Jan Vermeersch

Redactioneel

Drieëntwintig oktober


Bron: Vlaams Marxistisch Tijdschrift, 1983, nr. 4, oktober, jg. 17
Deze versie: spelling
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren?

Qr-MIA

       
Leest u dit met een smartphone?
Met (enkele) smartphones moet u zelf uitmaken welke modus voor u geschikt is


Deel deze tekst met een kennis
Het e-mailadres:


Verwant
Onze militaire politiek
Het militair apparaat en de soldatenbeweging
Van de miljarden voor landsverdediging ... naar de afschaffing van de verplichte militaire dienst

Als u op 23 oktober, samen met ons en met vele tienduizenden, door de straten van de hoofdstad stapt, dan hebt u daar op zijn minst een paar goeie redenen voor. U zult het waarschijnlijk met ons eens zijn dat de kruisraketten alleen maar gedonder voor Europa kunnen opleveren. En allicht bent u ook de mening toegedaan, dat het gedonderjaag van de Amerikanen nu maar eens moet ophouden. En misschien vindt u die Andropov ook maar een rare ouweheer; maar er is alvast één reden waarom u in Brussel toch niet wil ontbreken, en dat is de zaak van de democratie in dit land.

Want in de zaak van de kernraketten gaat het ook om de democratie. Louis Tobback heeft wat dat betreft onlangs nog eens de vinger gelegd: niet alleen vindt hij het schandalig te moeten betogen tegen iets dat door 80 % van de mensen niet gewenst wordt, maar, zo schamperde de fractievoorzitter van de Vlaamse socialisten, ‘op die manier kunnen we ook opnieuw voor het algemeen stemrecht gaan betogen.’ Onnodig te zeggen dat deze boutade behoorlijk dicht in de buurt van de waarheid komt.

Inzake de kernraketten zijn in de voorbije drie jaren de elementaire regels van de democratie met de voeten getreden. En zelden heeft men het kunnen meemaken dat het denkende deel van de natie zo flagrant buiten spel werd gezet om de belangen van een vreemde mogendheid, in casu de Verenigde Staten, te plezieren. Tot dat denkende deel van de natie kunnen de CVP en de PVV tot nader order niet meer gerekend worden.

Nochtans zijn het de CVP en de PVV geweest die in de voorbije periode een rakettendossier hebben bepleit dat door de eerste de beste aspirant-polemoloog – we zeggen bijna retorica-student – naar de prullenmand wordt verwezen. Hun analyses zijn niet waterdicht. En in de mate dat zij deze in debat brengen – wat zij overigens vertikken – zou er ook geen spaander heel van blijven. Bij dat alles moet men bovendien onthouden dat de burger alvast niet behoorlijk is geïnformeerd geworden op twee punten. Primo, dat de NAVO, eind ’82, quasi geruisloos een nieuwe en offensieve strategie (Airland Battle) heeft aangenomen. En secundo, dat in die nieuwe strategie het risico van een heuse kernoorlog fataal zit ingesloten. Men stelle het zich voor dat de Amerikaanse militaire ‘thinktanks’ de zogenaamde ‘beperkte kernoorlog in Europa’ reeds als een vaststaand gegeven beschouwen, terwijl onze bewindslui het niet eens nodig achten om voor de ogen van de publieke opinie daar rond het parlementaire debat te openen.

Zo beschouwd krijgt het hardnekkig stilzwijgen van de Belgische regering een bijna misdadige dimensie. Sinds het NAVO-dubbelbesluit van december ’79 heeft men in de pers een stoet van verklaringen, moties en memoranda kunnen lezen. Organisaties van diverse ideologische komaf hebben daarbij telkens benadrukt dat de veiligheidsfilosofie van dit land niet kan gestoeld zijn op de ‘verplichte’ veiligheidsconcepten van de VS. Maar nogmaals, op geen enkel moment hebben opeenvolgende regeringen het oor willen te luisteren leggen bij het levende deel van de natie, laat staan de veiligheidsbehoefte van dit land op zelfstandige wijze te herformuleren. Het is in één woord onfatsoenlijk.

Men moet tenslotte weten, dat vooral personeel van de CVP hierbij een verpletterende verantwoordelijkheid draagt. Indien in dit land toch kernraketten mochten geïnstalleerd worden, dan mag het Pentagon in de eerste plaats dank u zeggen tegen de CVP. Deze partij heeft in de voorbije maanden een intense activiteit ontplooid. Niet ter bevordering van de vredesdialoog, maar ter disciplinering van haar ‘zuil’. Door druk, dwang en dreiging uitte oefenen, haar invloed in de BRT aan te wenden, de Tindemans-diplomatie te dekken enzovoort. Schrijnend was het daarbij te moeten vaststellen, dat in een partij die zo graag het gestroomlijnde Oost-Europese denken over de hekel haalt, niet één parlementair durfde op te staan om een alternatieve analyse naar voren te brengen. Terwijl niet eens een handvol ‘ACW-parlementariërs’ kon gevonden worden om in Washington het ACW-standpunt inzake de raketten te gaan toelichten, kwam een glunderende Miet Smet – eens het boegbeeld van de progressiviteit in de CVP – uit de VS terug met leuke maar niets ter zake doende verhalen over de stand van de vrouwenbeweging aldaar... Maar de freeze-beweging, nooit van gehoord.

Ten koste van een stuk onduidelijkheid is de vredesbeweging er nochtans in geslaagd om de christelijke arbeidersbeweging te doen marcheren. Dat is belangrijk en van vitaal belang voor het welslagen van de beweging, maar dat neemt niet weg dat zij de sleutel nog niet heeft gevonden om de knuppel in het hoenderhok van de CVP te gooien. Na 23 oktober zal dit een even delicate opdracht blijven: met meer verve het onfatsoen van deze partij onthullen en vooral bewust blijven van de onuitputtelijke recuperatiemogelijkheden van de CVP. De rakettenhistorie verschaft een nieuwe en treffende getuigenis van de compleet ondemocratische gang van zaken in Vlaanderens grootste partij van dit moment.