Robert Went

Uit de rechtse pers. Oorlog mag weer


Bron: De Internationale, Nederlandstalig theoretisch orgaan van de IVe Internationale, juli, 1991, nr. 39
Deze versie: spelling
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren? — Graag bronvermelding !

Qr-MIA

       


Deel deze tekst met een kennis
Het e-mailadres:


Henk Neuman, onder andere ex-directeur van instituut ‘Clingendael’, is sinds kort toegetreden tot de Commissie Buitenland van het CDA. In een interview met CD/Actueel (nummer 5, 16-3-1991) geeft hij zijn visitekaartje af. Vervanging van Yasser Arafat en misschien zelfs wel van de hele PLO behoort na de Golfoorlog tot de mogelijkheden. De vorming van een Europese Politieke Unie heeft schade geleden door het zwakke optreden van de EG-lidstaten in de Golfcrisis: “De pacifistische demonstraties hebben het Duitse prestige ook zeker geen goed gedaan”. En oorlog mag weer: “Door de verdergaande perfectionering van de wapentechnologie wordt het voeren van een oorlog met proportionele geweldstoepassing weer als haalbaar gezien. Tevens is er een rehabilitatie van het begrip ‘rechtvaardige oorlog’ opgetreden. Ook zal men anders gaan aankijken tegen de rol van de Verenigde Naties die het voeren van een oorlog heeft gelegitimeerd”.

Conservatief-Democratisch Appel?

“De leiders van de Europese christendemocraten hebben zaterdag de deur opengezet voor nauwere samenwerking met de Britse Conservatieven”, meldt het NRC-Handelsblad van 15 april jl. “De Europese leiders, onder wie bondskanselier Helmut Kohl, de Belgische premier Martens en premier Lubbers, hebben het groene licht gegeven voor besprekingen over een mogelijke band tussen de Europese christendemocraten (EVP) en de Conservatieven in het Europese Parlement”. Voor het CDA is deze stap naar verdere Europese politieke samenwerking met de partij van Thatcher en Major een concessie, want tot nog toe hielden met name de Nederlandse christendemocraten dit soort samenwerking rigoureus af, want die Conservatieven laten zich in hun politiek niet religieus inspireren.

Wat is er veranderd? Om te beginnen is Thatcher weg. Major lijkt wat pro-Europeser, dus dat maakt samenwerking makkelijker. Voorzitter Patten van de Conservatieve Partij verklaarde dat zijn partij het meest recente verkiezingsprogramma van de EVP volledig onderschrijft En hoewel papier geduldig is, dat schept toch een basis voor samenwerking.

Wat echter bovenal een rol speelt is dat binnen het CDA Europa steeds belangrijker wordt gevonden, zodat machtsvorming in de organen van de Europese Gemeenschap (EG) meer gaat tellen. Jos van Gennip, directeur van het Wetenschappelijk Instituut van het CDA, wijdde zijn ‘periscoop’ in het januarinummer van Christen Democratische Verkenningen aan de noodzaak van partijopbouw op Europees niveau. “De democratie in Europa zal nooit optimaal functioneren, als die internationale partijformaties als de EVP niet van zolder gehaald worden, uit hun hoogte en isolement getrokken worden, niet gewoon mee functioneren in het dagelijkse bestaan van de Europese burger. Voor de EVP betekent dat een programma van popularisering en van inspireren tegelijk.”

En bij die mooie woorden alleen wil het CDA het niet laten. “Wat we nodig hebben is een actieprogramma ter inhoudelijke verdieping en oplading van de EVP. Naast de genoemde actiepunten zou een degelijk kwartaalschrift, waarin de centrale vraagstukken waar de EVP voor staat ter bredere discussie worden gesteld, van groot nut kunnen zijn. Verder dient nu onmiddellijk al met kracht gewerkt te worden aan de opbouw van een federatie van de wetenschappelijke instellingen van de christendemocratische partijen. De versterking van de bevoegdheden van het Europese Parlement dient hand in hand te gaan met een coherente fractievorming en dat weer met en uitbouw en verdieping van de EVP tot een grote en sterke programmatische en geïnspireerde partij.”

Inmiddels is besloten dat er een gezamenlijk wetenschappelijk bureau van de EVP komt, dat “het christendemocratisch gedachtegoed in Europa moet verdiepen”. En misschien al in 1994 zal de EVP samen met de Britse Conservatieven optrekken bij nieuwe Europese verkiezingen. Aan een hecht Europees conservatief blok wordt gewerkt, we zijn gewaarschuwd.

Hoezo ontzuiling?

De sociaaldemocratische ‘rooie familie’ bestaat al lang niet meer, maar dat wil niet zeggen dat ons land geen zuilen meer kent. Het ging een tijdje moeizaam, maar tegenwoordig gaat het weer goed met de christelijke zuil. CD/Actueel van 2 maart jl. verhaalt over een grote conferentie over de “levensbeschouwelijke identiteit” van christelijke (protestantse en rooms-katholieke) organisaties, die eind februari plaatsvond. Naast CDA-voorzitter Van Velzen zaten “...de voorzitters van KRO en NCRV, van de Nederlandse Protestants Christelijke Schoolraad en de Nederlandse Katholieke Schoolraad, het CNV en het NCW in het voorbereidende comité.” De conferentiegangers kwamen uit “de sociaaleconomische sector, het onderwijs, de zorg, de kerken, de cultuur, de politiek en de media.” De conferentie was een groot succes: “De belangstelling voor deze unieke bijeenkomst was zo groot dat de grote zaal van het congrescentrum Leeuwenhorst voor de openingszitting te klein was. En wat belangrijker was: aan het slot waren alle aanwezigen van oordeel dat dit contact voortgezet moet worden.”

En waarover spraken zij? “De westerse samenleving zit in een oriëntatiecrisis. Velen weten niet goed meer op basis van welke grondhouding zij hun dagelijks leven moeten inrichten.” Omdat “identiteitsgebonden organisaties” geen “eilanden” zijn in de samenleving stond de vraag centraal: “Hoe kunnen organisaties-met-een-C op aansprekende wijze met het Evangelie omgaan? Zijn bijvoorbeeld christelijke werkgevers- en werknemersorganisaties in staat, op basis van hun uitgangspunten en staande in de concrete situatie van vandaag, samen een beleid te formuleren? Welk personeelsbeleid moeten zorginstellingen (zoals bejaarden- en verpleeghuizen) hanteren? Welke specifieke eigenheid hebben omroeporganisaties als NCRV en KRO in hun programmabeleid?”

In deze rubriek is al vaker geconstateerd dat en hoe het CDA op allerlei manieren werkt aan het handhaven en uitbreiden van haar invloed en organisatie, op een manier (denk ook aan de CDA-kaderschool) waar andere grote partijen niet aan kunnen tippen. Dit is ook weer zo’n voorbeeld. Want op de conferentie werd geconstateerd dat de in de jaren zeventig als gevolg van de ontzuiling afgebroken communicatie tussen christelijke organisaties en instellingen weer hervat moet worden. Lubbers maakte daarbij in zijn slotwoord duidelijk dat ook met niet-christelijke organisaties banden moeten worden gesmeed, “dat ook ‘over de schutting’ gekeken moet worden omdat ook gedreven organisaties als de milieubeweging en Amnesty International met grote vragen bezig zijn. Geen exclusivisme dus (“wij hebben het enige antwoord”), wel een bijdrage aan de aanpak van de eigentijdse problemen en die van de toekomst.”

Verkiezingsanalyse

Het is de harde werkelijkheid: sinds de Statenverkiezingen is het CDA in alle provincies behalve Groningen en Drenthe weer de grootste partij van ons land. In de diverse CDA-bladen is tevreden teruggekeken op deze verkiezingen, ook door de CDA-vrouwen die hun aantal in statenleden zagen toenemen. De belangrijkste constatering is dat het CDA won in Noord en Oost-Nederland en verloor in de Randstad: “Wanneer we kijken naar de zogenaamde urbanisatiegraad, de mate waarin een gebied verstedelijkt is, valt op dat het CDA met name in de forensengemeenten verlies heeft geleden. Bij de vorige Statenverkiezingen behaalde het CDA in die gemeenten 32 %, nu 29,5 %. In de overige gebieden was het verlies beperkt, tussen 0,1 % en 0,4 %” (uit CD/Actueel 16-3-91 en 13-4-91)