Guerrilla
(Spaans = kleine oorlog; de strijders zijn guerrillero’s)

= oorlog gevoerd door kleine groepen, tegen indringers (vb. het verzet tegen de Duitse indringers) of tegen de machthebbers van een land die men om sociaaleconomische of politieke redenen bekampt.

De socialistische guerrillastrijd werd succesrijk beproefd door Tito (Joegoslavië), F. Castro (Cuba) en Mao Zedong (China), en zal zeker succesrijk eindigen in Indochina (Vietnam, Laos, Cambodja), maar eindigde op mislukkingen in verscheidene Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse landen.

De methodes van de socialistische guerrillero’s zijn dezelfde als deze van andere, maar ze passen wel een radicaal principe toe, nl. rekenen op de steun van de bevolking. Zij strijden dus niet voor de zuivere macht, maar om de macht aan het volk te geven.

MWBJD 1969