MIA

MIA Nederlandstalig

Selectie marxistische auteurs

Karl Marx & Friedrich Engels

Grondleggers van de marxistische praktijk en filosofie. Zij hebben aan de arbeidersklasse een strijdleer gegeven via hun analyse van het kapitalisme en sociale bewegingen, alsook door een kritiek van verschillende filosofieën. Zij waren ook organisatorisch actief, door het oprichten van de 1ste Internationale (Marx), en door activiteit (Engels) in de Duitse sociaaldemocratische partij. (Zie ook Wat is marxisme?)


A - D


Bebel August (1840 - 1913)

Richtte met W. Liebknecht in 1869 de Duitse Sociaal Democratische Partij op. In 1875 verenigde hij te Gotha de sociaaldemocraten met de lassaleaanse socialisten in de SPD. Hij was fractieleider en hoofdredacteur van Vorwärts en Die Neue Zeit.

Dietzgen Joseph (1828 - 1888)

Leerlooier en filosoof. Marx noemt hem op het Haagse congres van de Internationale in 1872 ‘onze filosoof’ en heeft eens gesteld dat Dietzgen een van de geniaalste arbeiders is. Als een der weinigen binnen de sociaaldemocratische arbeidersbeweging van de 19e eeuw houdt Dietzgen zich uitvoerig met filosofie bezig.


E - H


Gorter Herman (1864 - 1927)

Was een vooraanstaand lid en theoreticus van de SDAP (1897-1909), met de scheuring van 1909 lid van SDP. Met Henriette Roland Holst een redacteur van het tijdschrift De Nieuwe Tijd. Met het uitbreken van de wereldoorlog verzette hij zich tegen de sociaaldemocratie die meedeed aan de oorlog. De Russische oktoberrevolutie was voor hem een stimulans, maar op een kritische wijze.

Gramsci Antonio (1891 - 1937)

Hij was medeoprichter van de Italiaanse Communistische Partij. 1926, arrestatie voor revolutionaire activiteiten en veroordeeld door een fascistisch tribunaal tot 20 jaar opsluiting. Gramsci is de theoreticus van de bovenbouw. Hij ontwikkelde concepten rond hegemonie, basis en superstructuren (bovenbouw) en organische intellectuelen. Marxisme, opgevat als filosofie van de praxis is voor hem onverenigbaar met een verstrakt, allesomvattend systeem. De nadruk op de actieve betekenis van het bovenbouwmoment is groter dan in het marxistisch denken van zijn tijd. Enige dagen voor hij vrijgelaten zou worden overlijdt hij aan een hersenbloeding.


I - L


Kautsky Karl (1854 - 1938)

Een der best gekende theoretici van de Tweede Internationale, en een leidend opvolger van Marx en Engels na hun dood. Met Lenin en anderen komt hij in conflict over de Russische Revolutie en de Eerste Wereldoorlog.



Kollontai Alexandra (1872 - 1952)

Bolsjewistische revolutionaire. Was voor de arbeidersoppositie, tegen de partijcontrole van de vakbonden. Eerste vrouwelijke ambassadeur in de geschiedenis. Voorstandster van vrije liefde.



Korsch Karl (1886 - 1961)

Na de publicatie van Marxisme en filosofie werd hij uit de partij gestoten. Toen hij in 1933 Duitsland moest verlaten bracht dit een isolement voor Korsch met zich mee. Pas op het einde van de jaren 1950 kreeg zijn werk opnieuw belangstelling.



Lafargue Paul (1841 - 1911)

Was de schoonzoon van Karl Marx. Een leider in de Franse socialistische beweging, speelde ook een belangrijke rol in de ontwikkeling van de Spaanse socialistische beweging. Hij schreef vrijwel orthodoxe marxistische werken over verschillende onderwerpen als vrouwenrechten, antropologie, reformisme, economie, ...
Lenin Vladimir (1870 - 1924)

Leidde de sovjets naar de macht in de Russische Revolutie, en was het hoofd van de Sovjetregering tot 1922. Stichte de Derde Internationale, de Komintern. Lenin benadrukte de rol van de politieke partij als voorhoede in de revolutie.



Lukács Georg (1885 - 1971) Hongaars filosoof, schrijver en literair criticus. Commissaris voor cultuur en opvoeding in de (korte) socialistische regering van Hongarije (1919). Speelde een rol met de Hongaarse opstand van 1956 tegen het stalinisme. Schiep een marxistische schoonheidstheorie, verdedigde humanisme, en werkte op vervreemding.



Luxemburg Rosa (1871 - 1919)

Marxistische politica, met revolutionaire activiteiten, waardoor zij naar Zwitserland moet vluchten. Komt zij in contact met Russische marxisten. Ze wordt een van de leiders van de linkervleugel. Fel gekant tegen de aankomende wereldoorlog probeert zij de Duitse sociaaldemocratie te overtuigen. Wat niet lukt. Rosa Luxemburg ging o.a. in debat met Bernstein, Kautsky en Lenin.

M - P


Malaka Tan (1897 - 1949)

Hij viel op door zijn intelligentie, zijn Nederlandse leraar zorgde dat Malaka in Nederland kon studeren. Behaalde de leraarsakte en maakte kennis met het communisme. In Indonesië aan de slag als onderwijzer en voorman van de Indonesische Communistische partij (PKI). Na een toespraak voor stakers werd hij uitgewezen. 1922, in Nederland. Stond in dat jaar derde op de CPH-verkiezingslijst en miste net een zetel in de Tweede kamer. Na Nederland vertrok hij naar Moskou. Sprak voor de Komintern. Na Komintern-werk in China vertrok hij naar de Filippijnen (1925). Voor Malaka volgen jaren van zwerven door Singapore, Thailand en de Filippijnen. Met de Tweede Wereldoorlog, terugkeer naar Indonesië. Hij had grote kritiek op de toenmalige leiders, Sukarno en Hatta. Uiteindelijk vond Malaka de dood toen hij vluchtte voor de Nederlanders in 1949. Hij werd standrechtelijk geëxecuteerd door een groep Indonesische opstandelingen.



Ernest Mandel (1923 - 1995)

Een van de leiders van de Vierde Internationale (USFI) en haar Belgische afdeling, de SAP. Tevens was hij een gekend marxistisch econoom met als belangrijkste werken De economische theorie van het marxisme en het Laatkapitalisme.



Mariátegui José Carlos (1894 - 1930)

Mariátegui ontpopte zich in zijn korte leven tot Latijns-Amerika’s eerste marxistische denker en ook tot één van de belangrijkste van het continent. Hij was stichter van de Peruviaanse Communistische Partij. Na zijn dood is hij het voorwerp van laster vanwege de stalinisten omwille van zijn kritische houding. Hij wordt wel eens de Latijns-Amerikaanse Gramsci genoemd. Met die laatste had hij alleszins contact toen hij in Europa verbleef. Hij stierf door een ziekte die hem sinds kindertijd al kwelde.



Mattick Paul (1904 - 1981)

Begonnen als metaalarbeider evolueerde hij naar het radencommunisme waarvan hij een theoreticus werd. In zijn jeugd bij de jongerenorganisatie van de Kommunistische Arbeiterpartei Deutschlands (KAPD). Na de Kapp-putsch (1920) vertrekt hij naar de VS (1926), daar werkt hij o.a. met de Industrial Workers of the World (IWW). Ook blijft hij in contact met de Nederlandse groep rond Anton Pannekoek.

Novack George (1905 - 1992)

De Wallstreet crash radicaliseerde Novack. Hij werd lid van de trotskistische SWP in 1933 en lid van het Nationaal Commité in 1941. Auteur van vele artikels en boeken over marxistische filosofie.



Pannekoek Anton (1873 - 1960)

Astronoom (hoogleraar astronomie te Amsterdam) en marxistisch theoreticus. Hij behoort tot de grondleggers van de theorie der sterrenspectra en verwierf faam met studies over de Melkweg. Als marxist behoorde hij tot de linkervleugel van de SDAP, en richtte in 1909 de Sociaal Democratische Partij op. Met Rosa Luxemburg de belangrijkste theoreticus van de linkervleugel in de Duitse SPD, en later van de in 1920 opgerichtte Kommunistische Arbeiter Partei Deutschlands. Hij was ook sterk voor het radencommunisme.



Plechanov Georgi (1856 - 1918)

Een der stichters van de Russische sociaaldemocratische partij, werd een mensjewik na de splitsing, trachtte wel haar verenigd te houden. Dacht dat het kapitalisme moet groeien voor er van socialisme sprake kan zijn.


Q - Z


Roland-Holst Henriette (1869 - 1952)

Eerst lid van de Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP). Van 1896-1921 redactrice van De Nieuwe Tijd. In 1915 oprichtster van het Revolutionair-Socialistisch Verbond, dat in 1916 samenging met de Sociaal-Democratische Partij (SDP). Zij nam deel aan de Zimmerwald-conferentie van 1915. Met onderbrekingen lid van de Communistische Partij Holland (CPH) tot 1927, daarna vooral sympathie voor het religieus socialisme.



Sneevliet Henk (1883 - 1942)

Via Henriette Roland Holst en het blad De Nieuwe Tijd komt hij in contact met marxistische intellectuelen. In Indonesië werkt hij aan de uitbouw van een vakbond en de latere Indonesische communistische partij. Na de oktoberrevolutie breekt hij met de SDAP en neemt deel aan het 2e Komintern congres (Moskou 1920). Lenin stuurt hem naar China (1921). Politieke verhoudingen en een conflict met Stalin isoleert Sneevliet, hij keert terug naar Nederland in 1924. Enkele jaren heeft hij invloed ondergaan van Trotski, maar er waren politieke meningsverschillen. In 1929 sticht hij de Revolutionair Socialistische Partij. Met de Duitse bezetting ontstaat het Marx-Lenin-Luxemburg-Front, uiteindelijk hebben de Duitsers Sneevliet en de hele leiding van het MLL-Front gevonden en werden zij gedood op 13 april 1942.

Trotski Leon (1879 - 1940)

Eerst mensjewiek, later bolsjewiek. Als commissaris van oorlog leidde hij het Rode Leger. Werkte aan de Linkse Oppositie om Stalin en zijn praktijken te stoppen. Ontwikkelde de Permanente Revolutie-theorie en het concept van overgangseisen. Richte de IVe Internationale op. Vermoord door een agent van Stalin.



Zetkin Clara (1857 - 1933)

Leidster van de internationale vrouwenbeweging. Kaderlid van de Duitse sociaaldemocratische partij. Bevriend met Rosa Luxemburg, en hielp haar met Spartacus en de Duitse Communistische Partij. Steunde de Sovjetregering.