Conjunctuur
(lett.: verbinding, samenvoeging)

= golfbeweging in de economische activiteit. Er zijn perioden van stijgende en van dalende economische activiteit (-> economische cyclus).

CONJUNCTUURPOLITIEK = de politiek die door de overheid gevoerd wordt om de nadelige gevolgen van de economische conjunctuur ongedaan te maken. Als belangrijkste instrumenten signaleren wij:
- de geldpolitiek (vb. het krediet afremmen of aanwakkeren naargelang dat de investeringen te hoog of te laag zijn);
- de loon- en prijzenpolitiek (vb. vele economisten verdedigen hoge lonen als middel om de afzet te stimuleren; velen zien geblokkeerde lonen en prijzen als een middel om het evenwicht tussen geld- en goederenstroom te herstellen);
- de (anticyclische) begrotingspolitiek (volgens de theorie van J.M. Keynes tracht de overheid haar begroting in omgekeerde richting van die der private ondernemingen te sturen, nl. afremmen indien het privé-initiatief teveel investeert; aanwakkeren indien de private ondernemers in gebreke blijven).

Het doel van de conjunctuurpolitiek is de gebreken van het kapitalisme te verzachten. De kapitalistische staat slaagt hierin niet, omdat hij de basisoorzaken van de conjunctuur niet kan wegnemen (nl. winstbejag, anarchie enz. -> economische cyclus).

CONJUNCTUURTHEORIEëN = theorieën over het ontstaan van de conjunctuurgolven.
Vele theorieën bestaan naast elkaar. Sommige economisten beweren dat ze onvermijdelijk zijn: deze bewering is juist voor de kapitalistische landen. In de ex-communistische landen waren ze echter reeds uitgeschakeld, omdat de tegenstelling tussen productie en afzet verdween ingevolge de planning.
a) exogene theorieën (exogene = van buiten komende): deze zoeken verklaringen buiten de eigenlijke economische activiteiten (vb. in de schommelingen in het fysisch milieu, zoals natuurrampen, voorspoedig klimaat, toeneming der bevolking, oorlogen, e.d.). Het is duidelijk dat deze oorzaken slechts tijdelijk (en vooral in landbouwstaten) belangrijk zijn.
b) endogene theorieën (= van binnenuit komende): de verklaring ligt in de economische activiteiten zelf.

De conjunctuurbewegingen zijn onafscheidelijk verbonden aan het kapitalisme: dit systeem kent een evenwicht, wanneer de productie van productiegoederen een vraag naar consumptiegoederen opwekt die even groot is als de vraag naar productiegoederen tengevolge van de productie van consumptiegoederen. Of: er is evenwicht, indien de totale vraag naar consumptiegoederen, ten gevolge van de productie van productiegoederen = de totale vraag naar productiegoederen tengevolge van de productie van consumptiegoederen. Dit evenwicht wordt echter niet gerealiseerd: er is voortdurend een duidelijk verschil in de productie van productiegoederen en van consumptiegoederen. Deze ongelijke ontwikkeling is gekoppeld aan de periodieke verschillen tussen de winstvoeten in de twee sectoren. Daarom beweren wij dat de kapitalistische productie gebaseerd is op het winstbejag.

MWBEL