V.I. Lenin
‘Laatste testament’: brieven aan het congres


Deel 2: Discussie over het toekennen van wetgevende macht aan de Commissie voor staatsplanning

Dit idee werd, schijnbaar lange tijd geleden, gesuggereerd door kameraad Trotski. Ik was er toen tegen omdat ik dacht dat er een fundamenteel tekort aan coördinatie van onze wetgevende instellingen zou zijn. Maar na een grondiger nazicht van de kwestie meen ik dat het in feite een goed idee bevat, met name dat de Commissie voor staatsplanning een min of meer aparte plaats inneemt los van onze wetgevende instellingen, hoewel het als een instelling van ervaren mensen, experts, vertegenwoordigers van de wetenschap en technologie, in een betere positie is om een correct beeld te vormen van de zaken.

We staan echter ver af van het principe dat de Commissie voor staatsplanning de overheid kritisch geanalyseerd materiaal bezorgt en de staatsinstellingen over staatszaken moeten beslissen. Ik denk dat in de huidige situatie waar de zaken ongewoon gecompliceerd geworden zijn, en wanneer het nodig is om steeds opnieuw kwesties te regelen waarvoor soms de opinie van de experts van de Commissie voor staatsplanning vereist is, al dan niet over bepaalde punten van beslissingen, in zo’n situatie is het volgens mij nodig dat we de bevoegdheid van de Commissie uitbreiden.

Ik kan me inbeelden dat dit zou betekenen dat de beslissingen van de Commissie voor staatsplanning niet zouden kunnen verworpen worden dor de gewone procedures in de Sovjetinstellingen, maar dat een speciale procedure zou ontworpen worden. Zo zou de kwestie kunnen onderworpen worden aan een zitting van het Al-Russische Centraal Uitvoerend Comité dat een hernieuwd nazicht van de beslissing overweegt overeenkomstig een speciale procedure waarbij het op basis van nota’s nagaat of de beslissing van de Commissie moet omgevormd worden. Tenslotte zouden bijzondere tijdslimieten moeten vastgelegd worden voor de procedure tegenover beslissingen van de Commissie voor staatsplanning.

Op dit vlak kunnen, en moeten we volgens mij tegemoet komen aan de wensen van kameraad Trotski, maar niet in de zin dat één van onze politieke leiders, of de voorzitter van de Hoge Raad voor Economie, ... voorzitter moet worden van de Commissie voor staatsplanning. Ik denk dat persoonlijke zaken vandaag te nauw verweven worden met principiële kwesties. Ik denk dat de aanvallen die gemaakt worden tegen de huidige voorzitter van de Commissie, kameraad Krzhizhanovski, en zijn assistent, kameraad Pyatakov, — aanvallen die langs twee lijnen verlopen: enerzijds horen we beschuldigingen van laksheid, gebrek aan onafhankelijke oordeelvorming en het gebrek aan een ruggengraat, anderzijds horen we verhalen van uitzinnige grofheid, drilmethoden, gebrek aan wetenschappelijke achtergrond, ... — ik denk dat deze aanvallen de twee zijden van de kwestie uitdrukken waarbij deze tot het extreme worden doorgetrokken. In feite hebben we in de Commissie voor staatsplanning een zorgvuldige combinatie nodig van twee types van karakter waarbij kameraad Pyatakov een voorbeeld is van het ene en kameraad Krzhizhanovsky van het andere.

Ik denk dat de Commissie voor staatsplanning moet geleid worden door iemand die enerzijds een wetenschappelijke vorming heeft, ofwel technisch ofwel agronomisch, met decennialange praktische ervaring op deze gebieden. Ik denk dat het iemand moet zijn die niet zozeer kwaliteiten heeft als administrator, maar wel over een brede ervaring moet beschikken en in staat moet zijn om de diensten van anderen in te schatten.

Lenin

27 december 1922
Genoteerd door M.V.
28 december 1922


Ik heb gezien dat een aantal van onze kameraden met directe invloed op de staatszaken, overdreven nadruk leggen op de administratieve kant van de zaak, wat natuurlijk noodzakelijk is in bepaalde gevallen, maar wat niet mag verward worden met de wetenschappelijke kant van de zaak, met een zicht op een breder geheel van feiten, met de capaciteiten om mensen aan te werven, ...

In iedere staatsinstelling, in het bijzonder bij de Commissie voor staatsplanning, is de combinatie van die twee kwaliteiten essentieel. Toen kameraad Krzhizhanovsky me vertelde dat hij de diensten van kameraad Pyatakov had aangeworven voor de Commissie en hij zich verzoend had met kameraad Pyatakov over het werk, had ik enerzijds twijfels hierover maar anderzijds hoopte ik dat we zo een combinatie zouden krijgen van de twee types van staatsmannen. Of deze hoop gerechtvaardigd was, zal moeten blijken uit een iets langere ervaring, maar in principe denk ik dat er ongetwijfeld een dergelijke combinatie van temperamenten en types (van mannen en kwaliteiten) noodzakelijk is voor het correct functioneren van staatsinstellingen. Ik denk dat het hier even slecht is om de “administratie” te overdrijven als om gelijk welk onderdeel te overdrijven. De verantwoordelijke van een staatsinstelling moet beschikken over een grote persoonlijkheid en voldoende stevige wetenschappelijke en technische kennis om het werk van anderen te kunnen controleren. Dat is de basis. Zonder deze basis kan het werk niet goed gedaan worden. Anderzijds is het belangrijk dat de verantwoordelijke in staat is om een administratie te voeren en bijgestaan wordt op dat vlak. De combinatie van deze twee kwaliteiten in één persoon, zal moeilijk te vinden zijn en is niet noodzakelijk.

Lenin

28 december 1922
Genoteerd door L.F.
29 december 1922


De Commissie voor staatsplanning ontwikkelt blijkbaar op alle vlakken tot een commissie van experts. Zo’n instelling kan niet geleid worden dan door iemand met ervaring en met een volwaardige wetenschappelijke vorming op technologisch vlak. Het administratieve element moet in essentie van ondergeschikt belang zijn. Een zekere onafhankelijkheid en autonomie voor de Commissie voor staatsplanning is essentieel voor het prestige van deze wetenschappelijke instelling en is afhankelijk van één iets, met name het bewustzijn van haar werknemers en hun bewuste wil om onze planning van economische en sociale ontwikkeling in de realiteit om te zetten.

Die laatste kwaliteit zal vandaag natuurlijk slechts bij uitzondering gevonden worden, aangezien de meerderheid van de wetenschappers die deel uitmaken van de Commissie, onvermijdelijk beïnvloed zijn door burgerlijke ideeën en burgerlijke vooroordelen. Hen daarop controleren moet gebeuren door verschillende personen die het presidium van de Commissie kunnen vormen. Dit moeten communisten zijn die een dagdagelijkse controle uitoefenen op de toewijding van de burgerlijke wetenschappers aan onze zaak doorheen hun werk waarbij ook toegezien wordt dat ze hun burgerlijke vooroordelen verliezen en geleidelijk aan socialistische standpunten aannemen. Deze werking langs de nauw met elkaar verbonden lijnen van wetenschappelijke controle en pure administratie zou ideaal zijn voor de verantwoordelijken van de Commissie voor staatsplanning in onze republiek.

Lenin

29 december 1922
Genoteerd door M.V.


Is het logisch om het werk van de Commissie voor staatsplanning op te delen in verschillende jobs? Moeten we in tegendeel niet proberen om een groep van permanente specialisten die systematisch gecontroleerd worden door het presidium van de Commissie en die een hele reeks problemen kunnen oplossen? Ik denk dat die tweede optie het meest redelijke is en we moeten proberen het aantal tijdelijke en dringende taken te beperken.

Lenin

29 december 1922
Genoteerd door M.V.