Integratie
(lett.: eenmaking, inschakeling)

= de inschakeling van verschillende elementen in één geheel.

- politiek: eenmaking van verschillende landen (vb. Europese integratie), van verschillende volkeren, rassen of culturen (vb. integratie van de negerbevolking);

- economisch: samenbundeling van verschillende activiteiten in één geheel (-> horizontale en verticale concentratie);

- syndicaal (marxistische terminologie): inschakeling (van de arbeidersklasse) in het regime. De klassenstrijd is de basis voor de socialistische actie. Hierdoor wordt de omverwerping van het kapitalistisch regime beoogd.

Aanvankelijk reageerden de kapitalisten met brutale strijd tegen deze tegenstanders. Dit mislukte overal. Geleidelijk veranderde daarom hun tactiek: de tegenstanders moesten medestanders worden – zonder nochtans afbreuk te doen aan de kapitalistische voorrechten. De verdedigers van het systeem hebben als het ware een gevechtslijn getrokken, die de arbeidersklasse niet mag overschrijden. Deze grens wordt bepaald door de noodzaak van de winst, zonder dewelke het kapitalisme niet kan standhouden.

Overschrijding van deze grens zou leiden tot een werkelijke herverdeling van het nationaal inkomen en verdere accumulatie onmogelijk maken, m.a.w. de basis van het systeem ondermijnen

Bij integratie van de arbeidersklasse wordt de strijd niet opgegeven. De gevechtsgrens wordt echter voortdurend verplaatst volgens de behoeften van het systeem – niet deze van de arbeiders. Deze krijgen de indruk vooruit te gaan: in absolute cijfers is dit juist, in verhouding met de kapitalisten echter niet.

In plaats van het kapitalisme te bevechten werd de arbeidersklasse aldus vaak de steunpaal ervan (denk ook aan de sociaaldemocratische houding in W.O. I en II). Van hun kant trachten de kapitalisten de schijn te verwekken dat de klassentegenstellingen vervaagd of zelfs verdwenen zijn (door hoge lonen, door het opklimmen van arbeiders tot de hoogste posten...). De integratie zou reeds een voldongen feit zijn (-> medebeheer – volkskapitalisme).

Hierop antwoorden de marxisten met feitenmateriaal, zoals: de concentratie van kapitaal en macht gaat verder; de zgn. gelijkschakeling in het maatschappelijk leven berust enkel op consumptie – niet op een wijziging in de productieverhoudingen – en wordt bovendien slechts op een kleine schaal gerealiseerd: ook de hogere kaders zijn slechts bezoldigde personeelsleden – geen eigenaars der productiemiddelen. (De managers zijn niet het teken van een nieuwsoortig kapitalisme waarbij de macht en de directie in een bedrijf gescheiden zijn. Zij zijn de regelrechte consequentie van het kapitalisme: niet de functie, maar het kapitaal bepaalt de macht!)

De socialistische arbeidersbeweging aanvaardt de integratie niet, omdat zij ons wil afleiden van het gestelde doel: de verwezenlijking van een socialistische maatschappij.

(-> klassenstrijd – revolutie – socialisme)

MWBEL