Macro-economie
(Grieks makros = groot)

= de studie van de economische bedrijvigheden op regionaal, nationaal of internationaal vlak.

Daartegenover staat de
MICRO-ECONOMIE (Grieks mikros = klein): deze bestudeert de bedrijvigheid van enkele individuen of van een bedrijf.

Wij spreken over hervormingen op micro- en op macro-economisch vlak. Hiermee bedoelen wij hervormingen op het niveau van het bedrijf (vb. van de naamloze vennootschap) en van het land (vb. planeconomie).

Wij spreken ook over enkele macro-economische theorieën. Hierin onderscheiden wij de klassieke (= evenwichtstheorie, nl. gebaseerd op een evenwicht tussen productie en consumptie), de monetaire (= theorie die het geld centraal stelt) en de keynesiaanse opvatting (= ontleedt de wisselwerking van inkomens en bestedingen).

Het marxisme is als economisch systeem hoofdzakelijk gebaseerd op de klassieke theorie, die voor K. Marx het uitgangspunt vormde van zijn denken. Zijn analyse leidde hem echter tot lijnrecht tegenovergestelde conclusies, o.a. over de noodzaak tot planning van de economie (wat de keynesianen bevestigen).

MWBEL