Karl Marx

Marx aan John Ludlow


Geschreven: 10 april 1869
Bron: Tegen het reformisme, Uitgeverij Progres, Moskou 1990. Een bundel teksten (extracten) rond het thema reformisme
Vertaling: Uitgeverij Progres
Deze versie: Spelling - Voetnoten zijn niet overgenomen
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive, februari 2009

Laatste bewerking: 07 februari 2009


10 april 1869

Geachte Heer!

Uw verdiensten voor de arbeidersklasse zijn mij welbekend en ik zou reeds eerder het genoegen gesmaakt hebben u mijn laatste werk Het Kapitaal toe te zenden (het tweede en derde deel zijn nog niet uitgekomen), als ik had geweten dat u Duits leest.

In uw artikel over Lassalle in de ‘Fortnightly’ [J. Ludlow, Ferdinand Lassalle, Duits sociaaldemocraat. Red.] zegt u eerst dat Lassalle mijn principes in Duitsland propageerde en voorts dat ik de ‘principes van Lassalle’ propageer in Engeland. Dit zou waarachtig zijn wat de Fransen ‘wederzijdse uitwisseling van verdiensten’ noemen.

In deel I, dat ik u toestuur, in het voorwoord, op pag. VIII, noot 1, vindt u een heldere uiteenzetting van de feiten, en wel, dat ‘Lassalle alle algemene theoretische stellingen bijna letterlijk aan mijn werken ontleent’, doch dat ik ‘mij volledig afzijdig houd van hun praktische toepassing’ [K. Marx, Het Kapitaal]. Zijn recept — staatshulp aan coöperatieve verenigingen — noem ik slechts uit beleefdheid zijn recept. In werkelijkheid behoort het toe aan mijnheer Buchez, die het met ijver predikte in de dagen van Louis-Philippe. Een gewezen Saint-Simonist, de auteur van de Geschiedenis van het parlement in de Franse revolutie, die hulde bracht aan Robespierre en de heilige inquisitie, deze heer Buchez voerde zijn ideeën door, bijvoorbeeld in de krant L’Atellier, en stelde deze tegenover de radicale ideeën van het toenmalige Franse communisme.

Aangezien u mijn reactie op Proudhon — De armoede van de filosofie — citeert, moet u toch wel weten uit het laatste hoofdstuk van dit werk, dat in 1847, toen alle politieke economen en alle socialisten het eens waren op één punt — de verwerping der trade-unions, — ik de historische noodzaak van de laatste heb aangetoond.

Hoogachtend,
Karl Marx

Vertaald uit het Engels


Zoek knop