Herman Gorter
Het imperialisme, de wereldoorlog en de sociaaldemocratie
Hoofdstuk 2


II. De wereldoorlog

Het is dus het kapitalisme dat de schuld draagt van deze eerste wereldoorlog. Het wereldkapitalisme dat expansie zoekt.

De wording van het gehele kapitalisme is één geschiedenis van bloed en moord. Van moord op concurrenten, op arbeiders, op eigen, en op vreemde volken.

Ontelbaar zijn de bladzijden van de geschiedenis van het moderne kapitalisme die druipen van bloed, sinds het zijn loop en ontwikkeling begon met de strijd van de Portugezen en Spanjaarden om de verovering en het bezit van India en Amerika. En zich voortzette in de strijd van Spanjaarden en Hollanders, Hollanders en Engelsen, van Engelsen en Fransen. Op als maar groter schaal, en om almaar meer macht. Tot Engeland de wereldheerschappij over de zee veroverde door hun overwinning op Napoleon. Ontelbaar zijn de van bloed druipende bladzijden van de strijd op het vasteland van Europa en Amerika om de kapitalistische macht.

Maar geen enkele van die bladzijden is zo rood van bloed als die nu beschreven wordt.

De landen die aan deze oorlog direct of indirect meedoen hebben een oppervlakte van meer dan de helft van het land van de aarde, en een bevolking van 900 miljoen mensen.[3] De legers die zij op het been kunnen en zullen brengen, tellen tientallen miljoenen, en de doden en gewonden en voor goed verzwakten, zullen miljoenen en miljoenen zijn.

De aarde wordt gemest met lijken in een aantal zo als nog nimmer in een oorlog.

Daaraan is het kapitalisme, zijn alleen de kapitalistische klassen, schuld. Elkeen en allen.

Want dit alles wordt alleen gedaan: Om de winst van het kapitalisme.

Alle kapitalistische klassen willen met deze oorlog de uitbreiding van het kapitalisme over de aarde.

Om daaruit, en uit alle volken van de aarde die zij in loonarbeiders willen veranderen, nieuw en groter kapitaal te maken.

Het is de winst voor de klasse die zij - die jammerlijke poppen in de handen van de wereldontwikkeling - vertegenwoordigen die keizers en koningen laat roepen over ‘het vaderland dat roept’, of God die getuige is van de edele wil van het volk, de rechtvaardigheid van de zaak, God die zal helpen en de overwinning geven. Jammerlijke poppen in de geschiedenis van de ontwikkeling van de mensheid die, zelf nu groot en heerlijk (immers zij bereidt nu de aarde tot het socialisme voor), deze mensen dwingt zo klein te zijn.

Het is de winst voor de klasse die de bankiers en de industriëlen en het handels- en transportkapitaal en de grondeigenaars roept om nu in de parlementen te besluiten, te doen besluiten tot de oorlog.

Het is de winst, de kleine lage winst door onderwerping aan het grootkapitaal gemaakt, die nu de middenstand dwingt, en de boer en de pachter, om, zij het ook angstig en bevreesd, met het grootkapitaal in de oorlog één te zijn. Het is de winst, de gouden winst, die de gehele wetenschap en de gehele kunst en de gehele godsdienst, dwingt om met de kapitalistische klassen, hunne handen te bezoedelen aan het bloed van miljoenen medemensen.

Het is de winst, de lage materiële winst, die al deze klassen dwingt tot de grootste en meest omvattende leugen, en tot de hoogste en meest openlijke en het duidelijkst met de waarheid van de verhoudingen in strijd zijnde huichelarij, deze namelijk dat zij hun natie, deze oorlog voeren om rechtvaardige redenen. Dat zij de edelste en hoogste bedoelingen hebben: de vrijheid van de volkeren. Dat zij de cultuur dienen. Dat hun vaderland de draagster is van het licht, de menselijkheid, de beschaving.

Dit alles is leugen en huichelarij. Er mag uit de oorlog vooruitgang komen. Die is niet hun doel. Die komt niet door hun wil. Hun wil, om hun doel te bereiken, is bloed. Mensenbloed. Het bloed van hun vijanden. Mensen als zij. En hun enig doel is winst.

Kapitaalwinst. Meerwaarde. Uit zwakke volken en arbeiders geperst.

De vuile lage winst, en niet de cultuur.

En het is tenslotte die winst, waarom en waarmee zij het proletariaat meesleuren in deze oorlog.

De arbeidersvrouw van wie de man, zoon of bruidegom valt in Frankrijk, Vlaanderen of Polen, mag nu denken: Mijn jongen, mijn man ligt daar, omdat hij moest vechten voor de winst uit de Congo, uit China, uit Klein-Azië.

De arbeider mag zeggen: wij zijn gedwongen tot de oorlog, miljoenen van ons worden gedood om de winst van het kapitaal alleen. Onze klasse zal er geen winst, zij zal er alleen nog grootere ellende en slavernij van oogsten.

In dat licht, in dat licht alleen, moeten de keizers en koningen, ministers en parlementsleden, bankiers en industriëlen, in dat licht, in dat licht alleen, de professoren, de geestelijken en de kunstenaars die deze oorlog verdedigde, worden gezien.

Vele sociaaldemocraten, vooral in Duitsland, spreken de waanzin van de oorlogstoerustingen, het imperialisme.

Maar het is allerminst waanzin van de kapitalisten, als elk kapitalistisch land koloniën wil hebben en monopolistisch bezit van wereldgebied, en als elk land zich daarom zo sterk mogelijk bewapent en miljarden voor die bewapening uitgeeft. Het is een gebrek aan betere argumenten, als men van waanzin spreekt.

Want enorme winsten stromen uit dat gebied af op het moederland. Als Duitsland een deel van China of Nederlands-Indië voor zich wist te krijgen als uitbuitingsgebied dan zouden, evenals uit India naar Engeland, miljoenen, ja miljarden vandaar jaarlijks komen in Duitse handen. De Duitse banken en het kleine aantal grootindustriëlen en handelslieden dat Duitsland beheerst, zouden de kosten van leger en vloot die daarvoor nodig zijn, laten betalen door het gehele Duitse volk, en de miljarden winst voor zich houden. Terecht dwingen zij dus het Duitse volk tot bewapening, en vanuit hun standpunt met volkomen juist verstand drijven zij Duitsland tot een oorlog voor imperialistische uitbreiding en koloniaal bezit. En terecht doet de middenstand mee, want ook zij krijgt ten slotte directe voordelen, zij leeft grotendeels van het grootkapitaal. De waanzin is niet bij hen, noch bij de middenstand.

Achter al die klassen, achter die koningen en keizers en parlementen, achter al die legers, staan verborgen en alleen voor het bewuste, het wetenschappelijke oog te zien de hoge bankiers, de grote staal- ijzer- en mijnmagnaten, de wereldtrusts, de syndicaten van het transport, de grote concessionarissen en monopolisten. Zij beheersen de grote bewegingen van het kapitaal en dus de maatschappij. Zij zijn weinig in aantal. Alles gehoorzaamt hun. Onzichtbaar en koel, zonder medelijden of gevoel, alleen met het verstand regelen zij de kapitaalbewegingen. Door de zich uitbreidende productie zijn zij tot de oorlog gedreven om het, hun, kapitalisme verder uit te breiden, groter en machtiger te maken. Het te maken tot de enige wereldmacht.

Maar het kapitalisme, alle kapitalistische klassen, zijn schuldig aan deze oorlog. Want zij volgen allen dat grootkapitaal. Zij zijn hierdoor als één massa, en staan als één massa schuldig aan deze massamoord.

Het wezen van het kapitaal is meerwaardevorming. Altijd groter, door betere werktuigen. Het wezen, het leven, de daden zijn dus uitbreiding, uiteindelijk over de gehele aarde.

Het middel van het kapitaal, dat immers ontstaat door het privaatbezit van de productiemiddelen en dus altijd in het bezit van bijzondere personen is, zijn middel tot uitbreiding, is strijd.

Deze wereldoorlog volgt dus uit het wezen en het leven van het kapitalisme. Hij is dus noodzakelijk. Hij is het noodlot, zoals men vroeger, of God’s wil zo als men later zegde. Hij is de noodzakelijke ontwikkelingsfase, drijfveer en uitwerking van het moderne kapitalisme, zoals wij nu denken.

De kapitalistische klasse heeft nog een grote taak te vervullen in de wereld. De uitbreiding van het kapitaal over de wereld.

Zij heeft nog een enorme macht om dat te doen.

Het proletariaat is nog te zwak, nog een te klein deel ervan is zich van zijn doel en ideaal bewust. Het is nog te zwak voor zijn taak, de bevrijding van de wereld van het kapitaal.

Het imperialisme, en de imperialistische buitenlandse en koloniale politiek, d.w.z. de uitbreiding van het kapitalisme, d.w.z. de hogere arbeidsmethoden over de aarde, de noodzakelijke fase in de ontwikkeling van het kapitalisme, brengt ten slote het wereldsocialisme. Maar de wijze waarop het het kapitalisme ontwikkelt, die is dreigend en vernietigend voor het proletariaat. En het is juist de strijd tegen die wijze die het proletariaat sterker maakt, en waardoor het proletariaat rijp wordt voor de vrijheid.

_______________
[3] Deze cijfers zijn in de loop van de oorlog veel groter geworden.