Gerard Barendregt

Rehabilitatie van Stalin?


Bron: De Internationale, orgaan van de Nederlandse sectie van de IVe Internationale, juli 1965, jg. 8.
Deze versie: spelling
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren? — Graag bronvermelding !

Qr-MIA

       


Deel deze tekst met een kennis
Het e-mailadres:


Verwant
Open Brief aan het Centraal Uitvoerend Comité van de USSR
Het “testament van Lenin”
Bijdrage tot een politieke economie van de USSR

Op 8 mei de 20-jarige herdenking van de overwinning op het fascistische Duitsland. Noemde Brezjnjev Stalin als leider van het Comité voor de Nationale Defensie. Partijsecretaris Demitsjew gaf kort daarop nieuwe aanwijzingen voor de beoordeling van de rol van Stalin in de Tweede Wereldoorlog: naast zijn fouten ook zijn verdiensten vermelden. Een aantal generaals liet zich in dezelfde geest uit. Zo bij voorbeeld Koniew in zijn betoog voor de rehabiliteit van maarschalk Zjoekov. Betekent dit nu de eerste stap op weg naar een vollediger rehabilitatie van Stalin? Een eerste poging de destalinisatie ongedaan te maken? De klok terug te zetten?

Wij hebben bij herhaling vastgesteld dat de destalinisatie als product van een maatschappelijk proces, een onomkeerbare ontwikkeling is, door alle op en neergaande bewegingen heen. Daarmee willen we niet beweren dat alle pogingen tegen de destalinisatie in, niet ernstig genomen hoeven te worden. Om dicht bij huis te blijven: we hebben gezien hoe bovengenoemde uitlatingen De Groot en de zijnen in hun stalinisme hebben gesterkt en hem de moed hebben gegeven openlijk voor zijn standpunt uit te komen.

Er is in de SU een permanente inter-bureaucratische strijd gaande, verhevigd sinds de dood van Stalin, beperkt tijdens Chroesjtsjov, en na zijn val weer opgelaaid. Wij merkten in het meinummer van De Internationale op dat de nieuwe leiders Chroesjtsjovs fouten gebruikten om met diens val de voor hen griezelige elementen in zijn destalinisatiepolitiek te elimineren en zo het hele proces af te remmen. Het bleek al snel dat men daar maar zeer gedeeltelijk toe in staat was. We zagen en zien gelijktijdig een versterking van het partijapparaat en een zekere ruimte voor voortgaande destalinisatie op het gebied van de landbouw, de socialistische markteconomie, de cultuur en nu onlangs zelfs van de politiek: stemmen die opgaan voor keuzemogelijkheden bij verkiezingen; voor meer kritiek in wetgevende vergaderingen; voor het recht op verschil van mening tussen communistische partijen enz. In een ander vlak hebben we de afscheidsbrief van Boecharin, een belangrijk antistalinistisch document dat nu in de Sovjet-Unie circuleert. Op het terrein van de buitenlandse politiek blijft de samenwerking met de koloniale revolutie zich verder ontwikkelen; zo zeer dat de Sovjet-Unie wat dat aangaat meer recht heeft aanwezig te zijn op de aanstaande Afro-Aziatische conferentie dan China dat met grote woorden en manoeuvres de Afro-Aziatische beweging probeert te monopoliseren.

Een ander maal zullen wij op deze destalinisatie-verschijnselen ingaan. Nu gaat het er ons alleen om te constateren dat er zich verschillende ontwikkelingen op verschillende plans afspelen, tegelijkertijd en soms door elkaar heen. Wat mede mogelijk of vergemakkelijkt wordt door de zwakheid van de leiding.

Van deze zwakheid wordt door de rechtse sectoren van de bureaucratische apparaten gebruik gemaakt met name het militaire apparaat. Onder het mom van een evenwichtige objectieve beoordeling van Stalins rol in oorlogstijd – die overigens zacht gezegd niet onmisbaar en doorslaggevend is geweest – gaat het de generaals er om de politieke invloed van de zeer conservatieve hogere legerleiding te versterken en daarmee van de hele bureaucratie. Ze hebben het getij echter niet mee. Ze kunnen hoogstens proberen samen met hun niet-militaire geestverwanten in partij en staat hun machtmonopolie en privileges zo veel mogelijk te bewaren en het destalinisatieproces in elk geval zo te controleren en te kanaliseren dat een kwalitatieve omslag naar de directe economische en politieke verantwoordelijkheid van de arbeiders en boeren wordt voorkomen.

De Chinese neostalinistische druk voedt deze tendens in de Sovjet-Unie, We zien nu op verschillende plaatsen in de wereld pogingen van – laten we zeggen – de conservatieve meest bureaucratische rechtervleugel van de wereldrevolutie om zijn macht uit te breiden en de krachten der wereldrevolutie in zijn greep te krijgen. En dit – wij herhalen het – om te verhinderen dat arbeiders en boeren ergens zonder bureaucratisch-paternalistische voogdij hun lot compleet in handen nemen.

De greep naar de macht van het militaire apparaat in Algerije, d.w.z. van een staatsbureaucratische, arabo-islamitische en anticommunistische tendens, past in dit kader. Het is wellicht niet volmaakt toevallig dat Peking er zo snel bij was om het regime van Boumedienne te erkennen. En in het zog van Peking Aidit de leider van de Indonesische Communistische Partij die het bestond om Ben Bella een rechtse tendens te noemen.

We bedoelen niet dat deze ontwikkelingen allemaal internationaal georganiseerd zijn. Het is meer een objectieve bij-tendens in deze periode van de wereldgeschiedenis. Nog minder is het onze bedoeling om de indruk te wekken dat deze tendens een beslissende stempel op deze periode zou drukken. De felle en buitengewoon kwalijke aanval van de Chinese leiding op de Sovjet-Unie om deze staat uit de Afro-Aziatische conferentie te weren is geen teken van kracht maar van zwakheid. De poging om op racistische gronden de verdere ontwikkeling der relatie tussen de Sovjet-Unie en de koloniale revolutie tegen te werken komt alleen voort uit angst overvleugeld te worden.

Wij moeten er overigens wel rekening mee houden dat de internationale achterhoede van de wereldrevolutie nog een hele tijd zal proberen al of niet onder het vaan van Stalin de volledige revolutionaire ontplooiing van de massa’s in de wereld te misvormen. Alle bewuste voorhoede-elementen zullen overal de invloed van deze tendens zoveel mogelijk moeten beperken; niet door onvruchtbare woordenwisselingen maar door voorbeeldige concrete arbeid. Er is geen reden om pessimistisch te zijn. De wereld is nu al rijp voor de hoogste vormen van socialistische democratie.

23 juni ’65
G. Barendregt