Middel en doel

De dialectiek van middelen en doelen is van grote historische, ethische en politieke betekenis. Het “middel” is de activiteit dat een subject onderneemt met de bedoeling een “doel” te bereiken. Het “doel” heeft aanvankelijk slechts een ideëel bestaan en het gerealiseerde doel – het feitelijke resultaat van het gebruikte middel – kan heel anders zijn dan het abstracte doel waarvoor het middel in eerste instantie was bedoeld.

Zowel middelen als doelen zijn daarom processen die gedurende hun ontwikkeling in meer of mindere mate met elkaar in tegenspraak zijn – en een leerproces vormen van voortdurende aanpassing van zowel middelen als doelen in het licht van de ervaring – totdat uiteindelijk middelen en doelen samensmelten in een vorm van levensactiviteit, die zowel zijn eigen doel als zijn eigen middel is. De dialectiek van middel en doel manifesteert zich in stelregels die aspecten van de dialectiek eenzijdig of beperkt uitdrukken.

We hebben niet de middelen om onze doelen te bereiken” is iets wat radicale socialistische groeperingen al meer dan een eeuw zeggen, als weerspiegeling van de absolute kloof tussen hun vermogen om zich het socialisme voor te stellen en de geringheid van hun eigen middelen. Het probleem hier is eenvoudigweg dat men het socialistische “beeld” verwart met het doel, en het doel van de socialistische agitatie op vat als het tot stand brengen van een socialistische utopie. De socialistische utopie is eerder een ethisch voorschrift dan een stand van zaken die tot stand gebracht moet worden. Zoals Marx zei in De Duitse Ideologie:

“Het communisme is voor ons niet een toestand die tot stand gebracht moet worden, geen ideaal waarnaar de werkelijkheid zich moet richten. Communisme noemen wij de werkelijke beweging die de huidige toestand opheft. De voorwaarden voor deze beweging resulteren uit de thans bestaande vooronderstelling.”

De perceptie dat er een onmogelijke kloof is tussen doelen en middelen komt dus voort uit het opgeven van de kritiek op de bestaande omstandigheden, ten gunste van een verlangen naar een verre utopie, of gewoonweg een rol die ver afstaat van het feitelijke werkterrein van een groepering. Wanneer een radicale groep zich geconfronteerd ziet met zo’n absolute tegenstelling tussen middelen en doelen (misschien als gevolg van een geleidelijke verandering in de omstandigheden, een verzwakking van haar basis), dan zou zij moeten overwegen zich te heroriënteren op de kritiek van de bestaande omstandigheden, aangezien deze omstandigheden noodzakelijkerwijs de middelen leveren voor hun eigen kritiek.

Het doel heiligt de middelen” is een stelregel die zijn oorsprong vindt in een beschuldiging van protestanten aan het adres van de jezuïeten. Hoewel weinigen zo’n cynische stelregel openlijk zouden verkondigen, is het duidelijk de opvatting die de wreedheden van het stalinisme en het gebruik van terreur rechtvaardigde door sommigen die beweerden het socialistische doel na te streven. Het idee dat bepaalde middelen (zoals het gebruik van geweld tegen politieke tegenstanders of liegen tegen de arbeidersklasse) die niet in overeenstemming zijn met het doel (socialisme, wereldvrede) op de een of andere manier dat doel kunnen dienen is onhoudbaar [Zie ook de lemma's Wat is Links? en Radicalisme en Extremisme]. Er is altijd een zekere “spanning” tussen doel en middel – middelen verwijzen altijd naar bestaande omstandigheden zoals ze zijn, terwijl het doel verwijst naar hoe dingen zouden moeten zijn. Maar de middelen moeten geschikt zijn voor het doel. De middelen moeten zodanig zijn dat het bereiken van het doel de volledige ontwikkeling en bloei van de middelen betekent. Dus het idee, bv., dat het misleiden van de arbeidersklasse een onderdeel zou kunnen zijn van de strijd voor het socialisme is absurd, omdat de volledige ontwikkeling van het middel (het misleiden van de arbeidersklasse) alleen maar de desorganisatie en onderwerping van de arbeidersklasse zou kunnen zijn, het tegenovergestelde van socialisme. Aan de andere kant is een stakerspost ter ondersteuning van een loonsverhoging ver verwijderd van socialisme. Maar voor zover een stakerspost een manifestatie is van de zelforganisatie van de arbeidersklasse en een uiting van elementaire klassendiscipline, is het een “middel” dat begrepen kan worden als een “embyronale” uitdrukking van een weliswaar ver verwijderd “doel”.

Basale politieke methoden echter, zoals liegen, conformisme, persoonlijke denigrering, die binnen de arbeidersbeweging te vinden zijn, zouden hun volledige uitdrukking niet in het socialisme vinden, maar alleen in een soort stalinistische goelag. Dus de bewering dat zulke gewetenloze middelen gerechtvaardigd zijn omdat ze het doel van het socialisme dienen, is onjuist; in feite kunnen onedele middelen nooit nobele doelen dienen.

Eduard Bernstein (de voormalige medewerker van Marx en Engels, voor wie de term “revisionist” voor het eerst werd bedacht) zei: “Voor mij is dat wat algemeen het uiteindelijke doel van het socialisme wordt genoemd niets, maar de beweging is alles.” Dit gaat naar het andere uiterste en is net zo verkeerd als “het doel heiligt de middelen”. Als een beweging geen “doel” heeft – een ideaal of visie – dat in tegenspraak is met bestaande omstandigheden, inclusief de beweging zelf, dan kan zo’n beweging niets meer zijn dan een bevestiging van bestaande omstandigheden en een steun voor de status quo. De misleiding die het idee van de “beweging is alles” met zich meebrengt, de afwijzing van elk ideaal dat in strijd is met het bestaande, is niet alleen onverenigbaar met het marxisme; een dergelijke verzoening met de bestaande wereld is in feite in strijd met het menselijk leven zelf, dat altijd naar iets streeft.

Het proces van middelen en doelen is een proces van de manifestatie van middelen in de vorm van het gerealiseerde doel. De tegenstelling tussen het abstracte doel en het gerealiseerde doel transformeert de conceptie van middelen en doelen, net als de voortdurende aanpassing van soorten in een veranderende omgeving waarvan de soort zelf deel uitmaakt. Het adequate middel wordt zelf een doel, waarvan de ontdekking zelf bepaalde middelen met zich meebrengt. Aan de andere kant is een adequate opvatting van het doel een krachtig middel op zich.

In een bewegende context:
– Het middel verandert het doel. En het doel verandert het middel.

MWBAV