Protectionisme
(van Fr. protection = bescherming)

= een systeem waardoor de handel en de industrie van een bepaald land beschermd worden tegen de concurrentie uit andere landen.

Deze beschermende maatregelen worden meestal door de regering uitgevaardigd (gevolg van de innige banden tussen staat en kapitaal). Uitzonderlijk is het gesteund op reclame (vb. “koop binnenlands vlees”; “koop Europese toestellen”).

Onder de officiële maatregelen vernoemen wij
- het verbod op invoer van bepaalde producten (“de grenzen sluiten”);
- beperkingen op de invoer door maximumhoeveelheden te bepalen (= contingenteren) of door vergunningen (= invoerlicenties) af te leveren;
- de heffing van de invoerrechten.

Soms wordt aan protectionisme gedaan door aan binnenlandse firma’s premies te geven voor de export van goederen. Hierdoor kunnen zij dan goedkoper leveren aan het buitenland.

Protectionisme is het gevolg van de concurrentie op internationaal vlak. Buitenlandse firma’s kunnen dezelfde waren goedkoper leveren (vb. door lagere kostprijzen, door dumping) en zouden zo de binnenlandse markt van een ander land veroveren. De kapitalistische ondernemers van dit laatste land doen derhalve beroep op de regering, die beschermende maatregelen uitvaardigt.

Aangezien protectionisme vaak tegenmaatregelen uitlokte (vb. Nederland vermindert de invoer van Franse wijnen; hierop beperkt Frankrijk de invoer van Nederlandse kaas), ontstonden later handelsakkoorden of -associaties (= een aantal landen regelen hun onderlinge uitvoer; vb. EU of ‘Gemeenschappelijke Markt’). Deze economische blokken passen dan protectionistische maatregelen toe tegenover niet-aangesloten landen (vb. EU tegenover de VS).

De gevolgen zijn dan echter minder merkbaar door de sterkte van de associatie tegenover de grote concurrenten.

MWBEL