Frank Wormer

De strijd in Leuven


Bron: De Internationale, orgaan van de Nederlandse sectie van de IVe Internationale, februari 1968, jg. 11
Deze versie: Spelling aangepast
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren? — Graag bronvermelding !

Qr-MIA

       


Deel deze tekst met een kennis
Het e-mailadres:


Verwant
Rond het Vlaamse Probleem
Vlaams Blok, geschiedschrijving en socialistische beweging
Leuven Vlaams: de diepere betekenis van een revolte

De Leuvense studenten zijn de strijd begonnen. De SVB staat in deze strijd vooraan. Wat begonnen is als een strijd tegen het terugdringen van de Nederlandse taal is door hen omgezet in strijd voor de democratisering van het onderwijs. Zij vechten voor een hoger onderwijs waaraan ieder arbeiderskind uit Vlaanderen en uit Wallonië kan deelnemen. De Leuvense studenten zijn naar de Antwerpse haven, naar de Luikse fabrieken en naar de mijnwerkers in de Borinage gegaan. En zij vonden gehoor bij Vlamingen en bij Walen omdat zij de belangen verdedigen van ALLE Belgische arbeiders. Dáárom is de regering- Vanden Boeynants gevallen. En elke nieuwe regering zal weer met deze actie te maken krijgen. Daarom ook hebben Nijmeegse en Berlijnse studenten zich solidair verklaard met hun Leuvense kameraden en hebben zij aan de acties deelgenomen. Daarvoor zijn onze Nijmeegse kameraden gearresteerd door de Leuvense Rijkswacht. De Leuvense actie is een voorbeeld voor de democratisering van het onderwijs en een voorbeeld voor alle Belgische arbeiders in hun strijd tegen het Belgische kapitaal, de Belgische regering en de Société Générale.

De strijd in Leuven gaat tegen de steeds verder gaande beheersing van de universiteiten door een financiële machtselite. Op 13 januari nog heeft de Academische Raad van Leuven-Frans, een groep van 16, die nauwe benden heeft met het Brussels grootkapitaal (twee van deze 16 zijn beheerders van de Société Générale het dictaat van de Université Catholique uitgegeven waarin ze verklaart: “Nooit zal de overheid van de Franse afdeling er in toestemmen dat de standpunten van de Academische Raad door de politieke macht worden afgewezen.”

De monopolies sturen erop aan Leuven en Brussel te maken tot de elite universiteiten, waar de technocraten die ze nodig hebben, zullen worden opgeleid. Gent en Luik worden verwaarloosd; ook hiertegen zijn de eisen van de studenten gericht. Bezien we het dictaat van de groep van 16: “60.000 studenten komen uit alle lagen van de bevolking en worden te werk gesteld in een uiterst verscheiden werkmilieu”. De feiten: van deze 60.000 studeert de helft in het NUHO (niet-universitair hoger onderwijs) Hierbij is een groot percentage arbeidskinderen; het NUHO wordt totaal verwaarloosd wat financiën en organisatie betreft, het bezit soms niet eens wettelijke garanties en wordt vaak gekenmerkt door semifeodale structuren. “De beslissing over de Franse katolieke universiteit werd genomen door de Brusselse bourgeoisie ten dienste van de Belgische en Amerikaanse industrie rond Brussel; met de belangen van het Waalse volk werd nergens rekening gehouden”.

De bourgeois-universiteit in Brussel kan niemand als een Waalse universiteit beschouwen; van de Franstalige studenten in Leuven komt slechts 28 % uit Wallonië, de enige Waalse universiteit, die van Luik, wordt verwaarloosd.

De huidige strijd in Leuven gaat om de belangen van het Vlaamse en het Waalse volk. Tegen deze belangen stellen zich de reactionaire groeperingen.
1. De bisschoppen, verantwoordelijk voor de mei-revolte in 1966, zijn nog steeds medeverantwoordelijk: De beslissing tot overheveling ligt in hun macht.
2. De Frans-academische overheid, stelt in haar dictaat boven het parlement en maakt gebruik van kerk en godsdienst.
3. De Brusselse unitaire kapitalistische machtsgroepen.

Deze drie groepen vormen een hecht blok: als ze zich bedreigd voelen door een parlementaire beslissing onder druk van het Vlaamse volk stellen zij zich onmiddellijk boven het parlement. Hierdoor krijgt het probleem Leuven een nieuwe dimensie nl. die van de strijd voor de bedreigde democratie.

De SVB

Nijmeegse studenten, die in Leuven waren, hebben kunnen zien dat SVB-Leuven er voor een zeer groot deel in is geslaagd de taalstrijd met de daaruit voortvloeiende conflicten te politiseren. Wij werden 13 december te Leuven vastgezet door de Rijkswacht na een bezoek aan de door arbeiders bezette ABR-fabriek (Ateliers Belge Réunies). Die middag was er een betoging onder de leuzen “Leuven Vlaams” en “Walen buiten”; de na ons opgepakte betogers zongen Vlaamse liederen en salamanders. Ludo Martens, een lid van de SVB, werd toen hij voor het eerst weer in het openbaar sprak, over de invloed van de monopolies op de Belgische onderwijspolitiek, door een deel van de vergadering met boe-geroep ontvangen. Op de vergadering van donderdag 25 januari evenwel stelden zich vrijwel alle 2500 aanwezigen achter het SVB-standpunt; de solidariteitsverklaring van SVB-Nijmegen werd zeer enthousiast ontvangen.

Hoe is SVB Leuven erin geslaagd een zo groot aantal studenten achter haar standpunt te krijgen?
Twee jaar geleden trokken de Leuvense SVB’ers zich terug uit hun topposities in de bestaande studentenverenigingen. Aan de hand van economische en politieke studies begonnen ze de situatie in België en vooral de onderwijspolitiek te analyseren. Vanuit hun kleine groep werkten ze syndicalistisch georganiseerd, aan de basis van de universitaire structuur, de faculteiten, en vestigden daar de grondslag van hun organisatie. In “een partiële benadering is een verdere devaluatie van het hoger onderwijs” analyseert Goossens het debat over de Leuvense kwestie dat drie aspecten vertoont:
1. De geografische benadering; velen bezien het universitaire probleem slechts vanuit de hoek van de regionale taalpolitiek;
2. De financiële problematiek; de vrije – katholieke – universiteiten eisen subsidiëring, gelijkwaardig aan die van de staatsuniversiteiten, maar ze spreken niet over een gelijkwaardige controle, of over de kern van het probleem: het verschil tussen rijksuniversiteiten en vrije universiteiten;
3. Het ideologisch conflict; een constante die zich in de Belgische politiek steeds manifesteert.

De bewindslieden geven blijk van een totaal ontbreken van een uniforme visie op de maatschappelijke functie van het hoger onderwijs; men is bezig de katholieke gemeente voor te bereiden op een nieuwe schoolstrijd om de “hogere waarden” te verdedigen; prof. de Somer, prorector van Leuven-Nederlands: “Een schoolstrijd zal wenselijk zijn.”

In de Belgische onderwijspolitiek ontbreekt duidelijk overeenstemming over de maatschappelijke functie van het hoger onderwijs: “De maatschappelijke functie van het hoger onderwijs is drievoudig: welvaartsfunctie, valorisatie van het intellectueel kapitaal of democratisering van de toevoer, kritische vorming ten opzichte van het maatschappelijk systeem.” (Goossens) In feite wordt inzake het hoger onderwijs steeds een compromis geformuleerd op basis van machtsposities: de machtsgroepen zorgen ervoor dat ieder expansieplan de taalpolitieke, de confessionele en de socio-economische balans in evenwicht houdt. De taalpolitieke wanorde maakt het onmogelijk het probleem Leuven te zien als universitair probleem; door de confessionele verzuiling worden de instellingen van hoger onderwijs gezien al strategische punten in de ideologische oorlog; de socio-economische wanorde verhindert dat de lagere inkomsten categorieën normaal naar de universiteit doorstromen. “Deze zelfde wanorde doet de regering bij de kleinste budgettaire moeilijkheid naar het snoeimes grijpen voor de universitaire en wetenschappelijke subsidies.” (25 % van het wetenschappelijk onderzoek wordt gefinancierd door de staat, in de VS is dat bv. 64 %). Hierdoor wordt het wetenschappelijk onderzoek elke dag meer afhankelijk van de financiële macht van de Belgische en de Amerikaanse monopolies.

In het artikel, de Fascisatie van het regime, geeft Goossens een analyse van de gelijke sociale en economische positie van arbeiders, boeren en studenten. In het algemeen wordt de economische macht steeds verder geconcentreerd, een tiental machtige monopolies ontstaan, die het hele economische, sociale leven en de politieke beslissingen bepalen.
De boeren: de kleine boer is voor de holdings (een holding bezit aandelen van verschillende nv’s) als winstbron te verwaarlozen; holdings hebben een geconcentreerde machtsgroep nodig, die de boeren voorziet van hun productiemiddelen, die hun producten exclusief opkoopt, die de spaargelden en verzekeringen van de boeren opneemt en al hun financiële transacties controleert. Deze machtsgroep is de Boerenbond, een miljardenholding.
De arbeiders: de verliezen van de monopolies en trusts worden genationaliseerd, de winsten blijven gereserveerd voor het privékapitaal. Onlangs werd een fabriek van Espérance-Longdoz gesloten. Ze werkte met 325 miljoen verlies (BEF). De staat had dit bijbetaald en dit kon niet langer doorgaan. De arbeiders staan op straat. Maar precies 30 km. verder bezit dezelfde trust van Espérance-Longdoz een complex dat per jaar 390 miljoen BEF opbrengt.

Sociaal en economisch zijn arbeiders, boeren, ambtenaren en studenten totaal afhankelijk van de macht van de monopolies. Wat zijn hiervan de consequenties? Goossens: “Er is een gigantische economische en financiële macht geconcentreerd bij zeer weinig mensen. Niemand praktisch heeft er controle op. Wij begrijpen gemakkelijk dat deze gigantische macht zijn invloed ook wil gaan uitoefenen in de politiek, de massamedia, het leger, de massaorganisaties, – een zeer beperkt aantal mensen zonder controle, die zich omwille van hun financieel-economische supermacht overal van de sleutelposities verzekeren: dit gaat regelrecht naar fascisatie en die fascisatie komt reeds in vele concrete feiten tot uiting.
Van den Boeypants zei bv.: “De economische planning van België zal steeds meer gebeuren in afspraak met de holdings.”
Viktor Leemans: “Technisch ongenaakbare problemen zijn vaak vervlochten met machtsverhoudingen, of met onbekende interventies of pressure groups.”

Verder: wetten op de ordehandhaving, antistakingswetten, uitbreiding van materieel en manschappen van de BOB (Bijzondere Opsporings Brigade), veiligheidsdienst en gendarmerie; voorbereiding van een wet op de pers, die gezagsondermijnende publicaties verbiedt. Daarnaast heeft de NAVO in België een eigen, onafhankelijke, ongecontroleerde veiligheidsdienst. Uit de in september uitgelekte overeenkomsten: in geval van een binnenlandse omwenteling kan de Belgische regering om de tussenkomst van het Amerikaanse leger verzoeken.”
De liberale onderburgemeester van Leuven maakte de Rijkswacht een ernstig verwijt: niet in die “vuile Leuvense communistenbende” geschoten te hebben.

De toestand nu en verder

De steeds centralere plaats van de SVB in het Leuvense studentenverzet, heeft de SVB vrijdag de 26ste moeten bekopen met een inval van 12 rijkswachters in het SVB-huis in de Eikstraat. Twee deuren werden geforceerd, alle aanwezige pamfletten werden in beslag genomen. Iedereen die in het huis was, werd opgebracht en een dag vastgehouden. Diezelfde vrijdagmorgen waren vanaf het SVB-huis 200 studenten uitgetrokken naar fabrieken in Antwerpen en Gent. Vooral met de dokwerkers in de haven van Antwerpen voerden de studenten lange discussies waarbij de arbeiders zeer positief op hun actie reageerden. Deze op de arbeiders gerichte acties worden deze week voortgezet. Belangrijk is, dat men ook naar Wallonië gaat. De Waalse arbeiders beginnen zich te solidariseren met het studentenverzet.

In Luik zijn reeds meetings gehouden door Franstalige arbeiders die hun steun aan de studenten toezegden. Ook onder de Franstalige studenten van de Brusselse universiteit beginnen zich groepen te roeren die zich achter de parolen van de Leuvense SVB stellen. Deze uitbreiding van de actieradius van het studentenoproer naar Wallonië is een grote overwinning van de SVB, die vanaf het begin gepoogd heeft de strijd haar eng-Vlaams-nationalistisch karakter te ontnemen. Eerst binnen het actiecomité, vervolgens op de volksvergaderingen, is de SVB er in geslaagd haar antikapitalistische wachtwoorden en haar socialistische visie ingang te doen vinden. Dit zal bij het voortduren van de actie van steeds groter belang worden.

De actie zelf zal naarmate de strijd langer duurt, steeds meer het karakter van een stadsguerrilla aannemen: de grote demonstraties zijn een te gemakkelijke prooi voor de Rijkswacht met hun waterkanonnen en overvalwagens, Goossens, die nu reeds twee weken in de gevangenis zit, en bang is donderdag niet vrijgelaten te worden, heeft in naar buiten gesmokkelde brieven opgeroepen de strijd onverminderd voort te zetten. Wat is de te verwachten uitkomst van de krachtmeting? Er is een commissie gevormd bestaande uit prof. Leemans (voorzitter), die te maken krijgt met zulke geroutineerde baasjes als de minister van staat De Schrijver, de oud-minister van financiën Oleffe, en nog twee BANK-directeuren: Collin (van de Kredietbank) en Godeaux van de Banque Lambert. Aangestuurd wordt op een compromis: Leuven-Frans zal niet worden overgeheveld naar het hart van Wallonië, maar naar Brussel, waar zij de unitaristische groepen zal versterken, door toegenomen concentratie.

De commissie heeft respijt tot eind februari, en tot zolang moeten de studenten hun acties voortzetten.
Waar de studenten op aansturen is: de val van de regering-Vanden Boeynants. Niet omdat zij van een nieuwe regering een werkelijke oplossing van het conflict verwachten, doch om in het bewustzijn van de studenten en arbeiders een nieuw besef van hun politieke macht te creëren.

Het tweede objectief van de studenten is de interne universitaire strijd.
Er ontwikkelt zich op dit moment een polarisering tussen academische overheid, aan de ene kant, en studenten, assistenten en enkele progressieve hoogleraren aan de andere kant. De strijd gaat om de democratisering van de universitaire structuur. Dit conflict is de hefboom voor de studentenoppositie op lange termijn.

FRANK WORMER