Qr-MIA
       
Leest u dit met een smartphone?
Met (enkele) smartphones moet u zelf uitmaken welke modus voor u geschikt is


Deel deze tekst met een kennis
Het e-mailadres:

Mijn eerste veroordeling

Het wanbestuur en vriendjespolitiek, onder de regering van koningin Isabella van Spanje, verenigde de oppositiepartijen in een gewelddadige opstand die resulteerde in de vlucht van Isabella – eind september 1868. De besluiteloosheid waarmee de Voorlopige Regering, bestaande uit de leiders van de oppositiepartijen, de kwestie van de nieuwe regeringsvorm aanpakte, bracht de democratieën van de verschillende landen ertoe om het Spaanse volk in resoluties en toespraken de oprichting van de Republiek aan te bevelen. Natuurlijk dachten we nog meer te moeten doen, door de Spanjaarden aan te raden een sociaaldemocratische republiek te stichten, waarvoor alle voorwaarden ontbraken. Van de meer dan zestigduizend leden, die volgens krantenberichten zich bij de Internationale zouden hebben aangesloten, stonden er wel meer dan vijftigduizend niet eens op papier, zij waren een product van de fantasie. Het was destijds de periode van de overdrijvingen, welke voornamelijk de Internationale ten goede kwam. Hoorde men de burgerlijke kranten, dan bezat de Internationale in Europa miljoenen leden en haar geldmiddelen waren kolossaal navenant. De goede burger geraakte in angst en beven, als hij in zijn krant las dat de penningmeester van de Internationale zijn grote geldkist maar had open te maken om voor iedere staking miljoenen ter beschikking te hebben. Zelf was ik op een avond oog- en oorgetuige hoe Prince-Smith, die bij een gezellige bijeenkomst in de Berlijnse persclub tegenover mij zat, zijn buurman in vertrouwen vertelde dat hij een brief had gekregen uit Brussel, volgens welke de Generale Raad van de Internationale voor de staking van de mijnwerkers in de Borinage (België) twee miljoen francs (1 miljoen gulden) ter beschikking had gesteld. Ik had moeite mijn lachen te onderdrukken. De Generale Raad zou al blij geweest zijn als hij twee miljoen centimes (1 miljoen centen) of twintigduizend francs in kas had gehad. De Generale Raad had een zeer grote morele invloed, maar geld was altijd zijn zwakste punt.

Enkele jaren na de opstand van de commune werd ook Bismarck het slachtoffer van die overdrijvingen van de macht van de Internationale. Hij wilde een internationale conferentie organiseren ter bestrijding van de Internationale, waarbij de Oostenrijkse kanselier, de heer v. Beust, hem bereidwillig de hand reikte, hoewel de Internationale volgens zijn eigen getuigenis voor Oostenrijk niet in aanmerking kwam. De Engelse regering dwarsboomde de uitvoering van dit prachtige plan. En niet slechts Bismarck, ook een behendig diplomaat en onderhandelaar als kolonel v. Bernhardi liet zich over de Internationale van alles op de mouw spelden. Zo deelt hij – in Uit het leven van Theodor v. Bernhardi – het rapport van een van zijn vertrouwelingen, waarin staat:

“Vooral vanuit Londen en Genève worden de socialistische agitaties ijverig voortgezet, om geheel Europa te revolutioneren, en niet slechts een politieke, maar ook een sociale revolutie teweeg te brengen. Zij worden geleid door de twee internationale comités in Londen en Genève. Het comité in Londen wordt voorgezeten door Louis Blanc, het comité in Genève door Philipp Becker. De revolutie moet eerst in Parijs uitbreken en als zij daar zegeviert, zich dan uitbreiden, eerst over Italië en dan over zuidelijk Duitsland, waar veel dynamiet is; vervolgens moet zij zich meester maken van noordelijk Duitsland, waar men eveneens talrijke contacten heeft, en uiteindelijk heel Europa transformeren. Hun eerste pogingen zijn gericht op een militaire organisatie van het stadsproletariaat door middel van het recht van coalitie.”

Volgens Bernhardi waren alle hoofdsteden van Duitsland al klaar voor een opstand. De leiders van de beweging waren vooral Schweitzer en Bebel. Dergelijke onzin werd verspreid door zeer serieuze mannen.

Het bovengenoemde Adres aan het Spaanse volk, door Liebknecht in een vergadering toegelicht en ik, als voorzitter van de vergadering, voorgelezen en ter stemming gebracht, bracht ons voor de kadi. Uiteindelijk werden we elk veroordeeld tot drie weken gevangenisstraf voor het verspreiden van staatsgevaarlijke leerstellingen, die we eind 1869 uitzaten in de gevangenis van de arrondissementsrechtbank in Leipzig – zo lang had de beroepsprocedure geduurd.

In die tijd had niemand enig idee dat de Spaanse Revolutie indirect zou leiden tot een oorlog tussen Frankrijk en Duitsland.