1969: Platform van het Palestijns Volksbevrijdings Front


Bron: De Internationale, orgaan van de Nederlandse sectie van de IVe Internationale, 1969, nr. 2, jg. 12
Copyright: De Internationale
Deze versie: Spelling aangepast
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren? — Graag bronvermelding !

Qr-MIA

       


Deel deze tekst met een kennis
Het e-mailadres:

De Palestijnse guerrillabeweging

Hiernaast drukken wij het politieke platform af van het Palestijnse Volks Bevrijdings Front: één van de drie verzetsorganisaties. Naast het Front bestaan nog Al Fatah en de OLP. Het bevrijdingsfront is de enige marxististisch-leninistische organisatie van de drie. Het is onafhankelijk zowel van iedere Arabische regering als van Moskou en Peking. Het was het Front dat de aanslag op het El Al-vliegtuig in Athene uitvoerde. Na de aanslag heeft het Front een manifest uitgegeven waarin gepleit wordt voor de vorming van een socialistisch Palestina waarin twee nationaliteiten nl. de Joodse en de Arabische naast elkaar leven. Het Front baseert zich geheel op de klassenstrijd zulks in tegenstelling tot Al Fatah – de grootste organisatie – die een meerklassenorganisatie is waarin verschillende politieke stromingen elkaar bestrijden. De OLP is een schepping van de Arabische Liga en zijn militaire organisatie: het Palestijns Bevrijdingsleger. Deze OLP werd lange tijd geleid door Choukeyri die door zijn onverantwoordelijk optreden de Arabische zaak veel schade heeft gedaan. Na de nederlaag van juni 1967 is hij vervangen door de advocaat Yahia Hammouda. Het Bevrijdingsfront geeft in Beiroet het dagblad Al Hurriya uit. De leider van het Front George Habache werd op 19 maart 1968 op last van de Syrische regering gevangen gezet. In november van dat jaar werd hij echter door commando’s van het Front ontvoerd. Ofschoon wij het beslist niet eens zijn met alles wat het platform bevat meenden wij het ter informatie in ons blad te moeten afdrukken. Het is een serieuze poging de toestand in het Midden-Oosten te analyseren en als zodanig verdient het alle aandacht.

Redactie

De crisis van de guerrillabeweging in Palestina
De afwezigheid van een revolutionaire theorie

Het revolutionaire Palestijnse gevecht bevindt zich op een kruispunt van wegen. Of het zal de revolutie dienen, of het zal bewust of onbewust afglijden naar de contrarevolutie. De objectieve voorwaarden van ons probleem en van ons revolutionaire gevecht plaatsen ons tegenover een historische verantwoordelijkheid ten aanzien van de toekomst van de bevrijdingsstrijd en de historische keus: de revolutie dienen of naar de contrarevolutie afglijden.

I Klassieke oorlog, oorlog van de bourgeoisie, revolutionaire Volksoorlog

De Arabische bourgeoisie heeft beroepslegers opgericht die niet in staat waren hun eigen belangen en privileges op te offeren. Het Arabische militarisme heeft zich omgevormd tot een effectief apparaat dat door de nationale bourgeoisie gebruikt wordt om zijn positie te consolideren en de binnenlandse tegenstellingen en de nationale beweging te onderdrukken. Onder het mom van het oplossen van de nationale kwestie heeft de bourgeoisie de legers gebruikt om zijn bureaucratische overheersing van de massa’s te versterken en te verhinderen dat de arbeiders en boeren de macht grijpen. Hij heeft in onze landen een politiek van leugenachtigheid en huichelachtigheid gevoerd. Hij eiste en eist tot op de huidige dag de ondersteuning van de arbeiders, maar zonder deze te organiseren en zonder hun ideologisch peil te verhogen. Zodra een bepaalde laag van de bourgeoisie aan de macht komt – gewoonlijk door middel van een militaire putsch en zonder de werkelijke deelname van de massa’s – valt hij onmiddellijk terug op zijn positie van oorspronkelijk bureaucratische klasse. Hij voert een systeem van terreur in, dat hem toestaat te spreken van “revolutie” maar dat tegelijkertijd elke revolutionaire beweging onderdrukt en allen die de weg van de werkelijke revolutie willen inslaan in de gevangenis gooit. Deze Arabische bourgeoisie heeft in het Palestijnse probleem het voorwendsel gevonden om de Arabische massa’s van hun werkelijke belangen te beroven. De overwinning buiten de nationale grenzen – in Palestina – is altijd de droom geweest van de nationale bourgeoisie, waarover hij altijd zonder ophouden heeft gesproken, alleen om zijn klassebelangen en bureaucratische posities te versterken. De nationale bourgeoisie steunt op de onjuiste theorie van een traditionele oorlog om deze droom te verwezenlijken. De oorlog van juni 1967 heeft bewezen dat deze theorie fout was. De leiding van de nationale bourgeoisie heeft een totale nederlaag geleden. De beste strategie van de vijand bestaat uit het snel toeslaan. De vijand kan zijn gewapende eenheden niet permanent in staat van mobilisatie houden, daar dit zijn economische crisis zou verscherpen. Hij geniet volledige ondersteuning van het Amerikaanse imperialisme dat hem de meest moderne wapens levert. Hij bevindt zich in een positie die hem dwingt een snelle militaire overwinning te behalen. Dankzij de hulp van het Amerikaanse imperialisme, heeft hij een militair overwicht waardoor hij in staat is een “blitzkrieg” te voeren. De beste strategie voor ons arme volk is de volksoorlog. Ons volk moet zijn eigen zwakheden overwinnen en die van de vijand uitbuiten. Hij moet de strijdmogelijkheden van het Arabische en Palestijnse volk organiseren, hetgeen een voortdurende politieke en ideologische scholing vereist. De verzwakking van het imperialisme en het zionisme in de Arabische wereld vereist de revolutionaire strijd als confrontatiemethode tegenover de imperialistische en zionistische overheersing.

II De guerrillaoorlog als pressiemiddel van de bourgeoisie voor een “vreedzame regeling”

Intussen – rekening houdend met de eisen van een langdurende volksoorlog – heeft de guerrillastrijd de potentiële krachten nodig van de Palestijnse en Arabische massa’s, om zich om te vormen tot een gewapende volksbeweging die een duidelijke ideologie bezit welke hem in staat stelt een beslissende rol te spelen in de revolutionaire beweging.

Tegenover het imperialisme en het zionisme in het Midden-Oosten, bevindt het Palestijnse volk zich aan de spits van de strijd tegen het zionisme en het kolonialisme die geleid worden door de Verenigde Staten. De Palestijnse strijd vormt derhalve slechts een deel van een geheel – dat wil zeggen een deel van de algemene strijd van de revolutionaire Arabische beweging en van de nationale bevrijdingsbeweging in de wereld. Het belang van de verbinding van de Palestijnse strijd met de gehele beweging neemt toe naarmate de Arabische bourgeoisie meer pogingen doet om met het wereldimperialisme – met aan het hoofd het Amerikaanse imperialisme – tot een “vreedzame regeling” te komen. Want alle voorstellen die een politieke oplossing van het Palestijnse probleem mogelijk moeten maken beogen:
- een oplossing in het belang van het imperialisme en het zionisme;
- het in twijfel trekken van de doelmatigheid van de volksstrijd als instrument voor de bevrijding;
- de handhaving van de verbinding tussen de Arabische bourgeoisie en de imperialistische wereldmarkt.

De bourgeoisie vreest van deze markt geïsoleerd te worden en zijn rol te verliezen als schakel tussen het wereldkapitalisme en de binnenlandse markt. Daarom hebben de olieproducerende landen de boycot tegen de westerse landen afgebroken en ook daarom was McNamara bereid leningen toe te staan. Terwijl de Arabische bourgeoisie zich beijvert om tot een “vreedzame regeling” van het probleem van het Midden-Oosten te komen, tracht hij in werkelijkheid de winsten te behouden die hij trekt uit zijn rol van bemiddelaar tussen het imperialisme en de binnenlandse markt.

De Arabische bourgeoisie ziet nog een doel in de guerrilla-activiteit, hij ondersteunt hem soms. De aanwezigheid van guerrilla’s dient nog altijd als pressiemiddel om een vreedzame regeling tot stand te brengen.

Gezien het feit dat zij geen klasseninhoud hebben, noch een duidelijk politiek standpunt – hetgeen een gevolg is van hun bindingen met de bourgeoisie – blijven zij onmachtig om met voldoende kracht weerstand te bieden tegen deze pogingen. Een uitbarsting tussen de guerrilla’s en de voorstanders van een vreedzame regeling is onvermijdelijk. Om deze reden, en eveneens gezien de mogelijkheid van een beperkte oorlog in dit gebied, moeten de guerrilla’s maatregelen nemen waarvan het doel voor het volk duidelijk is.

III Geen revolutionaire beweging zonder revolutionaire theorie

De historische uitdaging waarvan de revolutionaire strijd in het Midden-Oosten het hoofd moet bieden eist van de revolutionairen een onderzoek naar de zwakheden van onze guerrillabeweging opdat wij in staat zullen zijn tegenover het imperialisme en het zionisme een gewapende volksbeweging te plaatsen. Deze moet een duidelijk doel hebben en beschikken over de steun van de strijdbare massa’s om van de overwinning verzekerd te zijn. De hoofdoorzaak van de zwakte van de guerrillabeweging ligt in de afwezigheid van een revolutionaire ideologie die de politieke horizon van de Palestijnse strijders moet verlichten en die neergelegd moet worden in een politiek en militair program dat verschillende fasen aangeeft. Zonder revolutionaire ideologie blijft de nationale strijd een gevangene van praktische en materiële eisen. De Arabische bourgeoisie is bereid de eisen van de nationale strijd gedeeltelijk in te willigen indien deze zich beperkt tot binnen de grenzen die hij hem wenst te stellen. Een duidelijk voorbeeld hiervan is de materiële hulp die Saoedi-Arabië verleent aan Al Fatah. Al Fatah verklaart van zijn kant zich niet te zullen mengen in de binnenlandse kwesties van de Arabische staten. Het doel van deze politiek van non-interventie is het zich verzekeren van de materiële steun van de Arabische bourgeoisie. Doordat de meeste guerrillabewegingen ideologisch ontwapend zijn kan de bourgeoisie in dat geval beslissen over het lot van de guerrillaoorlog. Daarom moet de strijd van het Palestijnse volk ondersteund worden door de Arabische arbeiders die strijden tegen alle vormen van overheersing door het imperialisme, het zionisme en de bourgeoisie. Het program van actie dat in etappes moet zijn opgebouwd kan niet tot stand komen zonder revolutionaire ideologie. Deze revolutionaire ideologie is de marxistisch-leninistische ideologie die de wetten bevat van de klassenstrijd en van het historisch en dialectisch materialisme. Hij is de waarborg voor de activiteit van de massa’s in elke etappe van de strijd. Het marxisme-leninisme dient de belangen van de arbeiders en verbindt de theorie met de praktijk op dialectische wijze, zodat geen enkele paradox ontstaat. In het marxisme-leninisme wordt het denken bepaald door de sociale werkelijkheid en het werkt op zijn beurt in op deze werkelijkheid door middel van het bewustzijn.

IV De bevrijdingsoorlog is een klassenoorlog, geïnspireerd door een revolutionaire ideologie

Als wij de afwezigheid van een revolutionaire ideologie als het centrale probleem beschouwen voor de toekomst van de guerrillaoorlog en ook van onze beweging, moeten wij het initiatief nemen en de eenvoudige karaktertrekken uiteenzetten die kenmerkend zijn voor deelname aan het historisch dialectisch proces van de revolutionaire beweging.

Wij hebben niet het recht ons ermee tevreden te stellen de problemen van onze revolutionaire strijd te veronachtzamen onder het voorwendsel dat het een nationale strijd is en geen klassenstrijd. In werkelijkheid is de nationale strijd in oorsprong een kwestie van klassenstrijd. De nationale strijd is een strijd om de grond, en zij die voor dit doel strijden zijn de boeren die van hun grond zijn verjaagd. De bourgeoisie is altijd bereid zich aan het hoofd te stellen van de nationale beweging in de hoop de binnenlandse markt te kunnen beheersen. Indien de bourgeoisie hierin zou slagen zou hij de nationale beweging gebruiken om tot compromissen met het imperialisme te komen over een “vreedzame regeling” die zijn eigen positie versterkt. Deze verzekert een relatieve vooruitgang, ofschoon deze vooruitgang slechts een deel van de rijkdommen vertegenwoordigt die in onze landen door het neokolonialisme op verschillende manieren gestolen werden. Daarom onderstreept de passage “de bevrijdingsstrijd is voornamelijk een strijd van klassen” dat de klassen van arbeiders en boeren een leidende rol in de nationale revolutie moeten spelen. Indien de arbeiders- en boerenklassen zich niet met deze rol belasten moet gevreesd worden dat de nationale revolutie niet van zijn primitief doel zal afwijken. Indien het kleinburgerdom erin slaagt zich van de leiding meester te maken zal de nationale revolutie geofferd worden aan de klassebelangen van deze leiding. Het is absoluut onjuist van het standpunt uit te gaan dat de zionistische uitdaging de nationale eenheid vereist. Dat zou het niet begrijpen van de werkelijke klassenstructuur van het zionisme betekenen. De strijd tegen Israël is voor alles een strijd van klassen. Daarom kan alleen de onderdrukte klasse zulk een confrontatie met het zionisme op zich nemen.

V Het voornaamste terrein van onze revolutionaire strijd is Palestina

Wij moeten niet vergeten dat de verzwakking van het imperialisme en het zionisme in de gehele wereld de weg opent naar de overwinning. De versterking van onze mogelijkheid tot revolutionaire strijd hangt ook af van de intensivering van de revolutionaire strijd van de Arabische massa’s tegen het imperialisme en de internationale bourgeoisie. Hij hangt eveneens af van de steun die wij ontvangen van de revolutionaire krachten in de wereld. De beslissende strijd tegen het zionisme moet zich voltrekken op Palestijnse bodem. De beslissende factor voor de overwinning is de maximale duur van onze revolutionaire strijd. Daarom is het grootste probleem ons vermogen om de revolutionaire strijd over te brengen naar Palestina zelf. De gewapende strijd in Palestina kan zich van de meest eenvoudige wapens bedienen om de economie en de oorlogsmachine van de vijand te vernietigen. Het verplaatsen van de volksstrijd naar Palestina moet meer gebaseerd zijn op de agitatie en de organisatie van de massa’s dan op de acties van de guerrillastrijders aan de grenzen in de Jordaanvallei, ofschoon deze acties eveneens belangrijk zijn voor de strijd in Palestina.

VI De Jordaanvallei handicap voor guerrilla-acties

Nadat de guerrillaorganisaties hun acties zijn begonnen in het bezette deel hebben zij het hoofd moeten bieden aan heftige militaire onderdrukking door de zionistische legers. Daar deze organisaties geen revolutionaire ideologie hebben en als gevolg daarvan geen revolutionair program, hebben zij de noodzaak om zich te handhaven opgegeven en hebben zij zich teruggetrokken naar de gebieden ten oosten van de Jordaanvallei. Met als gevolg dat de acties in het algemeen slechts plaatsvinden aan de grenzen. De aanwezigheid van de guerrillaorganisaties in het Jordaanse deel maakt het de Jordaanse bourgeoisie en zijn geheime diensten mogelijk hen te vernietigen als zij niet bereid zijn als instrument te dienen waarmee pressie uitgeoefend kan worden ter verkrijging van een vreedzame regeling.

VII De revolutie in 2 delen van Jordanië

Als wij het verplaatsen van de guerrillaoorlog naar Palestina voorstaan moeten wij de strijd in Oost-Jordanië niet verwaarlozen, want dit land is nauwer met Palestina verbonden dan enig ander Arabisch land.

Het probleem van de revolutie in Palestina is dialectisch verbonden met dat van de revolutie in Oost-Jordanië. Een serie complotten tussen de Jordaanse monarchie enerzijds en het imperialisme en het zionisme anderzijds tonen dit. De acties aan de grenzen moeten voortgezet worden om als steun te dienen voor de revolutionairen die in Palestina strijden. Maar de strijd in Oost-Jordanië moet zijn juiste weg volgen d.w.z. die van de klassenstrijd.

De revolutionaire Palestijnse strijd kan niet – hetzij bewust, hetzij onbewust – dienen als ondersteuning voor de Jordaanse monarchie achter het windscherm van de nationale eenheid. Het voornaamste probleem van de revolutionaire strijd in Oost-Jordanië is dat van de vorming van een marxistisch-leninistische partij, die een duidelijk actieprogram heeft op basis waarvan de massa’s kunnen worden georganiseerd en zij in de nationale strijd en de klassenstrijd hun rol tot het einde kunnen voeren. De verbinding van de strijd in de twee gebieden moet mogelijk gemaakt worden door coördinatieorganen. De voornaamste taken van deze coördinatieorganen zijn de volgende:
- het verzorgen van versterkingen voor de strijd in Palestina;
- het uitvoeren van acties aan de grenzen tegen de zionistische vijand;
- agitatie onder en organisatie van de boeren en soldaten in het grensgebied.

Het is de enige weg om “Amman” in een Arabisch “Hanoi” te veranderen, dat wil zeggen in een achterland voor de revolutionaire strijders in Palestina.