Friedrich Engels

Engels aan Johann Philipp Becker


Geschreven: 19 december 1879
Bron: Tegen het reformisme, Uitgeverij Progres, Moskou 1990. Een bundel teksten (extracten) rond het thema reformisme
Vertaling: Uitgeverij Progres
Deze versie: Spelling - Voetnoten zijn niet overgenomen
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive, februari 2009

Laatste bewerking: 09 februari 2009


19 december 1879

Gisteren schreef ik aan Bebel dat wij niet mee kunnen werken aan de krant Sozialdemokrat. Zoals uit mijn verdere brieven blijkt, beschouwt Höchberg het als een vanzelfsprekendheid dat hem de gelegenheid geboden zal worden om in de krant Sozialdemokrat de visies te verdedigen die geuit zijn in het Jahrbuch en ik zie niet hoe de Leipzigers hem dit zullen kunnen weigeren, zolang ze met hem en zijn kleinburgerlijke collega’s dezelfde relaties onderhouden als nu. Maar daardoor wordt onze medewerking volkomen uitgesloten. Nadat we de uitgave van het Manifest [K. Marx, F. Engels, Manifest van de Communistische partij. Red.] (beter nog: reeds sinds het verschijnen van Marx’ werk tegen Proudhon [K. Marx, De armoede van de filosofie. Red.]) een onafgebroken strijd hebben gevoerd tegen datzelfde kleinburgerlijke socialisme, kunnen we niet met hen optrekken op het moment dat het, met gebruikmaking van de wet tegen de socialisten, opnieuw zijn banier probeert op te nemen. En het is ook beter zo. Anders zouden we verstrikt raken in eindeloze twisten met deze heren, de Sozialdemokrat zou een strijdperk worden en tenslotte zouden we toch onze uittreding openlijk moeten bekendmaken. Met dit alles zouden we slechts de Pruisen en de bourgeois een dienst bewijzen, dus dat kunnen we beter uit de weg gaan. Maar dit mag hoe dan ook niet als voorbeeld dienen voor andere mensen, die zich in een andere situatie bevinden dan wij, omdat het verloop van de onderhandelingen zelf ons dwingt om de uitdaging aan te nemen en op te treden tegen Höchberg en zijn club. Ik zie hoegenaamd geen redenen waarom jij bijvoorbeeld niet mee zou werken aan de krant. De correspondentie van de arbeiders is er het enige hoopgevende en jouw medewerking zou de krant alleen maar goed doen. Nu de krant er eenmaal is, laat hij dan zo goed en niet zo slecht mogelijk zijn. Ik zeg dit in de hoop dat ze je naar behoren zullen betalen, omdat je in jouw situatie geen kosteloos werk moet hoeven verrichten. Ook de Leipzigers moeten niet al te zeer worden beklaagd aangaande deze geschiedenis. Wij hebben dit reeds lang voorzien. Liebknecht kan maar niet ophouden met lijmen en links en rechts vriendjes toe te schuiven en als de partij maar sterk, talrijk en tot op zekere hoogte bemiddeld zal ogen, is hij bereid om de aanwezigheid van vreemde elementen door de vingers te zien. Als dit gebeurt dan zullen deze mensen opnieuw bij kennis komen en op de juiste weg terugkeren.

Vertaald uit het Duits


Zoek knop