Begroting

Begroting of budget = een schatting van de inkomsten en uitgaven van een onderneming of van de overheid.

De staat maakt een jaarlijkse begroting op (vaak is deze anticyclisch -> economische cyclus). In België onderscheidt men nog steeds een gewone en een buitengewone begroting. De gewone begroting omvat alle consumptie-uitgaven van de staat (d.i. de kosten voor zijn normale werking) en wordt gedekt door belastingen. De buitengewone begroting omvat alle investeringen van de staat; deze wordt gedekt door inkomsten uit staatsdomeinen en -productie, in de 1ste plaats en hoofdzakelijk door leningen, zelden door een eventueel overschot van belastinginkomsten.

Begrotingspolitiek = de gedragslijn die een regering volgt om de economische ontwikkeling van een land te beïnvloeden door middel van de staatsuitgaven en -inkomsten (-> economische politiek). Sinds J.M. Keynes (Engels economist, 1883-1946) wordt de begrotingspolitiek steeds in functie van de economische conjunctuur gezien. Vereenvoudigd betekent dit:
- is de economische activiteit zeer hoog, dan moet de staat zijn uitgaven afremmen en reserves aanleggen (in de praktijk gebeurt dit niet: de regeringen zijn zelden bereid te sparen voor de volgende!);
- verzwakt de economische activiteit, dan moet de staat deze aanwakkeren door grotere opdrachten, subsidies, verlaging van de omzet- of winstbelasting, enz., hierbij gebruik makend van de reserves uit de gunstige jaren (= anticyclische begroting).

Opmerkingen:
1. Begrotingen worden in de eerste plaats opgemaakt voor de instandhouding van het kapitalistisch regime. Ze moeten de kwalen ervan verdoezelen; genezen is echter onmogelijk (bv. werkloosheid)!
2. De ontwikkeling van het zgn. sociaal budget (= uitgaven voor sociale doeleinden, zoals onderwijs, pensioenen, RMZ) is weinig gunstig. Het aandeel van de arbeiders in de “staatskoek” verandert praktisch niet door dit budget (-> herverdeling van het nationaal inkomen).
3. Uitgaven moeten gedekt worden door inkomsten: wanneer nieuwe belastingen gezocht worden, legt men deze bij voorkeur op de schouders der arbeiders. In “slechte” tijden zal men de kapitalistische ondernemers voordelen bieden! (-> belastingpolitiek).

MWBEL