Nadjezjda K. Kroepskaja

Lenin en Tsjernysjewski


Geschreven: 1931
Bron: Over kunst en literatuur - verzamelbundel. Uitgeverij Progres, Moskou 1976 - Herinneringen aan Lenin, Gosizdat 1931, blz. 180-186.
Vertaling: Progres
Deze versie: spelling
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive, mei 2008


Kameraden, ik wil een paar woorden zeggen over de invloed die Tsjernysjewski op Vladimir Iljitsj had. Vladimir Iljitsj heeft deze invloed nooit direct in zijn artikelen of boeken genoemd, maar iedere keer als Tsjernysjewski ter sprake kwam klonk er opwinding door in zijn stem. Wanneer men zijn werken doorkijkt, dan merkt men dat de passages waar hij melding maakt van Tsjernysjewski als het ware met bijzonder vuur zijn geschreven. In Lenins brochure ‘Wat te doen?’ vindt men een zijdelingse verwijzing naar de invloed van Tsjernysjewski. Wanneer hij het heeft over de periode, voorafgaand aan de oprichting van de partij, d.w.z. de periode tussen 1894 en 1898, toen de arbeidersbeweging zich snel begon te ontwikkelen en een massaal karakter aannam, zegt Lenin dat de jonge mensen die zich bij deze beweging aansloten waren opgevoed en dat hun ideeën zich hadden gevormd onder de betovering van de revolutionaire activiteiten der vroegere revolutionairen en dat het hun een grote innerlijke strijd had gekost om zich van deze invloed te bevrijden en een andere weg in te slaan, de weg van het marxisme. En deze kenschets bevat ook een autobiografisch moment.

Als persoonlijkheid maakte Tsjernysjewski indruk op Vladimir Iljitsj door zijn onverzoenlijkheid, zijn zelfbeheersing en door de waardigheid en de trots waarmee hij de ongelooflijke moeilijkheden die hem door het lot werden opgelegd doorstond. En alles wat Vladimir Iljitsj over Tsjernysjewski zegt is doordrongen van een diep ontzag voor zijn nagedachtenis. Als de tijden moeilijk waren en er in het partijwerk moeilijke ogenblikken moesten worden doorgemaakt placht Vladimir Iljitsj vaak de woorden van Tsjernysjewski aan te halen: ‘de revolutionaire strijd is niet bepaald het trottoir van de Njevski Prospekt’. Hierover schreef Vladimir Iljitsj in 1907, tijdens een periode van bijzonder zware reactie, toen de partij gedwongen was om zich terug te trekken. Hij deed hetzelfde in 1918, toen de moeilijkheden waarmee de Sovjetmacht werd geconfronteerd ongehoorde hoogten bereikten en toen we gedwongen werden om de vrede van Brest-Litovsk af te sluiten en te vechten in de burgeroorlog.

Hij ontleende kracht aan het voorbeeld van Tsjernysjevski en hij herhaalde keer op keer dat een revolutionair marxist ten allen tijde tot alles bereid moet zijn.

Maar de invloed van Tsjernysjewski bleef niet slechts beperkt tot zijn persoonlijkheid. Wanneer wij kijken naar het eerste illegale werk van Vladimir Iljitsj, ‘Wat zijn de “Vrienden van het volk”...’, dan ontwaren wij met bijzondere klaarheid de invloed van Tsjernysjewski. De generatie waarover Vladimir Iljitsj sprak, de jeugd, die zich in 1894 had aangesloten bij de revolutionaire sociaaldemocraten, was opgegroeid in een sfeer waarin — in de literatuur zowel als elders — de agrarische hervormingen aan alle kanten werden bejubeld. Maar Tsjernysjevski schatte deze op haar juiste waarde. En Vladimir Iljitsj wees erop, dat men in de ware zin des woords een genie moest zijn om tot een dergelijke evaluatie van het liberalisme te komen, juist op het moment dat de agrarische hervormingen aan de gang waren, en om de verraderlijke rol van dit liberalisme en de klassenbepaaldheid ervan te ontmaskeren.

Wanneer wij Lenins verdere activiteiten bekijken, dan zien we dat Tsjernysjewski hem had aangestoken met zijn onverzoenlijke houding ten opzichte van het liberalisme. Het wantrouwen jegens liberale frasen en jegens het hele liberale standpunt loopt als een rode draad door al Lenins werken. Als we zijn Siberische ballingschap nemen, zijn protest tegen het ‘Credo’, zijn breuk met Stroeve en het onverzoenlijke standpunt dat hij innam tegenover de kadetten en de liquidatoren van de mensjewieken, die bereid waren om een compromis af te sluiten met de kadetten, dan zien wij dat Vladimir Iljitsj dezelfde compromisloze lijn heeft gevolgd als Tsjernysjewski had gedaan in zijn houding tot de liberalen, die de boeren hadden verraden tijdens de hervorming van 1861. Wanneer wij nu de balans opmaken van Lenins activiteiten in deze periode en van zijn onverzoenlijke standpunt, dan zien wij, dat het aan het onverzoenlijke standpunt van de partij te danken is geweest dat zij de strijd heeft kunnen winnen. De houding ten opzichte van de liberale bourgeoisie is een vraagstuk dat onverbrekelijk verbonden is met het vraagstuk van de democratie. In zijn ‘Wat zijn de “Vrienden van het volk”...’ heeft Lenin geschreven: ‘In het tijdperk van Tsjernysjevski vloeiden de strijd voor de democratie en de strijd voor het socialisme samen tot één onverbrekelijk geheel.’ In zijn kenschetsing van de burgerlijk-liberale democratie en de democratie van de door de bourgeoisie beïnvloede narodniki in de jaren tachtig, die zich in die tijd hadden verzoend met het tsarisme, stelde Lenin hiertegenover de democratie van het revolutionaire marxisme. Tsjernysjevski had het voorbeeld gesteld van een onverzoenlijke strijd tegen het bestaande systeem, een strijd waarin de democratie onverbrekelijk was verbonden met de strijd voor het socialisme.

Lenin had een hoge dunk van Tsjernysjewski’s activiteiten en van diens werkelijke democratie, die hij in overeenstemming achtte met de marxistische houding ten opzichte van de massa’s. De leer van het marxisme wierp niet alleen licht op de weg voor de strijd op economische grondslag tussen de arbeidersklasse en de kapitalisten, maar zij omvatte de strijd als één geheel en alle verschijnselen ervan; zij wierp licht op het hele kapitalistische systeem, zij analyseerde dit en toonde tegelijkertijd aan hoe de strijd voor de democratie verbonden moest worden met de strijd voor het socialisme. Wanneer wij kijken hoe Marx Lassalle bestreed, wat deze strijd inhield en hoe verontwaardigd Marx was door Lassalles weigering om de onafhankelijke revolutionaire activiteit van de massa’s op haar juiste waarde te schatten, dan begrijpen wij ook het socialistische wezen van het revolutionaire marxisme. De zogenaamde ‘legale marxisten’ bijvoorbeeld hadden daar totaal geen benul van en zij vergaten voortdurend, dat Marx zijn aandacht altijd concentreerde op de arbeidersklasse en de massa’s. In het marxisme zijn de democratie en de strijd voor het socialisme onverbrekelijk met elkaar verbonden. Noch is het toevallig, dat wanneer Vladimir Iljitsj de vraagstukken van de democratie ook maar aanpakte, hij zonder uitzondering teruggreep op Tsjernysjewski, van wie hij voor het eerst had geleerd, dat de strijd voor de democratie verbonden moest zijn met de strijd voor het socialisme. Wanneer wij zijn leer over de Sovjets en de Sovjetmacht bestuderen, dan zien wij dat juist binnen dit kader de samenvloeiing van de strijd voor de democratie met die voor het socialisme het best verwezenlijkt is en weerspiegeld wordt. Ik herinner me dat Vladimir Iljitsj mij in 1918, toen ik voorbereidingen trof om een populaire brochure te schrijven over de Sovjets en de Sovjetmacht, mij een knipsel uit de Franse krant ‘L’Humanité’ bracht — ik ben de naam van de Franse kameraad die het artikel had geschreven vergeten — waarin werd geschreven dat de Sovjetmacht de meest diepgaande en de meest consequent democratische macht was. Toen hij mij dit knipsel overhandigde zei Vladimir Iljitsj tegen me dat ik dit feit speciaal moest onderstrepen en dat ik een gedetailleerde uiteenzetting moest geven over deze ware democratie, die wordt belichaamd in de fundamentele structuur van de Sovjetmacht, waaronder het proletariaat bezig is te werken aan een nieuwe en meer uitgebreide democratie.

De geschriften van Marx werden al in de jaren zestig in het Russisch vertaald, maar zij moesten ook nog worden vertaald in de taal van de Russische feiten. En dit heeft Lenin gedaan in zijn ‘Ontwikkeling van het kapitalisme in Rusland’... Hij herinnerde meer dan eens aan het feit hoe goed Tsjernysjewski op de hoogte was geweest van de Russische werkelijkheid en hoe goed hij de feiten kende omtrent de afkoop van de lijfeigen boeren, enz.

In de eerste periode van zijn revolutionaire activiteiten besteedde Vladimir Iljitsj niet zoveel aandacht aan de filosofische ideeën van Tsjernysjewski, hoewel hij Plechanovs boek ‘Over Tsjernysjewski’ had gelezen, waarin bijzondere aandacht aan dit aspect van zijn geschriften wordt gewijd, maar tegelijkertijd interesseerde deze kwestie Vladimir Iljitsj minder. Pas in 1908, toen er een brede strijd ontstond op het filosofische front, herlas hij Tsjernysjewski nog eens en sprak hij over deze als een groot Russische Hegeliaan en een groot Russisch materialist. En later, toen de oorlog in 1914 naderbij kwam en het nationale vraagstuk van bijzonder actuele betekenis werd, onderstreepte Vladimir Iljitsj in het bijzonder het feit, dat Tsjernysjewski evenals Marx de volledige betekenis van de Poolse opstand had begrepen.

... In Siberië had Vladimir Iljitsj een album waarin hij de foto’s bewaarde van de schrijvers, die een bijzonder sterke invloed op hem hadden uitgeoefend. Hieronder bevonden zich de foto’s van Marx, Engels, Herzen, Pisarew en ook twee van Tsjernysjewski. Hij had ook een foto bij zich van Mysjkin, die geprobeerd had om Tsjernysjewski te bevrijden. Later had hij in het Kremlin de verzamelde werken van Tsjernysjewski tussen de werken staan van de schrijvers die hij altijd in zijn werkkamer bij de hand had; ze stonden in de kast naast de werken van Marx, Engels en Plechanov. In zijn vrije tijd herlas hij Tsjernysjewski keer op keer.

En er is nog een klein detail waar ik even bij wil blijven stilstaan. In zijn ‘Wat zijn de “Vrienden van het volk” ‘... wijst Lenin erop hoezeer Kautsky gelijk had toen hij zei dat Tsjernysjewski leefde in een tijd waarin elke socialist een dichter en elke dichter een socialist was. Vladimir Iljitsj las literatuur, hij bestudeerde haar en hij genoot ervan.

Maar Vladimir Iljitsj had één ding — voor hem vloeiden de maatschappelijke houding van de schrijver en de artistieke presentatie van de werkelijkheid samen. Deze twee dingen scheidde hij als het ware niet van elkaar en evenals Tsjernysjewski ervan hield om zijn ideeën gedetailleerd in zijn boeken uitdrukking te geven, zo hield Vladimir Iljitsj van boeken die een levendige weerspiegeling gaven van maatschappelijke ideeën en hij koos zijn boeken in overeenstemming hiermee.

En dit is dan het weinige dat ik wilde vertellen. Wat ik heb gezegd staat buiten mijn persoonlijke herinneringen. Ik kan mij geen gesprekken over dit onderwerp herinneren. Met de jaren vergeet men veel dingen, er gebeurt tenslotte iedere dag iets nieuws en men herinnert zich slechts brokstukken van gesprekken, aparte momenten en zelfs dan nog niet eens altijd in de exacte bewoordingen. Maar het lijkt mij toe dat in de werken, de artikelen en de brochures van Vladimir Iljitsj de enorme invloed de Tsjernysjewski op het had wel voldoende duidelijk wordt weerspiegeld.