August Bebel

Klerikalisme en de socialistische houding daartegenover

Een symposium


Bron: Social Democrat, Vol. 7 nr. 11, 15 nov. 1903, pp. 669-671
Copyright: Publiek Domein
Vertaling: Adrien Verlee
Deze versie: Overgenomen uit het Engelstalige Bebel-archief, transcriptie door Ted Crawford
HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren? — Graag bronvermelding !

Qr-MIA

       


Deel deze tekst met een kennis
Het e-mailadres:


Verwant
Waarom ik vrijzinnig ben?
Het belang en de methodes van antireligieuze propaganda
Antiklerikalisme en socialisme

Het volgende korte stukje is afkomstig van een symposium van de Social Democrat, orgaan van de Britse sociaaldemocratische federatie, waar vooraanstaande socialisten uit alle landen naar hun mening werd gevraagd over het conflict tussen religie en socialisme, met de nadruk op de rooms-katholieke kerk.


Het beste antwoord dat ik op uw vraag kan geven is dat ik u de belangrijkste passages van de toespraak die ik in München over deze kwestie heb gehouden, toestuur. Kameraad Welker had tijdens de discussie over de te volgen tactiek ten aanzien van de katholieke Centrumpartij [geen Duitse editie gevonden – in het Engels: Catholic Centre; gezien de context op het einde van dit artikel is het vertaald als Centrumpartij, zie ook Wikipedia – vert.] verschillende passages geciteerd uit mijn pamflet Christendom en Socialisme uit 1874. Ik vond het raadzaam de volgende opmerkingen te maken:

Welker heeft verwezen naar enkele zinnen uit mijn pamflet over ‘Christendom en Socialisme’. Ik heb nooit kunnen begrijpen hoe deze conclusies, die zeer duidelijk zijn, zo geïnterpreteerd zouden kunnen worden. Ik moet u daar echt voor behoeden, en als de rest van Welkers toespraak mij daartoe geen aanleiding gaf, zouden de woorden waarmee hij het besluit: “Ecrasez l’infame! [Vermorzel het eerloze – vert.]” mij daartoe dwingen. (applaus) Dat zijn de woorden die Voltaire gebruikte toen hij mensen opriep om de Kerk te vernietigen. Het zou inderdaad een mooie zaak zijn als de sociaaldemocratische partij deze woorden zou gebruiken als parool voor de verkiezingen. (applaus) In het begin van zijn eerste toespraak verklaarde Welker uitdrukkelijk dat het nodig was te laten zien welke tegenstrijdigheden er in de religieuze ideeën zitten; met andere woorden, zoals Vollmar heeft gezegd, we zouden een soort Kulturkampf moeten voeren. Onze partij zou haar karakter verliezen; we zouden een soort kerkenraad moeten worden. (applaus) Niemand kan eraan twijfelen dat deze houding in tegenspraak is met de woorden van ons programma: “Religie is een privé-aangelegenheid.” Deze formule staat in ons programma omdat het onze mening is en nergens zeggen we dat we ons bemoeien met religieuze overtuigingen. Iedereen mag geloven wat hij wil. Als hij sociaaldemocraat is, mag hij katholiek, protestant, materialist of atheïst zijn – dat gaat niemand in de partij aan. Alleen wanneer hij als sociaaldemocraat in de partij propaganda wil maken voor zijn religieuze overtuiging, protesteren wij krachtig, want dan grijpt hij in op het beginsel dat godsdienst een privé-aangelegenheid is. (applaus) Bovendien wordt in ons programma precies en duidelijk uitgelegd wat wij denken wanneer wij deze verklaring geven. Wij protesteren tegen de vermenging van de publieke en de religieuze macht; wij vragen om hun volledige scheiding. Wij vragen dat de Staat seculier is, en dat de religieuze gemeenschappen particuliere genootschappen zijn. Wij zijn er sterk op tegen dat de Staat, hetzij door wetgeving of dwang, iemand dwingt zich aan te sluiten bij een religieuze organisatie, of dat de Staat dit begiftigt. Ik denk daarom dat wij, wanneer wij later de voorstellen bespreken, dat wij pamfletten moeten hebben die de Centrumpartij aanvallen, op dat deel zullen insisteren. Het is wenselijk dat wij in een pamflet duidelijk zeggen wat wij bedoelen met artikel 6 van ons programma. We moeten verklaren dat religie een privé-aangelegenheid is. (applaus) We moeten ervoor zorgen dat we het religieuze idee van geen enkel lid schokken. Integendeel, wij zijn van mening, en we kunnen het niet genoeg benadrukken, dat we in religieuze kwesties absolute neutraliteit en niets dan neutraliteit in acht moeten nemen. (applaus) En ik protesteer met klem dat Welker in mijn woorden heeft gezien wat er niet in stond. Ik verzoek hem dat te onthouden en niet weer dezelfde fout te maken. Ik kan hem verzekeren dat als hij zich kandidaat stelt in een district waar veel katholieken wonen, zijn methoden geen garantie zijn voor succes. (applaus) Wat Welker beschouwde als een gebrek in onze partij is in werkelijkheid een groot voordeel. Hij dacht dat onze propaganda slecht gericht was en dat dit de reden was waarom we niet veel succes hadden in de kiesdistricten waar de Centrumpartij invloedrijk is. Maar welke voordelen hebben hij en zijn vrienden de afgelopen tien jaar behaald? (Ziet hij niet dat zij terrein verliezen? Beieren is een katholiek land waar de Centrumpartij grotendeels vertegenwoordigd is. Maar de houding die de sociaaldemocratische afgevaardigden onlangs in de Landtag hebben aangenomen inzake de kwestie van de geldelijke vergoedingen voor lagere ambtenaren, heeft veel meer gedaan voor de invloed van de sociaaldemocratische partij en heeft de Centrumpartij tot dusverre geschaad, en duizend toespraken van Welker – zoals die waarvan wij vandaag een voorbeeld hebben gehad – zouden dit resultaat niet hebben opgeleverd. (applaus) Dat blijkt niet alleen bij deze kwestie, maar ook bij andere. In praktische kwesties is ons standpunt duidelijk. Men ziet dat de sociaaldemocratie alle onderdrukten zal helpen, en dat is de beste propaganda! (luid applaus)

Dat is mijn mening over de vraag die u mij stelde.

August Bebel, afgevaardigde in de Duitse Rijksdag