Leon Trotski

Nader tot de Proletariërs van de Gekleurde Rassen[1]


Geschreven: 13 juni 1932
Voor het eerst gepubliceerd: Bulletin van de Russische Oppositie, nr.28, juli 1932
Bron: Fourth International, Vol. 6 No. 8, August 1945, p. 243, herdruk: Fourth International (Paris), No. 4, Autumn 1958, p. 65, online versie Engelstalig MIA
Vertaling: Adrien Verlee
HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren? — Graag bronvermelding !

Qr-MIA

       


Deel deze tekst met een kennis
Het e-mailadres:


Verwant
Documenten van de Linkse Oppositie
Mondialisering, naties, volkeren, etnieën
Ras, geschiedenis en cultuur

Aan het Internationaal Secretariaat:
(Kopie aan het Nationaal Comité van de Amerikaanse Liga)

Ik heb een afschrift ontvangen van de brief van 26 april 1932, verzonden door een organisatie van zwarte kameraden uit Johannesburg. Deze brief is, naar ik meen, van grote symptomatische betekenis. De Linkse Oppositie (bolsjewiek-leninisten) kan en moet het vaandel worden voor de meest onderdrukte delen van het wereldproletariaat, en dus in de allereerste plaats voor de zwarte arbeiders. Waarop baseer ik deze stelling?

De Linkse Oppositie vertegenwoordigt op dit moment de meest consequente en meest revolutionaire tendens ter wereld. Haar felle kritische houding tegenover alle vormen van bureaucratische arrogantie in de arbeidersbeweging maakt het haar mogelijk bijzondere aandacht te schenken aan de stem van de meest onderdrukte delen van de arbeidersklasse en de werkende mensen in het algemeen.

De Linkse Oppositie is het doelwit van aanvallen, niet alleen van het stalinistische apparaat, maar ook van alle burgerlijke regeringen van de wereld. Dit feit, dat ondanks alle laster geleidelijk doordringt in het bewustzijn van de massa’s, zal steeds meer de warme sympathie van de meest onderdrukte delen van de internationale arbeidersklasse voor de Linkse Oppositie winnen. Vanuit dit gezichtspunt lijkt de mededeling die de Zuid-Afrikaanse kameraden tot ons hebben gericht mij helemaal niet toevallig, maar uiterst symptomatisch.

In hun brief, die als bijlage 24 handtekeningen bevat (met de aantekening “en anderen”), geven de Zuid-Afrikaanse kameraden uiting aan hun bijzondere belangstelling voor de kwesties van de Chinese Revolutie. Deze belangstelling is, dat moet worden toegegeven, volkomen gerechtvaardigd. De werkende massa’s van de onderdrukte volkeren, die de strijd voor elementaire nationale rechten en voor menselijke waardigheid moeten voortzetten, zijn juist degenen die het grootste risico lopen de dupe te worden van de warrige leer van de stalinistische bureaucratie over de “democratische dictatuur”. Onder dit valse vaandel kan de politiek a la Kwomintang, dat wil zeggen het verachtelijke bedrog en het ongestraft verpletteren van de werkende massa’s door hun eigen “nationale” bourgeoisie, nog steeds de grootste schade toebrengen aan de bevrijdende zaak van de werkende mensen. Het programma van de permanente revolutie, gebaseerd op de onbetwistbare historische ervaring van een aantal landen, kan en moet van primair belang zijn voor de bevrijdingsbeweging van het zwarte proletariaat.

De kameraden van Johannesburg hebben misschien nog niet de gelegenheid gehad om zich nader op de hoogte te stellen van de standpunten van de Linkse Oppositie over de belangrijkste kwesties. Maar dit mag geen beletsel zijn om juist nu zo close mogelijk met hen te zijn en hen broederlijk te helpen om in onze schoot te komen, programmatisch en tactisch.

Wanneer tien intellectuelen, of zij nu in Parijs, Berlijn of New York zijn, en reeds lid van verschillende organisaties zijn geweest, zich tot ons wenden met het verzoek in ons midden te worden opgenomen, zou ik het volgende advies willen geven: onderwerp ze aan een reeks testen op alle programmatische vragen, haal ze door de mangel – nat en droog, en aanvaard na een nieuw en zorgvuldig onderzoek, dan misschien een of twee.

De zaak wordt radicaal anders wanneer tien arbeiders die met de massa’s verbonden zijn, zich tot ons wenden. Het verschil in onze houding tegenover een kleinburgerlijke groep en tegenover de proletarische groep behoeft geen uitleg. Maar als een proletarische groep functioneert in een gebied met arbeiders van verschillende rassen, en desondanks uitsluitend blijft bestaan uit arbeiders van een bevoorrechte nationaliteit, dan ben ik geneigd ze met argwaan te bezien. Hebben we misschien niet te maken met de aristocratie van de arbeiders? Is die groep niet besmet met vooroordelen over slavernij, actief of passief?

Het is een heel andere zaak, wanneer wij benaderd worden door een groep zwarte arbeiders. Hier ben ik bereid er bij voorbaat van uit te gaan dat wij met hen tot overeenstemming zullen komen, ook al is die overeenstemming nog niet feitelijk. Want de zwarte arbeiders streven er uit hoofde van hun gehele positie niet naar en kunnen er ook niet naar streven om wie dan ook te verlagen, wie dan ook te onderdrukken of wie dan ook van zijn rechten te beroven. Zij zoeken geen voorrechten en kunnen niet aan de top komen, behalve op de weg van de internationale revolutie.

Wij kunnen en moeten een weg vinden naar het bewustzijn van de zwarte arbeiders, de Chinese arbeiders, de Indische arbeiders, en alle onderdrukten in de menselijke oceaan van de gekleurde rassen aan wie het beslissende woord in de ontwikkeling van de mensheid toebehoort.

Prinkipo, 13 juni 1932
Leon Trotski

_______________
[1] Wetenschappelijk gezien kan er niet gesproken worden van ras binnen de mensheid. Toch is er voor gekozen “ras” niet te veranderen in “etnie” – vertaler.