Friedrich Engels

Engels aan Friedrich Adolf Sorge


Geschreven: 18 januari 1893
Bron: Tegen het reformisme, Uitgeverij Progres, Moskou 1990. Een bundel teksten (extracten) rond het thema reformisme
Vertaling: Uitgeverij Progres
Deze versie: Spelling - Voetnoten zijn niet overgenomen
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive, februari 2009

Laatste bewerking: 10 februari 2009


18 januari 1893

De fabiërs hier in Londen zijn niets meer dan een stelletje carrièremakers, die genoeg hersens hebben om te begrijpen dat een sociale ommekeer onontkoombaar is, maar in geen geval dit gigantische werk willen toevertrouwen aan het ongerijpte proletariaat alleen. En daarom waren ze zo goed om aan het hoofd ervan te gaan staan. Hun basisprincipe is angst voor de revolutie. Ze zijn de ‘erudieten’ par excellence. Hun socialisme is een municipaal socialisme: de commune, niet de natie, moet, tenminste in de begintijd, de eigenaar worden van de productiemiddelen. Hun eigen socialisme nu beschrijven ze als het extreme, maar onvermijdelijke gevolg van het burgerlijk liberalisme. Vandaar hun tactiek: geen vastberaden strijd voeren met de liberalen als met hun tegenstanders, maar hen opdrijven naar de socialistische conclusies, ofwel hen oplichten, ‘het liberalisme impregneren met het socialisme’, geen socialistische kandidaten tegenover de liberalen inzetten, maar hen de liberalen toestoppen en aansmeren, oftewel deze op een valse manier erin loodsen. Maar dat ze daarbij ofwel bedrogen of bekocht uitkomen ofwel het socialisme in een vals daglicht stellen, dat snappen ze natuurlijk niet.

De fabiërs hebben, naast allerlei rotzooi, een hoop denkwerk verricht aan enige goede propagandistische werken en dat is het beste van al hetgeen er op dit terrein door Engelsen is gedaan. Maar zodra ze terugkomen bij hun specifieke tactiek — het verdoezelen van de klassenstrijd, loopt het mis. Vanwege de klassenstrijd haten ze Marx en ons allemaal.

De fabiërs tellen natuurlijk veel bourgeois onder hun aanhangers en daarom beschikken ze ook over geld. In de provincie steunen ze op veel wakkere arbeiders die niets te maken wilden hebben met de Sociaal-Democratische Federatie. En voor vijf zesde delen de provinciale leden van deze organisatie min of meer ons standpunt en zullen op het kritische moment haar de rug toekeren. In Bradford, waar ook hun vertegenwoordigers waren, deden zij meermalen een resolute uitspraak tegen het Londens Uitvoerend Comité van de fabiërs.

Zoals je ziet is dit een kritisch moment voor de beweging hier en de nieuwe organisatie kan het een en ander opleveren. één keer viel deze bijna onder de voogdij van Champion, die bewust of onbewust voor de tory’s werkt, net als de fabiërs voor de liberalen, — onder de voogdij van Champion — en zijn bondgenoot Maltman Barry die je uit Den Haag kent (Barry is thans, zoals hij zelf heeft toegegeven, agent in vast [Woordspeling: ‘zelf toegevend’ — ‘Geständiger’ en ‘vast’ — ‘standiger’. Red.] dienst bij de tory’s en bestiert de ‘socialistische vleugel van de conservatieven’ (zie de Workman’s Times van november en december). Maar Champion verkoos uiteindelijk opnieuw zijn Labour Elector uit te geven en daarmee stelde hij zich tegenover de Workman’s Times en de nieuwe partij.

Vertaald uit het Duits


Zoek knop