Max Stirner
De enige en zijn eigendom


Verantwoording van de vertalers

Indien deze vertaling wat stroef en archaïsch overkomt, dan hebben wij ons werk goed gedaan. Het origineel leest even stroef als archaïsch en stelt de vertaler voor de keuze om ofwel een vlot leesbare Nederlandse vertaling te maken, die afbreuk doet aan het idiosyncratische karakter van het origineel, of een vertaling te maken die trouw blijft aan het origineel zonder te vervallen in haast onleesbare germanismen.

Stirner schreef op een voor zijn tijd vrij heldere manier; zo zei Arnold Ruge dat Stirner het eerste leesbare boek in de Duitse filosofie had geschreven. Toch bediende Stirner zich ook van een voor de moderne lezer vrij archaïsch Duits. Het gebruik van de taal maakt echter een essentieel onderdeel uit van zijn “filosofie” en het zou in die zin onverantwoord zijn geweest om de spreektaal waarvan hij zich soms bediende om te zetten in een voor de moderne lezer aanvaardbare schrijftaal. Hetzelfde geldt voor de ironisch bedoelde plechtstatige toon die hij in sommige passages aanslaat. Talloze uitdrukkingen en zegswijzen werden zo min mogelijk omgezet in hun Nederlandse variant omdat ze toespelingen bevatten op elementen van Stirners betoog.

Als voorbeeld gebruikten wij de Engelse vertaling van Steven Byington uit 1907, die vrij helder is, maar toch stroef leest. In tegenstelling tot de Engelse vertaling kunnen wij de lezer een tekst aanbieden die véél sterker aanleunt bij het origineel. Stirner maakte gebruik van etymologische en vormelijke gelijkenissen tussen begrippen zoals “eigenheid” en “eigendom”, die de lezer net als talloze andere woordspelingen niet zullen ontgaan dankzij de manier waarop we geprobeerd hebben om Stirners tekst op de voet te volgen. We hebben de lange zinnen dus evenmin verdeeld in afzonderlijke zinnen en de talloze herhalingen die zijn werk kenmerken en het lezen ervan soms zelfs ronduit irriterend maken, zo getrouw mogelijk weergegeven. Grammaticaal hadden we een veel vlottere tekst kunnen afleveren, maar die zou afbreuk gedaan hebben aan het origineel.

Voorliggende tekst volgt de originele uitgave van 1844 met aanpassingen uit latere herdrukken die tussen vierkante haakjes werden geplaatst. Citaten in ondermeer het Latijn en Frans werden niet vertaald. Begrippen die Stirner niet volledig uitschreef om te ontsnappen aan de Pruisische censuur werden evenmin aangevuld. De voetnoten zijn exact dezelfde als in de originele uitgave en verklarende voetnoten werden doelbewust vermeden. Waar dit nodig geacht werd, hebben we de oorsprong van bepaalde citaten toegelicht, maar daarbij telkens vermeld dat het om een toevoeging van de vertalers gaat. Alle informatie die het lezen van deze tekst zou kunnen vergemakkelijken, werd geïntegreerd in het nawoord. De voetnoten bij die tekst gelden dus als literatuurverwijzingen die de geïnteresseerde lezer op weg moeten helpen bij zijn verdere studie van Stirner en het jonghegelianisme.

Afsluitend houden wij er aan een aantal mensen te bedanken die de publicatie van deze vertaling mogelijk hebben gemaakt. Allereerst Frank Daelemans van de Koninklijke Bibliotheek van België zonder wie deze vertaling er nooit zou gekomen zijn. Tevens ook Kevin van Eeckelen van de Universiteit Gent voor zijn suggesties en bemerkingen.