P. Aartsz (Anton Pannekoek)

De arbeidersraden



Geschreven: 1946
Bron: een pdf van het boek van Uitgeverij “De Vlam”
Deze versie: spelling aangepast en matige modernisering van het Nederlands
Copyright: onder auteursrecht
| Hoe te citeren?

Qr-MIA

       
Leest u dit met een smartphone?
Met (enkele) smartphones moet u zelf uitmaken welke modus voor u geschikt is


Deel deze tekst met een kennis
Het e-mailadres:


Verwant
Het boerenvraagstuk in Frankrijk en Duitsland
De toestand van de arbeidersklasse in Engeland
Arbeiderstoestanden van 1850 tot 1876

Woord vooraf

I. DE TAAK

1. De arbeid
2. Recht en eigendom
3. Bedrijfsorganisatie
4. Maatschappelijke organisatie
5. Bedenkingen
6. Moeilijkheden
7. De radenorganisatie
8. De groei

II. DE STRIJD

1. De vakbeweging
2. Directe actie
3. Bedrijfsbezetting
4. De politieke staking
5. De Russische revolutie
6. De bevrijdingsstrijd

III. DE GEDACHTE

1. De ideologieën
2. De godsdienst
3. Het nationalisme
4. De democratie
5. Communisme en socialisme
6. Gedachte en daad

IV. DE VIJAND

1. De West-Europese bourgeoisie
2. De Duitse bourgeoisie
3. Het Amerikaanse kapitalisme
4. Het fascisme
5. Het nationaalsocialisme

V. Naschrift DE OORLOG

1. Het Japanse imperialisme
2. De opkomst van China
3. De koloniën
4. Rusland en Europa
5. In de afgrond

Voorwoord

Dit boek is geschreven in de eerste oorlogsjaren 1941-42. De schrijver, die vele jaren de arbeidersbeweging oplettend heeft gevolgd en er zelf in deel nam, geeft hier een samenvatting van wat uit deze ervaringen is af te leiden omtrent de tegenwoordige en komende strijd van de arbeidersklasse voor haar bevrijding. Het beeld van de honderd jaren arbeidersbeweging, dat ons hier getekend wordt, is niet een reeks van telkens vergeefse pogingen tot verheffing en bevrijding; en het is evenmin het beeld van een geregelde, vaste opmars van de arbeidersklasse volgens vastgelegd plan en onveranderlijke tactiek. We zien telkens nieuwe vormen van strijd en actie groeien en deze groei moet nu in hogere vormen verder gaan, zoals door de ontwikkeling van de maatschappij, van het kapitalisme en van de arbeidersklasse zelf worden opgelegd.

Het eerste gedeelte van dit boek laat de taak zien, waar de arbeiders nu voor staan en de strijd, die ze nu hebben te voeren. Het tweede gedeelte behandelt de denkwereld en karaktertrekken, die in de burgerlijke wereld opgroeiden, dus de geestelijke en politieke omstandigheden, waaronder de arbeiders hun strijd moesten en moeten voeren. Overal worden de uiteenzettingen gedragen door de leer van de diepe, alzijdige samenhang tussen maatschappij en geestelijk leven, tussen productiewijze en klassenstrijd, tussen de groei van het kapitalisme en de groei van de arbeidersbeweging, die wij aan Marx te danken hebben. Een naschrift uit 1944 behandelt de uitwerkingen van de oorlog in Oost-Azië en Europa voor zover die toen waren te overzien.

Mogen de ouderen, die de afgelopen strijd van de arbeiders hebben meegemaakt, hun strijdervaringen hier tot een samenhangend geheel verbonden zien, zodat de strijd van gisteren kan leiden tot een betere strijd van morgen. En moge de jongere generatie uit deze uiteenzettingen inzicht, kracht en vertrouwen putten voor haar komende grote taak, [dat] is de wens van

Uitgeverij De Vlam

Voorwoord

Bij het verschijnen van het 2e deel

Hiermede publiceren we het tweede (slot) stuk van De arbeidersraden. Het beschrijft vooral het handelen en denken van de mensen, zoals dat uit de samenleving opgroeit. Het is een stuk sociale psychologie geworden, zoals in de literatuur nog niet bestond. Het laat ons zien, hoe de gedachtebouwsels, het willen en de gevoelens uit de levensverhoudingen opgroeien. En niet in de zin dat de maatschappelijke verhoudingen het doen en laten automatisch voortbrengen, maar hoe de menselijke geest een actieve functie van het leven is. Een machine brengt schoensmeer, suiker of wat anders te voorschijn, maar geen gedachten of gevoelens. Armoede, welvaart, oorlog brengen geen gedachten voort, maar ze zetten de mensen voor problemen. Zo laat dit boek ons zien, hoe de menselijke geest de maatschappelijke gebeurtenissen tot gedachten, gevoelens en tot handelen verwerkt. Bijzonder mooi komt dit o.a. tot uiting in het hoofdstuk over “De Vijand”, waar we voor het eerst in de literatuur zulk een fijne ontleding vinden van wat zo dikwijls de Amerikaanse, de Engelse, de Duitse enz., “mentaliteit” wordt genoemd.

Juist omdat de menselijke geest het verwerken van de maatschappelijke gebeurtenissen is, is dit boek tot een felle schreeuw naar werkelijke democratie geworden. Een schreeuw, die wel in schrille tegenstelling staat tot het tegenwoordige streven in alle landen, om het hele geestelijke en organisatorische leven “gelijk te schakelen” met de belangen van de kapitalistische staten, wat een van de verschijningsvormen van het verval van de cultuur is.

Op het eerste gezicht schijnt de titel De Arbeidersraden voor dit deel van het boek niet gelukkig gekozen te zijn, omdat in het bijzonder de geestelijke en politieke stromingen, zowel van de bourgeoisie als van de arbeidersklasse, in het verleden in hun ontwikkeling zijn geschetst. In dit verband moet echter verwezen worden naar het eerste deeltje over “De Taak” en “De Strijd” van de arbeidersraden, waar deze de dragers van de nieuwe cultuur, van de nieuwe, wordende mensheid zijn. Deze strijd gaat nu beginnen. Hij heeft zich in z’n eerste kiemen aangekondigd in de telkens weer uitbrekende meer of minder zelfstandige klassebewegingen, die zich in ieder geval in West-Europa moeizaam aan de voogdij van vakverenigingen en partijen gaan ontwringen, om tot zelfstandig leven te komen.

Daarom bevelen we een ernstige bestudering van dit boek aan aan hen, die worstelen met de vraagstukken van de tegenwoordige tijd.

Uitgeverij “De Vlam”
Oktober 1946