Salah Jaber

De nieuwe wereldorde van Bush
Een zondvloed van vuur en bloed


Bron: De Internationale, Nederlandstalig theoretisch orgaan van de IVe Internationale, maart, 1991, nr. 38
Deze versie: spelling
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren? — Graag bronvermelding !

Qr-MIA

       


Deel deze tekst met een kennis
Het e-mailadres:


Verwant
De meesters van Nixon
De crisis van het Midden-Oosten
De Arabische revolutie - Haar problemen en perspectieven

Nooit eerder in de geschiedenis is een oorlog zo lang van te voren ‘zo precies aangekondigd’. Het offensief dat de VS en hun bondgenoten in de nacht van 16 op 17 januari hebben ontketend, komt tot in detail overeen met het scenario dat de strategen van het Pentagon sinds het begin van de ‘Golfcrisis’ hebben ontwikkeld.

We kunnen nu dan ook al enkele conclusies trekken. Tot het laatste moment hebben goedbedoelende ‘duiven’ zich in twee opzichten gigantisch vergist in de bedoelingen van de Amerikaanse regering. In de eerste plaats door te geloven dat de massale troepenconcentratie tegen Irak was bedoeld als afschrikking, om Saoedi-Arabië te verdedigen en de Irakezen ervan te overtuigen dat ze zich uit Koeweit moesten terugtrekken. In de tweede plaats door te denken dat als er geweld zou worden gebruikt, omdat Bagdad niet wilde wijken, dat zou gebeuren om de doelstellingen van de VN-resoluties te bereiken, dat wil zeggen het verwijderen van de Iraakse troepen uit Koeweit.

Vanaf het begin hebben we erop gehamerd dat de werkelijke bedoelingen van Washington veel verder gaan dan het geschil tussen Irak en Koeweit. De ‘internationale rechtsorde’ was al helemaal geen punt voor Bush & co. Waar het hun wel om gaat is:
1. Hun overheersende positie te verdedigen in een deel van de wereld dat niet alleen ’s werelds grootste olievoorraden bergt, maar waar ook vazalstaten bestaan, die enorme bedragen aan olie-inkomsten ‘recyclen’, waarmee ze direct of indirect bijdragen tot de winsten van de imperialistische regeringen en economieën.
2. Het bevestigen van de absolute politieke en militaire suprematie van de VS in de ‘nieuwe wereldorde’ na de ineenstorting van de stalinistische regimes in Oost-Europa en met een toenemende verlamming van – en samenwerking met – het bureaucratische bewind in de Sovjet-Unie.
3. Het rechtvaardigen – binnen de context van de ‘nieuwe wereldorde’ – van het op peil houden en zelfs versterken van de Amerikaanse strijdkrachten, met behulp van financiële bijdragen van degenen die daarvan meeprofiteren: de andere imperialistische landen of de oliemonarchieën.
4. Het compenseren van de neergang van de economische positie van de VS tegenover de concurrentie van Japan en Duitsland, door het belang van de militaire macht van de VS te onderstrepen. Daaraan werd geknaagd door de euforie over de ontspanning in de wereld en door alle mooie woorden over de economische concurrentie die oorlog zou moeten vervangen. De VS willen hun militaire rol gebruiken om commerciële en financiële voordelen te behalen.

Om al deze redenen en vanwege de grote belangen die er op het spel staan, heeft Washington zichzelf niet de ‘bevrijding’ van Koeweit tot doel gesteld, maar de vernietiging van het militair-industrieel potentieel van Irak.

Dat was het minimumprogramma van de regering Bush, waarover niet viel te onderhandelen. Niet alleen het verwijderen van de Irakezen uit Koeweit, maar ook het vernietigen van de pretentie van Irak om een regionale macht te worden ten koste van de VS. Zo moest tegelijk een voorbeeld gesteld worden voor de rest van de wereld. Dit doel moest kost wat kost bereikt worden, met militaire of met ‘vreedzame’ middelen. De enige keus die Saddam dan ook overbleef was zich overgeven of met geweld vernietigd worden. Deze analyse sloot alle ‘Arabische oplossingen’ en andere compromisvoorstellen uit als hersenschimmen. We hebben steeds beklemtoond dat de onverzoenlijkheid in dit conflict niet aan de kant van Saddam te vinden was, maar aan de kant van de Amerikaanse president. De Iraakse dictator was zeker te porren voor allerlei mogelijke compromissen. Er was zelfs een compromis mogelijk geweest, dat Irak geen territoriale winst had opgeleverd, geheel in lijn met het ‘principe’ van Bush van ‘geen beloning voor agressie’. Dat had gekund op basis van het voorstel dat Saddam Hoessein zelf heeft gedaan op 12 augustus, tien dagen na de inval in Koeweit. (Dit ‘principe’ gaat natuurlijk niet op voor Israël. Plannen van de VS voor terugtrekking van Israël uit delen van de in 1967 bezette gebieden gaan altijd gepaard met grote concessies van de omringende Arabische staten).

In Washingtons val getrapt

De dictator in Bagdad had toen inmiddels begrepen in welk parket hij zichzelf gebracht had. Hij was blind in de val getrapt, die Washington voor hem had opgezet.[1] Nadat hij tevergeefs de Emir van Koeweit bedreigd had om van hem het geld af te persen dat hij nodig had om de Iraakse staat weer vlot te krijgen, viel hij Koeweit binnen met de belofte zich binnen drie dagen weer terug te trekken, in de hoop op een bevredigende overeenkomst.

Toen de heersers van Koeweit weigerden te onderhandelen, verklaarde Saddam dat hun regime ‘omvergeworpen’ was. Later kondigde hij de annexatie van Koeweit aan, waarmee hij zijn vlucht naar voren doorzette tegenover de reactie van Amerika en de wereld. Op 12 augustus stelde Saddam een algemene discussie voor over de aanwezigheid van zijn leger in Koeweit, over die van de Israëlische in Gaza en op de bezette westelijke Jordaanoever en over die van de Syriërs in Libanon.

Doel van die manoeuvre was niet het voortzetten van de bezetting van Koeweit te rechtvaardigen, maar de mogelijkheid te creëren om zich zonder gezichtsverlies terug te trekken. Dat werd steeds duidelijker naarmate de tijd verstreek. Het gedrag van de Iraakse troepen,die Koeweit plunderden en alles meenamen naar Irak, was een teken dat hun aanwezigheid niet als onomstotelijk vast stond. De Iraakse leider wilde kunnen pochen dat hij geen ‘beloning’ voor zichzelf had gewonnen – waarschijnlijk had hij de hoop daarop al opgegeven – maar wel een ‘overwinning voor de Arabische zaak’ had behaald. Hij zou waarschijnlijk genoegen hebben genomen met een besluit om een internationale conferentie over het Midden-Oosten te houden, in ruil voor terugtrekking van zijn leger uit Koeweit. Maar de Amerikaanse regering torpedeerde ieder vooruitzicht op een dergelijke uitkomst. Bush verwierp categorisch en expliciet ieder compromis en iedere uitweg die het Saddam mogelijk zou hebben gemaakt zijn gezicht te redden.

Beledigingen

Dat een Amerikaanse president – die omringd is door een groot aantal adviseurs, waaronder psychiatrische deskundige – er voor koos om de man met grootheidswaanzin in Bagdad scherp en systematisch te beledigen, door hem ‘erger dan Hitler’ te noemen, was geen impulsieve opwelling. Het was een berekende actie om Saddam te provoceren tot het verharden van zijn opstelling en om daarmee de militaire vernietiging van Irak te rechtvaardigen.

De zwakke diplomatieke inspanningen van het Witte Huis, zoals de ontmoeting van Baker en Aziz in Genève op 9 januari, waren uitsluitend bedoeld om de Amerikaanse publieke opinie te sussen en steun te krijgen van het Amerikaanse congres. Het idee was om de Irakezen als onverzoenlijk af te schilderen, toen die weigerden om de enige keuze die hen geboden werd te aanvaarden, namelijk een onvoorwaardelijke en totale overgave.

De brief van Bush aan Saddam, die minister Aziz weigerde aan te nemen vanwege het beledigende karakter ervan, zinspeelde op nog meer dan overgave. Dat het niet alleen om de ‘bevrijding’ van Koeweit met geweld, maar om de ‘vernietiging’ van het ‘Iraakse militaire establishment’ gaat, bleek uit de zin: “Waar het hier om gaat is niet de toekomst van Koeweit – dat zal vrij zijn en haar regering zal hersteld worden – maar veeleer de toekomst van Irak”.

Het werkelijke doel van Washington was vanaf het begin af te lezen aan de omvang van de militaire macht die in de Golf werd samengetrokken. De ‘oorlogslogica’ werd vanaf het begin door de Amerikaanse regering als leidraad gekozen. De militaire macht stond in geen enkele verhouding tot het officiële doel van het verdrijven van de Iraakse troepen uit Koeweit. De cijfers zijn bekend en spreken voor zich.

Alles wijst er dus op dat de oorlog door Washington gewenst was en dat het doel van meet af aan was de vernietiging van de militair-industriële capaciteit van Irak.

Iedereen die heeft bijgedragen aan het toekennen van ‘internationale legitimiteit’ aan het Amerikaanse optreden en die de fictie in stand heeft gehouden dat het doel van de troepenmacht in de Golf het herstel van de ‘soevereiniteit’ van de staat Koeweit over haar grondgebied was – dat wil zeggen het teruggeven van het eigendom aan de Emir en zijn familie – die is medeplichtig aan de Amerikaanse agressie.

Dat is het geval met de ‘duiven’ uit het Amerikaanse Congres, die de woorden van Bush accepteerden dat het dreigen met oorlog de enige manier was om Saddam zonder strijd tot de terugtocht te dwingen, en die voor de oorlog hebben gestemd. En dat is natuurlijk ook het geval met de valse onschuld van de Europese sociaaldemocratie. Want die heeft, in navolging van de Franse ‘socialistische’ regering, alle Amerikaanse resoluties in de VN gesteund, inclusief het toestaan van het gebruik van geweld na 15 januari. Nog erger: de sociaaldemocratie heeft actief meegedaan aan de Amerikaanse oorlogsvoorbereiding.

Obscurantisme Saoedies

De sociaaldemocratische leiders en andere ‘democraten’ in imperialistisch Europa hebben als echo van Bush het argument gebruikt en misbruikt van de ‘democratische strijd tegen een verschrikkelijke dictatuur’. De waarde van dit voorwendsel is af te lezen aan het feit dat het gaat om een bondgenootschap met de minst democratische en meest obscurantistische staat ter wereld, Saoedi-Arabië. Zelfs de imperialistische troepen vonden het moeilijk hier mee om te gaan.

Deze zogenaamde strijd voor democratie is ook gepaard gegaan met het bewust negeren van de meerderheid van de publieke opinie, die tegen de betrokkenheid van hun land in deze oorlog was. De bombastische toespraken die de pacifisten ervan beschuldigden dat zij een ‘nieuw München’ wilden (een verwijzing naar de inschikkelijkheid van de imperialistische democratieën tegenover het Derde Rijk in 1938) zijn net zo onzinnig als de geluiden van Bush en zijn kornuiten over de ‘nieuwe Hitler’. Vergelijkingen tussen nazi-Duitsland, met z’n formidabele industriële macht, en Saddam Hoesseins Irak, een technologisch onderontwikkeld land dat alleen olie en dadels exporteert en verder volledig van import afhankelijk is – ook wat betreft wapens – zijn belachelijk en fantastisch.

Daartegenover betekent steun aan de vernietiging van een land door de VS, de grootste militaire macht van de wereld, in werkelijkheid een bijdrage aan de vorming van een Vierde Rijk. Dat is op het moment nog formeel democratisch, maar diens Nieuwe Orde heet deze keer de ‘Nieuwe Wereldorde’.

Gorbatsjov verkoopt z’n steun

De medeplichtigheid van de bureaucratie in het Kremlin onder Gorbatsjov – die zichzelf kort geleden nog als kampioen van de vrede presenteerde – is walgelijk. Moskou heeft zichzelf letterlijk aan het wereldimperialisme verkocht, in de eerste plaats aan het Amerikaanse imperialisme. Gorbatsjov zal er in ieder geval in geslaagd zijn om alle illusies die er nog in de hoofden van anti-imperialisten in de Derde Wereld bestonden over steun van de Sovjet-Unie voor hun zaak, de grond in te boren.

De wrede en bloedige repressie tegen de nationale beweging in Litouwen door troepen van het Kremlin, die profiteerden van de aandacht van de wereld voor de Golf; de reactie hierop van Bush – die alleen geïnteresseerd was in de steun van Gorbatsjov voor zijn Golfpolitiek -; de verklaring van Kohl die de Litouwers verweet “teveel haast te hebben”; het groene licht dat Washington Syrië heeft gegeven in Libanon; en de ontvangst van de Chinese minister van buitenlandse zaken in het Witte Huis, dat alles doet denken aan het verdelen van de controle over misdaadzones door maffiabazen. Alleen idioten kunnen hierin een nieuw tijdperk zien dat gebaseerd is op respect voor de wet.

Hiroshima

We hebben gewaarschuwd tegen Apocalypse Now, deel 2, die het Pentagon in Irak aan het voorbereiden was. Toen Bush de wereld verzekerde dat “dit niet een nieuw Vietnam zal worden en dit geen lange oorlog zal zijn”, sprak hij de waarheid. Want zijn generaals waren een nieuw Hiroshima aan het voorbereiden. In de loop van de eerste dag van de bombardementen alleen al werden meer dan 20.000 ton bommen op Irak gegooid, met een kracht van ongeveer anderhalf keer de atoombom van Hiroshima. Vergelijk dat cijfer eens met de 3.000 ton die dagelijks “in de zwaarste aanvallen in het laatste jaar van de Tweede Wereldoorlog, de Duitse steden platgooiden”[2] of met de 40.000 ton die in twee weken in december 1972 op Hanoi en Hai Phòng werden gegooid.

In minder dan 24 uur maakten de Amerikaanse en geallieerde vliegtuigen meer dan 1300 vluchten boven Irak en Koeweit. Dat is evenveel als in die hele twee verschrikkelijke weken in Vietnam rond kerstmis 1972. Dit is inderdaad de grootste luchtoorlog uit de geschiedenis.

We zien een nooit eerder vertoond gebruik van de media in dit conflict en het aspect van ‘videospelletje’ op technologisch niveau. Dit spelletje is er niet alleen voor de lol. Newsweek legt openhartig uit dat de rol van de verschillende onderdelen van de strijdmacht in dit gevecht zal bepalen hoeveel miljard dollar ze in toekomstige Pentagonbegrotingen toebedeeld zullen krijgen. Irak is zo een groot oefenterrein geworden voor de nieuwste apparatuur van het Amerikaanse leger en het is het slachtoffer van de concurrentie tussen de verschillende onderdelen.

Dit macabere spel heeft natuurlijk niets te maken met de ‘bevrijding’ van Koeweit. Dat kunnen we ook zien aan de keuze van de doelen: niet alleen militaire doelen, maar ook nucleaire fabrieken, chemische en biologische fabrieken, communicatiecentra, elektriciteitscentrales, enzovoorts.

Wie zal zeggen hoeveel Bhopals of Tsjernobyls er zullen ontstaan door de vernietigende kracht van de Amerikaanse luchtmacht? Wie zal zeggen hoeveel slachtoffers er zullen zijn van de bombardementen en de gevolgen daarvan? We weten het niet en wat nog het ergste is: het Pentagon en het Witte Huis weten het ook niet.

Irak vernietigen om het te redden

Dit bloedbad en deze vernietiging – die niet bedoeld zijn om een despoot te vernietigen, maar wel zijn land en de bevolking – moet tegengehouden worden. Het is noodzakelijk om de kosten van deze imperialistische agressie zo hoog mogelijk te maken.

Een sterke antioorlogsbeweging, vooral in de landen die deelnemen aan de kruistocht tegen Irak en in de Arabische landen, kan de acties van de VS hinderen en ten minste bijdragen tot het stopzetten van de bombardementen. Die beweging moet zonder dralen doorgaan en verder groeien tot de terugtrekking van alle imperialistische strijdkrachten uit het gebied van de Golf.

Om dezelfde redenen die achter de imperialistische agressie zitten, wensen wij met ons hele hart de nederlaag van de imperialisten. Maar het heeft geen zin illusies te hebben. De enige werkelijke mogelijkheid om de voorwaarden te scheppen voor een politieke nederlaag van het imperialisme – en zelfs in Vietnam was die nederlaag meer politiek dan militair – bestaat nu uit de ontwikkeling en radicalisering van de massabewegingen tegen de agressie. Dit vereist dat Irak het lange tijd volhoudt, wat nog allerminst zeker is.

Zelfs als je gelooft dat er iets progressiefs zat in de Iraakse invasie van Koeweit, is het duidelijk dat de krachtsverhoudingen het tot een zinloze en dus misdadige onderneming maakten. De laatste wandaad van een dictatuur in het nauw. Zelfs de bolsjewieken gaven een deel van hun grondgebied weg bij de vrede van Brest-Litovsk (1918) vanwege de krachtsverhoudingen.

We zien hier het verschil tussen revolutionair realisme en de blindheid van een psychopaat, die alles of niets speelt.

De andere kant van deze tragedie wordt gevormd door de immense illusies in Saddam Hoessein onder een belangrijk deel van de Arabische massa’s, vooral onder de Palestijnen. Deze zijn natuurlijk het product van jarenlange frustratie en verbittering tegenover de imperialistische en zionistische arrogantie. Maar daarmee blijven het illusies en ook gevaarlijke, want het ontwaken kan wreed zijn en desillusie kan tot wanhoop leiden.

Twintig jaar geleden, in 1967, had een generatie Arabieren immense hoop in het Egypte van Nasser. Ze geloofden in de onoverwinnelijkheid van zijn leger en zijn ‘raketten’. De schok was verschrikkelijk toen deze massa’s zich realiseerden dat hun held zich in zes dagen had overgegeven. Nasser was onvergelijkelijk veel progressiever dan Saddam Hoessein en veel populairder. De krachtsverhoudingen tussen zijn strijdmacht en de Israëlische was veel gunstiger dan die tussen het leger van Irak en de imperialistische coalitie. En toch werd hij verslagen.

Hij was technologisch ondergeschikt aan de Israëlische en was niet in staat een strategie te ontwikkelen die steunde op de revolutionaire mobilisatie van de volkeren van de hele Arabische regio, op het doorbreken van de zionistische consensus door een broederlijke oproep aan de Joodse arbeid(st)ers en op steun van de wereldwijde anti-imperialistische beweging.

Deze les moet helaas opnieuw geleerd worden door de Arabische massa’s. Twee decennia nederlagen en de buitengewone zwakte van de revolutionaire beweging hebben ertoe geleid dat de lessen van 1967 zijn weggezakt. Zelfs de mensen van de Intifada zijn vergeten dat zij op het hoogtepunt in 1988 meer steun kregen door de zelforganisatie van de bevolking dan van alle kampioenen van het burgerlijk nationalisme.

Het voorbeeld van de Intifada

De Intifada heeft de weg vooruit laten zien, niet Saddam Hoessein. De Intifada moet uitgebreid worden naar de andere Arabische landen, inclusief Irak. Als die daar gewonnen had vóór de huidige oorlog, dan had die beslag weten te leggen op een aanzienhijk potentieel om dat in dienst te stellen van de Palestijnse zaak en de revolutie. Nu heeft de waanzin van de despoot uit Bagdad het imperialisme de mogelijkheid gegeven dit potentieel te vernietigen.

Het imperialisme zal een slag winnen, maar niet de hele oorlog. Het zal Saddam Hoessein verslaan, maar niet de Iraakse arbeid(st)ers, die hij onderdrukt heeft.

De taak van dit moment is meer dan ooit: twee, drie, vele Intifadas!
Januari 1991.

_______________
[1] Er bestaat veel documentatie die laat zien dat de Amerikaanse regering Saddam heeft laten geloven, dat ze niet tussenbeide zou komen in zijn conflict met Koeweit.
[2] Volgens een militaire deskundige in Le Figaro van 18 januari 1991.