Individualisme
(individu = enkeling; individueel = elk voor zichzelf; individualistisch = alles ten voordele van de enkeling)

= denk- en handelwijze die de enkeling met zijn rechten en noden voorrang verleent op de gemeenschap. Deze denkrichting en levensopvatting wilden aanvankelijk de waarde en de waardigheid van het menselijk individu beklemtonen (in de klassieke Oudheid tegenover de slaven; in de Middeleeuwen tegenover het feodalisme). Later echter – met de ontwikkeling van het kapitalistisch systeem – groeide de afstand tussen het ideaalbeeld van de bevrijde, evenwichtige mens en de uitgebuite, onderdrukte mens, zoals het regime deze maakte. M.a.w. het individualisme werd steeds meer de uitdrukking en de verrechtvaardiging van de kapitalistische uitbuiting (met als hoogtepunt: de strijd van allen tegen allen, zoals het liberalisme toen predikte). Enkel in zo verre de socialistische invloed doordrong, is het individualisme thans gemengd met collectivistische idealen (zoals solidariteit en gelijkberechtiging).

In de socialistische maatschappij moet het individualisme langzaam plaats ruimen voor het collectivisme.

MWBJD 1969