair gezag — de vijand van elke openlijk erkende dictatuur, wij zijn sociaalrevolutionaire anarchisten. Maar indien wij anarchisten zijn, zult u vragen, met welk recht willen wij dan, en op welke manier zullen wij dan op het volk inwerken? Wanneer wij elke vorm van gezag verwerpen, met welk gezag, of juister, welke kracht zullen wij dan zelf de volksrevolutie leiden? Door de onzichtbare, door niemand erkende en zich aan niemand opdringende kracht, door de collectieve dictatuur van onze organisatie, die juist des te machtiger zal zijn, naarmate zij verborgener en onopgemerkter blijft, naar mate zij meer verstoken zal zijn van alle officiële erkenning.

Na het uitbreken van de revolutie zal een grote chaos ontstaan. Maar stelt u zich voor, dat te midden van deze anarchie onder het gehele volk zich een geheime organisatie bevindt, die haar leden in kleine groepen over het gehele gebied van het Russische keizerrijk heeft verspreid. maar desalniettemin hecht aaneengesloten is, bezield van één enkele gedachte, van één enkel doel, en die overal natuurlijk naar gelang de omstandigheden — wordt ingeschakeld en overal handelt volgens datzelfde enige plan. Deze kleine groepen, als zodanig onbekend, hebben geen enkel officieel erkend gezag. Maar ze zijn sterk door hun idee. die het eigenlijke wezen van de instincten, verlangens en aanspraken van het volk tot uitdrukking brengt. Ze zijn sterk door hun helder besefte doel, te midden van de massa der mensen die zonder doel en zonder plan strijden.

Ze zijn sterk door die hechte solidariteit die alle in het verborgen werkende groepen verbindt tot één organisch geheel. Sterk uiteindelijk door de intelligentie en de energie van de leden, die de groepen vormen en die erin geslaagd zijn rondom zich een kring van mensen te vormen, die min of meer dezelfde idee zijn toegedaan en op natuurlijke wijze aan hun invloed zijn onderworpen. Deze groepen zullen, zonder ook maar iets voor zichzelf te zoeken — noch privileges, noch eer, noch gezag in staat zijn de volksbeweging te leiden in weerwil van en tegen alle eerzuchtige personen, die geïsoleerd een onderlinge strijd voeren, en deze volksbeweging te brengen tot de zo volledig mogelijke verwezenlijking van het sociaaleconomisch ideaal en tot de organisatie van de meest volledige volksvrijheid. Dat nu noem ik de collectieve dictatuur van de geheime organisatie

_______________
[11] Albert Richard aan wie deze brief is gericht, was een Frans socialist, die Bakoenin in 1868 had leren kennen en die deel uit maakte van zijn intieme, geheime, revolutionaire vriendenkring de Fraternité. Hij was lid van de Eerste Internationale en nam deel aan de opstand in Lyon, in september 1870, waaraan ook Bakoenin deel nam.
[12] Een jaar nadat Bakoenin dit schreef, publiceerde de Commune van Parijs op 19 april 1871 een oproep aan het Franse volk; hierin werd de volledige autonomie van alle gemeenten geproclameerd, de staat onverenigbaar verklaard met de zelfstandigheid van de gemeenten en gesteld dat de Franse eenheid door de vereniging van de communes moest worden tot stand gebracht.
[13] Bakoenin gebruikt hier het woord anarchie niet in de zin zoals op andere plaatsen van regeringsloze, staatloze maatschappij, maar als een door de revolutie ontstane wanorde, waarbij degenen die zich in het geheim hebben aaneengesloten op grond van het door Bakoenin ontworpen programma voor de vernietiging van de staatsinstellingen en voor de opbouw na de revolutie moeten verhinderen dat de reactionairen en de autoritairen zich meester maken van de revolutie.
[14] Sergei Netschajef (l847-l882), stamde uit een familie van lijfeigenen. Als onderwijzer nam hij in 1868 deel aan de revolutionaire studentenbeweging in Rusland en stichtte in 1869 een geheime organisatie in Moskou. In Maart van hetzelfde jaar kwam hij in Zwitserland in contact met Bakoenin op wie de jonge, fanatieke revolutionair een buitengewone indruk maakte. Enkele maanden werkten zij nauw samen met het oog op de propaganda voor een revolutie in Rusland, tot Netschajef in augustus weer naar Rusland terugkeerde. In de tijd van hun samenwerking schreef Netschajef de z.g. Catechismus van de revolutionair. Deze handleiding voor een streng disciplinair gedrag waaraan leden van geheime organisaties zich moeten houden, zette tevens uiteen dat ieder middel, hoe immoreel ook, gewettigd was, indien dit in het belang zou kunnen zijn voor de revolutionaire zaak.
Januari 1870 kwam Netschajef voor de tweede maal naar Zwitserland. Ditmaal was hij gevlucht in verband met een moord op een student, lid van zijn geheime groep, waarvoor hij verantwoordelijk was. In Oktober 1872 werd hij door Zwitserland aan Rusland uitgeleverd. Tot 20 jaar dwangarbeid veroordeeld werd hij echter, op grond van een decreet van de Tsaar, opgesloten in de Peter en Paul Vesting, waar hij 10 jaar later stierf. In Juni 1870 brak Bakoenin met hem om morele en politieke redenen. Het hier gepubliceerde fragment is aan een omvangrijke brief, gedateerd 2 juni 1870, van Bakoenin aan Netschajef ontleend.
In de Russische revolutionaire traditie moet men Netschajef meer als een blanquist dan als een anarchist beschouwen.