Karl Marx

Marx aan Friedrich Adolf Sorge


Geschreven: 19 september 1879
Bron: Tegen het reformisme, Uitgeverij Progres, Moskou 1990. Een bundel teksten (extracten) rond het thema reformisme
Vertaling: Uitgeverij Progres
Deze versie: Spelling - Voetnoten zijn niet overgenomen
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive, februari 2009

Laatste bewerking: 09 februari 2009


19 september 1879

Intussen is Höchberg hier geweest om ons aan te trekken. Hij trof alleen Engels, die aan de hand van een kritiek op het door Höchberg (onder het pseudoniem van dr. K. Richter) uitgegeven Jahrbuch hem op de diepe kloof wees die tussen ons en hem ligt. Nog nooit heeft de partij een grotere blamage in de pers gekend. Welk een zegen is Bismarck geweest, niet voor zichzelf maar voor ons, door het met het gedwongen stilzwijgen in Duitsland mogelijk te maken om deze jongens haarscherp te horen!

Toen Engels open en bloot zijn verhaal had gedaan, viel Höchberg zowat van zijn stoel, hij is in wezen een aanhanger van de ‘vredige’ ontwikkeling en verwacht de vrijmaking van het proletariaat alleen van de kant van ‘erudiete bourgeois’, dus van mensen van zijn soort. Liebknecht zou hem gezegd hebben het hier in wezen mee eens te zijn. In Duitsland delen allen — dat zijn alle leiders — zijn, Höchbergs visies enz.

Inderdaad heeft Liebknecht door zijn geweldige stomme zet die hij met zijn akkoord met de lassalleanen heeft gedaan, de deuren wijd opengezet voor al deze halfslachtige mensen en buiten zijn wil om de partij klaargemaakt voor de demoralisatie die kon worden vermeden alleen dankzij de wet tegen de socialisten.

Zodra het ‘weekblad’ [Sozialdemokrat. Red.] — het partijorgaan — de lijn van Höchbergs Jahrbuch gaat volgen, zullen wij genoodzaakt zijn openlijk op te treden tegen zulk een vervlakking van de partij en de theorie! Engels heeft een circulaire (brief) aan Bebel e.a. opgesteld (uiteraard alleen voor intern gebruik onder de leiders van de Duitse partij), waarin zonder omhaal onze mening uit de doeken wordt gedaan. Oftewel, we hebben deze heren gewaarschuwd en ze kennen ons goed genoeg om te begrijpen wat dat in dit geval inhoudt: buigen of barsten! Als zij zich willen compromitteren, des te erger voor hen! Ons te compromitteren zullen we in geen geval toelaten. Waartoe hun parlementarisme geleid heeft, kun je onder meer zien aan het feit dat ze Hirsch hebben beschuldigd van een grote wandaad — en waarom dan wel? Omdat hij in zijn weekblad de Laterne de lomperik Kayser op de vingers tikte voor zijn beschamende redevoering over de douanepolitiek van Bismarck. Dat kan toch niet — zeggen ze — als de partij, oftewel het troepje parlementsvertegenwoordigers van de partij, Kayser heeft gevolmachtigd om zo te spreken! Des te meer schande voor dat troepje! Maar ook dit is maar een vluchtheuvel. In werkelijkheid waren ze zo dom dat ze Kayser hebben laten spreken uit eigen naam en uit naam van de kiezers, hij sprak dus uit naam van de partij. Hoe dan ook, ze zijn reeds zover besmet met parlementair idiotisme, dat ze zichzelf boven kritiek stellen, en elke kritiek verpletteren als een belediging van hun majesteit!

Vertaald uit het Duits


Zoek knop