Leon Trotski

In de Balkan[1]


Bron: Nashe Slovo (Ons Woord) 20 juli 1915
Vertaling: Peter den Haan
HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren?

Qr-MIA


Verwant
Uit de voorgeschiedenis van de wereldoorlog
Het imperialisme, de wereldoorlog en de sociaaldemocratie
De internationale vredesactie van het proletariaat

Het gevecht van de Europese militaire grootmachten wordt, zonder dat een der strijdende partijen een definitief overwicht op de ander weet te bewerkstelligen, op onvergelijkbare wijze weerspiegeld in de Balkan. Een schiereiland dat zwaar wordt getekend door oorlogswonden, periodes van chaos, plannen, samenzweringen, machinaties en intriges.

Hoewel de burgerlijke partijen in de grote kapitalistische staten over nationale kwesties scherp tegenover elkaar staan, beschouwen ze het als een kwestie van ‘klasse-eer’ om op internationaal vlak overeenkomst en continuïteit te hebben, maar in de kleine, geïsoleerde en altijd afhankelijke Balkan is het tegenovergestelde het geval. De plaatselijke burgerlijke partijen verschillen haast in niets ten aanzien van de binnenlandse politiek. De noodzaak om te ontsnappen aan hun economische en met name militaire achterstand en onder druk van het Europese kapitaal dwingt alle partijen die aan de macht zij in de Balkan dezelfde politiek op; leningen, belastingverhogingen, het aanleggen van spoorwegen, de ontwikkeling van het militair-industriële complex, meer belastingverhogingen en meer leningen. Maar in hun buitenlandse politiek zijn de burgerlijke partijen in de Balkan scherp verdeeld in twee kampen, afhankelijk van hun bondgenootschap met een der rivaliserende Europese grootmachten met wie ze in meer of mindere mate hun lot hebben verbonden, Rusland of Oostenrijk.

Roemenië, dat in 1879 door Rusland werd misleid,[2] bevindt zich in de invloedsfeer van Oostenrijk en Duitsland. Verdrukt door Oostenrijk-Hongarije neigt Servië meer naar Rusland, omdat zij op grotere afstand en daarom minder een bedreiging vormde. En tenslotte, omdat Bulgarije even ver van beide partijen lag, probeert zij tussen beide partijen te schipperen; zodat om de beurt pro-Oostenrijkse en dan weer pro-Russische partijen de voorkeur krijgen voor regeringsposten. De oorlog heeft deze voormalige krachten van aantrekking en afstoting intact gelaten, maar heeft de tegenkrachten van verzet tegen deze politiek verzwakt. Terwijl ze in de periode van gewapende vrede van de grootmachten duidelijk aanwezig waren. De keuze van een “internationale” oplossing van deze kwestie heeft in alle Balkanlanden de vorm van een vraag gekregen; in feite wie van de politieke voormannen zal de macht grijpen in deze verhitte en onzekere tijden?

Dat is de reden waarom de Europese kabinetten zoveel belangstelling tonen, en meer dan alleen een platonische belangstelling, in elke extra stem voor Venizelos,[3] in de interne strijd die wordt gevoerd tussen de Roemeense conservatieven en de Roemeense liberalen en of Gennadiev[4] Minister-president zal worden of in de gevangenis terecht zal komen. En daarom bedreigt de onvermijdelijke M. Hervé[5] de Bulgaren ze aan hun lot over te laten, als ze de Ruitenaas[6] op de ruggen van hun overgehaalde vriend, de viervoudige Entente,[7] zullen naaien. Nu en dan componeert M. Clemenceau[8] een ode ter ere van de “Grote Europeaan” Take Ionescu,[9] die aan het hoofd staat van de partij van sociale schurken en hongerige kandidaten om de staat te plunderen.

De interventie van Italië in de oorlog deed in Bulgarije de weegschaal doorslaan naar steun voor de geallieerden, in lijn met de toegenomen kans op een overwinning van de viervoudige alliantie. Om over de oude Russische partijen nog maar te zwijgen, die sinds het begin van de oorlog de Bulgaren opriepen om te interveniëren, in de lijn van de pro-Russische Stambulisten[10] en graag met de viervoudige alliantie willen onderhandelen. De voormalige leider der Stambulisten, de eerder genoemde Gennadiev, draaide binnen 24 uur van Oostenrijkse agent naar vriend van Rusland. Ongetwijfeld omdat hij van voldoende overtuigende argumenten werd voorzien. Volgens een vooropgezet plan, al in het proces van uitvoering, moest Bulgarije; L’Etat du Destin (het land dat was voorbeschikt) voor Rusland de weg openen naar Constantinopel (Istanboel), voorafgegaan door Adrianopel (Edirne) en een deel van Macedonië. Maar de overgave van Przemysl en Lemberg bekoelde het enthousiasme van de “Viervoudige” en versterkte wederom de kansen van plucheplakker Radoslavov,[11] wiens regering graag neutraal wil blijven, tot het moment dat de ineenstorting van Servië hem in de gelegenheid stelt om met een minimum aan gevaar Macedonië in te vallen. Hoe dan ook, de hoop dat Bulgarije zich bij de Geallieerden zal aansluiten moet als een volledig falen worden beschouwd.

De Russische nederlaag maakte niet alleen de verwachte interventie van Roemenië problematisch, maar gaf Oostenrijk ook de gelegenheid een ultimatum aan de regering in Boekarest te stellen, met de eis binnen een maand te antwoorden, welke van de twee facties ze van plan was te steunen. Maar voor de “Grote Europeanen” van Roemenië kan een maand wel eens te kort zijn om uit te vinden wie de winnaar zal zijn en dus wie ze wel of niet moeten steunen.

Terwijl het Russische falen dus Bulgarije en Roemenië volledig verlamde, zijn de gevolgen van de Italiaanse interventie nog maar nauwelijks merkbaar, wat buitengewone moeilijkheden heeft veroorzaakt in het westen van de Balkan. Uit angst dat Italië, die Istrië en Dalmatië al heeft veroverd, de hand op Servië en Montenegro wil leggen, hebben deze hun strijdmacht tegen Albanië gericht en hun militaire operaties tegen Oostenrijk gestaakt. Ofwel om daar direct de vruchten van te plukken, dan wel als onderpand in ruil voor Dalmatië. Hoe dan ook, indruisend tegen alle plannen die hun “grote” vrienden hadden ontwikkeld, in ieder geval die in het Westen. In dit helse spel, waarin alle nationale programma’s, klasse-voorkeur, belangen van koningshuizen en factionele kuiperijen met elkaar botsen, wordt de sociaaldemocratie in de Balkan wederom zwaar getest en handhaaft haar programma als de enige partij van de toekomst; een programma dat niet afhankelijk is van de snelle en wispelturige wisselingen in samenstelling van diplomatieke en militaire machten, maar op de loop van de algemene economische ontwikkeling.

Het is moeilijk een lelijker beeld voor te stellen dan de lafhartige en inhalige politiek van de regeringen in de Balkan, die de grootmachten in de ogen kijken met de angst belazerd te worden, maar er zelf op uit zijn er een slaatje uit te slaan. En vol wantrouwen houden ze elkaar in de gaten, niet in staat om een stevige alliantie te vormen. Maar wel altijd bereid elkaar een oor aan te naaien. Maar wellicht is de Balkanpolitiek van de grootmachten nog schandaliger, die hun bondgenoten kopen en verhandelen als de eerste de beste handelaar op een tweedehandsmarkt.

Vol minachting zegt Clemenceau dat de volkeren van de Balkan niet weten wat ze willen. Dat is zowel waar als onwaar. De volkeren van de Balkan willen overduidelijk dat dhr. Clemenceau, zijn kompanen en zijn vijanden hen met rust laten. Maar ze weten niet precies hoe ze dat moeten realiseren. Maar des te meer de wereldoorlog de enorme nutteloosheid van het gekibbel der Balkan-regeringen aantoont, des te meer zou dit de mogelijkheid moeten scheppen voor een eenduidig programma voor de nationale en gouvernementele co-existentie van de volkeren in de Balkan.

Op de vraag of Bulgarije haar lot aan de Viervoudige Alliantie moest verbinden antwoordde “Novo Vreme”, het theoretische orgaan van de Bulgaarse sociaaldemocratie, negatief. Het voornaamste doel van Rusland is Constantinopel en de Bosporus. Engeland en Frankrijk zijn er nu op gespind, niet uit politieke maar uit strategische overwegingen, om Rusland zo snel mogelijk toegang te verlenen tot de Middellandse Zee. Want zodra de winter invalt en de haven van Archangelsk bevriest, is Rusland volledig afgesneden van haar Westerse bondgenoten. Met hulp van Bulgarije kan Rusland Constantinopel en de omliggende gebieden veroveren en om de Bosporus te beheersen hebben ze de sleutel van Constantinopel en Adrianopel nodig. Als Rusland de baas is in de Zwarte Zee en de zee van Marmaris, zo redeneert het Bulgaarse sociaaldemocratische tijdschrift, zal dat het aanstaande verlies van nationale onafhankelijkheid betekenen voor Roemenië en Bulgarije. Aan de andere kant zal een overwinning van de Viervoudige Alliantie de consolidatie van Italië aan de Adriatische kust betekenen, waar zij de rol van Oostenrijk zal overnemen. De staten in de Balkan zullen dan nog met weemoed terugdenken aan de periode voordat ze bevrijd waren, verzwakt als ze zijn door de onderlinge rivaliteit en ingeklemd tussen de zwaargewichten Italië en Rusland.

Natuurlijk geeft de Bulgaarse sociaaldemocratie een net zo negatief advies ten aanzien van een bondgenootschap met de As-mogendheden. Hun overwinning zou in de praktijk de vervanging van het zwakke Turkije door een almachtig Duitsland betekenen en Servië zal worden ingelijfd door Oostenrijk-Hongarije. Bulgarije, op dit moment onafhankelijk van de grootmachten, zal door de verlokkingen worden verdrukt. Een onafhankelijk bestaan van de volkeren in de Balkan zal ten einde komen.

Juist hier in de Balkan, waar de kleine en grote machtspolitiek het meest duidelijk voor het voetlicht komen, waar de nationale en internationale belangen in een verschrikkelijk kluwen zijn verwikkeld, komen de tegenstellingen van het sociaalnationalisme het meest openlijk aan de orde. Welke van de twee principes je ook nastreeft, de verdediging van het vaderland of de weg van het minste kwaad in internationaal opzicht, in beide gevallen is het resultaat even hopeloos. Hoe kan je het vaderland verdedigen, terwijl Rusland je wilt verslinden? Met Duitsland dat je wil opslokken? Met een lafhartige en instabiele neutraliteit, dat ieder moment omver kan worden geworpen door de gebeurtenissen en honger van de heersers? Welke van de mogelijke alternatieven in het regeringsbeleid moet de sociaaldemocratie steunen? Juist omdat alle problemen van de wereldpolitiek elke sectie van de sociaaldemocratie in de Balkan zo rechtstreeks en openlijk confronteerde, was de slogan “Verdediging van het Vaderland” van begin af aan al geen optie. Zij werd vervangen met een leuze om het isolement en de jaloezie van deze zwakke staten te overkomen; door de introductie van een brede levensvatbare gemeenschap, een Republikeinse Federatie van de Balkan.

Strijdend tegen de interventie van Bulgarije en Roemenië in de oorlog aan de kant van de ene of andere combinatie, staan de Bulgaarse en Roemeense sectie van de Internationale niet voor het stagnerende staatsbeleid van “neutraliteit”, voor een vertragende impotentie. Samen met de dappere Servische partij verdedigen zij de principes van een actieve democratische politiek, die moet leiden tot de vereniging van alle volkeren in de Balkan.

Zelfs als nu, tijdens deze bloedige vergiftiging, dit programma slechts een propagandistisch karakter draagt, zal het in een revolutionaire periode snel van vlees en bloed worden voorzien en alle andere programma’s en illusies naar de achtergrond dringen en des te dieper zal de sociaaldemocratie haar autoriteit vestigen in de harten en hoofden van de massa’s in de Balkan, op basis van haar politieke en morele moed.

_______________
[1] Voor het eerst in het Engels vertaald en verschenen in Trotsky on World War One, Socialist Publications 2015, door Pete Dickenson.
[2] In de Russisch-Turkse oorlog van 1877 vocht Roemenië aan de zijde van Rusland, maar Rusland eigende zich Bessarabië toe, toen deel van Roemenië, nu van Moldavië.
[3] Eleftherios Venizelos (1864 – 1936). Minister-president van Griekenland tijdens de oorlog.
[4] Gennadiev was de voormalige Minister van Handel in Bulgarije, verwikkeld in een berucht corruptieschandaal.
[5] Gustave Hervé (1871-1944). Voormalig pacifistisch socialist, werd tijdens de oorlog een ultranationalistisch politicus.
[6] De ruitenaas is een verwijzing naar het embleem dat gevangenen in Rusland kregen opgenaaid op hun uniform, in deze context bedoeld als teken van verraad.
[7] De Viervoudige Alliantie was het verbond dat werd geleid door Frankrijk en Engeland.
[8] George Clemenceau was de leidende politicus van de Franse Derde Republiek. Toen dit artikel werd geschreven was hij niet meer in functie.
[9] Take Ionescu (1858-1922). Leider van de Roemeense Conservatief Democratische Partij. Probeerde zijn invloed aan te wenden om aan de zijde van Frankrijk en Engeland deel te nemen aan de oorlog.
[10] De Stambulisten waren de voornaamste anti-Russische partij in Bulgarije op dat moment.
[11] Vasil Radoslavov (1858-1923). Minister-president van Bulgarije, propageerde steun aan de oorlog aan de zijde van Duitsland en Oostenrijk-Hongarije.