Waarde

= kernbegrip van de marxistische economie.
Deze wordt bepaald door de arbeidsduur die sociaal noodzakelijk is om een product voort te brengen. Een goed wordt slechts een waarde door de menselijke arbeid. (NB. De prijs van een artikel is datgene wat men er op de markt moet voor betalen.) Elk goed vertoont een dubbel aspect, nl. gebruikswaarde en ruilwaarde.

GEBRUIKSWAARDE = de eigenschap van een voorwerp, menselijke behoeften te bevredigen (vb. wild groeiend hout heeft een gebruikswaarde, omdat het kan gebruikt worden om vuur te maken; op zich zelf heeft het nochtans geen waarde, omdat er geen menselijke arbeid in steekt).

RUILWAARDE = de verhouding waarin gebruikswaarden tegen andere ingewisseld worden (-> ruil). Deze is steeds relatief, d.w.z. afhankelijk van bepaalde omstandigheden (vb. in een periode van droogte is de ruilwaarde van 100 l. water groter dan bij overvloedige regens).

(zie meerwaarde)

MWBEL