Werner Hülsberg

Solidair met Wolf Biermann


Bron: De Internationale, Nederlandstalig theoretisch orgaan van de IVe Internationale, febr.l 1977, nr. 14/15 (nr. 1/2), jg. 5
Deze versie: spelling
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren?

Qr-MIA


Verwant
Leninisme – taylorisme – bureaucratie
De bureaucratie
Het betrekken van alle mensen bij de socialistische opbouw


Op 16 november 1976 werd de zanger, dichter en criticus Wolf Biermann zijn Oost-Duits staatsburgerschap ontnomen door een besluit van het Politiek Bureau van de SED (Sozialistische Einheitspartei Deutschlands, de stalinistische CP van Oost-Duitsland die in 1946 tot stand kwam door een fusie van de CP en de SP in het Oost-Duitse gebied, dat toen door het Sovjetleger bezet was). Het besluit werd genomen toen de zanger op tournee was in West-Duitsland. Het sluit tenminste voor het ogenblik de Oost-Duitse grens voor hem en verhindert hem naar zijn land terug te keren. De stalinistische bureaucratie gebruikte een smerig manoeuvre – door Biermann toestemming te verlenen Oost-Duitsland te verlaten en hem te verzekeren dat hij zou kunnen terugkeren – om zijn bekendste en meest prominente politieke criticus kwijt te raken. Deze bureaucratie heeft hierdoor weer eens de onoverbrugbare kloof getoond die haar van werkelijk marxisme scheidt.

De tournee die Biermann maakte toen het Politiek Bureau van de SED zijn besluit nam, werd gesponsord door de West-Duitse vakbond van metaalbewerkers, de IG Metall. Het was zijn eerste openbare optreden na een elfjarig verbod om zijn beroep uit te oefenen, dat de SED-bureaucratie hem had opgelegd. Zo’n 7.000 mensen woonden Biermanns concert in Keulen bij.

Door gebruik te maken van hun traditionele methodes van het vervalsen en verdraaien van de standpunten van tegenstanders, hebben de stalinistische bureaucraten geprobeerd Biermann af te schilderen als “anticommunist” om het intrekken van zijn staatsburgerschap te rechtvaardigen. Maar deze poging is volkomen mislukt. Tijdens zijn optreden in Keulen verklaarde Biermann meer dan eens dat hij helemaal geen tegenstander was van de DDR, maar alleen van de bureaucratische degeneratie daarvan, dat hij helemaal geen vijand van het socialisme was, maar alleen van de “reactionaire stalinistische bureaucraten” die de vrijheid van mening, informatie, pers en vergadering voor de arbeidersklasse onderdrukken. Hij heeft niet gehandeld als een ontmoedigd man of een afvallige, zoals bv. Solzjenitsyn (tot groot verdriet van de reactionairen in West-Duitsland) die door de kapitalistische heersende klasse gebruikt kon worden voor haar eigen doeleinden.

Vraag en Antwoord en Vraag

Men zegt: je kunt niet midden in een stroom
van paarden verwisselen.
Goed. Maar de oude zijn al verdronken.
Jij zegt: het toegeven van onze fouten
baat de vijand
Goed. Maar wie heeft baat bij onze leugens?
Velen zeggen: op den duur komt toch het socialisme,
da’s onvermijdelijk.
Goed. Maar wie drukt het dóór?

Wolf Biermann

Omdat er absoluut geen objectieve grond was voor haar “argumentatie”, aarzelde de stalinistische bureaucratie niet om haar toevlucht te nemen tot de meest grove vervalsingen. Tijdens het concert in Keulen vroeg iemand uit het publiek Biermann een bepaald lied te zingen. Biermann antwoordde sarcastisch “ik ben bereid tot elke schandelijke daad”. Deze opmerking werd als volgt in de West-Duitse stalinistische krant “Unsere Zeit” (19 november 1976) weergegeven: “Hij beledigde de inwoners van de DDR op zeer grove wijze, van de arbeiders in de fabrieken tot de leiding van de partij en de staat.
Hij ging zelfs zo ver te verklaren: ‘ik ben bereid tot elke schandelijke daad’.”

Wie is Wolf Biermann?


In 1953, op zeventienjarige leeftijd, verliet Wolf Biermann West-Duitsland om zich in Oost-Duitsland te vestigen, dat hij voortaan zijn ‘geboorteland’ en ‘het betere Duitsland’ noemde. Hij komt uit een communistische arbeidersfamilie uit Hamburg. Zij vader, een scheepswerfarbeider, die actief was in het verzet tegen de nazidictatuur, werd in 1943 in het concentratiekamp Auschwitz vermoord.
Biermann studeerde politieke economie aan de Humboldt universiteit in Oost-Berlijn en kwam later bij de theatergroep Berthold Brecht (het Berliner Ensemble). In 1960 begon hij in navolging van de grote historische voorbeelden Villon, Heine en Brecht liederen, balladen en stukken te schrijven, die kritisch de sociale werkelijkheid en de bureaucratische deformaties van de DDR behandelden en tegelijk opriepen tot solidariteit met de strijd in het kader van “het samenhangende proces van de wereldrevolutie.” In 1962 werd één van Biermanns stukken (Bruiloft in Berlijn) voor het eerst op de index geplaatst en voorstellingen ervan werden verboden. In 1963 werd Biermann uit de SED gestoten en werd hem verboden openbare optredens te houden in Oost-Duitsland. Gedurende het elfde plenum van het Centraal Comité van de SED in december 1975 was Biermann het object van een definitieve veroordeling. Er werd beweerd dat hij was overgelopen naar het kamp van de klassevijand. Zijn liederen werden door de culturele bureaucraten van de SED belasterd als “verheerlijkend scepticisme”, “een anarchistische filosofie uitdragend” en “de cultus van zelfbevrediging”.

Het grote gebed van de oude communiste oma Meume uit Hamburg

1.
God, lieve God daarboven, hoor mijn bede!
Ik roep u weer zoals ’k als kind u riep.
Ach, had mijn vader mij vertrapt, vertreden,
toen ’k in mijn moeders buik nog zalig sliep,
zodat ’k nu niet als doof,.oud wijf hier liep.
Mijn korte leven lang was vol van nood,
veel strijd – mijn God – voor een klein beetje brood,
twéé oorlogen, nooit ware vrede vieren ...
En wat heb ik bereikt? Ik ga gauw dood:
O GOD, laat ’t communisme zegevieren!
    3.
God! Was Stalin ons dan gespaard gebleven,
wat mij betreft – vergeef me – zelfs door móórd.
God, want die duivel was z’n hele leven
fascist in Sovjetland, ’t is ongehoord!
Al was hij communist, hij heeft ontspoord,
miljoenen communisten omgebracht
en ’t volk geknecht met zijn gezwollen macht.
Een liegbeest was dat kreng, in hart en nieren.
Die haai heeft ons naar de haaien toegebracht:
O GOD, laat ’t communisme zegevieren!

2.
Heus God, de mensheid zal daar nooit voor zorgen:
ik heb me krom gewerkt voor de partij,
weet u nog hoe Karl Scholz bij mij verborgen
zat, mét zijn wapens, en de kost erbij?
En elke dag op ’t werk: uitbuiterij!
Dan Hitler, dit vergeet ik nóóit, o nee!
Wie brak toen de partij, ons grootste idee?
De besten stierven in het kamp, als mieren,
de anderen zijn verrekt aan ’t front, als vee:
O GOD, laat ’t communisme zegevieren!
   
4.
Zorg dat mijn Wolf, mijn oogappel, niet omkomt
als eens zijn vader, achter prikkeldraad.
Zorg dat hij met zijn wispeltuur weeromkomt
tot de partij, die hem links liggen laat...
En zorg daarnaast dat onze vredesstaat
zo rijk en vrij wordt, dat geen schoft meer wegloopt...
en als men daarna dan de Muur nog wegsloopt,
kan Oma rustig naar uw Hemel zwieren.
Dan heeft ze niet voor niets op u gehoopt
en dan – mijn God – zal ook het Communisme zegevieren!


Vanaf dat moment namen de belasteringen en bedreigingen aan het adres van Biermann onophoudelijk toe. In 1966 verklaarde Horst Sindermann dat “Biermann niet verbaasd moest zijn als hij op een morgen wakker zou worden en enige andere lieden behalve zijn melkboer aan zijn deur zou krijgen.” Biermann antwoordde in een lied dat heet: “Dat maakt me populair”. Hij liet zich nooit intimideren en hij hapte nooit in het lokaas van “onbeperkte mogelijkheid om naar het buitenland te reizen”. In een ander lied legde hij uit dat het de bureaucraten zeer welkom zou zijn als hun meest hinderlijke critici op eigen initiatief zouden verdwijnen; als er iemand zou moeten opstappen dan waren het de bureaucraten zelf.

Biermann stond volkomen achter de Praagse lente en was fel tegen de invasie van Tsjecho-Slowakije door de troepen van het Warschaupact. (“De Parijse Commune leeft voort in Praag / de revolutie bevrijdt zichzelf / Marx zelf en Lenin en Rosa en Trotski / staan aan de zijde van de communisten”). Sindsdien is hij de bekendste figuur geworden van de marxistische oppositie in de DDR Door het “onwillekeurige” medium van de West-Duitse pers heeft Biermann stelling genomen in bijna alle essentiële gebeurtenissen in Oost-Duitsland en de internationale arbeidersbeweging gedurende de afgelopen tien jaar.

Ondanks zijn gedwongen isolatie in Oost-Duitsland en ondanks dat hij afgesneden is van de lopende discussie tussen marxisten (en gedeeltelijk ook van de historische discussie), heeft Biermann verbazingwekkend helder en correct zijn opvattingen geformuleerd ten aanzien van centrale problemen van het revolutionair marxisme.


Bijvoorbeeld:
- Over de arbeidersstaten: Tijdens elk openbaar optreden in West-Duitsland heeft Biermann het kwalitatief verschillend karakter van de overgangsmaatschappijen vergeleken met de kapitalistische landen verdedigd, in het bijzonder tegen maoïstische argumenten. Voor hem vertegenwoordigen de DDR en de andere arbeidersstaten hogere maatschappijvormen dan het kapitalisme omdat de productiemiddelen eigendom van de staat zijn en de basis vormen voor een socialistische maatschappij; desalniettemin is de “rode democratie” nog niet verwezenlijkt.
- De bureaucratie: Biermann karakteriseert de heersende laag in de DDR als “de reactionaire stalinistische bureaucratie” die zich wederrechtelijk de macht heeft toegeëigend en die probeert om sociale vooruitgang te vermijden of terug te dringen: “De kleinste bureaucraat / de middelmatigste bureaucraat / roept om zijn post / het socialisme heeft getriomfeerd / zodra hij zijn baantje heeft / zodra hij zijn geld heeft”.
- Arbeidersdemocratie: Zoals hij tijdens elk openbaar optreden in West-Duitsland heeft verklaard, vecht Biermann voor de “rode democratie” van Rosa Luxemburg zoals zij die ontwikkelde in haar geschriften over de Oktoberrevolutie: “Zonder algemene verkiezingen, zonder onbeperkte vrijheid van pers en vergadering, zonder de vrije strijd van meningen, sterft het leven uit in alle openbare instellingen; wordt het vervormd in een onecht leven waarin alleen de bureaucratie het actieve element blijft... Een dictatuur ongetwijfeld; niet de dictatuur van het proletariaat, maar de dictatuur van een handvol politici, d.w.z. een dictatuur in de zuivere bourgeoisbetekenis van het woord.”
- Verdediging van de arbeidersstaten: Biermann verdedigt de grondslag van de gedeformeerde arbeidersstaat en de successen die behaald zijn door de opofferingen en de energie van de arbeidersklasse: “Nooit eerder heb ik met zoveel duidelijkheid; overtuiging en argumenten verdedigd hoe waardevol en belangrijk de ervaring van de DDR is voor heel Duitsland en voor de Duitse arbeidersbeweging.” (Interview in Der Spiegel, nr. 48, 1976).
- Gedeformeerde arbeidersstaten en de revolutie in West-Europa: Biermann beperkt zich niet tot stelling nemen t.a.v. de DDR. Hij streeft naar een algemene socialistische revolutie op wereldschaal. Hij ziet het belang en de taken van de marxistische oppositie in de arbeidersstaten in. “Een ernstige belemmering voor links in West-Duitsland is, afgezien van hun eigen stommiteiten, het weerzinwekkende voorbeeld van een bureaucratisch gedeformeerde maatschappij, die zichzelf socialistisch noemt. De West-Duitse arbeidersklasse, het grootste deel van de bevolking, zal zijn oordeel over een mogelijkheid voor een socialistische omvorming van zijn eigen maatschappij niet baseren op basis van de studie van theoretische geschriften, maar veeleer op basis van het zien van de werkelijkheid zoals die is en verschijnt via de massamedia.” (Interview met Der Spiegel).
- Andere oppositionelen: Biermann ontkent niet zijn verschillen met de niet-marxistische oppositie in Oost-Duitsland. Hij verdedigt de democratische rechten van deze oppositie, erkent dat hun kritiek gebaseerd is op werkelijke sociale misstanden (zoals in het geval van de schrijver Reiner Kunze, die uit de schrijversbond van Oost-Duitsland is gezet). Maar hij trekt een duidelijke scheidslijn: “Het probleem is, dat je door de trieste waarheid te vertellen over de maatschappijen die zichzelf socialistisch noemen ook gevaarlijke leugens kan vertellen over de enige kans die de mensheid heeft, het socialisme.” (Geciteerd uit het concert in Keulen.) En dit “kans, socialisme” hoeft niet noodzakelijkerwijs de misvormde weg op te gaan van de DDR en de andere gebureaucratiseerde arbeidersstaten: “Nee, ik zou een soort vijand van de mensheid zijn als ik dat andere volken zou toewensen en als ik het hen zou proberen op te leggen, zelfs in de vorm van een algemene maatschappijwet”. (Interview in Der Spiegel).

Geen duidelijke opvatting over het eurocommunisme


Veel marxistische oppositionelen in de arbeidersstaten nemen een tamelijk enthousiaste houding aan t.o.v. de Italiaanse, Franse en Spaanse communistische partijen en het “eurocommunisme” dat zij vertegenwoordigen.
“Ik zie een prettige en opmerkelijke verandering, die onlangs heeft plaatsgevonden, vooral in de loop van het afgelopen jaar. Die hangt samen met ... de conferentie van de arbeiderspartijen in Berlijn in juni 1976, met het feit dat de communistische partijen van Frankrijk, Italië, Spanje en andere landen een duidelijke stap hebben gezet in de richting van ‘socialistische democratie’” (Interview met “Der Spiegel”).

Maar Biermanns houding ten opzichte van het eurocommunisme is in feite tegenstrijdig, omdat hij nauwelijks rekening houdt met de huidige rol van deze CP’s in de klassenstrijd in hun landen en ook niet de concrete evolutie van deze stalinistische partijen nagaat (hun “sociaaldemocratisering”). In de verbureaucratiseerde arbeidersstaten hebben de verklaringen van de “eurocommunisten” echter een totaal verschillende dynamiek en belang dan in kapitalistisch West-Europa, hetgeen ze overigens niet aantrekkelijker maakt. Hun kritiek op het verpletteren van de Praagse lente en hun pleidooi voor meer “democratie” als sociaal doel worden in de arbeidersstaten onvermijdelijk begrepen als een oriëntatie naar meer arbeidersdemocratie en worden als argument in deze richting gebruikt; ontegenzeggelijk scheppen ze ook illusies.

De “eurocommunisten” hebben in hun programma’s de dictatuur van het proletariaat laten vallen ten gunste van “democratie in het algemeen” in plaats van aan de dictatuur van het proletariaat zijn betekenis te geven als oriëntatie op volledige arbeidersdemocratie in de werkelijke betekenis. Biermann onderschrijft deze opvatting niet. Tijdens zijn concert in Keulen verdedigde hij de dictatuur van het proletariaat als alternatief voor de dictatuur van de bourgeoisie. In zijn “Ballade van het kamerlid” bekritiseerde hij de politiek van de Unidad Popular in Chili vanwege diens legalistische tactiek die gericht was op de “vreedzame weg naar het socialisme”. “Ah, macht komt uit de vuist / en niet van een glimlachend gelaat / macht komt uit bekken: en niet uit monden.”

Hoe daalt het Duitse duister
Hoe daalt het Duitse duister
nu neder op mijn zijn...
Het donkert al te duister
in mijn refrein...

Dat komt omdat mijn Duitsland
zozeer verscheurd moet zijn.
Ik zit in de betere helft en
lijd daardoor dubbel pijn.


Weerklank in West-Duitsland


De solidariteit met Biermann heeft zich in West-Duitsland met verbazingwekkende snelheid uitgebreid. In eerste instantie veroordeelden alle partijen, alhoewel om verschillende redenen, het verlies van zijn staatsburgerschap, en dit gaf grote publiciteit aan de zaak van Biermann. Deze solidariteit is voornamelijk naar buiten gebracht door niet-stalinistisch links en door de jeugd- en studentenorganisaties onder socialistische invloed. De kracht van deze solidariteitsbeweging is bijzonder duidelijk tot uitdrukking gekomen in het feit dat de Sozialistischer Hochschulbund, die over het algemeen zeer nauw samenwerkt met de studentenorganisatie van de CP, besloot ook een protestmotie aan te nemen. Alle intellectuelen die niet verbonden zijn met de CP hebben geprotesteerd tegen de maatregelen die tegen Biermann genomen zijp, zelfs degenen die gewoonlijk nauw samenwerken met de CP en bij de verkiezingen opriepen op de CP te stemmen, zoals professor Wolfgang Abendroth.

De concerten die Biermann gaf in West-Duitsland nadat hem het staatsburgerschap van de DDR was ontnomen werden omgevormd tot indrukwekkende solidariteitsdemonstraties met zijn strijd om het staatsburgerschap terug te krijgen.

De vakbondsbureaucratie heeft zich echter beperkt tot het aannemen van nogal lauwe resoluties. Oskar Vetter, president van de DGB (de Duitse vakbondsfederatie), waarvan de metaalbewerkersbond die Biermann naar West-Duitsland uitnodigde lid is, zei zelfs dat hij geen reden zag om initiatieven te nemen naar de vakbonden in Oost-Duitsland met betrekking tot de anti-Biermann maatregelen. De bureaucraten begrijpen elkaar en leggen elkaar geen hindernissen in de weg.

Het duurde echter maar enkele dagen voor de solidariteitsbeweging met Biermann om de valse vrienden te scheiden van de werkelijke. De sociaaldemocraten beperkten zich tot weinig geestdriftige uitspraken.

Zelfs degenen die enige weken tevoren een oproep hadden ondertekend die Biermanns recht om West-Duitsland te bezoeken ondersteunde, hielden zich liever stil nu Biermann zo ronduit gesproken had.

De conservatieve partijen, de CDU en de CSU, verloren hun geduld na enkele dagen. Zij protesteerden dat “het spektakel rond de zaak Biermann zich buitensporig ontwikkelt” en klaagden dat de radio en de televisie “voortdurend de bevolking vergiftigden met communistische ideologie”. Deze protesten werden helaas alleen herhaald door de West-Duitse stalinisten, die ook klaagden over “al die herrie die werd gemaakt in de zaak Biermann”. Dus het was niet Biermann – door de West-Duitse CP beschuldigd van koren op de molen van het anticommunisme te hebben gestrooid en munitie te hebben gegeven aan degenen die het Berufsverbot in West-Duitsland steunen – die een verraderlijk en onthullend verbond sloot, maar de stalinisten zelf.


De vrees van de heersende klasse kwam tot uiting in haar reactie.
Het is niet overdreven te stellen dat de duidelijke stellingname van Biermann en de onverwachte publiciteit die hij heeft gekregen bijgedragen hebben aan de verspreiding van revolutionaire ideeën in West-Duitsland. Biermann heeft deze ideeën voornamelijk gediend omdat hij trouw bleef aan het marxisme ondanks zijn bittere ervaringen en omdat hij ageert voor werkelijk socialisme. De kritiek die Biermann heeft geleverd op de heersende omstandigheden in Oost-Duitsland en de bureaucratische deformatie in dat land ging vergezeld van een nog ernstiger kritiek op het kapitalisme. De West-Duitse kapitalisten zijn bang omdat wat hier gaande is niet louter solidariteit is met Biermann als individu, maar ook de attractieve kracht van zijn ideeën in een maatschappij die gekweld wordt door een algehele crisis.

In een redactioneel commentaar van het toonaangevende bourgeoisdagblad “Frankfurter Allgemeine Zeitung” stond het volgende: “De vrienden van vrijheid en pluralisme in Duitsland geven natuurlijk de voorkeur aan het soort communisten die op niemand aantrekkingskracht uitoefenen, zoals de drie partijen die trouw zijn aan Moskou, de SED, de West-Duitse CP en de SEW (de SED-afdeling in West-Berlijn). Tot nu toe moeten we deze partijen bedanken voor het verhinderen van enige links-socialistische of communistische ontwikkeling in Duitsland. Als zij deze functie niet langer kunnen vervullen en als een blijkbaar respectabel links socialisme samen met een “schoon” communisme de kop op zou steken in dit land en zich ook zou baseren op brede lagen kaders in de DDR, dan zou het politieke landschap van West-Duitsland zelfs ter linkerzijde, onherkenbaar worden.” Afgezien van de terminologische brabbeltaal is dit een zeer concrete voorspelling.

De West-Duitse communistische partij (DKP) toonde weer eens duidelijk waar ze vandaan komt, toen ze onvoorwaardelijk het intrekken van Biermanns staatsburgerschap steunde. In 1956 werd de oude stalinistische communistische partij van Duitsland (KPD) in West-Duitsland verboden. Ze ging ondergronds door met haar werk, hetgeen haar afhankelijkheid van de SED versterkte, zowel organisatorisch, financieel, politiek als wat betreft medewerkers.

De omstandigheden waaronder de CP in 1968 weer legaal bovengronds kwam toonden duidelijk deze afhankelijkheid. Tot een jaar voor de herrijzenis vochten de leiders van de SED en de illegale KPD te vuur en te zwaard tegen elke poging tot terugkeer in de legaliteit die gepaard zou gaan met het afschaffen van de traditionele naam KPD. Maar een paar maanden later volgde er een draai van 180 graden. De nieuwe DKP werd bureaucratisch opgericht op basis van een overeenkomst tussen de West- en Oost-Duitse regeringen in het kader van de nieuwe “Oostpolitiek” van de toenmalige kanselier Willy Brandt. De leidinggevende posten van de nieuwe partij werden ingenomen door een groep functionarissen, die jaren, zo niet tientallen jaren, getraind waren in Oost-Duitsland. De financiële hulp van de arbeidersstaat deed de rest.

Het is dus logisch dat de leiding van de DKP niet alleen instemde met de maatregel van de SED tegen Biermann, maar zelfs een actieve rol speelde in het effenen van de weg voor deze smerige manoeuvre.

Venijnige aanvallen en laster stroomden uit de pennen van de redacteuren van het DKP-orgaan “Unsere Zeit” over Biermanns eerste concert in Keulen en deze werden herdrukt als “nieuwsartikelen” in Neues Deutschland, het orgaan van de SED. De dag daarop maakte het Politiek Bureau van de SED zijn besluit bekend, dat zo dus propagandistisch was voorbereid.

Maar toch had de DKP-leiding tijdens de daaropvolgende dagen nog meer te doen behalve het verspreiden van SED propaganda.

Feitelijk bereikte de golf van protesten zelfs de leden van de DKP, al was het maar op zeer beperkte wijze. Belangrijke sympathisanten en zelfs enkele leden van de DKP lieten zich zelf meeslepen in het “voorbarig” tekenen van protesten. Later, blijkbaar onder druk van de partijleiding, trokken zij hun namen terug. De “verklaringen” hiervoor waren over het algemeen ver gezocht.

De Deutsche Friedensgesellschaft, een groep principiële dienstweigeraars die sterk wordt beïnvloed door de DKP, kenmerkte het ontnemen van Biermanns staatsburgerschap als een “ongelooflijke maatregel”. De Deutsche Friedens-Union, een soort minivolksfront partij die door de illegale KPD in de 60er jaren was opgezet, beleefde een interne crisis.

Eén van zijn vooraanstaande leden, Arno Behrisch, distantieerde zich van de SED-leiding en beschuldigde deze ervan een “schandelijke” maatregel te hebben genomen en de “mensenrechten met voeten te hebben getreden”, Veel leden van verschillende “breed front” type organisaties en leden van groepen fellow travellers en intellectuelen, die door de DKP als ‘progressief’ worden voorgesteld, distantieerden zich eveneens.

Er ontstond zelfs een splitsing in de basis van de DKP, waarvan de leden niet geïdentificeerd kunnen worden met de bureaucraten en die vaak maar een korte tijd in de partij blijven. In het bijzonder in de universiteitssector namen enkele plaatselijke studentengroepen van de studentenorganisatie van de DKP afstand van de stellingname van de leiding onder druk van de solidariteitsbeweging en uit angst voor isolatie.

In Marburg spraken 29 leden van de DKP zich uit tegen de maatregel en tegen de stellingname van de partijleiding. Zij schreven: “Wij kunnen niet instemmen met de twee beschuldigingen die geuit zijn (dat Biermann gehandeld heeft als vijand van het socialisme en dat hij anticommunistische krachten heeft ondersteund – red.). Tijdens zijn concert in Keulen, dat officieel werd geciteerd als rechtvaardiging om hem zijn staatsburgerschap te ontnemen, heeft Biermann getoond dat hij fundamenteel het socialisme en de eerste Duitse socialistische staat als ‘iets van grote waarde’ beschouwde. Zelfs als we het niet eens kunnen zijn met sommige aspecten van zijn kritiek op het politieke systeem dat in de DDR bestaat, is het onmogelijk hem een contrarevolutionaire oriëntering toe te schrijven. Iedereen die het concert in Keulen bijwoonde is in staat dit te bevestigen.” Er begint iets te bewegen in de DKP, al is het maar schuchter. En de beweging gaat de goede kant op.


Solidariteit en repressie in Oost-Duitsland


De reacties in Oost-Duitsland geven nog meer reden om zich te verheugen. Het intrekken van Biermanns staatsburgerschap had onverwachte gevolgen voor de bureaucratie in dit land. Voor het eerst in meer dan 20 jaar, sinds het arbeidersoproer werd neergeslagen in 1953, wordt de bureaucratie geconfronteerd met een openbare oppositie die meer omvat dan een paar bekende personen. Maar het is echter wel zo, dat op het ogenblik de oppositiebeweging geleid wordt door intellectuelen en niet door arbeiders, zoals dat in 1953 het geval was. Het besluit om de maatregel tegen Biermann te nemen is zeker genomen vóór hij Oost-Duitsland verliet voor zijn tournee. Wat hij ook gezegd of gezongen mag hebben op zijn eerste concert, hij zou in ieder geval zijn Oost-Duitse staatsburgerschap verloren hebben. Het feit dat de Oost-Duitse bureaucratie de interne oppositie had geprobeerd de kop in te drukken zonder represaillemaatregelen te nemen zolang Biermann nog in Oost-Duitsland was, weerspiegelt een gewijzigde politieke situatie alsook de moeilijkheden warmee de SED heeft te kampen. Deze moeilijkheden bleken zelfs op het negende partijcongres in het voorjaar van 1976 (toen er maatregelen werden genomen om de minimumlonen en de pensioenen te verhogen).

De economische problemen gaan gepaard met een groeiend zelfvertrouwen onder de arbeidersklasse en andere lagen van de bevolking. Het vorige vijfjarenplan (1971-75) heeft deze ontwikkeling verder gestimuleerd. Geschrokken door de opstand van de Poolse arbeiders in de Baltische havens en in een poging om met het verdwijnen van Walter Ulbricht opnieuw te beginnen, had de bureaucratie dit plan gebaseerd op een versnelde groei van de levensstandaard van de arbeiders. Hoewel gepland werd dat de investeringen slechts 3,6 % per jaar zouden stijgen, zou de levensstandaard 5,1 % per jaar moeten stijgen. Maar het nieuwe plan vraagt om een complete ommekeer in deze verhoudingen (voor 1976-80). De DDR is gedeeltelijk afhankelijk van importen uit het Westen en het handelstekort stijgt voortdurend. De algemene inflatie in het Westen heeft zijn weerslag op de Oost-Duitse economische ontwikkeling omdat de prijzen van geïmporteerde goederen gemiddeld met zo’n 20 % per jaar stijgen.


Hier moet nog aan toegevoegd worden de geïnstitutionaliseerde verliezen die de “volksdemocratieën” in de Comecon leiden t.o.v. de Sovjetbureaucratie. De extra bijdragen die de Sovjetbureaucratie Oost-Duitsland heeft opgelegd, kunnen alleen gecompenseerd worden door een vergroting van de export.

Maar dit houdt een nadruk in op investeringen met het oog op het invoeren van nieuwe technieken. Daarom vereist het nieuwe vijfjarenplan een jaarlijkse toename van de investeringen van 5,8 %, terwijl de levensstandaard slechts 3,7 % per jaar zou moeten stijgen. Wat de bureaucratie niet kan voorspellen is of deze ommezwaai doorgevoerd kan worden zonder openlijke conflicten. De nieuwe stakingsgolf in Polen is een duidelijke waarschuwing geweest. Daarom moest er een voorbeeld gesteld worden aan de intellectuelen. Maar dit voorbeeld heeft een boemerangeffect gehad. Biermann en zijn ideeën zijn waarschijnlijk nu populairder dan ooit in Oost-Duitsland. Via de West-Duitse televisie heeft hij de mogelijkheid gehad zich tot de Oost-Duitsers te richten en hen steun te vragen:
“De groeiende solidariteit van mijn vrienden en kameraden in de DDR heeft mij bemoedigd, want wie anders kan voor mij het recht winnen om terug te keren naar de DDR?”, verklaarde hij even voor een vier uur durend concert dat volledig door de West-Duitse televisie zou worden uitgezonden.

Zelfs al voor deze uitzending waren er al snelle ontwikkelingen. Voor het eerst sinds meer dan twintig jaar in Oost-Duitsland, namen dertien schrijvers hun toevlucht tot een gemeenschappelijk protest door een resolutie te sturen aan de leiders van de partij en de staat. Schrijvers die bekend zijn buiten de DDR – zoals Sarah Kirsch, Stefan Heym, Christa Wolf, Stefan Herlin, Heiner Müller, Jurek Becker en anderen, verklaarden onder andere: “Biermann heeft er nooit twijfel over laten bestaan welke van de twee Duitse staten hij als de zijne beschouwt, ondanks al zijn kritiek. Wij protesteren tegen het intrekken van zijn staatsburgerschap en we vragen u deze maatregel in te trekken.” De beeldhouwer Fritz Cremer, die verscheidene keren de nationale prijs van Oost-Duitsland kreeg, trok zijn handtekening onder deze resolutie pas terug toen zijn schoonzoon was gearresteerd in verband met de solidariteitscampagne. Ondanks deze repressie is de oproep tot nog toe ondertekend door enkele honderden schrijvers, artiesten, toneelspelers en zelfs zangers.

De leiding van de SED heeft getracht te antwoorden met een tegengestelde publiciteitscampagne van schrijvers die trouw zijn aan de partij. Maar hier is niet veel van terecht gekomen. Aan de ene kant hebben enkele bekende kunstenaars zich afzijdig gehouden.

Aan de andere kant hebben veel van de “tegenverklaringen” een tegengesteld effect gehad onder een bevolking die gewend is “tussen de regels door te lezen”, want er is weinig directe bijval gekomen met de beschuldigingen van de partijleiding aan Biermann. Tenslotte werd de tegencampagne plotseling gestopt aan de vooravond van een normale bijeenkomst van het Politiek Bureau, waarop bij geruchte vijf leden stemden tegen de maatregel om Biermann zijn staatsburgerschap te ontnemen.

Daarna werd de repressie opgevoerd. De schrijver Jürgen Fuchs werd gearresteerd evenals de zangers Pannach en Kunert in Leipzig. De bureaucratie had zich vooral geërgerd aan de pogingen van sommige oppositionelen om handtekeningen voor de oproep te verzamelen in de fabrieken. Enkele studenten van de universiteit van Jena haalden samen met de schrijver Jurek Becker enige honderden handtekeningen op bij de Zeissfabrieken. De laatste slag werd uitgedeeld aan de bekende criticus professor Robert Havemann, die op 26 november huisarrest kreeg.

Er zijn ook spontane en anonieme uitdrukkingen van verzet verspreid. Elke dag verschijnen er massa’s bloemen op sommige plekken in Oost-Berlijn die dikwijls in Biermanns liederen genoemd worden, zoals de Weidambrug over de rivier de Spree voor de “Pruisische Adelaar” en het kerkhof van de hugenoten. Het is niet zeker of de Oost-Duitse bureaucratie de repressie verder zal opvoeren. Eén ding is echter zeker: zonder een versterking van de solidariteitsbeweging in West-Duitsland en in andere landen is de zich ontwikkelende oppositie in Oost-Duitsland in gevaar. Het is onze plicht met alle kracht deze oppositie te steunen.


Vrijheid voor alle gearresteerde kameraden
Geef biermann zijn staatsburgerschap terug


Ballade van de cameraman

Toe makkers, wie weet het? Nee? Helemaal niemand?
Kom op, toch wel iemand? Er weet hier toch iemand
zijn naam nog wel en wanneer en waar’an
hij stierf in Chili, de cameraman?!

In Santiago, dat bloedige jaar,
daar zijn er te velen gevallen.
En dat is dan Chili in één enkel woord:
een mens filmt zijn moordenaars tijdens de moord!

Ach, macht komt uit de vuisten,
niet uit een gezicht goed en rond.
Uit mondingen komt de macht wel,
maar macht komt niet uit de mond!
Ja makker, zonneklaar
is en blijft dit steeds waar,
het is de bittere waarheid van
de UNIDAD POPULAR.

De film was veelzeggender dan vele woorden,
ik zag er het werk van soldaten: het moorden.
Ik zag van die beelden die iedereen kent:
het volk dat voor z’n leven rent
terwijl de geweren de straat schoonvegen...
Proleten stervend in de kogelregen...
Ik zag salvo’s kinderen openscheuren
en vrouwen die boven de lijken treuren.

Je ziet bij de werkzaamheid met de MP
vooral steeds dat ondier, die stier niet een helm op,
hoe die z’n geweer tegen ’t kaakbeen drukt
en hoe hij de tijd neemt bij ’t richten, het richten...
De cameraman richt precies op die man
en die legt precies op de camera ’an.
Dan wankelt het beeld, de film breekt af...
- dat is wat mij déze woorden ingaf:

Ach, macht komt uit de vuisten,
niet uit een gezicht, goed en rond.
Uit mondingen komt de macht wel,
maar nooit alleen uit de mond!
Ja makkers, zonneklaar
is en blijft dit steeds waar,
het is de kostbare waarheid van
de UNIDAD POPULAR.

De kogel vloog uit de geweerloop
en niet uit de filmlens vandaan...
En waar het filmbeeld afbrak
vangt onze strijd echt aan:
met stenguns én gitaren,
da’s – makkers – zonneklaar
en da’s de hele waarheid van
de UNIDAD POPULAR.


Enkele honderden kunstenaars, schrijvers en dichters in Oost-Duitsland hebben de volgende verklaring ondertekend die protesteert tegen het intrekken van het staatsburgerschap van Biermann:


“Wolf Biermann was en blijft een verontrustende dichter – hij heeft deze eigenschap gemeen met vele dichters uit het verleden. Onze socialistische staat zou, overeenkomstig met wat Marx in de Achttiende Brumaire zei over de neiging van de proletarische revolutie tot voortdurende zelfkritiek, in staat moeten zijn zulk ongemak te tolereren, het rustig te beschouwen, in tegenstelling tot wat gebeurt in anachronistische maatschappijen. Wij identificeren ons niet met elk woord en elke daad van Wolf Biermann. Wij distantiëren ons van iedere poging om de gebeurtenissen rond Biermann te gebruiken tegen de DDR.
Zelfs in Keulen heeft Biermann er nooit twijfel over laten bestaan welke van de twee Duitse staten hij als de zijne beschouwt, ondanks al zijn kritiek. Wij protesteren tegen het intrekken van zijn staatsburgerschap en wij vragen u deze maatregel in te strekken.”