Tan Malaka

Brief



Geschreven: 1924
Bron: Tan Malaka, levensloop van 1897 tot 1945. door H. A. Poeze, Nijhoff Den Haag 1976 - Met toestemming van de auteur
Transcriptie: Rick Denkers
HTML: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive, februari 2007


China, 29 augustus 1924

Ondergetekende, Tan Malacca, wegens politieke redenen in maart 1922 uit Indonesië verbannen, geeft te kennen:

dat hij wegens onmogelijkheid voor hem een bestaan in Europa te vinden, thans in China verblijf houdt en als correspondent van Chinese en Filippijnse bladen in zijn levensonderhoud moet voorzien, dat hij echter gedurende een jaar verblijf in Azië in drie verschillende landen drie maal ernstig ziek is geweest;

dat hij de namen der bladen, waaraan hij sedert ongeveer een jaar werkzaam is, de namen der landen en plaatsen, waar hij ziek geweest was en de namen der doktoren, die hem hadden behandeld. niet nader kan aanduiden, omdat hij in geval van weigering van zijn verderop te noemen verzoek, vreest In zijn verdere arbeid te worden belemmerd of onmogelijk gemaakt en zodoende van zijn bestaan te worden beroofd, dat hij echter de geloofwaardigheid omtrent zijn beweringen over die ziekten voorlopig meent te moeten staven met de feiten, dat hij in de jaren 1915 en 1916 ieder jaar in Holland telkens 3 maanden aan ‘pleuris’ had geleden, hetwelk in het begin van 1921 door een zware ‘longontsteking’ in Semarang (Java) werd gevolgd;

dat hij in geval van inwilliging van zijn verderop te noemen verzoek bereid is alle bewijzen omtrent al zijn vorige beweringen te verschaffen;

dat hij thans in zijn eenjarig verblijf in Azië voor de vierde maal ziek is geworden, waarbij hij nu de regering van Nederlands-Indië een afschrift van een dokters verklaring meent te sturen, omdat hij langer verblijf in een vreemd land voor zijn gezondheid fataal acht en in verband met zijn lichamelijke zwakheid het hem minstens zeer moeilijk valt in zijn levensonderhoud te voorzien;

dat hij derhalve de regering van Nederlands-Indië verzoekt hem, om gezondheidsredenen een verblijf in Sukabi of Salatiga of ergens anders, mits op Java, toe te staan, omdat daar allicht een welwillende partijgenoot te vinden is, die hem een onderdak kan verschaffen;

dat hij zonodig, zich voor de snelle gang van zaken bereid verklaart, zich aan beperkingen, omtrent politieke activiteit te onderwerpen;

dat hij echter om alle misverstanden en verkeerde uitleggingen te voorkomen bij voorbaat meent te moeten verklaren, dat hij de eventuele beperkingen omtrent politieke activiteit slechts als ‘force majeure’ zal willen aanvaarden;

dat hij verder duidelijkheidshalve meent te ten verklaren, dat het 2+ jarige zwerversleven zijn overtuiging als communist niet in het minst heeft kunnen doen wankelen, dat hij tenslotte overtuigd is, dat hij onder deze omstandigheden het minste aan de regering van zijn land te hebben verzocht en wel voor het hoogste, waaraan een mens hebben kan, namelijk voor zijn gezondheid en meer;

dat hij derhalve van mening is, dat dit geringe verzoek, door de regering aan een politieke tegenstander wel kan worden ingewilligd, temeer, daar ondanks zijn verbanning de politieke en onderwijsbeweging in Indonesië ongehinderd voortschrijdt en dat tenslotte, hetgeen hij vraagt niet meer is, dan wat aan Dr. Tjipto indertijd door de regering werd toegestaan;

dat om alle bovengenoemde redenen hij de gouverneur generaal van Nederlands-Indië verzoekt hem een spoedig antwoord via het hoofdbestuur der PKI te doen toekomen.

Hoogachtend,
(w.g.) T. Malacca.