Bezit

Een feitelijke heerschappij over bepaalde goederen. Eigendom = het recht om over bepaalde goederen te beschikken.

Voorbeeld: in een naamloze vennootschap beschouwt de raad van beheer de onderneming als haar bezit. In de meeste gevallen is deze echter niet haar eigendom, maar deze van alle aandeelhouders.
In het alledaags taalgebruik wordt weinig onderscheid gemaakt tussen beide termen.

Privaatbezit: in de kapitalistische maatschappij wordt het privaatbezit van goederen en productiemiddelen beklemtoond, Het verwerven van bezit (-> rijkdom) geldt als hoogste ideaal. Dit principe is verklaarbaar uit het kapitalistisch perspectief dat productie dient om winst te maken, niet om behoeften te bevredigen. Iedereen vecht derhalve om zijn persoonlijke verlangens te voldoen, niet die van de gemeenschap. Het privaatbezit der productiemiddelen leidt ook onvermijdelijk tot economische anarchie.

Collectief bezit: in de socialistische maatschappij overheerst daarentegen het collectief bezit der productiemiddelen, d.w.z. – het privaatbezit wordt niet volledig uitgeschakeld (bv. individueel beheer van persoonlijke bezittingen);
- de productiemiddelen zijn eigendom van de gemeenschap. Daardoor kunnen de gemeenschapsbehoeften bevredigd worden, kan de planeconomie verwezenlijkt worden en kan de waarde van de arbeid volledig ten goede komen aan de collectiviteit.
(-> aliënatie, uitbuiting).

MWBEL